Lichamelijke gesteldheid/ leeftijd

Een vriendin van mijn leeftijd zei me dat zij zich niet herkent in het verband dat ik leg tussen mijn lichamelijk onwelzijn van dit moment en mijn leeftijd. Zij voelt zich helemaal niet oud, hoewel zij ook bepaalde dingen minder durft en kan dan toen zij jonger was.

Ik ben daarover gaan nadenken en besef dat zij gelijk heeft. Je kan van een blessure die je hebt niet je leeftijd de schuld geven. Iedereen kan lelijk vallen en daardoor tijdelijk of permanent zwaar geblesseerd zijn. Dat heeft niets met leeftijd te maken.

Ik zag alweer een hele tijd terug een documentaire over mensen van allerlei leeftijden met zwaar lichamelijk letsel ten gevolge van een ongeluk. Eén casus daarvan maakte op mij veel indruk.

Het betrof een nog vrij jong man (misschien rond de 45 jaar). Hij was erg sportief en gewend geweest altijd veel te sporten. Zijn vrouw had kanker en lag ziek thuis. Op een nacht moest hij naar het toilet en liep hij de trap af. Hij deed daarbij het licht niet aan, omdat hij zijn vrouw die toch al slecht sliep niet wilde storen. Hij verstapte zich op de trap en kwam ten val. Hij hield daaraan een dwarslaesie over. Je ziet in die documentaire hoe onder andere het herstelverloop van deze man gevolgd wordt. Hij heeft in het begin nog hoop dat het gevoel in zijn benen zal terugkomen. De eerste 6 weken schijnen cruciaal te zijn. Het gevoel komt niet terug en hij moet verder leven met het besef dat hij voor de rest van zijn leven vanonder verlamd zal zijn. Hoeveel pech kan een mens hebben! Zijn verhaal greep me aan.

Bovenstaande is een voorbeeld van een jongere man, die moet verder leven zonder de functie van zijn benen. Een voorbeeld van het feit dat het verlies van bepaalde functies niet alleen te maken heeft met leeftijd. Er zijn helaas te veel mensen op de wereld die als gevolg van ongelukken of ziekten vroegtijdig in hun leven met uitval van functies te maken hebben.

Dat ik bij mezelf nu alles op één hoop gooi en de artrose in mijn handen en mijn zere knie en ribbenkast wijt aan het ouder worden klopt dus voor geen meter.

Daarnaast heb ik mezelf voorgenomen om niet meer te veel uit te wijden over mijn lichamelijk ongemak in dit weblog. Er zijn verdulleme wel leukere of interessantere dingen om het over te hebben.

Hier iets anders om over na te denken:

in een tijdperk van consumentisme is het repareren van dingen een daad van rebellie

Vreugde kan je niet forceren

Gisteren schreef ik over de vreugde die ik ervaar als ik een verfkwast hanteer. Of het nou werken aan een schilderij is, het verven van en deur of muur of het insmeren van henna, dat is me om het even. Je zou zeggen: ‘mens, dan neem toch gewoon dagelijks een kwast in de hand en doop die ergens in en verven maar. Als het zo gemakkelijk is om een geluksgevoel te krijgen, dan zou ik het wel weten’. Toch gaat dat niet zo gemakkelijk. Zeker niet met een zere knie.

Voorlopig houd ik het bij voorzichtig kleine taken verrichten in het huis en daartussendoor uitrusten. Veel lezen. Een oudere als ik staat voornamelijk langs de zijlijn te koekeloeren naar het snelle leven dat voorbijtrekt, en dat is des te meer het geval als die oudere niet in topconditie verkeert. Ik kan daar wel aan wennen, aan dat beschouwelijke en gewoon alleen maar kijken naar het leven om me heen. Ik hoef niet meer zozeer een rol te spelen die van belang is.

Toch heb ik alvast wat stukken hout uit de tuin met verweerde pyrografie van Ahmad naar ons atelier laten slepen. Ik wil ze oppimpen met een verse laag olieverf en daarna vernissen. Ook een oudere wil af en toe wat te doen hebben. Handwerken is ook een optie. Ik noem maar wat. Van oudsher hielden oudjes zich bezig met breien, haken, kantklossen en meer van dat soort zaken. Helaas is er niet meer zoveel vraag naar dat gebreide spul en die geborduurde kleedjes. Dus houd ik het maar bij dingetjes waar ik zelf graag naar kijk en lekker bezig zijn met een kwast. Ieder zijn meug.

Gemaakt door senioren in Cañete, een dorpje in Spanje. Schitterend! Kijk die schaduw!

De vreugde van een kwast in de hand

Mensen die hierbij stoute gedachten krijgen raad ik aan hier te stoppen met lezen. Want het gaat hier om de verfkwast in al zijn letterlijkheid.

Ik heb al ongeveer 35 jaar henna in mijn haar. Mijn nog altijd rode haren bedekken een inmiddels spierwitte haardos. Het insmeren van de henna is een steeds terugkerend karwei, dat in het begin nog om de 6 weken kon gebeuren, maar inmiddels al jaren om de twee weken plaatsvindt.

Laatst had ik het erover met Petra, mijn trouwe kappertje. Zij verft ook zelf haar haren (maar dan donkerbruin) en we spraken erover hoe lastig het was om dat bij jezelf te doen en daarbij op je achterhoofd en eigenlijk overal niets te vergeten Ik heb een tijd terug zowel hier als in Spanje acteruitkijkspiegels gekocht, uitrekbare spiegels die feitelijk zijn bedoeld voor andere dingen, zoals het dichterbij halen en eventueel vergroten van je smoelwerk. Maar ik rek de spiegels uit op hun maximale stand en kronkel me vervolgens in bochten om de achterkant van mijn schedel te kunnen zien en dat lukt dan met enige moeite.

Ik vroeg Petra of zij haar haren verfde met een kwast of met haar handen. Met een speciale kwast om haren te verven, was haar haar antwoord. Nu ben ik zo een sukkel die weinig weet van hoe men zijn haar verft. Ik verdeelde al die jaren de henna op mijn hoofd met mijn blote handen. Dat gaf behoorlijk wat geknoei. In mijn enthousiasme vlogen de klodders in het rond, zodat ik nadien een taak erbij had (badkamer poetsen). Ik vertelde haar dat de henna opgelost wordt tot een papje ter dikte van yoghurt. O, maar dan kon ik daarvoor best een kwast gebruiken, werd me geadviseerd.

Al heel snel na dat kappersbezoek kocht ik in het Kruidvat voor een luttel bedrag een speciale kwast om haren te verven. De mannelijke winkelbediende moest mij uitleggen hoe zo een kwast eruit zag en waar die zich bevond.

En vandaag verfde ik alweer voor de tweede keer mijn haar met die kwast en daarbij trok ik ook nog plastic handschoentjes aan. Wat een weelde. Opnieuw ervoer ik een geluksgevoel, terwijl ik met die kwast aan het kwasten was, zo nauwkeurig mogelijk om zo min mogelijk witte scheiding in mijn haar te vergeten. Door het werken met die kwast is het henna smeren zowaar een leuk karwei voor me geworden.

Geen idee waar dat gelukzalige gevoel vandaan komt op elk moment dat ik een kwast in handen heb. Het voelt als thuiskomen. Alsof het hebben van een kwast in mijn handen altijd al voor mij bestemd was. Apart wel….

Geluk ligt meestal in een klein hoekje verborgen.

Met de knie en aanverwanten wil het nog niet vlotten. Ik ben overgegaan op ibuprofen in plaats van paracetamol. De roze pillen geven me hoop. En insmeren met Voltaren, wat qua prijs zeer waardevol zou moeten zijn, maar wat mij niet zoveel vertrouwen geeft.

Vamos tirando zegt de Andaluz.

Naar de dokter

Vanmorgen stond ik niet op als het zonnetje in huis. Mijn knie deed meer pijn dan gisteren sinds ik nu anderhalve week geleden alweer met een smak op de harde stoep terechtkwam met die knie. Ik kraamde allerlei negatieve onzin uit, zoals: ‘Als het zo verder moet met die knie en daarnaast nog die pijn in mijn handen, dan hoeft het voor mij niet meer. Ik wil niet hulpeloos zijn. Geef me dan maar een spuitje’.

Ik was echt moedeloos. Ik probeer die knie te trainen door hem te buigen en te strekken en op te tillen en nog meer oefeningen die ik zelf verzin, maar het lijkt allemaal averechts te werken. Gisteren heb ik mijn been flink gebogen, net even over de pijngrens heen en misschien heeft dat de knie geen goed gedaan, bedenk ik zelf.

Ik besluit de dokter te bellen voor een tweede afspraak. Haar voorspelling dat ik vanaf maandag alweer goed zou kunnen lopen is niet uitgekomen. Zou er toch iets kapot zijn in de knie?

Er staat een scootmobiel in de wachtkamer. Terwijl we zitten te wachten komt even later de eigenares van die mobiel uit de dokterskamer gestrompeld. Ik leef met haar mee. Met moeite hijst ze haar wat zware lijf in de de zetel van de mobiel. Dan maakt ze een bochtje om weg te rijden. Haar banden maken een piepgeluid dat veel wegheeft van een langzame scheet. ‘Neem me niet kwalijk, hoor,’ verontschuldigt zij zich voor het geluid. ‘Het is niet wat het lijkt.’ De mensen in de wachtkamer knikken begripvol. ‘Ik wou dat ik kon lopen,’ voegt ze eraan toe. Helder! Wat een ellende is het toch als je niet goed ter been bent of als elke stap pijn doet.

Als ik bij de dokter ben voelt ze weer even en zegt ze nogmaals dat er volgens haar echt niets gebroken is. Er zit wat vocht onder de knie als gevolg van de smak die ik maakte en dat is een beetje ontstoken. Een bursitis heet dat. Een slijmbeursontsteking

Wat moet ik doen om te herstellen? ‘Niet naar de fysio, niet laten intapen,’ krijg ik te horen op mijn voorstel. Met mate en rustig bewegen en zeker niet het been heel erg buigen. Ai! Dat is echt niet goed en ook mag ik niet op mijn knieën zitten. (Dat zou ik niet eens kunnen. Ik bid nu op een stoel en dat is op zich heel relaxed.) Ze zegt dat ik wat liever voor mezelf moet zijn. Ik besef dat ze gelijk heeft. Het heeft geen zin om een zere knie met geweld vooruit te branden.

Gerustgesteld sjok ik weer aan de arm van mijn lieverd naar de auto.

Het is een kwestie van geduld hebben. Het karkasje is breekbaar en beverig herstellende. Het lijkt of de pijn van hot naar her verspringt in mijn kleine lichaampje. Je kan er een liedje van maken: Ribben handen zere knie knie knie?Knie handen zere rug rug rug ?Knie ribben handen rug en dan weer knie ? Pijn! maar janken wil ik toch maar nie. Olé!

Voordeel bij nadeel

Nadeel is dat het herstel van mijn knie langzaam verloopt. Voordeel is dat ik bewuster beweeg.

Ik realiseer me dat ik de dagelijkse handelingen altijd in haast placht uit te voeren. Alsof er iemand achter me aanzat, die voortdurend zei dat ik moest opschieten. Ik bewoog me snel en misschien soms zelfs onbesuisd bij elk karwei. Alsof er geen tijd te verliezen was. Het dateert waarschijnlijk nog uit de tijd dat ik het echt druk had en dat snel te werk gaan geboden was.

Nu kan ik dat niet meer. Ik doe het werk met mijn handen met meer overleg en voorzichtigheid omdat ik eenvoudigweg sommige dingen niet meer kan doen op dezelfde manier als voorheen.

En ik loop nog als een slak. In huis lijkt het wel te gaan en zelfs de trap op en af wil iets beter lukken, maar als ik met de man naast me een wandelingetje maak voel ik elke stap met dat rechterbeen been voorop en achterop mijn knie zeuren. ‘Zo gewoon mogelijk bewegen’ staat te lezen op internet. Ik doe mijn best met opeengeklemde kaken. Het doet me terugdenken aan de tijd met de gerepareerde heup. Toen deed wandelen ook pijn.

Ik houd mezelf voor dat het goedkomt met de knie, net als met de heup. Het is voorlopig bikkelen.

Maar ik heb genoten van het zitten in de zon vandaag.

Opa’s en oma’s liefde voor kleinkinderen

Wat ik veel zie is dat opa’s en oma’s nog gekker lijken zijn op hun kleinkinderen dan dat ze ooit waren op hun eigen kinderen. Trots laten ze aan ieder die maar kijken wil foto’s zien van hun tweede generatie nageslacht.

Mijn moeder was daarvan een voorbeeld. Haar hele woonkamer stond vol met ingelijste foto’s van haar kleinkinderen (mijn kinderen, want mijn broer had geen kinderen). Ook van mijn broer was er een foto, maar mijn hoofd ontbrak in de galerij. Daardoor wist ik wat mijn plaats in haar hart was. Ik heb in haar huis boven, in de kamer waar mijn broer sliep als hij bij hun logeerde, een verdwaalde foto gevonden van hem met mij samen. Het was één van de weinige foto’s die mijn stiefvader niet in de kliko gooide na mijn moeders overlijden (waarschijnlijk vergeten, net als de films uit mijn jeugd, die ik vond op CD in een kast).

Ik tekende de foto na

Toen mijn moeder terminaal was lag ze in haar slaapkamer. Op de vensterbank waarop zij uitkeek stonden allemaal ingelijste foto’s van haar kleinkinderen. Zij waren voor haar heel belangrijk, ook al zag zij hun niet veel.

Ik houd ook van mijn kleinkinderen. Maar niet met zoveel verering als ik dat zie bij veel andere opa’s en oma’s. Ik was heel erg betrokken bij mijn eigen kinderen toen ze opgroeiden en ik de zorg voor hun had en nu nog voel ik het meeste voor mijn eigen kinderen. Van de kleinkinderen houd ik ook, omdat het kinderen zijn van mijn kinderen. Twee van hen zijn inmiddels mannen en één bijna een man. Zij herinneren zich nog veel van wat ik met ze deed en tegen ze zei op de momenten dat ik op ze paste toen ze klein waren. Ik vind het heel leuk om dat terug te horen. Kennelijk speelt een oma ook een rol in het leven van kinderen en hebben opa’s en oma’s ook een bescheiden invloed op de opvoeding. Maar de dagelijkse zorg voor de kleinkinderen ligt bij mijn kinderen en zij zorgen voor hun kinderen met evenveel liefde en verantwoordelijkheidsgevoel als ik dat vroeger deed voor mijn kinderen. Ik heb daar alle vertrouwen in en wil me ook niet bemoeien met hoe zij zich aan hun taak kwijten. Ik denk zelfs vaak dat zij betere ouders zijn dan ik was.

Ik heb bewondering voor opa’s en oma’s die niets liever doen dan een paar dagen per week of zelfs meer op hun nog kleine kleinkinderen passen. Ik merk dat ik daar de energie niet meer voor heb, hoe leuk ik het ook vind om ze te zien in hun eigen omgeving en in mijn huis of dat van hun tantes. En ik houd zeker wel van mijn kleinkinderen, maar ze op een voetstuk plaatsen doe ik niet. Het zijn kinderen en alle kinderen zijn nog onschuldig en vertederend. Het is ook leuk om de te zien hoe zij in de wereld staan. Maar dat geldt wat mij betreft voor alle kinderen. Alles wat jong is, mens of dier, roept gevoelens op bij een volwassene om te willen beschermen en verzorgen. Datzelfde gevoel van vertedering heb ik ook voor ouderen.

En nu ben ik zelf zo een hulpeloze oudere. Ik hoop dat het niet te lang gaat duren met die knie?. Ik doe liever wat voor een ander dan dat ik een ander vraag wat voor mij te doen.

Woonkamer make over?

Na een paar keer in het prachtige huis van mijn oudste dochter te zijn geweest valt me ineens op dat mijn schulpje wel heel erg ‘gedateerd’ is. De meubels zijn klassiek en van een kwaliteit die nu niet meer geleverd wordt. Het hout is kunstig vervlochten en vormgegeven op een manier die je nu nergens meer ziet. Ik heb de meubels tweedehands gekocht en het matwerk laten restaureren toen dat kapot was. De kussens van het bankstel heb ik opnieuw laten bekleden. Dat koste me een bom duiten, zodat mijn kinderen daarover opmerkten: ‘Mam, voor dat geld had je een nieuw en comfortabeler bankstel kunnen kopen’. Ze hebben gelijk, maar ik wilde geen afstand doen van meubels die ambachtelijk zo kunstig en met vakmanschap vervaardigd zijn.

Gisteren zat ik weer eens met mijn knie omhoog rond te kijken in mijn woonkamer. Ineens viel het me op hoe saai de muren eigenlijk zijn van kleur. Ik heb al vanaf 1993 een veilige en neutrale beige kleur op die muren zitten. Ik vond dat altijd een rustige kleur. Maar nu ineens zag ik die muren met andere ogen. Ik sprak bij de koffie direct mijn allerbeste vriend Ahmad erop aan. ‘Wat zou je ervan zeggen als alle muren in deze kamer donkergroen waren. De kamer is licht genoeg door het binnenvallende licht om dit aan te kunnen en alles (de schilderijen, de vloer en mijn meubels) zou er ineens heel anders uitzien en beter uitkomen. Ik zag het helemaal voor me, hoe een verfbeurt de hele sfeer in mijn woonkamer zou kunnen veranderen van ‘kneuterige ouwe meuk look’ naar ‘design a la Shabnam’.

Ik moest er alleen niet aan denken dit verven zelf te gaan doen, zeker nu ik nauwelijks kan lopen met mijn zere knie. Het hanteren van de verfkwast zou geen probleem zijn. Geef mij een verfkwast in mijn handen en ik ben zielsgelukkig en vergeet alles om me heen. Soms begin ik er spontaan bij te neuriën. Maar zie ik mezelf ook op een ladder staan? Nee, nu even niet met die labiele en zere knie. En Ahmad de ladder opsturen wil ik ook niet. De man wordt ook een dagje ouder. Hij wordt dit jaar 75 jaar.

Vandaag bij de koffie begint Ahmad te zoeken op zijn telefoon naar kleuren groen. Kennelijk is hij ook enthousiast geworden. Ik wijs hem aan wat ik zoek. Een warme donkere kleur groen, bosgroen genoemd bij Decoverf. Ook Histor lijkt de kleur te hebben die ik zoek. Het kopen van de verf zal geen probleem zijn. Nu nog even wachten op de kracht en de vaardigheid van ons samen om dit karwei te gaan klaren. Met zijn tweeën kunnen we het misschien wel aan. Ik voor het ‘snijwerk’ en Ahmad voor het rollen.

Voorlopig is het toekomstmuziek, want een kleine wandeling naar het zwanenechtpaar en terug kostte me al moeite en pijn. Pfffff.

Pa, blijft nu in de buurt. Wat een liefdevolle zorg ?

Mag ik even zeuren?

Over pijn in mijn knie en beide handen. En in mijn ribbenkastje en bovenarm. Ik voel me een krakkemikkig oud wijfie.

De dokter zei dat ik na het weekend waarschijnlijk alweer goed zou kunnen lopen. Dat is niet zo. Ik loop wel, maar niet als een kievit. De trap op en af neem ik voornamelijk met behulp van beide armen. Fietsen op de hometrainer kan ik voorlopig vergeten. En als kers op de ouwe taart zit ik ook nog met twee artrose handjes. Veel bewegingen met handen doen pijn en dat frustreert, want ik ben een doener.

Vandaag had ik ruzie met de naaimachine van wijlen mijn moeder. Ik wilde twee kussenslopen versmallen, maar de machine weigerde te gehoorzamen aan mijn ook al ongehoorzame handjes.

De oude machine ging terug in de kast en daarna ging ik met mijn been omhoog op een kussen beide slopen met de hand naaien. Terug naar de ouwe tijd. Relaxed maar ook een beetje pijnlijk vanwege de artrose. Brace of geen brace, het is allemaal om het even. Ik moet ermee leven.

Maar niet met die zere knie hoop ik. Het kan wel 6 weken duren voordat het over is, zag ik ergens op internet staan. Maar daarvan moet ik me niks aantrekken.

In 2017 las ik dat oudere mensen die hun heup breken daarvan meestal niet meer goed herstellen en dat de meesten daarna ook binnen enkele jaren helemaal het loodje leggen. Weinig bemoedigend was dat ook. Maar ik herstelde van de gammanail operatie en liep weer als een kievit. Maar nu dus even niet!

Ahmad zegt ook de laatste tijd vaak moe te zijn en ik ben dat ook. Ik heb de meeste praatjes als ik met mijn been omhoog achterover in de kussens lig, zoals nu. Zodra ik ga bewegen of mijn handen laat wapperen voel ik me een stokoud mens. Het is even wennen. Maar hoezo dacht ik dat slijtage en ongemak mij niet zouden treffen? Het hoort bij het ouder worden helaas….

Trots op kinderen

Helaas kan ik nog niet wandelen, maar Ahmad maakte met mijn camera een foto van moeder zwaan, die nog steeds op haar 4 eieren zit. Het lijkt erop dat de geboorte nabij is, want vader zwaan stond midden op het pad te sissen naar voorbijgangers. Hij houdt de boel nu goed in de gaten.

De filmpjes van het verjaardagsfeest bij mijn eerstgeborene zijn af en ik ben er zelf heel trots op hoe ik het feest en de sfeer ervan heb weergegeven. Ik geniet nog steeds na van de warme omgeving waarin we verkeerden.

Mijn kinderen en ik hebben veel meegemaakt. Ze zijn nooit verwend qua spullen of vakanties. Ze groeiden op in een weliswaar groene maar simpele buurt met sociale woningen, een buurt die steeds meer ging bestaan uit migrantengezinnen. Sommige kinderen in deze buurt hebben het niet gered om mee te komen in de race die onze samenleving nu kenmerkt. Ik heb lange tijd gedacht dat het ook niet opschoot met mijn kinderen. Zij hielden geen van allen van school en leren. Ik zat ze wat dat betreft nooit achter hun broek. Voor mij was belangrijk dat zij zich goed gedroegen tegenover hun medemensen en niemand anders pijn deden. Dat ze niet logen. Ik heb veel met ze gepraat en uitgelegd en meende dan vaak dat wat ik zei niet bij ze binnenkwam. Er waren tijden dat ze helemaal niet naar me leken te luisteren en verzwegen waar ze mee bezig waren. Ik was geen moeder die kon straffen. Als een kind sorry zei was dat voor mij vaak genoeg. En ook zonder sorry vergaf ik ze veel. Ik hield gewoon van ze zoals ze waren met ieder hun heel eigen persoonlijkheid. Vaak vergat ik ook werkelijk wat ze hadden uitgevreten. Ik heb ze altijd willen bemoedigen en laten worden wie ze waren. Soms hield ik mijn hart vast wat er van ze zou worden.

Er is een tweedeling in deze maatschappij. Je hebt de ‘happy few’ die hun schaapjes op het droge hebben en zich geen zorgen hoeven te maken over rekeningen. Zij zijn succesvol in het werk dat ze doen en verdienen daarmee een goed salaris of hebben een eigen succesvol bedrijf. En je hebt de mensen die hard werken in minder betaalde banen en zich wel zorgen maken over de rekeningen die ze moeten betalen, die voor hen steeds onbetaalbaarder worden. En je hebt de mensen die helemaal niet betaald werken om wat voor reden dan ook. Omdat ze het niet kunnen vanwege lichamelijke of psychische redenen of met een andere motivatie. Soms lijkt het leven van een uitkering met alle subsidies die je dan krijgt gunstiger te zijn dan werken voor een iets hoger inkomen maar dan zonder die subsidies waardoor je uiteindelijk in een minder gunstige materiële positie verkeert.

Ik ben er trots op dat mijn kinderen, ondanks dat ze opgegroeid zijn in een buurt die ze nu ‘achterstandswijk’ noemen, nu behoren tot het segment dat ‘de happy few’ wordt genoemd. De posities die ze hebben en het werk dat ze doen is niet vanwege het profijt van een studie maar vanwege de verdienste van hun persoonlijkheden en intelligentie, die gelukkig niet alleen bepaald wordt door het aantal feiten dat je in je hoofd hebt zitten. Het zijn hun liefdevolle en openhartige karakters waar ik trots op ben. Kennelijk werkt een mooi karakter ook zijn vruchten af in de maatschappij.

Ik had zelf niet kunnen bedenken dat het zo zou gaan. En dat ik mag zien als moeder dat ze nu ook nog zo hecht zijn met elkaar geeft mij een enorme rust.

Er is naast de drie kinderen die redelijk in mijn buurt wonen ook nog ‘het buitenbeentje’. Hij heeft helaas geen contact met zijn broer en zussen maar wel met mij. Over hem hoef ik me ook geen zorgen te maken. Hij is een begenadigd timmerman en leeft rustig en afgelegen op een plek die bij hem past.

Ik weet dat mijn leven eindig is zoals dat van iedereen en dat de dood steeds dichterbij komt. Maar de tijd is voorbij dat ik dacht dat ik nog onmisbaar was wat betreft de zorg voor mijn kinderen. Ze hebben goede partners, hun kinderen en elkaar. Ik voel me gezegend dat ik dat mag meemaken. Alhamdulillah.

Fietsleed/brokkenpiloot

bloemen in de tuin

Fietsen is populair geworden sinds de introductie van de e-bike. Vooral in de zomers wemelt het van allerhande fietsverkeer.

Ik heb mijn leven lang gefietst. Voor een groot deel uit noodzaak, omdat ik een groot deel van mijn leven geen auto had. Ik bracht mijn kinderen vier keer per dag naar en van school (vroeger bleven kinderen nog niet altijd over tussen de middag) op de fiets. Ik reed met één kind voor op de fiets en één kind achterop en mijn oudste dochter reed met een kind achterop haar tussenmaatfiets. Dat kon toe nog zonder gevaar. Nu ben je als fietser veelal aangeschoten wild. Het verkeer is een stuk drukker geworden en de fietser is in die drukte de meest weerloze. Ik lees en hoor weleens wat over bakfietsmoeders die Amsterdam doorkruisen met voor zich een brede bak met soms maar 1 of 2 kindertjes. Het zijn moeders die links gedraaide yoghurt drinken en niet schromen om veel plaats in te nemen in het verkeer.

Maar hoe dan ook, na deze lange inleiding wil ik jullie vertellen dat ik gisteren onnodig heel lelijk gevallen ben van mijn fiets. Ik heb de stoere maar oer stomme gewoonte om als ik moet afremmen al remmend en nog rijdend mijn ene been over de stang van de fiets naar een kant te slingeren en dan met twee voeten aan één kant tot stilstand te komen. Dat is zeer gevaarlijk als je met de schoen blijft haken terwijl je met dat been slingert. Ik ben al eens eerder gevallen op dezelfde manier, maar dan de andere kant op. Een vrouw die het had zien gebeuren waarschuwde me toen. Ze zei dat ik beter kon remmen en dan met de benen aan weerskanten tot stilstand komen. Ik bedankt haar voor het advies en heb het misschien een tijdlang op de goede manier gedaan, maar de verkeerde en gevaarlijke manier is er weer ingeslopen. Het is niet makkelijk om oude gewoontes kwijt te raken.

Ik voelde me vallen met fiets en al, waar immers die ene voet aan was blijven haken. Ik krabbelde overeind en zette mijn fiets recht. Niemand die me had zien vallen. Ik strompelde met de fiets aan mijn hand en voelde een hevige pijn in mijn knie, maar ook in mijn borst, waar het stuur me een oplawaai had gegeven. Ik probeerde zo te lopen of er niets met me aan de hand was. Ik was op weg naar de AH om te vragen of ik een paar handschoenen had laten liggen bij de zelfscan kassa. Het meisje ging er naar zoeken op twee plekken maar vond niets. Ik bedankte haar voor haar moeite en eenmaal weer buiten probeerde ik weg te fietsen. Ik kon de fietsbeweging niet maken zonder te verrekken van de pijn met mijn skinny jeans en ging weer lopen. Het laatste stuk fietste ik weer, omdat ik niet wilde opvallen in mijn buurt. Ik kwam thuis in shock en baalde ervan dat ik nu vandaag niet naar de verjaardag van mijn dochter zou kunnen gaan, waarop ik me zo had verheugd. En toen ik in mijn opengewaaide fietstas keek zag ik daar de handschoenen liggen waarvoor ik dus helemaal niet naar AH had hoeven fietsen! Ik was ze helemaal niet kwijtgeraakt.

Ik kon niks anders dan als een ziek vogeltje zitten met mijn been omhoog. Ik kon met het been met de geblesseerde knie geen traptreden nemen, maar moest het goed been gebruiken en het ander been erachteraan slepen. Voor het slapen gaan kwam ik op het idee om een oud huismiddeltje toe te passen.

Zo heet mogelijke opgewarmde olie met koenjit gedrenkt in watten aanbrengen op de kneuzing. En dan goed afbinden met een verband en daaroverheen plastic wikkelen tegen vlekken op het laken.

Ik paste dit recept ooit eerder toe op een gekneusde voet en dat werkte wonderbaarlijk. Ik kon de dag ervoor niet op die voet staan en de volgende dag liep ik weer als een kievit. Gelukkig maar, want ik woonde toen met vier kinderen in een opvanghuis met vijandige vrouwen. Ik moest mijn kinderen kunnen verzorgen!

Vanmorgen werd ik wakker en de knie voelde wel iets beter, maar niet zo spectaculair als 30 jaar geleden die voet. Ik besloot om 8 uur de huisartsenpraktijk te bellen voor een afspraak om te laten onderzoeken of er echt niets gebroken of gescheurd was. Ik mocht komen om 10.15 uur. Ik bleek gelukkig wel auto te kunnen rijden. En……tot mijn opluchting was er niets gebroken of gescheurd in mijn kniegewricht en ook de rib is gekneusd en niet gebroken. Ik kon de dokter wel omhelzen voor dit goede nieuws. Ik kan vanmiddag gewoon naar de verjaardag van mijn dochter en daar heel lang aan tafel zitten als ik maar af en toe rondjes met mijn voet draai. De pijn moet slijten. En het bewegen zal steeds makkelijker gaan.

IK MOET VOORZICHTIGER ZIJN IN HET VERVOLG!