Godsdienst kent geen dwang

Dat is geen verzinsel van mij, maar dit staat letterlijk in de Koran:

256 There is no compulsion in religion. The right direction is henceforth distinct from error. And he who rejecteth false deities and believeth in Allah hath grasped a firm handhold which will never break. Allah is Hearer, Knower. (uit de vertaling van ´Te Meaning of the Glorious Quran´ van Marmaduke Pickthall (1930)

Sommigen menen dat je mensen kan dwingen om te geloven, maar in de Koran wordt er herhaaldelijk op gewezen dat dit geen zin heeft, omdat mensen die zich verzetten tegen het geloof in een Schepper dit zullen blijven doen. Maar dat wil ook niet zeggen dat zij nooit uit zichzelf zouden kunnen veranderen in het zich al dan niet verzetten tegen het geloven in het ongeziene. Tot hun laatste adem zullen zij nog de gelegenheid daartoe hebben.

Er zijn moslims die hun kinderen dwingen om te bidden, te vasten en alle andere verrichtingen te doen die hun geloof voorschrijft. Dit komt in alle geloven voor. Sommigen menen zelfs dat het gerechtvaardigd is een kind te slaan als het niet voldoet aan de uiterlijke eisen van het geloof.

Nooit heb ik gedacht dat dit goed zou zijn voor mijn kinderen. Dat ik ervoor heb gekozen om te geloven in een Schepper en me te bekeren tot de islam uit vrije wil betekent niet dat dit mij het recht geeft datzelfde een ander op te dringen, al zijn het mijn kinderen.

Ik heb wel zaadjes geplant. Ze zagen mij 5 keer per dag bidden en vasten en veel lezen in heilige boeken. Ik vertelde ze verhalen uit de islam die gemakkelijk te begrijpen waren. Ik probeerde ze vooral de waarden bij te brengen als eerlijk zijn en een ander niet schaden, mens of dier. Bij de opvoeding legde ik altijd meer nadruk op goed gedrag dan op goede schoolresultaten. Ik deed wat ik kon naar vermogen, maar ik dwong ze niet om met mij mee te bidden. Ik leerde ze wel de woorden van enkele. sura´s (Koranverzen) en altijd waren zij er getuige van hoe belangrijk het geloof voor mij was in alle omstandigheden

Op een goed moment, toen mijn kinderen nog klein waren en schoolgaand, besloot ik de woorden van het hele gebed uit te typen op een typmachine en daarbij ook richtlijnen van hoeveel rakat gebeden wordt in elk van de vijf gebeden. Naast de woorden van het gebed had ik de bijbehorende houding van het lichaam getekend met simpele lijnen. Er was toen nog geen internet. Met doorslagvellen maakte ik een kopie voor al mijn kinderen en stopte deze in een plastic mapje. Een soort ´gereedschap voor het leven´. Mochten ze ooit willen bidden, dan stond hierop beschreven hoe dat kon. Maar ik heb ze ook altijd gezegd dat Allah overal en altijd nabij is en dat je hem over alles kan smeken met je eigen woorden.

Ik heb mijn jongste zoon één keer uit zichzelf zien bidden. Hij was geschorst op school en daarvan zo geschrokken dat hij voor mijn neus op een bidkleedje ging bidden om Allah om genade en hulp te smeken 😉. Dit is geen vreemd verschijnsel. Als de nood aan de man is roepen veel mensen God aan.

Ik geloof dat ik door mijn gedrag en door woorden wel een zaadje heb kunnen planten, maar ik denk dat het geen zin gehad zou hebben als ik mijn kinderen met geweld in een islamitisch keurslijf had gedwongen. Voor mij zijn intenties en gedrag heel belangrijk en het hebben van een schoon hart. Een mooi hart zie ik bij mijn nu volwassen kinderen en dat wil niet zeggen dat zij niets doen dat volgens de islam niet goed is. Ik zou hen daartegen willen beschermen, maar de macht daartoe van een ouder is beperkt. Nooit heb ik huichelaars willen kweken, die met hun mond geloven maar in hun hart niet.

Als een zaadje eenmaal in de grond zit, kan het soms lang duren voordat het uitgroeit tot een plant. Door de juiste omstandigheden kan een zaadje, dat soms al heel lang in verscholen lag te wachten, ineens uitgroeien tot iets moois. Dat gebeurt nu hier, nu er na een paar jaar van grote droogte regen is gevallen. De wonderen van de natuur. Subhanallah (alle lof komt toe aan Allah). Hoeveel wonderen moeten we dagelijks aanschouwen om te gaan geloven in een Schepper?

De heilige Koran

Uitgelicht

Eén van de pagina´s in dit weblog (zie bovenin in de zwarte balk) is getiteld ´The meaning of the Glorious Quran´. Als je die pagina opent, dan krijg je een link naar de vertaling van de Koran in het Engels door Marmaduke Pickthall, de mooiste vertaling van dit heilige boek die ik ooit las. Dankzij deze prachtige en poëtische vertaling wist ik dat ik de islam zou gaan omarmen. Marmaduke Pickthall heeft zich een tijd lang afgezonderd en zich volledig toegelegd op deze vertaling uit het Arabisch van woorden die eeuwen geleden zijn opgetekend en nooit zijn veranderd in de loop der tijd. Alle Korans in het Arabisch overal ter wereld hebben dezelfde woorden van het begin tot eind en als enige van alle heilige boeken die de mens kent is dit een boek waarin Allah Zelf rechtstreeks spreekt tot de mens. Omdat Marmaduke Pickthall besefte dat hij de tekst wel kon vertalen in het Engels, maar dat deze vertaling nooit helemaal de oorspronkelijke betekenis van de Arabische tekst zou kunnen omvatten noemde hij zijn prachtige vertaling heel bescheiden: ´the meaning of the Glorious Quran´ en niet de Koran, omdat de oorspronkelijke Koran geschreven is in het Arabisch en niet te evenaren in een andere taal. Vergeleken met andere vertalingen die ik las in het Nederlands en in het Engels vond ik deze vertaling de mooiste.

Daarom vind ik het zo fijn dat deze vertaling, die ik in 1977 kocht in boekvorm (met aan één kant de Arabische tekst en de andere kant de vertaing) nu gratis wordt uitgegeven in digitale vorm in het Engels. Je kan het Boek der Boeken in deze vertaling gratis downloaden in pdf, epub en mobi. Deze maand ben ik deze Koranvertaling aan het herlezen in mijn kobo ereader. Het mooie van de kobo ereader is dat je, wanneer je de betekenis van een Engels woord niet kent, je deze direct kan verkrijgen door het woord te selecteren en dan komt er een vertaling van van Dale tevoorschijn. Ik gun deze ervaring elke moslim die Engels kan lezen.

Tijdens de maand ramadan zijn de harten van de moslims die vasten meer dan anders ontvankelijk voor de heilige woorden van Allah en dat is dan ook de reden waarom er tijdens deze maand veel gereciteerd uit en gelezen wordt in de Koran. Het is heilzaam om de Koran te reciteren en het geeft vrede en rust, omdat de Arabische woorden, zelfs als men de betekenis ervan niet kent, een helende werking hebben op de mens. Maar daarnaast is het leerzaam voor elke moslim om de woorden in vertaling te lezen teneinde beter te begrijpen wat de richtlijnen zijn voor de gelovige. De Koran is een boek naast de drie andere heilige boeken (de Thora, de Psalmen en de Bijbel). De Koran is de afronding van deze voorgaande boeken die op de wereld kwamen via profeten, die met tussenpozen in de menselijke geschiedenis kwamen als waarschuwers voor de mens. Het verschil tussen de Koran en de ander heilige boeken is dat Allah/God in de Koran rechtstreeks spreekt tot zijn geliefde profeet Mohammad, vrede zij met hem, en de mensen in het algemeen en dat de tekst van de Koran nooit is gewijzigd, met geen enkel woord. Men zegt wel dat Allah dichterbij is dan je halsslagader. Wij kunnen Allah niet zien maar Hij ons wel. Om dichterbij Allah te komen en te begrijpen waartoe Hij ons uitnodigt is het lezen van de Koran, waarin Allah tot de mens spreekt in klare taal het meest directe middel.

Het begrijpen van de heilige Koran neemt toe met het de wijdte van het iman (geloof) van de lezer. De ramadan opent de harten van mensen. Zoals sheikh Nazim ooit zei: ´Het verstand van een mens kan een klein kopje kennis bevatten, maar het hart van de mens een oceaan´. De Koran bevat oceanen van kennis voor wie lezen wil.

Woorden van sheikh nazim in zijn sohbets in 1986

Morgenavond na zonsondergang begint de heilige maand ramadan. Alle gezonde moslims vasten dan van de dageraad tot zonsondergang. Het is een maand van bezinning en reflectie op het eigen gedrag. Een kans om je hart te zuiveren. Eigenlijk is elke dag en elke minuut van het jaar een kans. Het leven hier is eindig. Ik ben al een tijdje de boeken Mercy Oceans aan het herlezen, waarin de sohbets (gesproken woorden) van sheikh Nazim ( vrede hebbe zijn nobele ziel) van jaren geleden zijn opgetekend. Ik heb er veel aan deze woorden te lezen en daarmee ook te herbeleven hoe sheikh Nazim telkens tijdens de ramadan via zijn sohbets en zijn aanwezigheid de harten van zijn murids (leerlingen) wist te bereiken.

Hier volgt een stuk uit Mercy Oceans 3 dat ik vandaag las:

“What is going to happen when truth is in someone’s heart? What is the sign that a person has truth and that he has accepted truth in his heart? There must be a sign.
Allah Almighty says in His Glorious Qur’an, “Wa qul, Ja’a-l-haag wa zahaqa-l-bātil” – when truth comes, falsehood goes away; truth defeats falsehood. Therefore, when we proclaim truth with our tongues, it prevents our tongues from uttering any falsehood; then, more than that, when our hearts accept truth and truth is in our hearts, it also takes away every falsehood from our hearts.
The first thing, when truth comes into our hearts, is that it takes away every bad thought and bad intention and bad characteristic. In our books that have come through traditions from every prophet up to the Seal of the Prophets, beloved Muhammad, p.b.u.h., it is stated that there are so many bad characteristics in our hearts, in number sixty false and bad characteristics within our hearts. When truth comes, it takes those away, defeating them.
The first and most dangerous falsehood is kufr, to deny the existence of the Lord, Almighty Allah. When truth comes, a person must believe in the existence of the Lord, Almighty Allah; he must say that there is a Creator who created all the worlds, who created the universe, who created the Heavens, who created Paradise and Hell. Truth makes him proclaim and believe that there is one Lord, creating, giving life, and taking life away. That is the first and most important thing when truth enters into our hearts: to proclaim the existence of the Lord, Almighty Allah.
Then, we proclaim that the Lord, Almighty Allah, has eternal life from pre-eternity up to post-eternity, and we proclaim the truth that there is an eternal life for the Children of Adam; for believers and for unbelievers, also, because those who do not believe in eternal life are not going to die and finish, no. They also have eternal life, and truth in our hearts makes us believe in that eternal life. No need to believe in this life because we are living in it; but, when we are believers, we believe in unseen things, and the way to our Lord passes through unseen territories. We believe in the life unseen. If you want to see, you must first believe in the Unseen; then you may see it, you may reach that point. Therefore we believe in unseen worlds and Heavens, and we believe in the eternal life.
That is the result of accepting truth, taking away, one after the other, the bad characteristics from our hearts. When truth comes, falsehood must go away. Every bad characteristic belongs to falsehood, and if real truth comes and enters into your heart, it must take that away. And one of the biggest falsehoods and worst characteristics of the Children of Adam is that they like this life. The love of dunya, the love of this life – that is the biggest sin, which is the source of evils.
As long as people love this dunya, this life, troubles will never go away; every day they will fall down more and more, sinking into sufferings. Therefore, if truth comes to your heart, it takes away the love of dunya and changes that love into the love of your Lord, the love of Allah Almighty. That is the sign that you love your Lord, Almighty Allah, defeating in your heart the love of this world, the love of this life, because if we give our love to a temporary thing and it goes, our love finishes. But that love is something given to us to put in a suitable place.
Once the Angel Gabriel came to Prophet Muhammad, p.b.u.h., and said to him, “O Muhammad, you may put your love with anyone whom you may select; as you like, you may put your love with that thing. But you must know that everything that you love in this world is going to leave you.” If you put your love with your family, with your wife, with your children, with your business, with your car, with your castle, with your ranks – anything or anyone you may put your love with, you must know that it will go away and leave you, and your love will go with it and finish, so that it is falsehood to put our love there because Allah Almighty gives us that love and it is divine.
You must be very careful where you put that precious thing, whether losing it or protecting it. If you give your love during your life to anyone – to your wife or your children or your castle or your business – then it is lost, finished, because when you leave this life, that love will not be with you. Those people or those things will stay here and you will go without love; your love will stay behind.
That is falsehood. But when truth comes to your heart, truth says to you,
“Don’t give your love except to the eternal existence of your Lord, Allah Almighty. Give Him your love because that love comes from Him; give it back to Him, also. When you are here, that love is with you; if you go, it goes with you. You are with your Lord here, and when you go from this life, He does not leave you. He is with you forever; in the eternal life, also, He is with you, and you are not going to lose your love. You will gain it because you have put it with the correct and suitable one.
Therefore, truth, when it comes to the heart of a person – he may be a Christian, he may be Jewish, he may be Buddhist, he may be Muslim; no difference – that love of the Lord with truth must be in that person’s heart; otherwise he is a liar. A real Muslim, a real Christian, a real Jew, a real Buddhist, a real Zoroastrian, must have truth with himself. If falsehood is in his heart, he will run to this life’s enjoyments and he will represent falsehood. The one who represents truth, his heart must be with his Lord; he must give his love only to his Lord, Almighty Allah.
Therefore we are asking for that truth. Don’t cheat yourself and don’t cheat others. Everyone must look into his heart, at who is there. His love is with whom – with very temporary things or with the Eternal Lord, Allah Almighty? We must think about it, because our breaths are limited. Each day 24,000 breaths are finishing, and we have a limited number, millions or billions. Their number is written, and every moment, every second, we are taking and finishing them. Then, before our breaths finish, we must look after ourselves, at where we are putting our love. We still have an opportunity to change that love from temporary things to the eternal and permanent existence. That is important.
Every prophet just came to make it firm for everyone, so that they may give their love only to their Lord. “O people, your Lord gave you that love, and He is asking it back from you to Himself.” That is important.
We are not playing; we have not come into this life to play with families, with wives, with children – no. There are some places in our bodies which belong to children, to wives, to animals, to farms, to flowers, but love is for Allah Almighty only. And the main sign comes: when truth enters into your heart, when that love goes to Allah, it takes falsehood away. And that is falsehood, to put your love with temporary things; that is falsehood. You must change it, you must give your love to the eternal existence of Allah Almighty, the Lord. We must try; we must try to do it.
Titles are not important – Muslim, Christian, Jewish, to be a sheikh, to be a priest, to be a rabbi, to put a big thing on your head; no.
Important is this: to whom you are giving that love. The one who gave you that love, you must give it to Him. No one else is suitable for that love; only your Lord, and He will ask on the Day of Resurrection: “What did you bring, O My servant? What did you bring to Me?”
Fasting; praying, giving charities, going on pilgrimage: all of them – for what? For the sake of that love; you are giving your love to your Lord. Present Him with fasting, with worshipping; every kind of worshipping makes you present your love to His Divine Presence. Yes; the real aim of every kind of leave you, and your love will go with it and finish, so that it is falsehood to put our love there because Allah Almighty gives us that love and it is divine.
You must be very careful where you put that precious thing, whether losing it or protecting it. If you give your love during your life to anyone – to your wife or your children or your castle or your business – then it is lost, finished, because when you leave this life, that love will not be with you. Those people or those things will stay here and you will go without love; your love will stay behind.

Allah Almighty says, “O My servant, My face is toward your face, but your face is toward where? O My servant, put your face in front of My Divine Face.” But your face is mostly not in front of His Divine Face, and we are asking forgiveness.
All prophets and all shari’ahs came to teach people that they must put their faces in front of their Lord’s Divine Face. People are running after finding peace and happiness and satisfaction through this world, but it is impossible; if you look and your face is not toward your Lord’s Divine Face, no one can find peace and satisfaction and happiness in your heart. And every day Allah Almighty looks and tries His servants, to see whether His servant is with Him or is with someone else.”

De serie moslims en mijn voorbeeld in islam

Laatst hoorde ik op NPO 1 radio in een uitzending een commentaar op een serie die onlangs te zien was op de tv, genaamd ´moslims´. Sahar Meradji volgde in 4 afleveringen een aantal belijdende moslims. Nieuwsgierig geworden keek ik de serie gisteren terug. Een teleurstelling voor mij was dat toch weer de uiterlijkheden en de strikte regelgeving meer aan bod kwamen dan de diepere zingeving daarvan. Ondanks de respectvolle en indringende vragen die Sahar stelde werd de kijker weinig wijzer over de intrinsieke motivatie van mensen om de islam te omarmen als hun godsdienst, op enkele duidelijke opmerkingen na zoals: ´Islam betekent letterlijk overgave´. Dus overgave aan de wil van Allah, waarbij man of vrouw de eigen wil op zij zet. En welke motivatie daar dan weer achter zat, dat werd niet duidelijker uitgelegd dan dat het zou gaan om het ´verzamelen van goede daden om na de dood in het paradijs te komen´. In mijn ogen een opportunistisch motief, zoals ik ook al eerder beschreef in een ander stukje in mijn weblog, geheten ´Moslims die punten tellen´. Dat de nadruk in deze serie werd gelegd op uiterlijke kenmerken en het ´wij in tegenstelling tot de ongelovige ander´ vond ik jammer.

En dan vind ik troost in mijn grote voorbeeld in de islam, de soefiheilige Rabia al-Adawiyya. Zij was een gelovige vrouw die geen beloning zocht bij Allah, maar die uit liefde Allah aanbad. Zij is voor mij een voorbeeld van een ware en oprechte moslima. Een moslim kan midden in de wereld staan, maar een deel van hem of haar is altijd in verbinding met Allah. Dat hoef je niet te zien aan kleding of ander uiterlijk vertoon. Dat zie je aan gedrag. Angst voor straf en verlangen naar beloning zijn geen onderdeel van een zuiver hart.

Ik ben moslim en voel mij niet beter dan wie ook. Ik weet dat ik niets ben zonder de hulp van Allah. Ik vraag Allah alleen maar om mijn hart te zuiveren van alles wat onoprecht, berekenend of hoogmoedig is of welke andere zonde dan ook die mijn nafs kan veroorzaken. Mijn grootste vijand is mijn eigen nafs. Andere mensen, moslims en niet moslims die ik als schepselen van Allah en daarom zal ik van ze houden en ze respecteren om wie ze zijn.

Dit vond ik in de applicatie deep seek over mijn idool Rabia al-Adawiyya:

´Rabia al-Adawiyya, ook bekend als Rabia al-Basri, is een van de meest bekende en gerespecteerde vrouwelijke soefiheiligen in de islamitische mystiek. Ze werd geboren rond 714-717 in Basra, in het huidige Irak, en stierf in 801. Haar leven en leer hebben een diepgaande invloed gehad op de ontwikkeling van het soefisme, met name door haar nadruk op zuivere liefde voor God, onafhankelijk van angst voor straf of verlangen naar beloning.

Belangrijke aspecten van haar leven en leer:

1. **Vroege leven en slavernij**:  

 Rabia werd geboren in een arm gezin en was de vierde dochter, vandaar haar naam “Rabia”, wat “vierde” betekent. Na de dood van haar ouders tijdens een hongersnood, werd ze verkocht als slaaf. Haar vroomheid en toewijding aan God waren zo opvallend dat haar meester haar uiteindelijk vrijliet nadat hij een wonderbaarlijk licht boven haar zag tijdens haar gebeden.

2. **Ascetisme en toewijding**:  

Na haar vrijlating leefde Rabia een ascetisch leven, gewijd aan gebed en contemplatie. Ze wees huwelijksaanzoeken af en koos ervoor om volledig toegewijd te blijven aan God. Haar leven kenmerkte zich door extreme eenvoud; ze bezat weinig meer dan een gebroken kruik, een mat en een baksteen als kussen.

3. **Doctrine van zuivere liefde**:  

Rabia wordt vaak gecrediteerd voor het introduceren van het concept van onbaatzuchtige liefde voor God in de islamitische mystiek. Ze zei: O God, als ik U aanbid uit angst voor de hel, verbrand me dan in de hel. Als ik U aanbid in de hoop op het paradijs, sluit me dan daaruit. Maar als ik U aanbid omwille van Uzelf, onthoud me dan niet Uw eeuwige schoonheid”.

4. **Mirakels en spirituele invloed**:  

Er zijn veel verhalen over wonderen die aan Rabia worden toegeschreven, zoals het verschijnen van voedsel voor haar gasten of het oplichten van haar duim als een lantaarn om haar huis te verlichten. Deze verhalen benadrukken haar status als een “vriend van God” (wali).

5. **Invloed op andere soefi’s**:  

Rabia had een diepgaande invloed op andere soefi’s, waaronder Hasan al-Basri, een bekende soefi-meester. Hasan beschreef haar als een spiritueel superieure figuur en zei: “Ik ben slechts een arme, terwijl zij een rijke is met een oprecht hart”.

6. **Poëzie en nalatenschap**:  

Hoewel Rabia zelf geen geschriften heeft nagelaten, zijn veel van haar uitspraken en gedichten bewaard gebleven in latere soefi-literatuur, zoals in het werk van Farid al-Din Attar. Haar poëzie en wijsheid blijven een inspiratiebron voor spirituele zoekers wereldwijd. Rabia al-Adawiyya wordt nog steeds vereerd als een symbool van spirituele zuiverheid, onafhankelijkheid en toewijding aan God. Haar leven en leer benadrukken dat ware spiritualiteit gaat om liefde voor God, los van wereldse verlangens of angsten.´

De heilige namen van Allah

Allah heeft 99 namen die bij de moslim bekend zijn. Sommige van die namen zijn te vinden in de Koran en andere zijn bekend geworden vanuit de overleveringen uit het leven van de profeet, de hadith. Volgens heiligen zijn er veel meer schone namen van Allah, die wij niet kennen. Elke naam beschrijft een eigenschap van Allah, een Entiteit die wij niet kunnen kennen, maar die zich openbaart in Zijn Schepping (en de wonderlijke perfectie daarvan) en in het hart van ons mensen.

99 eigenschappen van Allah swt

1. الله Allaah (Allah – Degene Die het verdient om aanbeden te worden)

2. الأحَد al-Ah’ad (de Enige, de Unieke)

3. الأعْلَى al-A’laa (de Allerhoogste)

4. الأكْرَم al-Akram (de Meest Vrijgevige)

5. الإله al-Ilaah (de God, Degene Die alleen het verdient om aanbeden te worden)

6. الأوَّل al-Awwal (de Eerste)

7. الآخِر al-Aakhir (de Laatste)

8. الظاهِر adhz-Dhzaahir (de Hoogste)

9. البَاطِن al-Baatin (de Meest Nabije)

10. البارِئ al-Baarie-e (de Voortbrenger)

11. البَرّ al-Barr (de Zorgzame, de Bron van alle Goedheid)

12. البَصِير al-Basier (de Alziende)

13. التَّوَّاب at-Tawwaab (de Berouwaanvaardende, Degene Die Zijn dienaren leidt naar het berouw tonen en Die hun berouw aanvaardt)

14. الجَبَّار al-Djabbaar (de Onderwerper)

15. الحافِظ al-H’aafidhz (de Waker, de Beschermer)

16. الحَسِيب al-H’asieb (de Toereikende en Beoordelaar)

17. الحَفِيظ al-H’afiedhz (de Waker)

18. الحَفِيُّ al-H’afiyy (de Goedgezinde, de Zachtmoedige)

19. الحقّ al-H’aqq (de Ware)

20. المُبِين al-Moebien (de Verduidelijker)

21. الحَكِيم al-H’akiem (de Alwijze) of al-H’aakim (de Alwijze)

22. الحَلِيم al-H’aliem (de Meest Verdraagzame)

23. الحَمِيد al-H’amied (de Prijzenswaardige)

24. الحَيّ al-H’ayy (de Eeuwig Levende)

25. القَيُّوم al-Qayyoem (de Zelfbestaande, de Onderhouder)

26. الخَبِير al-Khabier (de Alwetende omtrent subtiele zaken)

27. الخَالِق al-Khaaliq (de Schepper)

28. الخَلاّق al-Khallaaq (de Schepper Die voortdurend schept)

29. الرَّؤُوف ar-Ra-oef (de Meest Vriendelijke en Genadevolle)

30. الرَّحْمَان ar-Rah’maan (de Meest Barmhartige)

31. الرَّحِيم ar-Rah’iem (de Meest Genadevolle)

32. الرَّزَّاق ar-Razzaaq (de voortdurende Schenker van veelvuldige voorzieningen)

33. الرَّقِيب ar-Raqieb (de Toezichthouder)

34. السّلام as-Salaam (Degene Die vrij is van enige tekortkoming, de Bron van Vrede en Perfectie)

35. السَّمِيع as-Samie’ (de Alhorende)

36. الشَاكِر ash-Shaakir (Degene Die het meest blijk geeft van waardering)

37. لشَّكُور ash-Shakoer (Degene Die het meest bereid is om te waarderen)

38. الشَّهِيد ash-Shahied (de Getuige)

39. الصَّمَد asSamad (de Volmaakte, de Onafhankelijke Heer, Degene van Wie al het geschapene afhankelijk is)

40. العَالِم al-‘Aalim (de Kenner van het onwaarneembare en het waarneembare)

41. العَزِيز al-‘Aziez (de Almachtige, Degene Wiens Macht verheven is)

42. العَظِيم al-‘Adhziem (de Bezitter van Grootheid)

43. العَفُوّ al-‘Afoeww (de Schenker van Vergiffenis, Degene die keer op keer vergeeft)

44. العَلِيم al-‘Aliem (de Alwetende)

45. العَلِيّ al-‘Aliyy (de Allerhoogste)

46. الغَفَّار al-Ghaffaar (de Meest Vergevensgezinde)

47. الغَفُور al-Ghafoer (de Meest Vergevensgezinde)

48. الغَنِيّ al-Ghaniyy (de Zelfvoorzienende, de Onafhankelijke, de Behoefteloze)

49. الفَتَّاح al-Fattaah’ (de Rechter en de Opperste Opener Die de waarheid onderscheidt van de valsheid)

50. القَادِر al-Qaadir (de Machtige)

51. القَاهِر al-Qaahir (de Onderwerper)

52. القُدُّوس al-Qoeddoes (de Allerheiligste, de Pure en Perfecte)

53. القَدِير al-Qadier (de Almachtige)

54. القَرِيب al-Qarieb (de Nabije, Degene Die dicht bij Zijn dienaren is)

55. القَوِيّ al-Qawiyy (de Sterke, met Perfecte Kracht)

56. القَهَّار al-Qahhaar (de Onderwerper en de Meest Machtige)

57. الكَبِير al-Kabier (de Bezitter van Grootheid, de Onvergelijkbare Grote)

58. الكَرِيم al-Kariem (de Vrijgevige)

59. اللَّطِيف al-Latief (de Meest subtiele in Kennis en de Zorgzame)

60. المُؤمِن al-Moe-emin (de Schenker van veiligheid, de Ware en Betrouwbare)

61. المُتَعَالِي al-Moeta’aalie (de Meest Verhevene)

62. المُتَكَبِّر al-Moetakabbir (de Majestueuze)

63. المَتِين al-Matien (de Sterke)

64. المُجِيب al-Moedjieb (de Verhorende, de Gehoorgevende)

65. المَجِيد al-Madjied (de Glorierijke)

66. المُحِيط al-Moeh’iet (de Alles Omringende)

67. المُصَوِّر al-Moesawwir (de Vormgever)

68. المُقْتَدِر al-Moeqtadir (de Almachtige)

69. المُقِيت al-Moeqiet (de Almachtige Getuige en Voorziener)

70. المَلِك al-Malik (de Koning)

71. المَلِيك al-Maliek (de Almachtige Koning)

72. المَولَى al-Mawlaa (de Heer, Helper en Beschermer)

73. المُهَيْمِن al-Moehaymin (de Getuige over Zijn schepping)

74. النَّصِير an-Nasier (de Helper)

75. الوَاحِد al-Waah’id (de Unieke, de Ene)

76. الوَارِث al-Waarith (de Erfgenaam)

77. الوَاسِع al-Waasi’ (de Alomvattende)

78. الوَدُود al-Wadoed (de Liefdevolle)

79. الوَكِيل al-Wakiel (de Vertrouweling, de Beste Rangschikker)

80. الوَلِيّ al-Waliyy (de Beschermer, de Helper)

81. الوَهَّاب al-Wahhaab (de veelvuldige Schenker)

Vanuit de Soennah van de boodschapper van Allah (salallaahoe ‘alayhie wa sellem):

82. الرَّبّ ar-Rabb (de Heer en Opvoeder)

83. الجَمِيل al-Djamiel (de Mooie)

84. الجَوَاد al-Djawaad (de Gulle)

85. الحَكَم al-H’akam (de Rechter)

86. الحَيِّي al-H’ayyie (Degene Die Bescheiden is)

87. الرَّفِيق ar-Rafieq (de Vriendelijke)

88. السُّبُّوح as-Soebboeh’ (de Perfecte)

89. السَّيِّد as-Sayyid (de Heer en Meester)

90. الشَّافِي ash-Shaafie (Degene Die geneest)

91. الطَّيِّب atTayyib (de Goede, de Pure)

92. القابِض al-Qaabid (de Onthouder, de Beperker)

93. البَاسِط al-Baasit (de Vrijgevige, de Schenker van overvloedige voorziening)

94. المُقَدِّم al-Moeqaddim (Degene Die Bevordert)

95. المُؤَخِّر al-Moe-akhkhir (Degene Die Uitstelt)

96. المُحْسِن al-Moeh’sin (de Welwillende)

97. المُعْطِي al-Moe’tie (de Schenker)

98. المَنَّان al-Mannaan (de Weldoener, de Liefdadige Schenker van giften)

99. الوِتْر al-Witr (de Enige, Degene Die geen partner heeft noch iemand zoals Hem)

In een vorig stukje schreef ik over de zinloosheid van veel gedachten en emoties die in ons kunnen opkomen. Gedachten en emoties die ons niets goeds opleveren en zelfs schadelijk kunnen zijn voor ons eigen lichaam of voor anderen. Ik bedacht toen dat je de gedachtestroom in je hoofd nooit zal kunnen stoppen maar dat je deze wel kan beschouwen en onderwerpen aan onderzoek. Dan kan je onderscheid maken tussen de gedachten die van nut zijn en de gedachten die dat niet zijn.

De laatste tijd heb ik veel pijntjes in mijn lichaam. Soms kan ik daarvan niet slapen. De pijntjes kunnen mijn gedachten zo gaan beheersen dat ik me er druk om ga maken. Ik merk dat dit vooral het geval is nu ik wat ouder ben. In mijn jonge jaren had ik er een groot vertrouwen in dat pijn meestal tijdelijk was en vanzelf wel zou overgaan in mijn verder gezonde lichaam. Maar als oudje betrap ik mij erop dat ik me veel meer zorgen maak bij pijn. ´Het zal toch niet dit zijn of dat?´ Soms ga ik zoeken op internet waarvan de pijn een symptoom zou kunnen zijn en daar word ik dan in de regel niet wijzer van en zeker niet geruster. Ik denk zelfs dat al dat aandacht geven aan elk pijntje, dat begint te grenzen aan hypochondrie, alleen maar meer pijn veroorzaakt, met name in mijn overgevoelige darmen.

Vannacht nam ik de proef op de som, toen ik weer eens niet kon slapen van pijn. Ik herhaalde simpelweg de naam Allah in mijn gedachten en voelde mijn lichaam zich ontspannen. Sterker nog, er kwamen gedachten voorbij die ik als zinvol kon beschouwen en ik begreep ineens dat bepaalde gedachten, ja zelfs de boeken die ik nu aan het lezen ben niet goed zijn voor mij en letterlijk mijn lichamelijk welzijn negatief beïnvloeden. Ik bleef Allah Allah herhalen (zonder geluid) en voelde me steeds beter. Mijn buikpijn zakte, mijn heuppijn verdween, mijn slapende voet ontspande zich. Het voelde aan als een wonder. Het bracht me in een bijna euforische toestand. Vandaag blijf ik het merken. Ik blijf voor mezelf ´Allah´ herhalen (al vergeet ik het ook af en toe) en merk dat ik vandaag tot veel actie ben gekomen. De boeken die niet goed voor me zijn ga ik verwijderen van mijn e-reader. Ik heb weer zin om te schilderen. Ik schrijf nu dit stukje om mijn ontdekking te delen.

De tasbih (gebedsketting) heeft 99 kralen

Mijn moeder vertelde me ooit dat ik als baby niet veel huilde. Soms was ik zo lang stil, dat ze ging kijken of ik nog wel leefde. Dan zag ze mij met open ogen liggen kijken zonder dat ik kennelijk wat nodig had. Maar als ik huilde, zei ze, dan klonk dit altijd als ´Ala….ala….ala´. Kennelijk zocht ik al als baby mijn toevlucht bij Allah. Zo valt nu voor mij alles op zijn plek. Een moslim kan Allah aanroepen bij al Zijn verheven namen, maar de naam ´Allah´ draagt alle goede en troostrijke eigenschappen van Allah in zich en is dus de meest omvattende aanroep. Zoals Fatiha (het openingshoofdstuk van de heilige Koran) de hele Koran vertegenwoordigt. De Fatiha is een smeekbede om leiding en de rest van de Koran is uitleg van hoe de leiding te volgen. Zoals de eerste verzen van de tweede sura (hoofdstuk) zeggen:

  1. Alif. Lam. Mim.
  2. This is the Scripture whereof there is no doubt, a guidance unto those who ward off (evil).

Islam is naseeha (advies) en bedoeld voor degene die het advies wil volgen.

Take it or leave it 😉.

Alles gaat zoals het moet gaan

In mijn stukje van gisteren kan ik de indruk hebben gegeven dat ik het zielig voor mezelf vind hoe mijn leven verlopen is. Maar dat is niet zo, hoewel ik om sommige dingen wel kan huilen af en toe. Maar het leven bestaat uit huilen en lachen. Er zijn mooie dingen die gebeuren en minder leuke of mooie. Maar het belangrijkste is dat ik er vrede mee heb. Ik heb altijd een soort grondvertrouwen gehad dat dingen gaan zoals ze moeten gaan en dat het uiteindelijk goed komt, als mijn eigen intenties maar goed zijn.

Mijn leermeester Sheikh Nazim zegt: ´het is niet goed om tegen de wil van Allah in te gaan´. ´Wrong method´ noemt hij dat. Het is een zinloze vraag om je af te vragen waarom iets jou zou moeten overkomen. Het feit dat iets je overkomt is een gegeven en het enige wat van belang is hoe je daarmee omgaat. Je kunt het je voorstellen als dat je je bevindt op een groot schip met een aantal medereizigers. Je kan ontevreden zijn met de richting waarop het schip vaart, maar dat heeft geen enkel nut. Als je van het schip afspringt ben je verloren. Het beste is dus om mee te blijven varen en binnen de omstandigheden waarin je zit er het beste van proberen te maken. Dat heb ik altijd gedaan. En hoewel ik vaak bang was en verdriet had en soms geen uitweg zag, heb ik gemerkt dat ik altijd op een goed moment werd geholpen. Dat was soms door mensen of door een onverwachte wending van het lot. Je kan het benoemen zoals je wil, maar telkens als ik dacht dat er geen uitweg was kwam daar onverwacht toch een uitweg uit een benarde situatie. Ik noem dat de macht van het hogere, het ongeziene en ik noem dat Allah. Dus het is goed om in elke situatie niet te zeggen ´waarom?´ (zinloze vraag), maar om te zeggen al-hamd-ul-Illah (alle lof komt toe aan Allah). Ik dank Allah voor alles wat mij overkomt en mij overkomen is. Het is de weg die Allah voor mij bestemd heeft en nog steeds bestemt. Het is aan mij om mij op die weg zo goed mogelijk te gedragen en mijn wil zoveel mogelijk in overeenstemming te brengen met wat Allah van mij verlangt. Dat is niet gemakkelijk, omdat mijn ego van alles kan willen wat niet in overeenstemming is met wat Allah van mij wil. Maar ik weet dat ik alleen gelukkig kan zijn en vrede kan hebben in mijn hart als ik mijn best doe een goede dienaar te zijn van Allah.

Bovenstaande mag raar en veel te braaf klinken en als ´niet meer van deze tijd´, waarin gepropageerd wordt dat je vooral moet doen waar je op elk moment zin in hebt en wat je goed dunkt. Dit noemt men vrijheid, maar voor mij is dat schijnvrijheid. Echte vrijheid is in de pas lopen met wat Allah van mij verlangt ofwel zoals de I Tjing het verwoordt met de kosmische wetten. Je kan daar als klein schepsel op deze wereld niet tegenin gaan zonder dat dit nare consequenties heeft. Dus ik doe gewoon mijn best en accepteer mijn leven hoe het is gegaan en zal gaan.

Liefde en rechtvaardigheid

Gisteren heb ik me weer verdiept in het boek I Tjing.

In de vertaling van Richard Wilhelm bestaat de I Tjing uit drie delen, waarvan het eerste boek het eigenlijke orakelboek is, ‘de Tekst’ geheten. De twee laatste delen bestaan uit een uitleg van de wijsheid achter de I Tjing (voor zover die in woorden te vatten is). Het tweede boek ‘het Materiaal’ bevat een beschrijving en uitleg van de tekens. Het derde boek ‘de Commentaren’ lijkt een herhaling van het eerste deel, maar is een tweede versie van het orakelboek met de 64 tekenen, aangevuld met commentaren, waarvan er een groot aantal van Confucius zijn.

De oorsprong van de I Tjing dateert uit 3000 voor Christus. Het is één van de weinige boeken die niet vernietigd zijn gedurende al die jaren. Wel is er een uitbreiding gekomen. Was het eerst alleen een voorspellend boek, later werd eraan toegevoegd hoe men als gewaarschuwd mens het lot kon veranderen. Alles berust op het principe dat er wetten zijn die de kosmos beheersen en dat die zijn weerslag hebben op al het leven op aarde. Een mens is daarbij uniek in die zin dat hij een keuze heeft om zijn denken en handelen aan te passen aan de wetten in de kosmos en niet tegen die wetten in te gaan. De keuzes die de mens maakt bepalen heil of onheil.

Het is een boek met een heel ingewikkelde materie die het resultaat is van het denken van grote denkers en wijzen. Het is voor de doorsnee mens moeilijk te begrijpen hoe het kan dat het toeval zoveel betekenis kan hebben. Zelfs een grote wijze als Confucius was gedurende zijn leven nog niet klaar met het werkelijk doorgronden van de I Tjing. Hij heeft eens gezegd dat hij een half leven meer zou willen leven om de I Tjing beter te leren begrijpen.

Tja, en wie ben ik dan om me te verdiepen in dit boek en te trachten er wat van te leren. De eerste keer dat ik me verdiepte in de laatste twee delen van de I Tjing was dat lui liggend op de tuinbank en ik snapte er eigenlijk geen jota van. Gisteren deed ik een nieuwe poging, ditmaal liggend op de bank in de huiskamer. Bepaalde beschrijvingen van het materiaal (de tekens) gingen iets meer voor me leven, maar alsnog bleef het grootste deel voor mij vaag. Maar de universele wijsheid achter dit boek blijft aan me trekken.

Wat ik heel frappant vind is dat de mens die wordt weergegeven in de lijnen van het hexagram als de middelste twee lijnen tussen de plaatsen van hemel en aarde wordt gezien als ‘edele’ die handelt uit liefde en rechtvaardigheid.

Laten dit nu net de deugden zijn die in alle godsdiensten worden geprezen als belangrijk! Als kind begreep ik al dat er wetten zijn, ik noemde ze kosmische wetten. Ga je tegen die wetten in, dan voelt dat niet goed en luister je naar die wetten (door te luisteren naar de zachte stem van je geweten) dan voel je je goed en in harmonie met je omgeving. Althans zo ervoer ik dat. Ik kon dat nooit een naam geven en zocht overal naar theorieën, filosofieën of geloven die deze gedachtengang bevestigden.

Uiteindelijk kwam ik terecht bij de Islam. Islam betekent letterlijk ‘overgave’. En dat wil zeggen overgave aan de Wil van Allah. Wat is Allah? Wij kunnen Allah niet kennen. Het zijn de wetten van de kosmos, waarover de I Tjing spreekt. In alle geloven wordt gepredikt dat je je moet schikken naar de wetten, die in elk geloof gesteld worden. Dat kunnen de 10 geboden van Mozes zijn of andere voorschriften die in andere geloven meer nadruk krijgen. Feit is dat alle geloven een afspiegeling zijn van de noodzaak voor de mens om zich in harmonie te weten met de wetten in de kosmos op elk moment. En geen moment is hetzelfde, maar alles verandert voortdurend en dus ook de eisen die op elk moment aan de mens gesteld worden. De I Tjing gaat ervanuit dat de mens handelt vanuit liefde en rechtvaardigheid en, naar ik aanneem, de diverse geloven ook. Alle profeten waren waarschuwers, die de mensheid wezen op het belang van ‘Adab‘, goed of nobel gedrag.

Dat helaas veel geloven zich hebben ontwikkeld tot onverdraagzame bolwerken, waar geen welwillend oog meer is voor andere geloven en waar men de overeenkomst tussen alle geloven volledig negeert, maar daarentegen de nadruk legt op de superioriteit van de eigen rituelen, is jammer. Want in wezen is het doel van elk geloof en ook datgene wat wordt aangeraden in de I Tjing het volgende:

Dat men zijn handelen naar beste kunnen in harmonie brengt met de kosmische wetten van elk moment en dat men dit doet vanuit liefde en rechtvaardigheid.

Dat vind ik een mooie gedachte.

La borriquita

Gisteren was het weer zover. Het begin van de Semana Santa is aangebroken. Hier in Alhaurin de la Torre is het eerst beeld (in Spanje zegt men ´imagen´) dat door de straten wordt gedragen la borriquita. Het is Jezus op een ezeltje met aan zijn zijde een vrouwfiguur (ik denk Maria Magdalena). Het beeld wordt door de broeders en zusters van de hermandad weggedragen vanuit de plek waar het de rest van het jaar veilig binnen blijft achter brede, hoge deuren. De dragers lopen met hun loodzware last door de straat die grenst aan ons doodlopende straatje, elk jaar weer op vrijdag.

Deze traditie gaat de mensen hier nooit vervelen. Elk jaar opnieuw poetsen mensen de gevels van hun huizen en wordt ook de straat, waarlangs de stoet voorbij zal trekken, schoongemaakt. Veel mensen geven zelfs hun gevels een extra verfje vanwege deze heilige week en overal hangen fluwelen doeken voor de ramen en vanaf de balkons. De ramen worden omlijst met palmtakken. Mensen uit de omtrek snellen toe in hun mooiste kleding om niets te missen van het spektakel. Als de imagenes voorbij komen wordt er eerbiedig geklapt en zelfs hier en daar een traantje weggepinkt. Mensen zijn oprecht ontroerd.

Christenen en Katholieken geloven in Jezus als martelaar, die gefolterd en gekruisigd zou zijn om te boeten voor de zonden die de mensheid tekens weer begaat. Jezus, de vredelievende profeet, die predikte dat je, als iemand je sloeg op één wang, dat je dan de andere wang diende toe te keren. Zijn laatste woorden zouden zijn geweest: ´O God, vergeef deze mensen, want zij weten niet wat zij doen´.

In de Islam wordt niet geloofd dat het Jezus was die werd gekruisigd, maar dat het een ander was die de gestalte van Jezus had aangenomen. Jezus is volgens de Koran door God/Allah ten hemel opgenomen en zal ooit wederkeren op aarde. (Degene die de gestalte van Jezus kreeg en in de plaats van Jezus gekruisigd is zou Judas kunnen zijn. Judas was degene die Jezus verraadde voordat de haan drie maal gekraaid had. Maar dat is mijn eigen interpretatie)

157 And because of their saying: We slew the Messiah, Jesus son of Mary, Allah’s messenger – they slew him not nor crucified him, but it appeared so unto them; and lo! those who disagree concerning it are in doubt thereof; they have no knowledge thereof save pursuit of a conjecture; they slew him not for certain.
158 But Allah took him up unto Himself. Allah was ever Mighty, Wise.
(Verzen uit sura 4, An Nisa, vertaling van Marmaduke Pickthall)

Hoewel ik de vergevingsgezinde woorden van Jezus voor zijn sterven, zoals opgetekend door de bijbel, prachtig vind en ontroerend, ben ik blij met de versie in het andere heilige boek, de Koran, het boek dat kwam na de bijbel.

Hoe zou het kunnen dat Allah een zo groot profeet als Jezus liet afslachten? Wat voor een voorbeeld zou dat zijn? Hoe kan het zijn dat mensen werkelijk geloven dat een ander opdraait voor hun zonden? Ik geloof dat iedereen verantwoordelijk is voor zijn eigen daden.

De boom die altijd groen blijft

Gisteren had ik het over de troost die je kan zoeken in je geloof. En dat ik weet dat niet iedereen gelooft in God, profeten, heilige boeken, engelen en een leven na de dood. Mijn opvoeders geloofden daarin ook niet en ik ben opgegroeid in een omgeving waarin het geloof wel af en toe ter sprake kwam, maar waarin dan direct gezegd werd dat geloven voor de dommen en zwakkeren onder ons is. Mijn broer en ik werden daarentegen wel op streng katholieke en protestante scholen geplaatst, waarschijnlijk door omstandigheden ingegeven. Maar dat was niet opdat we iets zouden opsteken van de deze gelovige invloeden. Er werden herhaaldelijk grappen gemaakt door mijn ouders, grappen en opmerkingen waarin zij de figuur van dominee, pater, priester of paus belachelijk maakten.

Ondanks dat sprak ik als kind al met God als ik alleen in mijn bed lag. Het gaf mij troost om mijn diepste gedachten, twijfels en verdriet geluidloos aan God te vertellen. Ik vond geen steun bij mijn beide ouders, was integendeel bang voor met name mijn stiefvader, tot wie ik nooit rechtstreeks het woord durfde te richten. De enige bij wie ik onvoorwaardelijke liefde voelde, die ik bij mijn ouders en het beetje familie dat we verder hadden nooit voelde, was mijn broer. Maar hoewel hij bijna twee jaar ouder was dan ik, voelde ik meer dat ik hem moest beschermen tegen narigheid van de buitenwereld dan ik me door hem beschermd voelde. Hij betekende alles voor me en ik deed alles wat hij van me vroeg.

Door vele verhuizingen moest ik op elke school opnieuw wennen en opnieuw vriendschappen sluiten. Op school en bij het buiten spelen voelde ik me altijd gewaardeerd en geliefd, op de enkele keren na dat ik in de steek werd gelaten of verraden. Dat zijn normale dingen die voorkomen in het leven van kinderen.

Maar zoals ik al zei, voor troost en een luisterend oor, als ik wilde vertellen over mijn diepste angsten, verdriet, woede en twijfels, moest ik bij God zijn, want er was voor mij geen ander luisterend oor. Ik voelde me onder mensen van kinds af aan onbegrepen en hield naar buiten de schijn op dat ik uit net zo een normaal gezin kwam als andere kinderen. Ik hemelde zelfs mijn ouders op als zeer moderne vrijgevochten mensen.

In mijn puberteit zocht ik naar geloven of levensfilosofieën waarin ik mijn geloof kon plaatsen maar ik herkende mezelf niet in de geloven en filosofieën die ik tegenkwam op mijn zoektocht. Tot ik op mijn 27e de Koran las in een mooie Engelse vertaling. Ik weet niet waarom ik ineens zeker was dat ik me moest bekeren tot de islam en wat me zo ontroerde in de Koran.

Zoals bekend is neemt een moslim aan dat de Koran direct is opgetekend uit de woorden van Allah, die sprak tot de heilige profeet Mohammed wanneer deze in trance ging. Daaraan wordt door anderen dan getwijfeld, omdat het moeilijk voor te stellen is dat er telkens schrijvers klaarstonden om de woorden die kwamen uit de mond van onze heilige profeet, die analfabeet was, op te tekenen. Hoe kan het zijn dat alle suras in dit heilige boek bewaard zijn in de oorspronkelijke woorden, zoals uitgesproken door de profeet over een periode van 23 jaar? Het is een mysterie, maar zeker is dat dit boek nooit veranderd is over de jaren maar dat de oorspronkelijke Arabische tekst onveranderlijk is gebleven en met zulke woorden geschreven en zo poëtisch dat deze gemakkelijk in heel zijn lengte gememoriseerd kan worden door talloze mensen op de wereld.

Wat mij ontroerde is dat Allah herhaaldelijk in de Koran letterlijk het woord richt tot de profeet en dat zijn in de regel woorden van troost voor de profeet Mohammed, die alleen maar het goede wilde voor de hele mensheid.

Ik maakte als volwassene domme keuzes, waarschijnlijk omdat ik dacht dat ik niet beter verdiende. Ik heb daarover al eerder verteld in dit weblog. Evenals trouwens wat ik hierboven beschrijf.

Een belangrijk moment in mijn leven was het moment dat ik in aanraking kwam met de Naghsbandi Sufi Tariqat (n.b. tariqat betekent ´weg´) tijdens de jaarwisseling 1995/1996. Door de lessen van Sheikh Nazim leerde ik meer dan ik geleerd had tijdens mijn hele studie psychologie. Alle opgedane ervaring in mijn leven kon ik ineens in een bepaald licht zien. Jarenlang profiteerde ik van elke gelegenheid om de lessen letterlijk uit de mond van sheikh Nazim te vernemen tijdens de heilige maanden ramadan, toen hij nog in staat was naar Engeland of Duitsland te reizen om deze maanden met zijn leerlingen door te brengen. Later ging ik herhaaldelijk naar zijn woonplaats Levke in Cyprus om daar van hem te leren. Ook las ik alles wat ik aan boeken kon vinden over zijn lessen, die weer teruggaan naar zijn leermeester Sheikh Abdullah ad Daghestani.

Er zijn een aantal dingen die ik daarvan altijd heb onthouden en die mij telkens wanneer ik gebeurtenissen moeilijk vind steun bieden.

In het verleden heb ik herhaaldelijk in penibele omstandigheden verkeerd. Ik was op een zeker moment wanhopig, omdat ik niet wist hoe me te bevrijden uit de situatie waarin ik terecht was gekomen met mijn vier kinderen. Ik zag geen uitweg. Ik dacht dat ik voor altijd ongelukkig en angstig zou verder leven. Toch kwam er een uitweg. Nu ben ik gelukkig en leef ik zonder angst. De enige zorg die ik heb is dat het goed zal blijven gaan met mijn kinderen, die ieder nu hun eigen leven leiden en die ik niet meer kan beschermen voor wat dan ook.

Ik weet dat alles verandert en niets hetzelfde blijft. Er zijn momenten van pijn en ongeluk en er zijn momenten van geluk en pijnloosheid in het leven. Ik weet dat er een einde komt aan beide. Ik weet dus ook dat het geluk dat ik nu beleef samen met Ahmad niet voor altijd zal duren. We gaan een keer dood en de dood komt niet altijd zonder lijdensweg. Niemand weet wat de toekomst brengt en dat is maar goed ook, want anders zouden we ons daar druk om maken.

Ik denk dan aan de woorden van grandsheikh Abdullah ad Daghestani. Hij zei (in mijn woorden naverteld): ´Wees als een boom die zomer en winter groen blijft, bij regen, zon, sneeuw, vorst en stormen. Blijf altijd dankbaar en zeg nooit ´waarom?´. Alles is zoals het moet zijn en wat je overkomt is voor jou bestemd. Zeg alleen: alhamdulillah.

124.000 profeten

Portret ´en profil´ (water-olievlek op asfalt)

Door de tijden heen zijn er 124.000 profeten verschenen. Grote bekenden onder hen zijn Adam, Abraham (Ibrahim), Moses (Musa) en Jezus (Isa), vrede zij met hun allen. Sommige van de profeten hebben ons heilige boeken nagelaten, waarin goede raad staat en waarvan sommige verhalen letterlijk en andere overdrachtelijk gelezen moeten worden. Mohammed was de laatste profeet en meer zullen er niet komen.

Wel zijn er in alle tijden 124.000 heiligen op de wereld. Dit zijn de mensen met licht, de troostbrengers, de mensen die ons tot voorbeeld zijn door middel van hun vreedzame en perfecte manier van leven. Heiligen zijn niet altijd duidelijk zichtbaar. Het kan elke toevallige voorbijganger zijn, een zwerver misschien. Het zijn de mensen die we soms op cruciale momenten in ons leven ontmoeten en die om een onverklaarbare reden een sleutel blijken te hebben die een deur voor ons opent die voorheen gesloten was en ons helpt op ons verdere levenspad.

En wij mensen cirkelen om deze heiligen en profeten heen als insecten om een lamp. Want wij zijn niet perfect en de meeste van ons zijn beschadigd door erfelijkheid of door het leven. We lopen rond met een rugzak vol ballast en om uiteenlopende redenen maken we op individueel niveau en op grote schaal fouten, waardoor we elkaar en onze natuurlijke omgeving beschadigen.

Ik weet dat er mensen zijn die niet geloven in God noch profeten. Maar toch zoeken ook deze mensen troost en verlichting in vriendschap, liefde of spirituele steun op wat voor wijze dan ook. Steeds meer gaan mensen nu praten over hun innerlijk en wat hen overkomen is. Dat zie je in boeken die verschijnen en in series. Mensen worden opener. We zijn mensen en in staat tot reflectie en dat maakt dat we antwoorden zoeken op levensvragen.

Ik vind het mooi om te zien dat er steeds meer boeken verschijnen die tippen aan deze diepere laag in onszelf, de ziel ,die zich niet laat afschepen met tijdelijke genoegens en cadeautjes, maar die zoekt naar innerlijke rust.