Het leven

Vandaag is het een regenachtige dag en die leent zich uitstekend voor activiteiten binnenshuis, zoals opruimen. Vandaag ging ik opruimend langs mijn documenten op de pc om te zien welke documentjes of hele mappen ik in de digitale prullenbak kon laten verdwijnen. Hierna ben ik van plan om ook een keer alle papieren documenten die ik bewaarde en die niet meer nodig zijn weg te gooien in de papierbak. Maar vandaag dus eerst even een duik in mijn digitale documentjes. Ik gooi heel wat documentjes in de digitale prullenbak. Zoals het hele ellendeverhaal rond de erfenis van wijlen mijn moeder, iets om maar liever voorgoed uit mijn geheugen en dat van de pc te laten verdwijnen. Al doende kom ik van alles tegen. Sommige documentjes trekken mijn aandacht, zoals het volgende met de titel ‘leven’:

“Het leven is een reis door de tijd”, zegt hij. “Je komt op kruispunten en moet je richting bepalen, elke minuut, elke seconde. En elke weg leidt weer naar een nieuw punt, waarop je moet kiezen. De keuzes die je maakt bepalen je leven. Er is geen terug, alleen vooruit”. “Heb je een advies voor mij?”, vraag ik hem. “Wees als een boom die altijd groen blijft in zomer en winter. Klaag nooit en zeg niet ‘waarom’, wees voortdurend dankbaar.”

Ik heb geen idee waar deze tekst vandaan komt. Is het de beschrijving is van een droom die ik had, een citaat uit een boek of een advies dat ik werkelijk heb gekregen van iemand of heb ik mezelf dat advies gegeven al typend? Kennelijk vond ik het in ieder geval zo belangrijk dat ik het wilde noteren en bewaren. In ieder geval vind ik het fijn om nu dit korte tekstje tegen te komen.

In het gegeven advies herken ik een soefi-gedachte die van mijn leermeester Sheikh Nazim zou kunnen zijn of van zijn leermeester grandsheikh Abdullah ad Daghestani. Laatstgenoemde sprak van de boom die altijd groen blijft en hij zei ook dat het niet goed is om ‘waarom’ te zeggen tegen gebeurtenissen die je overkomen, maar dat het beter is alles te zien als een gift van Allah waarvoor je dankbaar kan zijn. Ik vind het een mooie levensles, die ik ook in andere oosterse filosofieën ben tegengekomen.

In het westen zouden we in het kort kunnen zeggen. ‘Accepteer moedig wat het leven je biedt en kijk telkens opnieuw ter plekke wat de je het beste kan doen of zeggen. Kies bewust en blijf moed houden. En niet zeiken’.

Religie

Vanmorgen kwam aan de ontbijttafel godsdienst ter sprake en hoe dat een maatschappelijke cultuur beïnvloedt. We hadden het over gastvrijheid en hoe ik die mis in Andalusië. Toen we een keer in Arrahal waren, het dorp waar Ahmad geboren en getogen is, liet Ahmad mij het huis zien waarin hij was opgegroeid. We kwamen toen zijn overbuurvrouw tegen die hij zijn hele leven gekend heeft. Ze maakten een praatje op straat en vervolgens liet de vrouw ons trots haar huis zien. Dat was vreemd voor Spanje, want in Spanje plegen mensen elkaar niet uit te nodigen in hun huizen. Ze ontmoeten elkaar veelal in de talrijke bars. Het is zeldzaam dat iemand die géén familie is een kijkje wordt gegund in het huis van een ander.

De vroegere buurvrouw liet ons dus haar hele huis en patio zien, maar ze bood ons niets aan, nog geen glas water, terwijl ze wist dat we vanuit Malaga waren komen rijden, wat meer dan 200 km zuidelijker ligt. Ik verbaasde me daarover.

‘Dat is zo anders in Pakistan,’ zeg ik tegen Ahmad. ‘Daar is een gast bijna een heilige. Hij wordt met open armen ontvangen. Mensen delen hun laatste eten en staan zo nodig hun bed af en slapen zelf op de grond, als de gast maar niets te kort komt. In de islam staat gastvrijheid hoog in het vaandel’.

‘Volgens mij is dat gebrek aan gastvrijheid niet de typisch Andalusische cultuur,’ zegt Ahamd, ‘maar is dit opgelegd door het katholicisme. Hetzelfde is het geval in Italië. Daar is men ook niet gastvrij voor mensen buiten de familie’. ‘Maar in Griekenland zijn (of waren ze in ieder geval) wel heel gastvrij, zeg ik. ‘Ook daar is men katholiek, maar orthodox en niet rooms. Dat is weer een heel andere cultuur.’ ‘Ja inderdaad,’ zegt Ahmad. ‘Ik ben er steeds meer van overtuigd dat religie, zodra het een machtsbolwerk wordt, steeds meer een hoeveelheid van beperkende en benauwende regels wordt, die mensen verstikken.’ ‘Dat is zo en dat zie je in alle godsdiensten gebeuren,’ zeg ik, ‘en vandaar dat zoveel mensen zich afkeren van elk geloof. Eigenlijk is hetzelfde nu ook aan het gebeuren in de islam. Er zijn een aantal intolerante en liefdeloze imams die mensen bang maken in de moskeeën.’ ‘Bij het ontstaan van de islam was de islam een spirituele realiteit zonder naam en nu is het een naam zonder spirituele realiteit,’ zegt Ahmad. ‘Mooi gezegd,’ antwoord ik.

En dan begin ik over mijn Marokkaanse buurvrouw die laatst aan mijn deur kwam om iets te bespreken over de glazenwasser. Zij vertelde me dat ze met vakantie ging naar Marokko en had het over de betaling van de glazenwasser terwijl zij weg zou zijn. ‘Eigenlijk zouden we hadj gaan doen,’ zegt ze spijtig, maar met alle voorwaarden die men nu stelt en hoe ingewikkeld het is om erheen te mogen was het hun dit jaar niet gelukt toegang te verkrijgen en aangezien ze wel al vakantie hadden genomen gingen ze nu naar Marokko. Ik zei haar dat ik het jammer vond voor haar dat de hadj niet doorging en vertelde dat ik hadj gedaan had in 1999, toen het nog niet zo ingewikkeld was om dat te regelen. Ze was verbaasd. Daar stond zij met haar hoofddoek en keek me aan, terwijl ik daar stond in mijn spijkerbroekie en misschien wel met korte mouwen. ‘Dus je bent eigenlijk hadji,’ zei ze vol ontzag, alsof het een titel betrof of een diploma van goed gedrag. (NB Ik weet dat sommige moslims veel respect hebben voor mensen die hadj hebben gedaan, omdat dit gezien wordt als een soort wedergeboorte, maar voor mij betekent het feit dat iemand die op hadj gaat alleen dat deze het geluk heeft de gelegenheid ervoor te hebben en het geld ervoor over heeft.) Naar haar gezicht kijkend zeg ik: ‘Ik zie er niet zo uit en dat weet ik wel, maar ik wil niet opvallen’. ‘Dat is ook goed,’ haast zij zich te zeggen.

Ik weet dat met name in mijn buurt veel mensen een statement maken dat ze moslim zijn door bepaalde kleding te dragen. Ik heb ook een tijd in mijn leven een hoofddoek gedragen en wijde bedekkende kleding. Ik meende toen (en dat had ik vooral van ‘horen en zeggen’ van de moslims in mijn omgeving) dat dit goed zou zijn en ik ben een pleaser die alles zo goed mogelijk wil doen. Maar na het herhaaldelijk lezen van de Koran in diverse vertalingen heb ik geen bewijs kunnen vinden van de noodzaak van een hoofddoek of wijde kleding voor een vrouw of man. Ik meen dat het vooral gaat om een verzameling ethische regels die universeel zijn en feitelijk in vrijwel alle godsdiensten hetzelfde zijn en zelfs buiten een godsdienst voor elk logisch denkend mens vanzelfsprekend. Dat ik koos voor de islam om mijn religieuze gevoelens vorm te geven is met name omdat ik ontroerd werd door het lezen van de Koran en dat de islam geen paus kent of andere tussenpersoon tussen mij en de Almachtige. Dat imams nu optreden als experts en mensen schrik aanjagen met donderpreken, die hel en verdoemenis als afschrikmiddel gebruiken om allerlei regels aan mensen op te dringen vind ik jammer. Hetzelfde gebeurde en gebeurt nog in de de kerken.

Trots op kinderen

Helaas kan ik nog niet wandelen, maar Ahmad maakte met mijn camera een foto van moeder zwaan, die nog steeds op haar 4 eieren zit. Het lijkt erop dat de geboorte nabij is, want vader zwaan stond midden op het pad te sissen naar voorbijgangers. Hij houdt de boel nu goed in de gaten.

De filmpjes van het verjaardagsfeest bij mijn eerstgeborene zijn af en ik ben er zelf heel trots op hoe ik het feest en de sfeer ervan heb weergegeven. Ik geniet nog steeds na van de warme omgeving waarin we verkeerden.

Mijn kinderen en ik hebben veel meegemaakt. Ze zijn nooit verwend qua spullen of vakanties. Ze groeiden op in een weliswaar groene maar simpele buurt met sociale woningen, een buurt die steeds meer ging bestaan uit migrantengezinnen. Sommige kinderen in deze buurt hebben het niet gered om mee te komen in de race die onze samenleving nu kenmerkt. Ik heb lange tijd gedacht dat het ook niet opschoot met mijn kinderen. Zij hielden geen van allen van school en leren. Ik zat ze wat dat betreft nooit achter hun broek. Voor mij was belangrijk dat zij zich goed gedroegen tegenover hun medemensen en niemand anders pijn deden. Dat ze niet logen. Ik heb veel met ze gepraat en uitgelegd en meende dan vaak dat wat ik zei niet bij ze binnenkwam. Er waren tijden dat ze helemaal niet naar me leken te luisteren en verzwegen waar ze mee bezig waren. Ik was geen moeder die kon straffen. Als een kind sorry zei was dat voor mij vaak genoeg. En ook zonder sorry vergaf ik ze veel. Ik hield gewoon van ze zoals ze waren met ieder hun heel eigen persoonlijkheid. Vaak vergat ik ook werkelijk wat ze hadden uitgevreten. Ik heb ze altijd willen bemoedigen en laten worden wie ze waren. Soms hield ik mijn hart vast wat er van ze zou worden.

Er is een tweedeling in deze maatschappij. Je hebt de ‘happy few’ die hun schaapjes op het droge hebben en zich geen zorgen hoeven te maken over rekeningen. Zij zijn succesvol in het werk dat ze doen en verdienen daarmee een goed salaris of hebben een eigen succesvol bedrijf. En je hebt de mensen die hard werken in minder betaalde banen en zich wel zorgen maken over de rekeningen die ze moeten betalen, die voor hen steeds onbetaalbaarder worden. En je hebt de mensen die helemaal niet betaald werken om wat voor reden dan ook. Omdat ze het niet kunnen vanwege lichamelijke of psychische redenen of met een andere motivatie. Soms lijkt het leven van een uitkering met alle subsidies die je dan krijgt gunstiger te zijn dan werken voor een iets hoger inkomen maar dan zonder die subsidies waardoor je uiteindelijk in een minder gunstige materiële positie verkeert.

Ik ben er trots op dat mijn kinderen, ondanks dat ze opgegroeid zijn in een buurt die ze nu ‘achterstandswijk’ noemen, nu behoren tot het segment dat ‘de happy few’ wordt genoemd. De posities die ze hebben en het werk dat ze doen is niet vanwege het profijt van een studie maar vanwege de verdienste van hun persoonlijkheden en intelligentie, die gelukkig niet alleen bepaald wordt door het aantal feiten dat je in je hoofd hebt zitten. Het zijn hun liefdevolle en openhartige karakters waar ik trots op ben. Kennelijk werkt een mooi karakter ook zijn vruchten af in de maatschappij.

Ik had zelf niet kunnen bedenken dat het zo zou gaan. En dat ik mag zien als moeder dat ze nu ook nog zo hecht zijn met elkaar geeft mij een enorme rust.

Er is naast de drie kinderen die redelijk in mijn buurt wonen ook nog ‘het buitenbeentje’. Hij heeft helaas geen contact met zijn broer en zussen maar wel met mij. Over hem hoef ik me ook geen zorgen te maken. Hij is een begenadigd timmerman en leeft rustig en afgelegen op een plek die bij hem past.

Ik weet dat mijn leven eindig is zoals dat van iedereen en dat de dood steeds dichterbij komt. Maar de tijd is voorbij dat ik dacht dat ik nog onmisbaar was wat betreft de zorg voor mijn kinderen. Ze hebben goede partners, hun kinderen en elkaar. Ik voel me gezegend dat ik dat mag meemaken. Alhamdulillah.

Herinneringen aan sheikh Nazim

Vandaag heb ik nog niet geschreven in mijn weblog. Ik heb me voorgenomen elke dag wat neer te schrijven, ook al weet ik niet wat. Dat is voor mij ´oefenen voor het schrijverschap´. Het spreekt me aan wat veel schrijvers zeggen: dat je niet moet wachten op inspiratie maar gewoon moet gaan zitten voor je pc of je papier. Dan kijken wat er komt. Gisteren was ik bijvoorbeeld helemaal niet van plan om alles te schrijven wat ik toen schreef. Ik had een vaag plan in mijn hoofd, maar altijd schrijf ik anders en meer dan ik van plan was. Laten we kijken wat er vandaag gebeurt.

Gisteren dacht ik aan sheikh Nazim en wat hij voor mij heeft betekend in de jaren dat ik hem mocht meemaken als murshid (leraar). Ik ben al moslim vanaf 1 april 1978, maar ik was daarin lange tijd heel eenzaam. Hoewel mijn toenmalige man in naam ook moslim was, zijn voorvader was zelfs een heilige van wie het graf nog altijd wordt bezocht door bedevaartgangers in Kabul, deed hij weinig aan zijn geloof. Ik verrichtte alle rituelen in mijn eentje, het bidden en het vasten. Ik kende verder niet één moslim. Mensen zagen mij ook niet voor een moslim aan. Mijn familie begreep er niets van dat ik gekozen had voor een in hun ogen zo achterlijk geloof. Ze wisten er weinig van en het hielp niet als ik erover vertelde en met hun deelde wat het geloof voor mij betekende.

Toen ik wegliep uit het huwelijk en terecht kwam in Den Haag in 1993 bleef ik consequent moslim. Ook in Den Haag vond ik aanvankelijk geen aansluiting bij geloofsgenoten. Dat gebeurde pas in 1994, toen ik mijn jongste zoontje liet besnijden. In het ziekenhuis ontmoette ik een echtpaar (die ook een zoontje lieten besnijden) met wie ik contact bleef houden. Zij brachten me in aanraking met het soefisme en met sheikh Nazim. In de jaarwisseling van 1995/1996 woonde ik een zikr-bijeenkomst bij in Ridderkerk en daar deed ik bayat (eed van trouw) in de Naqhsbandi Tariqat (Tariqat=weg). Iemand deed een dua (smeekbede) waarin ik mij zo herkende dat ik in tranen uitbarstte. Alles viel voor mij op zijn plek. De reden waarom ik psychologie studeerde, hoe ik mij het leed van iedereen om me heen aantrok alsof alles mij aanging en de reden waarom ik me bekeerde tot de islam na het lezen van de Koran. Ik had me voorheen totaal niet herkend in medemoslims, maar in die voor mij belangrijke nacht herkende ik me wel in het streven van de broeders en zusters van deze soefigemeenschap (de Naqhsbandi). Toen had ik nog niet eens sheikh Nazim zelf ontmoet. Ik heb hem kort daarna wel gezien in een droom, evenals grandscheikh (de leermeester van sheikh Nazim) Abdullah Dagistani.

Ik zag sheikh Nazim pas in levende lijve in Engeland en in Duitsland, tijdens de ramadan. Sheikh Nazim, die toen ongeveer 70 jaar was, kwam in tijdens elke ramadan naar Duitsland of Engeland om met ons te bidden en zijn sohbets (lezingen uit het hart) te geven. Zijn lezingen raakten me telkens weer. Ik leerde heel veel. Elke keer ging ik na een paar dagen naar huis met een ´opgeladen batterij´. De jaren erna reisde ik regelmatig naar Engeland en Duitsland. Mijn jongste kinderen gingen mee. Toen sheikh Nazim ouder werd en niet meer reisde ging ik naar Cyprus (waar de sheikh woonde in zijn dargah in Lefke) om van hem te blijven leren.

Het allerlaatst dat ik in Cyprus was en sheikh Nazim nog heb mogen ontmoeten was dat met Ahmad in 2008.

Gisteren had ik het erover met Ahmad. ´Ik denk dat sheikh Nazim als een vader is geweest voor mij, zoals ik die niet eerder had.´ Ik was niet een murid (leerling) die constant in de rij stond om zijn hand te kussen. Het paste voor mij niet om dat te doen, hoe de andere murids me ook verzekerden dat ik dat juist wel moest doen, omdat ik zo de ´zegen´ zou krijgen. Ik geloofde niet in die idolatrie. Ik had zoveel respect voor sheikh Nazim dat ik het eerder passend vond om voor hem een kleine buiging te maken en netjes hem ruimte te geven om zijn weg te vervolgen. Voor mij was het belangrijk om hem te observeren en naar hem te luisteren. Elke sohbet die hij gaf was naseeha (goede raad).

Ik ben heel blij dat ik sheikh Nazim heb mogen ontmoeten.

Referentiekader en richtlijnen

De zon komt op boven de kustlijn van Malaga (jammer dat die antenne zo het zicht verstoort ?)

In het vorige stukje had ik het over Allah/God (zoals ik Hem beleef) als Luisteraar die niet antwoordt, maar mij wel dichterbij de antwoorden kan brengen die al verborgen zitten in mijn ziel. Ik heb daar veel aan gehad en nu nog helpt het mij om over dingen na te denken en antwoorden te vinden op vragen.

Maar naast deze belangrijke rol die Allah/God vervult is Hij voor mij een belangrijk referentiekader. Een moslim is in de regel bekend met 99 heilige namen van Allah. Deze namen benoemen de Goede Eigenschappen die Allah bezit en die een voorbeeld vormen voor de gelovige. Deze 99 namen zijn slechts een deel van de heilige namen die er bestaan voor Allah. Er zijn er veel meer, maar die zijn voor de meeste mensen verborgen, zoals soefi-heiligen ons vertellen. Maar in het kort komt het erop neer dat Allah Perfectie vertegenwoordigt. Dat kan je zien door alleen maar te kijken naar de natuur, zoals Allah die geschapen heeft. Hoe mooi zit alles in elkaar en hoe in harmonie en in evenwicht is alles , mits niet verstoord door de mens. Als je kijkt naar de schoonheid en puurheid van het dieren- en plantenrijk en het sterrenstelsel, dan kan je je alleen maar met open mond verwonderen over de perfectie daarvan. Net als over het wonder van bevruchting, geboorte en ook de dood.

Ik kan Allah niet zien, maar ik weet dat Hij mij wel ziet, waar ik ook ben. Allah ziet de kleinste beweging op aarde, zelfs die van een vleugel van een mug. Met die gedachte leef ik. En hoewel ik weet dat ik nooit perfect zal zijn, omdat dat een mens niet gegeven is, kan ik wel proberen zo goed mogelijk te leven. En de Goede Eigenschappen van Allah en wat ik heb gelezen aan richtlijnen voor het leven in de Koran helpen mij daarbij. Overigens wijken de richtlijnen die in de Koran gegeven worden nauwelijks af van de richtlijnen in de Bijbel, de Thora en de Psalmen. In de koran wordt ook gerefereerd aan deze andere drie heilige boeken. Er hebben 124.000 profeten geleefd, die allemaal kwamen met eenzelfde boodschap. Iets wat ook telkens herhaald wordt in de Koran. Daarom begrijp ik niet de strijd om het gelijk die er is tussen diverse godsdiensten en spreek ik vaak over Allah/God. Ik leef of Allah/God mij ziet op elk moment en ik probeer me zo te gedragen dat Allah daar tevreden over kan zijn. Meer kan ik niet doen.

Je zou dus kunnen zeggen dat Allah mijn geweten vertegenwoordigt en dat Zijn richtlijnen/ adviezen mij daarbij een groot houvast geven. Godsdienst is advies (naseeha).

Praten met God

Toen ik klein was praatte ik met God als ik ergens mee zat. Ik begon dan altijd met de woorden: ´o God, nu bid ik u´. En dan stortte ik mijn hart uit. Dat deed ik altijd stilletjes als ik al in mijn bed lag. Ik praatte niet hardop. Ik had in die tijd wel geloof in God maar wist het nog niet te plaatsen in een religie. Dat gebeurde pas veel later.

Het praten met God gaf mij veel troost. Ik kon zo al mijn gedachten kwijt die ik niet met anderen kon delen, zelfs niet met mijn lieve broer. Wat dit betreft voelde ik me door niemand begrepen en al helemaal niet door mijn ouders, die atheïst waren. Op de katholieke school waarop ik als klein kind zat vond ik ook geen herkenning voor mijn geloofsbeleving. Integendeel, ik werd een keer voor de klas geroepen en moest toen aan de kinderen in de klas vertellen wat er met mij zou gebeuren, omdat ik niet katholiek was. Ik moest zeggen dat ik in de hel zou komen. Dat maakte eigenlijk niet eens zoveel indruk op mij. Erger vond ik het dat de nonnen deden of ik er niet was als ik met korte mouwen liep of als ik geen rokje over mijn lange broek droeg. Ik was heel bang voor de nonnen maar niet voor God zoals ik die zag met mijn kinderogen.

Mijn hele leven is mijn geloof mijn troost geweest en in plaats van met een psycholoog of psychiater te praten deelde ik in de meest benarde tijden van mijn leven mijn zielenroerselen liever met God.

En nu, terugkijkend, zie ik daar de logica van in. God geeft in de regel geen antwoord, maar luistert alleen maar. Hij vormt een spiegel waar je in kan kijken. En dat is naar mijn idee de enige hulp die een mens zich kan wensen van iets of iemand buiten hemzelf. Een goede psycholoog of therapeut komt niet met antwoorden maar helpt je om jezelf de goede vragen te stellen. De antwoorden vind je in jezelf. En die antwoorden kan je ook vinden als je met God praat.

In nood zoeken mensen naar hulp. Als je ziek bent, zoek je heling bij een arts en als je mentaal ergens mee zit kan je je wenden tot vrienden, tot een geestelijke of tot een psychisch hupverlener.

Wat mij daarbij tegenhoudt is dat je dan vaak naast je eigen geestelijke ballast ook die van de goedbedoelende hulpverlener over je heen krijgt. Ik heb ben zelf psycholoog en weet hoe beperkt de kennis is die deze studie oplevert. Daarom heb ik altijd de voorkeur gegeven aan Allah/God (zij het of Hij nou bestaat of een door de mens gefabriceerde Constructie zou zijn). Allah zwijgt en hoort mij aan en Allah is Perfect en heeft het beste met me voor. Ik kan Allah vertrouwen. In alle geloven wenden mensen zich tot God. Uiteindelijk zit alle wijsheid in jezelf. Zoals de profeet Mohamed al zei: ´Je kan Allah niet kennen, maar door jezelf te kennen kom je dichter bij Allah´ (in mijn woorden naverteld).

Tegenwoordig hebben veel mensen het geloof in God afgezworen. Daarmee is een vertrouwd houvast voor mensen verdwenen. Bij tegenslag of schokkende gebeurtenissen zoeken mensen toch naar een houvast. De vraag naar psychologische hulp in de vorm van therapieën of in de vorm van psychofarmaca is groot. Zo groot dat er wachtlijsten zijn in de geestelijke gezondheidszorg. Allerlei coaches bieden zich aan om dit gat te vullen. Het vak coach is niet beschermd door een vakvereniging. Iedereen kan zich coach noemen en daar goed aan verdienen.

Overtuigingen

Toen we gisteren op de terugweg waren van onze mooie wandeling en liepen in de schaduw en de frisse wind ons heerlijk afkoelde zei Ahmad ineens uit het niets: ´Eigenlijk weet ik niet eens zo zeker of er wel een God bestaat, maar voor mij is wel zeker dat het idee van een Volmaakte Entiteit een troost en houvast is voor de mens´. ´Ja, hè,´ bevestig ik wat hij zegt. ´Een referentiepunt, dat nergens anders mee te vergelijken is.´ ´Wat dat betreft komen alle heilige boeken dan tot dezelfde conclusies en beschrijvingen,´ zegt Ahmad. ´Precies, en daarom begrijp ik niet waarom gelovigen van diverse godsdiensten elkaars geloof bestrijden. De essentie komt toch bij alle geloven op hetzelfde neer,´ zeg ik.

´Wat ik ook niet begrijp,´ zeg ik dan ´is dat mensen van een bepaalde geloofsrichting ook soms waarschuwen dat je alleen maar moet omgaan met mensen van hetzelfde geloof. Dat zie ik bij veel geloven gebeuren en zelfs bij de soefi-gemeenschap waar ik me een tijd in bevond. Ikzelf beleef dat anders. Naar mijn overtuiging maakt Allah/God geen onderscheid tussen Zijn schepselen. Hij houdt van allemaal. Ook profeten als Jezus en Mohamed gingen niet alleen maar om met geloofsgenoten. Jezus hield zich op met marginalen en zelfs prostituees. En ook Mohamed was vriendelijk en toegankelijk voor alle mensen om hem heen, ongeacht hun geloof. Sommigen besloten hierdoor zich te bekeren maar dat ging nooit onder dwang.

Mensen willen zich altijd bevinden in hun eigen kring. Dat voelt het meest vertrouwd. En als een mening of overtuiging erg afwijkt van de groep waartoe je behoort dan kan dat als een bedreiging worden ervaren. Maar dat geldt niet alleen voor mensen die een geloof belijden, maar evengoed voor mensen met een uitgesproken mening op welk vlak dan ook. Ik zie het overal om me heen. In de gesprekken die ik voer of hoor, in de kranten en op twitter. Er zijn diverse groepen te onderscheiden die een bepaalde overtuiging hebben. Onderling zijn ze het eens en vinden zij het vanzelfsprekend dat hun mening de enige juiste is. De ´anderen´ die een tegenstrijdige mening hebben moeten het dus bij het verkeerde eind hebben.

Shabnam geeft college ? Grote opkomst!

Vroeger leerde ik in mijn studie over de dissonantietheorie. Die theorie houdt in dat een mens moeilijk kan leven met tegenstrijdigheden. Een voorbeeld: als iemand die je graag mag over dingen hertzelfde denkt als jij, dan bevestigt jou dat in je mening. Er is dan een congruentie tussen jouw waardering voor die persoon en diens ideeën, omdat ze overeenstemmen met wat jij vindt. Als die bevriende of door jou gewaardeerde persoon een mening verkondigt die afwijkt van wat jij vindt, dan kan dat een soort ´kortsluiting´ in je hoofd geven. Er is dan een dissonantie tussen de waardering die jij voelt voor deze persoon en datgene wat hij vindt, omdat zijn mening totaal niet overeenstemt met wat jij vindt. Wat iemand gaat doen om uit deze ´dissonantie in zijn hoofd´ te komen is ofwel proberen de ander te overtuigen van een andere zienswijze met argumenten ofwel de ander minder gaan waarderen.

Op Twitter zie je dat laatste in extreme vorm voorbij komen. Mensen die het niet eens zijn met een ander gaan vaak niet in gesprek met argumenten of feiten, maar schelden de ander uit voor dom en erger. Zelfs in politieke debatten zie je dat gebeuren. Mensen lijken er niet goed mee te kunnen leven dat niet iedereen hetzelfde denkt en dezelfde mening heeft over dingen als jij of ik of hij of zij. Dat is wel jammer, want de gemoederen raken daarbij verhit en het lost niets op.

Mooi vers uit de Koran

De koran bevat een rijkdom aan raadgevingen (naseeha). Sommige verzen zijn troostrijk en spiritueel, net als veel passages uit de bijbel. De bijbel heeft ook een rijkdom aan mooie passages die qua inhoud vaak overeenkomen met passages uit de koran. En evenals in de bijbel zijn ook in de koran andere passages weer moeilijker te begrijpen en te verwerken. Je moet de heilige teksten qua letterlijke feiten en adviezen die daarmee samenhangen plaatsen in de tijd. Sommige passages moeten letterlijk genomen worden en andere overdrachtelijk. Daarvoor wordt gewaarschuwd in de koran zelf. Veel verzen zijn gericht tot de profeet Mohammed. In die verzen lees je hoe Allah de profeet Mohammed toespreekt. Het zijn de verzen die mij het meest ontroeren, omdat Allah in die verzen voor mij aanvoelt als een Trooster en Raadgever voor Zijn laatste profeet. De woorden zijn zo bemoedigend dat ze mijn hart raken en dat is dan ook een reden dat ik me na het lezen van de Koran in 1977 wilde bekeren tot de islam, wat ik op 1 april 1978 daadwerkelijk deed.

Ik wil hier één van die verzen die mij diep ontroeren delen. Ik las het vers voor de eerste keer in de beroemde vertaling: ´The meaning of the glorious quran´ vertaald door MarmadukePickthall. Sura 94

  1. AL-INSHIRAH: THE EXPANSION
    1 Have We not caused thy bosom to dilate,
    2 And eased thee of the burden
    3 Which weighed down thy back;
    4 And exalted thy fame?
    5 But lo! with hardship goeth ease,
    6 Lo! with hardship goeth ease;
    7 So when thou art relieved, still toil
    8 And strive to please thy Lord.

En hier in een andere vertaling: compleet met de Arabische tekst:

Ik heb de koran gelezen in diverse vertalingen. Die van Pickthall raakt mijn hart het meest.

De Nederlandse vertalingen hebben mij nooit zo geraakt als de Engelse. Hier een voorbeeld van een vertaling in het Nederlands.

Ik had ooit het plan om Arabisch te leren om de originele tekst te kunnen lezen, maar het is er nog niet van gekomen het Arabisch te leren begrijpen. Ik kan alleen Arabisch lezen en reciteren zonder te begrijpen en moet het doen met de vertalingen. Enkele verzen, zoals deze, ken ik uit mijn hoofd en deze verzen kan ik in het Arabisch reciteren in mijn gebeden, waarbij ik dan de betekenis van wat ik zeg begrijp, omdat ik de vertaling ken. Dat is een kans die ik 5 keer per dag krijg, als ik me even terugtrek op mijn bidkleedje.

Misschien is dit voor de lezer saai om te lezen. In mijn leven is het heel belangrijk. Als ik in 1977 niet toevallig de koran in boekvorm had gekocht in de vertaling van Marmaduke Pickthall voor 111 gulden (wat in die tijd duur was voor een boek!) en deze niet als eerste vertaling (van alle vertalingen die ik daarna las) van de heilige koran gelezen zou hebben, dan was ik waarschijnlijk geen moslim geworden. Geen vertaling heeft me daarna ooit nog zo bekoord. Toevallig is het ook de vertaling waarnaar Sheikh Nazim (die jaren later in mijn leven kwam) telkens refereerde. Ik leerde van Sheikh Nazim van 1996 tot 2014. Wat een toeval. Allah´s wegen zijn niet te doorgronden.

Smeekbede

Soera 113, Al-Falaq (De dageraad)

1قُلْ أَعُوذُ بِرَبِّ الْفَلَقِ ﴿١﴾

Zeg: “Ik zoek bescherming bij de Heer der dageraad.


2مِن شَرِّ مَا خَلَقَ ﴿٢﴾

Tegen het kwaad dat Hij geschapen heeft.


3وَمِن شَرِّ غَاسِقٍ إِذَا وَقَبَ ﴿٣﴾

En tegen het kwaad van de donkere nacht wanneer hij aanbreekt.


4وَمِن شَرِّ النَّفَّاثَاتِ فِي الْعُقَدِ ﴿٤﴾

En tegen het kwaad van hen die op knopen blazen.


5وَمِن شَرِّ حَاسِدٍ إِذَا حَسَدَ ﴿٥﴾

En tegen het kwaad van een jaloerse wanneer deze jaloers is.”

Sura Al-Falaq

Soera 114, An-Nās (De mensheid)

قُلْ أَعُوذُ بِرَبِّ النَّاسِ ﴿١﴾

Zeg: “Ik zoek bescherming bij de Heer van de mensen.


2مَلِكِ النَّاسِ ﴿٢﴾

De Koning van de mensen.


3إِلَٰهِ النَّاسِ ﴿٣﴾

De God van de mensen.


4مِن شَرِّ الْوَسْوَاسِ الْخَنَّاسِ ﴿٤﴾

Tegen het kwaad van de wegsluipende influisteraar.


5الَّذِي يُوَسْوِسُ فِي صُدُورِ النَّاسِ ﴿٥﴾

Degene die in de harten van de mensen influistert.


6مِنَ الْجِنَّةِ وَالنَّاسِ ﴿٦﴾

Van de djinn en de mensen.

Dit zijn de twee laatste sura´s van de Koran.

Als nieuw schilderproject denk ik erover deze twee sura´s in kalligrafie te kopiëren op aquarelpapier en deze mooie (en beschermende) teksten te decoreren met bloemetjes en blaadjes. Zo kan ik de aquarelpotloden die ik kreeg van de kinderen van Ahmad gebruiken. Ik moet wel eerst oefenen. Ik heb nog nooit met aquarel gewerkt.