Je ´gezien´ voelen

Vaak maak ik mezelf wijs dat namen niet belangrijk zijn. Dat komt waarschijnlijk omdat mijn naam zo vaak veranderd is. Ik werd geboren als Monique Theunissen. Kreeg vervolgens de achternaam van mijn stiefvader en heette toen Monique Elkerbout. Daarna heette ik mevrouw Amir (met de achternaam van mijn eerste echtgenoot). Soms zei ik via de telefoon tegen een instantie die ik belde dat ik mevrouw Amir heette. Maar kennelijk zei ik dat zo onduidelijk dat de persoon aan de lijn me vroeg of ik mevrouw Mier was (😂). Daarna veranderde ik mijn voornaam in Shabnam, omdat ik meende dat het een islamitische naam is. Dat is het ook wel, maar vooral in landen als Afghanistan. Oorspronkelijk is de naam van Perzische oorsprong. Ook mijn achternaam veranderde ik daarna in Theunissen, de naam van mijn biologische vader.

Vervolgens trouwde ik opnieuw en kreeg ik de gehuwdennaam Ghoerahoe. Ik bleef me al die tijd Shabnam Theunissen noemen en dat is nu ook nog zo. Inmiddels heb ik de gehuwdennaam Gamboa Vera, maar ik gebruik die nooit.

Shabnam Theunissen is de naam. Het gekke is dat ik verlegen word als ik mijn eigen naam uitspreek, bijna alsof ik mij ervoor moet verontschuldigen dat ik zo heet (het is de officiële naam in mijn paspoort en op mijn rijbewijs). Waarom vervult het uitspreken van mijn naam mij met zoveel verlegenheid? Het komt door de reacties van vooral Nederlandse mensen. Veel Nederlandse mensen geven, als zij mijn voornaam horen, als eerste reactie dat zij dat een moeilijke naam vinden, moeilijk ook om te onthouden. Mijn buurvouw bijvoorbeeld, voor wie ik jaren boodschappen deed, heeft mijn naam nooit willen onthouden. Het was voor haar te moeilijk, zei ze. Ze kon wel perfect de voornamen van haar Marokkaanse bovenburen onthouden, inclusief hun verjaardagen. Maar mijn naam was te moeilijk. Ik bleef altijd ´de buurvrouw´. En dat geldt ook voor mijn andere buren. Hoeveel we ook met elkaar praten, ik wordt door hen aangesproken als ´buurvrouw´. Zelden hoor ik mijn eigen naam in Nederland uit de mond van een ander.

Hoe anders is dat hier in Spanje. Sowieso is het hier de gewoonte, als je bijvoorbeeld bij de dokter of de tandarts komt en je bent aan de beurt, dat men je dan noemt bij je voornaam en niet bij je achternaam (mevrouw of meneer….). Alleen als een voornaam veel voorkomt wordt de achternaam ook genoemd om verwarring te voorkomen als er twee mensen met dezelfde voornaam in de wachtkamer zitten.

Dat mensen aanspreken met de voornaam komt op mij als heel warm en familiair over. Opvallend is ook dat mensen hier geen enkele moeite lijken te hebben met het onthouden en uitspreken van mijn naam. Mijn naam wordt hier uitgesproken op een vriendelijke toon, alsof ik gekend en gezien wordt. Toen ik laatst bij de fysiotherapeut was, gebruikte hij herhaaldelijk mijn naam om aan te geven wat hij ging doen. ´Shabnam,……´

Ik merk nu dat namen wel belangrijk zijn en je een identiteit geven. Als ik mijn eigen naam hoor, voel ik me gezien. Dat doet me heel goed. Ik mis dat in Nederland. Ik voel me daar ´een persoon zonder naam´ en misschien is dat mijn eigen schuld, omdat ik zelf weinig doe met namen over en weer.

Omdat ik nu weet hoe belangrijk namen toch zijn, ben ik van plan ook beter namen van anderen te onthouden en ze veelvuldig aan te spreken met hun naam. Het geeft een gevoel van herkenning en verbondenheid, weet ik nu. En ik schaam me niet meer om mijn eigen naam te noemen.

Mijn naam is Shabnam en ik schaam me er niet meer voor 🙂.

Alles gaat zoals het moet gaan

In mijn stukje van gisteren kan ik de indruk hebben gegeven dat ik het zielig voor mezelf vind hoe mijn leven verlopen is. Maar dat is niet zo, hoewel ik om sommige dingen wel kan huilen af en toe. Maar het leven bestaat uit huilen en lachen. Er zijn mooie dingen die gebeuren en minder leuke of mooie. Maar het belangrijkste is dat ik er vrede mee heb. Ik heb altijd een soort grondvertrouwen gehad dat dingen gaan zoals ze moeten gaan en dat het uiteindelijk goed komt, als mijn eigen intenties maar goed zijn.

Mijn leermeester Sheikh Nazim zegt: ´het is niet goed om tegen de wil van Allah in te gaan´. ´Wrong method´ noemt hij dat. Het is een zinloze vraag om je af te vragen waarom iets jou zou moeten overkomen. Het feit dat iets je overkomt is een gegeven en het enige wat van belang is hoe je daarmee omgaat. Je kunt het je voorstellen als dat je je bevindt op een groot schip met een aantal medereizigers. Je kan ontevreden zijn met de richting waarop het schip vaart, maar dat heeft geen enkel nut. Als je van het schip afspringt ben je verloren. Het beste is dus om mee te blijven varen en binnen de omstandigheden waarin je zit er het beste van proberen te maken. Dat heb ik altijd gedaan. En hoewel ik vaak bang was en verdriet had en soms geen uitweg zag, heb ik gemerkt dat ik altijd op een goed moment werd geholpen. Dat was soms door mensen of door een onverwachte wending van het lot. Je kan het benoemen zoals je wil, maar telkens als ik dacht dat er geen uitweg was kwam daar onverwacht toch een uitweg uit een benarde situatie. Ik noem dat de macht van het hogere, het ongeziene en ik noem dat Allah. Dus het is goed om in elke situatie niet te zeggen ´waarom?´ (zinloze vraag), maar om te zeggen al-hamd-ul-Illah (alle lof komt toe aan Allah). Ik dank Allah voor alles wat mij overkomt en mij overkomen is. Het is de weg die Allah voor mij bestemd heeft en nog steeds bestemt. Het is aan mij om mij op die weg zo goed mogelijk te gedragen en mijn wil zoveel mogelijk in overeenstemming te brengen met wat Allah van mij verlangt. Dat is niet gemakkelijk, omdat mijn ego van alles kan willen wat niet in overeenstemming is met wat Allah van mij wil. Maar ik weet dat ik alleen gelukkig kan zijn en vrede kan hebben in mijn hart als ik mijn best doe een goede dienaar te zijn van Allah.

Bovenstaande mag raar en veel te braaf klinken en als ´niet meer van deze tijd´, waarin gepropageerd wordt dat je vooral moet doen waar je op elk moment zin in hebt en wat je goed dunkt. Dit noemt men vrijheid, maar voor mij is dat schijnvrijheid. Echte vrijheid is in de pas lopen met wat Allah van mij verlangt ofwel zoals de I Tjing het verwoordt met de kosmische wetten. Je kan daar als klein schepsel op deze wereld niet tegenin gaan zonder dat dit nare consequenties heeft. Dus ik doe gewoon mijn best en accepteer mijn leven hoe het is gegaan en zal gaan.

Jeugdtrauma´s, wie heeft ze niet

Gisteren keek ik op Netflix de film Skunk. Over de verschrikkelijke jeugd van een jongeman en zijn verblijf daarna in een jeugdinstelling. Hij blijkt zijn traumatische verleden niet van zich af te kunnen schudden. Uiteindelijk neemt hij op een heftige manier wraak op de personen die hem wat hebben aangedaan, zoals ook zijn ouders.

Vannacht heb ik weinig geslapen, o.a. door een aanhoudende pijn in mijn rechterzij die maar niet stopt. Ik gebruikte de tijd die ik wakker lag om mijn eigen jeugd te overdenken. Eigenlijk deed ik dat niet opzettelijk, maar het ging vanzelf.

Alsof het gisteren gebeurd was herbeleefde ik scènes uit mijn jeugd. Ik ben de enige overlevende van het gezin waarin ik opgroeide. Ook ik heb wraak genomen op mijn stiefvader, maar op een ander manier. Ik veranderde mijn achternaam met toestemming van de koningin. De generaal, die eerder nog mocht dineren in het gezelschap van de koningin kon zich daarna nergens meer vertonen. Hij sleet de rest van zijn leven als stiekeme alcoholist in de Achterhoek. Mijn moeder had in die jaren geen gelukkig leven met hem meer en dat was, denk ik achteraf, de prijs voor haar verraad aan ons. Maar haar heb ik uiteindelijk vergeven, omdat zij op haar sterfbed mij eindelijk de liefde gaf die ik mijn hele leven gemist had.

Ik heb mijn ouders lang de hand boven het hoofd gehouden. En over het feit dat ik mijn naam veranderde en de redenen die ik daarbij aanvoerde heb ik me lang schuldig gevoeld. Maar vannacht besefte ik dat ik me daar niet over schuldig hoef te voelen. Zoals een marktkoopman me ooit een keer op het hart drukte. Ik kocht stof voor gordijnen bij hem en uit het niets zei hij ineens: ´Je kan er niets aan doen. Ik moet dit zeggen tegen jou. Soms overkomt het mij dat ik iemand een boodschap moet doorgeven´. Enigszins verwonderd ging ik daarna naar huis. Ik begreep nooit precies waarover de man het had.

Ik begrijp nu waarover ik me niet schuldig meer hoef te voelen. Mijn stiefvader heeft samen met mijn moeder een heel negatieve invloed op mijn leven gehad. Door hun vernederingen en strafmethodes liep ik mijn hele leven met drie nul achter om iets te doen met mijn kwaliteiten. Ik voelde me een absolute nul en trouwde met dat negatieve zelfbeeld twee keer een man die mijn leven verder verpestte. Ik heb veel ellende moeten doorstaan zonder te beseffen dat dit niet normaal is en dat ik het ook zeker niet verdiende.

Nu ben ik gelukkig en leid ik een ´luizenleventje´. Mensen die hierover lezen in dit weblog denken wellicht: ´Lekker makkelijk, zo een leventje´. Maar net als die jongen in de film is het voor mij een lange weg om de liefde die ik nu krijg te waarderen en tot me door te laten dringen. Het feit dat ik mijn naam veranderde en zelfs ook mijn voornaam in een naam die niet eens islamitisch is veroorzaakt bovendien dat ik me voel alsof ik geen identiteit heb. Ik beleef mijn oorspronkelijke naam (Monique) als een scheldnaam en de naam Shabnam komt op mij over als gestolen en niet van mij. De achternaam die ik nu draag, die van mijn echte vader Theunissen, heb ik kunnen aannemen op 43-jarige leeftijd met toestemming van hem, maar ondanks dat ik hem in de jaren daarna bleef opzoeken tot aan zijn dood heeft hij me nooit echt ervaren als een dochter. Hij geloofde niet in een bloedband.

Ik ben en blijf een ´lonesome hobo´, maar wil geen ´calimeroneigingen´ vertonen door erover te blijven zeuren. Dus wat betreft dit onderwerp heb ik nu genoeg gezegd. Ik ben toch een beetje opgelucht en blij met het inzicht dat ik me niet schuldig hoef te voelen.

Confrontatie met mezelf

Meestal slaap ik goed in. Maar als ik wakker wordt ergens midden in de nacht, dan kan ik soms niet goed weer inslapen. Dat gebeurde me ook weer vannacht.

Ik ben dan niet echt aan het piekeren. Mijn gedachten fladderen van hier naar daar zonder enige coherentie. Maar als ik dat laat gebeuren zonder erover te oordelen, dan kan het gebeuren dat ik plotseling tot een inzicht kom en dat inzicht is niet altijd even prettig om te ervaren. Het is alsof je ineens een diepe waarheid duidelijk wordt waaraan je eerder misschien lange tijd voorbij bent gegaan. Dat inzicht kan tot je komen als een grote dreun, een deuk in je zelfbeeld.

Ik weet van mezelf dat ik mijn hele leven al erg beïnvloedbaar ben en iemand die makkelijk meewaait met alle winden. Ik was nooit iemand die duidelijke doelen stelde, wel iemand die eenmaal begonnen taken afmaakte. In die zin dus iemand met discipline, maar een duidelijk plan heb ik nooit gehad in mijn leven. Ik liet alles op me afkomen en maakte ad hoc beslissingen, die gebaseerd waren op mijn intuïtie van het moment. Ik voelde me een vreemd figuur tussen anderen, omdat ik totaal niet van me afbeet. ‘Ik liet met me doen’; dat is de rode lijn in mijn leven. Ik kan daar niet anderen, zoals mijn stiefvader de schuld van geven. Nog voor hij in huis kwam was ik al zo. Mijn moeder vertelde mij dat er een keer werd aangebeld aan haar deur en dat iemand uit de buurt haar vertelde dat kinderen bezig waren mijn hoofd een paar keer op de stoep te laten knallen. Ik was nog klein, misschien nog jonger dan 3, want ik kan het me zelf niet herinneren. Ik speelde in Vught op die leeftijd wel al zonder toezicht buiten. Maar het gekke was volgens die buurvrouw dat ik me totaal niet verweerde en het liet gebeuren.

Dit is symbolisch voor hoe het overgrote deel van mijn leven daarna verliep.

Ik overdacht gisteren mijn leven en besefte dat ondanks veel nare ervaringen, waarbij ik me totaal niet wist te verdedigen, ik uiteindelijk ‘goed terecht ben gekomen’. Ik verkeer nu wat betreft bedreigingen van mensen die het minder goed met me voorhebben in rustiger vaarwater met lieve kinderen en een lieve echtgenoot. Ik ben gelukkig.

Maar als ik terugkijk, dan besef ik met een schok dat mijn passieve en accepterende houding bij alles wat mij overkwam weliswaar mij uiteindelijk niet geschaad heeft, maar dat ik door deze houding ook het leven van mijn kinderen heb bepaald. Ik kon ze niet beschermen. Met mij werden ook zij slachtoffer van omstandigheden die ik veroorzaakte door twee maal keuzes te maken voor verkeerde mannen. De meegaande en bijna onderdanige houding die ik had veroorzaakte dat ook mijn kinderen niet beschermd waren. Ik was niet in staat duidelijk stelling te nemen en kon door deze houding ook mijn kinderen niet beschermen. Ook al hield ik zielsveel van mijn kinderen en leefde ik voor hen, ik besef nu dat dit niet voldoende is geweest om hen een veilige jeugd te geven. Ik was daar gewoonweg niet toe in staat door mijn eigen manier van zijn, als een veertje in de wind.

Ik heb gehuild, toen ik ten diepste besefte hoe ook mijn kinderen hebben geleden. Ik dank Allah dat ze alsnog goed terecht zijn gekomen en gelukkig veel weerbaarder zijn dan ik. Dat ze veel van me houden en ik van hen. Maar mijn hart breekt als ik bepaalde gebeurtenissen weer voor me zie.

Ik weet dat gedane zaken geen keer nemen en dat je het verleden moet laten voor wat het is. Het bestaat niet meer. Er is alleen het nu. Maar alsnog ben ik dankbaar voor het inzicht dat ik vannacht kreeg. Het is goed om je eigen aandeel te beseffen in de problemen en narigheid die je in het verleden meemaakte. Het gaat niet aan om jezelf als slachtoffer te zien. Alles is een wisselwerking tussen mijzelf en de ander. Van mijn gedragingen en de gevolgen die deze hebben gehad leer ik, ook al doet dat pijn en geeft het mij verdriet. Ik heb nooit de intentie gehad om wie ook pijn te doen en ondanks dat kon dit kennelijk toch gebeuren.

Astagfirrullah 😢🙏.

I Tjing

Ik verdiep me in de wijsheid die besloten ligt in Yin en Yang, het ontvangende en het scheppende, de aarde en de hemel en de combinaties daarvan in trigrammen en hexagrammen. De Hemel (sterk, scheppend), de Aarde (toegewijd, ontvangend), het Opwindende (bewegend, de donder), het Onpeilbare (gevaarlijk, het water), het Stilhouden (rustend, de berg), het Zachtmoedige (indringend, de wind), Het Zich Hechtende (lichtend, het vuur), het Blijmoedige (vrolijk, het meer).

Ik keek al in het boek vanaf dat ik een jaar of 25 was, maar met niet zoveel diepgaande interesse als dat ik dat nu ben gaan doen, sinds ik het boek opnieuw heb aangeschaft.

Al als klein kind ervoer ik dat er een ritme zat in gebeurtenissen, dat ik niet kon verklaren maar wel voelde als vanzelfsprekend. Ik kon dat niet uitleggen aan anderen, want daar was ik nog veel te klein voor. Ik beschouwde het als mijn geheim, iets tussen mij en God, een geheim dat ik met niemand deelde, temeer daar mijn ouders helemaal niet geloofden in een God.

Toen ik de Koran had gelezen en me daarna bekeerde tot de islam dacht ik dat de I Tjing, het boek dat ik tot dan toe had geraadpleegd als een soort orakelboek, in strijd was met het geloof waartoe ik me bekeerd had. Ik deed het boek weg, maar de I Tjing is geen waarzeggerij-boek, zoals Tarotkaarten en dergelijke methoden. De I Tjing is een 3000 jaar oud boek waarin op elk moment een situatie wordt geschetst die aangeeft hoe degene die het boek raadpleegt zich verhoudt tot de kosmische wetten van het moment. De 64 hexagrammen geven een beeld met daarbij een eeuwenoud oordeel daarover, een beschrijving van de situatie en hoe wel of niet te handelen. Ook de combinatie van gebroken en hele lijnen geven een beeld weer dat door degene die ernaar kijkt een steeds duidelijker woordeloos maar intuïtief wel te begrijpen verhaal oplevert. De trigrammen en de hexagrammen met daarbij de eventueel veranderende lijnen en de kerntrigrammen kunnen op één vraag een diepgaand antwoord geven dat door de vraagsteller zelf het beste verstaan wordt. Dat is te vergelijken met dromen en de interpretatie daarvan. Degene die droomt kan het beste zijn eigen dromen duiden. Boeken die zogenaamd dromen en de symbolen daarin verklaren zijn eigenlijk lang niet zo nuttig als het inzicht van de dromer zelf. Datzelfde geldt voor de I Tjing. Hoe meer je met het boek bezig bent en je verdiept in de gedachte erachter, hoe meer je eruit kan halen.

Ik kom er nu achter dat er veel meer in de I Tjing zit dan ik besefte als 25-jarige. Ik dacht toen dat deze zeer oude leer die op kosmische wetten gebaseerd is misschien in strijd was met een religie waarin een Schepper centraal staat. Maar nu merk ik dat de wetten van de I Tjing precies de wetten zijn die in de natuur gelden en die te maken hebben met alles wat voortdurende verandert, zoals de seizoenen. En dat de raad die je uit dit boek kan distilleren niets te maken heeft met waarzeggerij, maar wel met goede raad om in harmonie te zijn met de universele wetten die gelden in het universum. Kosmische wetten, die naar mijn idee niet toevallig zijn maar op elk moment een betekenis hebben die heel serieus genomen moet worden.

De profeet Mohammed (vzmh) heeft ooit gezegd dat het goed is om je hele leven te willen blijven studeren, ‘al moet je er helemaal voor naar China gaan’. Kennelijk gaat dat voor mij letterlijk op. Ieder zijn interesse. Voor de één is het een diepgaande studie van de planten- en insectenwereld, zoals voor Ahmad. Neem nog een kijkje in zijn mooie weblog. Het is een aanrader voor natuurvrienden. Voor de ander, zoals deze psycholoog, is het interesse in de onzichtbare wereld om ons heen die ons innerlijk diepgaand beïnvloedt, al hebben wij daar door het drukke leven van alledag vaak geen erg in of we hebben geen tijd om daar aandacht aan te besteden. Die tijd heb ik op dit moment wel en ook de interesse. Dus dat betekent voor mij stapje voor stapje me verder verdiepen in de I Tjing, in het Nederlands vertaald vanuit de Duitse vertaling door Richard Wilhelm, die dit boek na een jarenlange studie met zijn leermeester Lau Nan Siuan uit China in 1923 de westerse wereld instuurde. Daarnaast maak ik gebruik van het e-boek ‘de I Tjing stap voor stap’ van Harmen Mesker, die sinds 30 jaar de I Tjing heeft bestudeerd en ook de Chinese taal machtig is. Deze schrijver legt in zijn boek uit wat hoe je het beste deze studie van de I Tjing kan aanpakken door je stap voor stap daarin te begeleiden.

Misschien heb ik anderen kunnen enthousiasmeren om zich net als ik te gaan verdiepen in de I Tjing.

Zomaar wat

Vandaag heb ik geen idee wat ik hier ga schrijven, maar ik weet dat als ik daaraan toegeef ik weer een tijd niets zal schrijven. Dus daarom toch een stukje. Soms komt het verhaaltje al schrijvende.

Wat ik merk is dat naarmate ik verder geraak in mijn jaren als zeventiger, ik ook steeds vaker herinneringen voel opkomen. Dat lijkt me vrij normaal, omdat een oudere veel tijd heeft om te mijmeren en een jonger persoon alsmaar voort moet gaan in de vaart van het leven en voor mijmeren niet zoveel tijd heeft. Een jonger iemand denkt ook meer aan de toekomst en maakt daarvoor eventueel plannen. Dat stadium ben ik voorbij. Ik maakte al niet veel plannen in mijn leven en deed eenvoudig wat op mijn pad kwam, maar nu is het helemaal uit met de toekomstplannetjes. Hooguit denk ik na over de afronding van het leven en hoe ik bijvoorbeeld wil dat men mij begraaft na mijn dood: een natuurgraf zonder toeters en bellen, maar waar ik wel kan blijven liggen en tot compost kan dienen voor de planten.

Lezer, denk nu niet dat ik somber ben of levensmoe. Ik geniet nog van elke nieuwe dag met een gezond lichaam en verstand. Maar ik vind het niet meer zo vanzelfsprekend dat er nog heel veel dagen gaan volgen, iets waarover ik in mijn jongere jaren eigenlijk nooit nadacht. Ik ben blij met elke nieuwe dag en leef voornamelijk in het heden, zonder veel gedachten over een toekomst.

Maar wat nu meer ongevraagd op me afkomt dan vroeger zijn herinneringen. En wanneer die herinneringen in mij opkomen als een film, waarbij ik alles opnieuw voor me zie en hoor, dan beschouw ik die met een ander oog dan dat waarmee ik de situatie bekeek toen ik me erin bevond. Ik heb benauwde tijden gekend en ben niet altijd goed behandeld. Toen ik uit de naarste periode was ontsnapt, voelde ik niets anders dan bevrijding en dankbaarheid dat zoveel akeligs achter de rug was. Ik dacht er verder niet veel aan terug, meende ook de hoofdrolspelers in het drama vergeven te hebben en ging verder met mijn leven, dat er nu zoveel beter uitzag.

En nog steeds is mijn leven nu fijn en alleen maar beter geworden en rustiger, nu ik ook nog een lieve man heb (een echte zielsvriend voor het leven) en nu ik ook mag ervaren dat mijn kinderen zich tot goede, lieve personen hebben ontwikkeld en dat zij goede partners zijn en goede ouders voor hun kinderen.

Maar af en toe komen herinneringen in me op aan wat ik meemaakte in mijn jeugd en tijdens mijn eerdere huwelijken. Dan zie ik in dat het niet normaal was wat mij overkwam en dat het logisch is dat ik daar nog last van heb. Dan huil ik weleens, niet zozeer uit medelijden met mezelf, omdat ik weet dat voor mij alles is goed gekomen, maar uit verdriet om wat mensen elkaar kunnen aandoen. En dat ik zo onnozel was om dat op het moment zelf niet in te zien en niets anders deed dan de schuld bij mezelf zoeken en het gedrag van de ander vergoelijken. Dat was niet terecht. Ik ben blij dat mijn kinderen beter in staat zijn om voor zichzelf op te komen.

De boom die altijd groen blijft

Gisteren had ik het over de troost die je kan zoeken in je geloof. En dat ik weet dat niet iedereen gelooft in God, profeten, heilige boeken, engelen en een leven na de dood. Mijn opvoeders geloofden daarin ook niet en ik ben opgegroeid in een omgeving waarin het geloof wel af en toe ter sprake kwam, maar waarin dan direct gezegd werd dat geloven voor de dommen en zwakkeren onder ons is. Mijn broer en ik werden daarentegen wel op streng katholieke en protestante scholen geplaatst, waarschijnlijk door omstandigheden ingegeven. Maar dat was niet opdat we iets zouden opsteken van de deze gelovige invloeden. Er werden herhaaldelijk grappen gemaakt door mijn ouders, grappen en opmerkingen waarin zij de figuur van dominee, pater, priester of paus belachelijk maakten.

Ondanks dat sprak ik als kind al met God als ik alleen in mijn bed lag. Het gaf mij troost om mijn diepste gedachten, twijfels en verdriet geluidloos aan God te vertellen. Ik vond geen steun bij mijn beide ouders, was integendeel bang voor met name mijn stiefvader, tot wie ik nooit rechtstreeks het woord durfde te richten. De enige bij wie ik onvoorwaardelijke liefde voelde, die ik bij mijn ouders en het beetje familie dat we verder hadden nooit voelde, was mijn broer. Maar hoewel hij bijna twee jaar ouder was dan ik, voelde ik meer dat ik hem moest beschermen tegen narigheid van de buitenwereld dan ik me door hem beschermd voelde. Hij betekende alles voor me en ik deed alles wat hij van me vroeg.

Door vele verhuizingen moest ik op elke school opnieuw wennen en opnieuw vriendschappen sluiten. Op school en bij het buiten spelen voelde ik me altijd gewaardeerd en geliefd, op de enkele keren na dat ik in de steek werd gelaten of verraden. Dat zijn normale dingen die voorkomen in het leven van kinderen.

Maar zoals ik al zei, voor troost en een luisterend oor, als ik wilde vertellen over mijn diepste angsten, verdriet, woede en twijfels, moest ik bij God zijn, want er was voor mij geen ander luisterend oor. Ik voelde me onder mensen van kinds af aan onbegrepen en hield naar buiten de schijn op dat ik uit net zo een normaal gezin kwam als andere kinderen. Ik hemelde zelfs mijn ouders op als zeer moderne vrijgevochten mensen.

In mijn puberteit zocht ik naar geloven of levensfilosofieën waarin ik mijn geloof kon plaatsen maar ik herkende mezelf niet in de geloven en filosofieën die ik tegenkwam op mijn zoektocht. Tot ik op mijn 27e de Koran las in een mooie Engelse vertaling. Ik weet niet waarom ik ineens zeker was dat ik me moest bekeren tot de islam en wat me zo ontroerde in de Koran.

Zoals bekend is neemt een moslim aan dat de Koran direct is opgetekend uit de woorden van Allah, die sprak tot de heilige profeet Mohammed wanneer deze in trance ging. Daaraan wordt door anderen dan getwijfeld, omdat het moeilijk voor te stellen is dat er telkens schrijvers klaarstonden om de woorden die kwamen uit de mond van onze heilige profeet, die analfabeet was, op te tekenen. Hoe kan het zijn dat alle suras in dit heilige boek bewaard zijn in de oorspronkelijke woorden, zoals uitgesproken door de profeet over een periode van 23 jaar? Het is een mysterie, maar zeker is dat dit boek nooit veranderd is over de jaren maar dat de oorspronkelijke Arabische tekst onveranderlijk is gebleven en met zulke woorden geschreven en zo poëtisch dat deze gemakkelijk in heel zijn lengte gememoriseerd kan worden door talloze mensen op de wereld.

Wat mij ontroerde is dat Allah herhaaldelijk in de Koran letterlijk het woord richt tot de profeet en dat zijn in de regel woorden van troost voor de profeet Mohammed, die alleen maar het goede wilde voor de hele mensheid.

Ik maakte als volwassene domme keuzes, waarschijnlijk omdat ik dacht dat ik niet beter verdiende. Ik heb daarover al eerder verteld in dit weblog. Evenals trouwens wat ik hierboven beschrijf.

Een belangrijk moment in mijn leven was het moment dat ik in aanraking kwam met de Naghsbandi Sufi Tariqat (n.b. tariqat betekent ´weg´) tijdens de jaarwisseling 1995/1996. Door de lessen van Sheikh Nazim leerde ik meer dan ik geleerd had tijdens mijn hele studie psychologie. Alle opgedane ervaring in mijn leven kon ik ineens in een bepaald licht zien. Jarenlang profiteerde ik van elke gelegenheid om de lessen letterlijk uit de mond van sheikh Nazim te vernemen tijdens de heilige maanden ramadan, toen hij nog in staat was naar Engeland of Duitsland te reizen om deze maanden met zijn leerlingen door te brengen. Later ging ik herhaaldelijk naar zijn woonplaats Levke in Cyprus om daar van hem te leren. Ook las ik alles wat ik aan boeken kon vinden over zijn lessen, die weer teruggaan naar zijn leermeester Sheikh Abdullah ad Daghestani.

Er zijn een aantal dingen die ik daarvan altijd heb onthouden en die mij telkens wanneer ik gebeurtenissen moeilijk vind steun bieden.

In het verleden heb ik herhaaldelijk in penibele omstandigheden verkeerd. Ik was op een zeker moment wanhopig, omdat ik niet wist hoe me te bevrijden uit de situatie waarin ik terecht was gekomen met mijn vier kinderen. Ik zag geen uitweg. Ik dacht dat ik voor altijd ongelukkig en angstig zou verder leven. Toch kwam er een uitweg. Nu ben ik gelukkig en leef ik zonder angst. De enige zorg die ik heb is dat het goed zal blijven gaan met mijn kinderen, die ieder nu hun eigen leven leiden en die ik niet meer kan beschermen voor wat dan ook.

Ik weet dat alles verandert en niets hetzelfde blijft. Er zijn momenten van pijn en ongeluk en er zijn momenten van geluk en pijnloosheid in het leven. Ik weet dat er een einde komt aan beide. Ik weet dus ook dat het geluk dat ik nu beleef samen met Ahmad niet voor altijd zal duren. We gaan een keer dood en de dood komt niet altijd zonder lijdensweg. Niemand weet wat de toekomst brengt en dat is maar goed ook, want anders zouden we ons daar druk om maken.

Ik denk dan aan de woorden van grandsheikh Abdullah ad Daghestani. Hij zei (in mijn woorden naverteld): ´Wees als een boom die zomer en winter groen blijft, bij regen, zon, sneeuw, vorst en stormen. Blijf altijd dankbaar en zeg nooit ´waarom?´. Alles is zoals het moet zijn en wat je overkomt is voor jou bestemd. Zeg alleen: alhamdulillah.

Criticus2

Niet alleen was ik streng voor mezelf aangaande mijn geschreven stukjes en schilderijen. Maar ook werd ik langzaamaan onzeker over mijn kookkunst.

Vroeger kookte ik dagelijks voor mijn gezin en wat ik dan klaarmaakte was overwegend Pakistaans. Ik had niet zoveel geld te makken en met een zak chapati-meel van 20 kilo, een zak rijst en dagelijks een prutje van vlees en groenten of linzen kwam ik een heel eind. Pakistaans eten is altijd genoeg, ook als er een extra gast aanschuift, omdat het hoofdbestanddeel bestaat uit de chapati die je in de curry doopt. En het is bovendien heel lekker. Daarnaast maakte ik ook wel andere gerechten zoals nasi goreng, spaghetti, macaroni en Hollandse stamppotten of ovenschotels. Ik vroeg me nooit af of ik wel een goede kok was, want ik kreeg vaak complimenten. Ik kookte intuïtief.

Toen mijn kinderen het huis uit gingen vroegen ze me vaak naar mijn recepten en waren ze aanvankelijk blij dat ze van me konden leren. Maar dankzij het internet, waarop je allerhande recepten kan vinden, raakten zij steeds bedrevener in het bedenken van nieuwe smaken en hapjes.

Sinds ik met Ahmad ben, koken wij beurtelings en zo heb ik via hem heerlijke recepten leren kennen uit de mediterrane keuken. Hij kookt op zijn manier en ik op de mijne en we waarderen elkaars eten enorm.

Maar door al die veelheid van mogelijkheden en het steeds grotere repertoire van mijn kinderen, die ook onderling recepten uitwisselen, kreeg ik steeds meer het gevoel dat ik achter begon te lopen. Dus ik heb inmiddels ook mijn telefoon vol staan met recepten van ´smaakmenutie´ en anderen. Het maakt me echter niet zekerder van mezelf, maar juist onzekerder. Ik maak regelmatig nieuwe dingen, zoals Thai curry en andere oosterse gerechten. Ik houd van die keuken en ik ben dol op kokosmelk.

Maar het meest comfortabel voel ik me nog altijd bij bereiden van Pakistaanse eten. Ik heb dat het grootste deel van mijn leven dagelijks klaargemaakt en het is me het meest vertrouwd. Ik doe dat zonder nadenken en als vanzelf. Dus ik heb besloten dat in mezelf te erkennen en me vooral daarop te richten als ik mensen voor eten ga uitnodigen. Experimenteren met nieuwe smaken doe ik liever als het alleen voor mij en Ahmad is. Dan kunnen wij alles voorproeven. Niet alles wat geadviseerd wordt in recepten vinden wij een succes.

En zo kruip ik langzaam uit mijn schulp en begin ik weer mezelf te worden, wat betreft schrijven, schilderen en koken. Een mens moet zich realiseren wat hij kan en niet kan. Ik dank God/Allah dat ik nog veel kan met mijn door artrose enigszins geteisterde handjes. Ons energiepeil is wat lager dan in onze jonge jaren, maar we mogen blij zijn met een verder goede gezondheid. Onzeker zijn is raar op mijn leeftijd en ik heb besloten het van me af te schudden. Ik doe wat ik kan en wat voor de hand ligt en ik dank God. Alhamdullillah.

Hier nog een filmpje. Ik las ergens dat YouTube een algoritme hanteert dat veel views lokt naar extreme content, zelfs onder kinderen. Dat vind ik een zorgelijke ontwikkeling. Maar over mijn filmpje hoeft men zich niet druk te maken. Het is wat saai, maar zeker niet extreem.

Woningnood

Er is een tekort aan huizen in Nederland en sommigen geven daarvan de schuld aan de instroom van asielzoekers.

Maar naar mijn weten is deze woningnood niet nieuw. Hij bestond al in de 70er jaren. Niet voor niets gingen mensen toen leegstaande panden kraken.

In mijn vroege jeugd merkte ik niet zoveel van dit tekort aan huizen. Aangezien mijn stiefvader beroepsmilitair was kregen we vrijwel altijd bij elke verhuizing een woning toegewezen op de vliegbasis waar hij ging werken. In Duitsland waren dat geheel ingerichte woningen (met serviesgoed en al) in een bosrijke omgeving. Op de vliegbasis Deelen woonden wij in een barak waar voorheen soldaten in gehuisvest waren. De woning was niet aangepast voor ons als gezin. We hadden daar drie WC´s naast elkaar en het huis bestond uit een lange gang met te veel kamers en een keuken. Het was voor mijn broer en mij ideaal om verstoppertje te spelen. Om de barak heen was natuur en daar huppelden eekhoorntjes en konijnen rond.

Toen we naar Eindhoven verhuisden werd het wat lastiger. Mijn stiefvader kreeg toen niet direct een woning en daarom trokken we enige tijd in bij zijn moeder, die woonde in een houten woning genaamd ´ons houten kasteel´. Daarna woonden we een tijdlang in een prefab houten woning die te klein was voor vier gezinsleden maar uiteindelijk kregen we een leuke eengezinswoning in een wijk die het ´witte dorp´ genoemd werd. Dat sloeg niet op de huidskleur van de mensen, maar op die van de woningen.

Toen ik uit huis ging en naar Utrecht vertrok, aanvankelijk om bij de Spoorwegen te gaan werken, was het heel moeilijk om een kamer te vinden. Ik vond een klein hokje op twee hoog in een zijstraatje van de Oude Gracht. Ik kon daar niet koken en douchen (moest daarvoor naar een badhuis en naar de mensa). Naast mij woonde nog een jongen. We waren slechts gescheiden door een dunne wand. Als hij een scheet liet kon ik het horen. Gelukkig was hij verder rustig.

Later vond ik een grotere kamer in de wijk Lombok. De kamer was op het noorden en ik had alleen een butagaskacheltje. In de avond ging ik vroeg naar bed om de kou niet te voelen. Ik moest het keukentje op de overloop delen met een heel dominante meid die alle keukenkastjes voor zichzelf gereserveerd had en bij mijn aankomst al aankondigde wanneer zij kookte en de keuken dus niet toegankelijk was voor mij. Ik liet dat over me heenkomen, zultje dat ik toen nog was. Het duurde niet al te lang. Na een koude winter en een zomer werd ik eruit geknikkerd, omdat mijn hospita een baby kreeg en de ruimte nodig had.

Toen heb ik me met mijn toenmalige vriendje aangesloten bij de groep krakers waar mijn broer deel van uitmaakte. Mijn broer woonde op 1bis met die krakers en dat huis was al enigszins bewoonbaar. Nummer 1 stond nog leeg maar was in een verschrikkelijke staat. Daar trokken wij in. Het heeft wel een tijd geduurd om die benedenwoning annex café met bar bewoonbaar te maken. Het bleef ook daarna behelpen, maar het was te doen.

Ik was intussen psychologie gaan studeren Dat ging ik doen vanuit de gedachte dat ik mensen wilde helpen. Ik was informatrice bij de NS maar ik wilde meer kunnen doen voor mensen dan reizen uitstippelen. Als er een ´gastarbeider´ bij de balie kwam met een papiertje en daarop een adres en de man sprak geen woord Nederlands, dan wilde ik het liefst met hem meelopen om hem de weg te wijzen. Ik merkte al snel dat ik niet paste tussen de andere informatrices en dat ik andere dingen wilde met mijn leven.

Als student kon ik me inschrijven voor een studentenflat. Dat heb ik gedaan en na jaren was ik eindelijk aan de beurt voor een kamer in een studentenflat, gedeeld met negen andere meiden en later in een gemengde (d.w.z. jongens en meisjes bij elkaar) ´viereenheid´.

Later ging ik weer terug naar het kraakpand waar inmiddels een plek vrij was gekomen op 1bis.

Toen al was er woningnood, ook al was het aantal inwoners in Nederland een stuk lager dan nu. Maar er was een tekort aan huizen, zowel voor kamerbewoners als voor gezinnen. Ook toen moesten mensen met een laag inkomen jaren wachten op een sociale woning. Een verschil met nu was dat de koophuizen goedkoper waren en veel mensen hebben daarvan geprofiteerd door toen een huis te kopen. Er waren ouders die hele panden opkochten om daar hun studerende kinderen in te huisvesten en de rest van de kamers te verhuren, een goede investering.

Ik heb als bijbaantje een tijdje bij huisvesting gewerkt en zag toen al mensen wanhopig en nijdig worden aan de balie omdat ze geen huis kregen. Ik zag zelfs een keer een man over de grond rollen van frustratie.

Wat wil ik zeggen met dit lange verhaal? Dat woningnood niet iets nieuws is in Nederland. Het is een oud probleem en de oorzaak ligt niet bij het aantal inwoners dat we hebben of de instroom van buitenlanders. Het ligt aan het beleid. Wat daar precies aan schort weet ik niet, maar er is een permanent tekort aan woningen voor alle typen huishoudens. Al jaren!

Reset

Elke levensfase heeft zijn eigen kenmerken en eisen, bedacht ik vanmorgen toen ik wakker werd na een lange en grieperige nachtrust.

Als je boven de 70 jaar bent, dan hoef je niet zoveel meer en mag je daarentegen veel. Als je nog jong bent word je geacht te ‘werken aan je toekomst’, je moet vooral veel leren ter voorbereiding op het latere leven van verplichtingen dat je wacht. Wat die verplichtingen dan zijn is voor een ieder verschillend, afhankelijk van de omgeving waarin men verkeert en de eisen die aan iemand gesteld worden.

Ik had een goed leerhoofd en ik hoefde niet al jong uit werken te gaan om aan het gezinsinkomen bij te dragen. Van mij werd verwacht dat ik mijn leerhoofd gebruikte om te studeren. Na mijn studie bekeerde ik me tot de islam en kreeg ik 5 kinderen met een man uit een totaal andere cultuur dan de mijne. Ik paste me daaraan aan en leefde lange tijd alleen voor mijn 4 overgebleven kinderen.

Op mijn 43e wist ik me eindelijk te bevrijden uit het helse huwelijk door naar Den Haag te vluchten met de kinderen. Mijn leven kreeg een ‘reset’. Ik kon voor het eerst mijn eigen plan trekken en hoefde niet langer bang te zijn voor de gevaarlijke gek met wie ik getrouwd was geweest.

Heerlijk was dat. Ik maakte vervolgens nog een keer een verkeerde partnerkeus, omdat ik dacht dat mijn tweede echtgenoot een vader kon zijn voor mijn kinderen. Dat pakte anders uit dan mijn bedoeling was (zacht uitgedrukt).

Sinds nu bijna 15 jaar ben ik met een partner die het beste in mij naar boven haalt en die heel wat spoken uit mijn verleden heeft doen verdwijnen. Hij is gelukkig met mij en ik met hem. Mijn kinderen hebben zich in weerwil van hun niet ideale jeugd ontwikkeld tot lieve en zelfbewuste volwassenen. Ze werken allen in een beroep waarin zij hun kwaliteiten optimaal benutten, hebben succes en ze zijn goede ouders voor hun kinderen.

Ik ben gewend voor uitdagingen te staan. Mijn hele leven moest ik me inspannen om aan de eisen van het moment te voldoen.

Nu is dat niet meer zo. Ik hoef niets. Niemand verwacht iets van mij. Mijn kinderen redden zich en hebben hun partners om mee te praten als ze ergens mee zitten. Mijn levensinstelling behoeft een ‘reset’.

Ik kan elke dag doen waar ik zin in heb, maar omdat ik zo gewend ben aan uitdagingen heel mijn leven verwacht ik ook nu nog veel van mezelf. Een voorbeeld is dat ik mezelf vorige week nog perfect Spaans wilde leren. Nu denk ik: hoezo en waarom? Ik kan me redden met het Spaans dat ik nu spreek. Waarom moet het grammaticaal ook allemaal perfect zijn? Hoezo moet ik schilderen? Wie wacht er op mijn portretjes? Hoezo moet ik in dit weblog schrijven? Wie wil dit lezen?

Ik ben vaak moe en ik wil daar best aan toegeven. Het mag immers. Ik mag gerust een hele middag een boek lezen.

Dat bedacht ik vanmorgen en ik stond heel relaxed op.

Het gekke is dat ik juist omdat ik mezelf ‘vrijaf’ gaf van alle eisen die ik aan mezelf pleeg te stellen energie kreeg. Ik ging zonder nadenken van alles doen, zoals het in vazen schikken van alle veldbloemen en takken die ik gedroogd heb deze zomer. En straks ga ik koken met goesting. Gewoon omdat alles mag en niets hoeft! Daar krijg ik energie en inspiratie van.

Zoiets als ‘de wet’ dat veel zich ontpopt in zijn tegendeel. Dwang verlamt en vrijheid geeft inspiratie en leidt tot meer resultaat.