Want ik had het druk voor mijn doen. Donderdag een matige antiekmarkt bezocht in Den Haag. Het was koud en windering, maar het gezelschap van een vriend die ik al 52 jaar ken maakte veel goed. Hij was uit Amsterdam komen treinen om de vriendschap te onderhouden wat altijd leuk is als je iemand al van zo lang geleden kent. Hij maakte een aantal foto’s van mij die ik goed gelukt vind, al zijn ze qua rimpels niet geflatteerd en niet gefotoshopt. ‘Reality is beautiful’. Ik was er zo blij mee dat ik mijn profielfoto’s met een ervan heb aangepast. Je moet een profielfoto regelmatig updaten, vind ik. Zelf maakte ik ook een paar foto’s die niet geweldig zijn.
O o Den Haag…….
Ahmad was uren alleen thuis en maakte onder andere zijn tiffany af, waarmee hij een oud tafeltje heeft opgepimpt.
Gisteren ging ik naar de schoenmaker in een nabij winkelcentrum om een paar oude laarzen van profielzolen te voorzien. De man was zo eerlijk om mij te laten zien dat de laarzen versleten waren en dat het leer aan het verteren was. Dat stelde ik erg op prijs. Ik gooide de 25 jaar oude laarzen in de dichts bij zijnde prullenbak en begaf me naar Nelson, waar ze dr Martens verkopen.
In de winkel was het bloedheet en zwetend paste ik enkel stoere boots, allemaal rechterlaarzen. Er was een laars die heerlijk zat en niet al te opzichtig en modieus was (geen kanariegeel typisch dr Martens stiksel en geen super dikke plateauzool, maar een gewone zwarte enkellaars van heerlijk zacht leer en met een goed profiel onder de zool.
Blij rekende ik af, 200 ballen maar dan heb je ook wat goeds.
Thuis kwam ik erachter dat de linker laars wat te strak zat in de breedte, omdat mijn linkervoet breder blijkt te zijn dan de rechter. Dat wist ik niet omdat ik al zo lang geen schoenen meer kocht en me in de tussentijd aan beide voeten heb laten opereren en dus ‘nieuwe’ voeten heb. Ik las op internet dat het vaak voorkomt dat een linkervoet wat groter of breder is dan een rechtervoet. Spijt als haren op mijn hoofd dat ik niet beide schoenen even in de winkel gepast heb toen ik de doos kreeg. Er was te weinig personeel en de winkel was propvol met schoenen zoekend volk. Ik had te doen met de twee jongeren die rondrenden om iedereen te helpen. Maar ik had gewoon tijd moeten nemen. Ik had toch al zelf zitten klooien met veters en de verschillende laarzen en me door niemand laten helpen en kon best nog een keer even gaan zitten. Maar dat deed ik niet!
Nu heb ik in de linker laars een schoenspanner gezet die ik er minstens 48 uur in laat zitten. Maandagochtend ga ik kijken of dat geholpen heeft. Zo niet, dan moet ik terug naar de winkel om de laarzen te ruilen. Ik hoop dat ik ook mijn geld terug kan krijgen, zodat ik naar de binnenstad van Den Haag kan gaan waar een dr Martenswinkel is met natuurlijk veel meer keus. Ik wilde te snel laarzen en had geen zin om helemaal naar het centrum te gaan daarvoor. Nu moet ik dat bekopen met spijt.
Dus mensen, pas altijd beide schoenen in een winkel en maak niet dezelfde fout als ik.
Ik begon al te twijfelen aan mijzelf. Zonder voorafgaand overleg maakte ik een schilderij van mijn vroegere klasgenoot P, toen ik wist dat hij terminaal ziek was. Het was bedoeld als cadeau en aandenken, maar zoiets persoonlijks kan je natuurlijk niet opdringen aan mensen. Het kwam in me op om hem vast te leggen zoals ik hem zag vanuit het zijspan van zijn motor, toen hij me trakteerde op een tocht langs de Friese landwegen. Ik zag hem van opzij tegen de blauwe lucht met een intens tevreden uitdrukking op zijn gezicht. Motorrijden was één van zijn passies en het enige dat hij nog goed kon tot kort voor zijn dood.
Toen ik P en zijn vrouw L een foto stuurde van het schilderij dat ik had gemaakt vond hij het heel mooi en verzekerde hij me dat ze het schilderij graag wilden hebben met de groetjes ook van L. Ik beseft dat het schilderij niet zozeer voor P bestemd zou zijn maar dat het meer een aandenken zou kunnen worden voor L, die op het einde van zijn leven vaak met hem in het zijspan van zijn motor heel Europa heeft doorgereisd en hem net zo kan hebben gezien als ik. Overigens is het voor de bijrijder geen comfortabele manier van reizen. Je wordt nogal door elkaar geschud bij eventuele hobbels in de weg en naar mijn idee is het zitje in het zijspan niet bijzonder veilig. Je bent daarin behoorlijk kwetsbaar.
Ziet er mooi uit, maar geen veiligheidsgordel. Je moet jezelf maar zien vast te houden om niet gelanceerd te worden
Daar gaan we dan…..
Toen P met enorme snelheid langs de landelijke wegen suisde was ik af en toe een beetje bang. Ik besefte dat hij al wist dat hij snel zou sterven, maar dat dit voor mij nog niet opging. Ik wilde me echter niet laten leiden door deze angst en daarom zette ik die van me af. Eens gaan we allemaal…Toen we na veel kilometers eindelijk ergens afstapten bij een uitspanning in Harlingen met terras met uitzicht op het water, was ik blij dat ik uit het bakje kon stappen.
Ik maakte het schilderij in Spanje. Toen hij in januari overleed kon ik helaas niet naar het afscheid voorafgaande aan de crematie gaan. Ik condoleerde natuurlijk wel L en bracht haar het schilderij in herinnering. Ze bevestigde dat ze het graag wilde hebben en we spraken af elkaar in april te zien.
Helaas kwam daarvan niets terecht, omdat ik een fietsongeluk kreeg en zeker 4 weken niet goed kon lopen. Maar aangezien zij regelmatig in de buurt van Den Haag komt sprak L met me af om het schilderij bij mij op te halen op een bepaalde datum. Op de afgesproken dag kwam zij niet en kreeg ik ook geen bericht over de reden daarvan.
Ik ben iemand die dan snel denkt dat mijn schilderij kennelijk niet belangrijk voor haar is. Sterker nog, misschien wilde zij het helemaal niet hebben en zei ze me dat alleen niet uit beleefdheid. Dat terwijl ik haar gezegd had dat ik het haar niet wilde opdringen en dat ze het gerust eerlijk kon zeggen als zij het niet wilde.
Ik was gepikeerd. Graag of niet. Ik ga niet met een schilderij achter iemand aanzeulen.
Op aanraden van de andere schoolvriend P, die ik erover appte (en vroeg of hij anders het schilderij wilde hebben omdat hij zijn beste vriend was geweest), zette ik me over mijn trots heen en nam ik contact op met L. Het gaf me een goed gevoel om deze stap te nemen. ‘Was er misschien iets tussen onze afspraak gekomen?’ Ik kreeg snel antwoord. Er was inderdaad van alles tussen gekomen, maar de 22e zou ze gelukkig weer in Den Haag zijn en het rond 13 uur komen ophalen. Of dat schikte? Ja.
En zo geschiedde. Ze heeft het schilderij opgehaald op de 22e. We hadden een openhartig gesprek in de tuin. Eigenlijk was zij enkele jaren geleden officieel gescheiden van P. Maar omdat hij haar op zeker moment belde dat hij kanker had en het niet alleen aankon heeft ze hem weer in haar leven toegelaten en besloten hem te verzorgen tot zijn dood. Wat een mooi gebaar is dat van haar!
Is zij blij met het schilderij en krijgt het een plekje? Ze zegt van wel.
Hij was al eens bij ons op bezoek, Tariq met het enorm dikke en zware boek geheten: ‘Children of Al-Andalus’. Het boek was toen net uit, een mooie uitgave met schitterende foto’s. In het boek worden veertig mensen geïnterviewd van wie de voorvaderen tijdens de inquisitie gevlucht zijn (of op boten gezet) naar onder andere Marokko. In het boek komen alleen nazaten die wonen in Marokko aan het woord, zowel joden, oud christenen als moslims.
Na het boek heeft Tariq, samen met zijn vriend Hisham ook een gefilmde documentaire gemaakt, waarin drie van de eveneens in zijn boek geïnterviewden aan het woord komen, ook weer met schitterende beelden van mooie architectuur in Marokkaanse wijken, die de kenmerken dragen van het tijdperk Al Andalus.
De film is al in verschillende steden vertoond, zowel in Spanje als in Nederland en werd afgelopen vrijdag vertoond in het Filmhuis in Den Haag. Tariq had Ahmad gevraagd om bij de voorstelling aanwezig te zijn en om eventueel na afloop na te praten.
Dus wij gingen met twee gereserveerde plaatsen op weg naar de tramhalte om ons te begeven naar de bioscoop. Het voelde wat onwennig. Zo vaak gaan wij niet meer naar dit soort evenementen. Ik ging eigenlijk alleen mee voor Ahmad en niet zozeer omdat ik heel erg geïnteresseerd ben in het verhaal. Ik weet dat de geschiedenis door diverse belangengroepen op heel verschillende wijze wordt weergegeven. Tariq en Hisham hebben de intentie om te verbinden en zeker niet om mensen tegenover elkaar te zetten. Verschillen van mening en tegenstellingen zijn er al genoeg in de wereld.
Het zaaltje was volledig bezet door een gevarieerd publiek. Ik zag ‘witte’ Nederlanders van diverse leeftijden en ook enkele gesluierde hoofden. De film was ontroerend, zozeer dat mijn schatje op een gegeven moment zat te snikken en ik zijn hoofd met petje en al naar mij toetrok en vasthield.
Na afloop was er gelegenheid om vragen te stellen. Het bleef een tijd stil. Ahmad was de eerste die een vraag had, of liever gezegd een opmerking. Hij verontschuldigde zich dat hij het in het Spaans ging zeggen, waarop Tariq mij vroeg om het te vertalen. ‘Maar jij spreekt toch ook Spaans?’ zei ik daarop. ‘Maar hij spreekt erg Andalusisch,’ antwoordde Tariq toen, wat gelach in de zaal uitlokte. Ik vertaalde naar beste kunnen wat Ahmad zei. Hij merkte op dat je het tijdperk Al Andalus en de daarop volgende inquisitie niet kan begrijpen zonder de historische achtergrond te kennen. Hij had het over het verdrag van Nicea in de vierde eeuw, toen de christelijke kerk zich splitste en hij kon nog veel meer vertellen. Het zou een documentaire apart kunnen worden. ‘Hij heeft er een boek over geschreven. Is men geïnteresseerd?’ Ik heb de lachers op mijn hand en er wordt welwillend op gereageerd. ‘Ik ben zeker geïnteresseerd,’ zegt een man naast ons.
Maar er kan natuurlijk niet alleen uitgeweid worden door één persoon. Er zijn meer mensen met vragen. Het lijkt erop dat het ijs gebroken is. Na een stilte waarin niemand de eerst vraag durfde te stellen branden nu veel mensen los. Het is een interessante nabeschouwing, waarbij er goed geluisterd en gereageerd wordt.
Op een goed moment moeten beide vrienden het vragenuurtje afronden, omdat de zaal vrij moet komen voor een andere filmvoorstelling.
Na afloop blijven diverse mensen uit de zaal nog in het aangrenzende café aan tafeltjes zitten. Tariq is in gesprek met een paar mensen, staande bij een tafeltje waarop een stapeltje ligt met exemplaren van het boek dat hij heeft uitgegeven. Ik zie even later dat hij een boek heeft verkocht aan een dame.
We staan in groepjes te praten. Ik met een half Egyptisch half Nederlandse jongeman die vroeger met Tariq heeft gewerkt en nu met hem meegereden is vanuit Amsterdam omdat hij nieuwsgierig was naar wat er terecht was gekomen van Tariqs enthousiaste plannen om dit onderzoek te gaan verrichten (plannen die hij jaren geleden al had na een tijd in Andalusië vertoeft te hebben) en met een Marokkaanse die vanaf haar derde jaar is opgegroeid in Nederland. We hebben het over het ‘gevoel ergens thuis te horen’. En over ‘halfbloed’. ‘Eigenlijk zou het niet halfbloed moeten heten maar dubbelbloed’, zegt de jongeman. Precies! Ook komt het dubbele gevoel ter sprake dat je kan hebben dat je in Nederland niet gezien wordt als echt Nederlands en in Marokko niet als een ‘echte Marokkaanse’. En ik zeg dan weer dat je ook als ‘volbloed’ Nederlander het gevoel kan hebben je nergens thuis te voelen of juist overal. ‘In wezen zijn we allemaal nakomelingen van Adam en in die zin één familie,’ zeg ik. Zo kan je het ook zien,’ zegt de Marokkaanse dan.
We gaan er naartoe dat we allemaal onderling huwen en dat rassen en nationaliteiten vermengd worden en geen punt van belang meer zullen zijn. Dat is mijn ideaal.
Even later zitten we in het café aan een ovale tafel. Met de twee makers van de film en het boek, de ‘dubbelbloed’, de Marokkaans-Nederlandse, Ahmad en ik en de Nederlandse man die zei geïnteresseerd te zijn in Ahmad’s verhaal. Hij is getrouwd geweest met een Spaanse, maar zijn vrouw is helaas overleden. Hij geeft mij het adres op een papier van een vereniging van Spaanstaligen in Den Haag. Misschien is het wat voor Ahmad. De Marokkaanse geef ik mijn emailadres. Zij zoekt een Spaans sprekende gids om een keer de monumenten in Andalusië te bezoeken. Ik heb haar gezegd dat Ahmad en ik haar mogelijk kunnen rondleiden als zij in de winter naar Andalusië komt.
Ik voel me heel prettig in het gezelschap aan die tafel. Ik besef dat Ahmad en ik erg op onszelf zijn, maar als ik in zo een gezelschap van gelijkgestemden zit, dan voel ik me ontroerd. Als we op weg naar huis zijn en in de tram zitten zeg ik tegen Ahmad: ‘Wat we zojuist hebben meegemaakt is toch mooi. Mensen zijn niet anders dan diertjes, die graag bij elkaar kruipen en zich dan fijn voelen. We zoeken herkenning en voelen ons dan dicht bij elkaar. In wezen zijn we allemaal eenzaam zodra we de moederbuik verlaten hebben en zoeken we troost en warmte in gezelschap. Ook vluchtige momenten van samenzijn kunnen dat gevoel geven’.
Ahmad is nu bezig een video samen te stellen met materiaal dat hij verzameld heeft over de geschiedenis van Andalusië. Een project dat hij wil delen met Tariq en Hisham.
Verrassing vandaag als we moeder zwaan zien zitten met jongen. Er waren 5 eieren en nu zien we vier zwaantjes.
Vader zwaan is afwezig. Er komt een man op een fiets aangereden. Hij stapt af om met ons de jonge zwaantjes te bewonderen. Hij zegt dat de zwaantjes er gisteren ook waren. We tellen ze een paar keer en constateren dat het er echt nu maar vier zijn.
Dan haalt de man een plastic zak uit zijn fietstas. Er zitten twee bakjes met overrijpe aardbeien in. Zonder iets te zeggen nadert hij de nu sissende moeder zwaan en kiepert een bak leeg op haar nest. De zwaan maakt geen aanstalten van de klodderige aardbeien te eten. ‘Lusten zwanen dat?’ vraag ik de man. ‘Ik denk het niet,’ antwoordt hij. Maar alsnog kiepert hij met een brute beweging nog een bak leeg op het nest van de weerloze mamma. Ik ben te verbluft om er wat van te zeggen. Dan taait hij af op zijn fiets in de richting waarvan hij gekomen is.
Mamma kijkt zoekend om zich heen. Zoekt zij pappa zwaan misschien voor hulp om haar bevuilde nest te bevrijden van het ongewenste fruit?
We horen een luid geplons achter het riet waar de sloot verder loopt. Wat is dat voor geplons? Het lijkt alsof het komt van een groot dier. We lopen een stukje om achter het riet te kijken. Zien iets groots en bruins een paar keer tegen de rand van het water opspringen en met een plons terugvallen in het water. Is het een grote rat? Een otter misschien? Maar dan zie ik het onbekende wezen een stuk verderop zwemmen in de richting van moeder zwaan. Ik zie een grote vin. ‘Het is een vis,’ zegt Ahmad. Ja, het is een vis, een hele grote, een snoek misschien.
Een beetje bezorgd lopen we verder. We kunnen niets doen. Het liefst zou ik haar nest voor haar willen bevrijden van al dat fruit. ‘Daar komen alleen maar roofvogels en ratten op af,’ zegt Ahmad. En die vormen ook een gevaar voor die kleintjes.
We hebben geen super spannend leven, zoals ik weleens eerder vertelde in dit weblog. Maar o, wat geniet ik van die rust. Spannende dingen heb ik meer dan genoeg meegemaakt en gezien in mijn leven en het leven dat zich nu voortkabbelt in een rustig en steeds terugkerend ritme is voor mij een oase waarin ik hoop lang te mogen verblijven.
Ik weet inmiddels (na bijna 73 jaar) dat alles verandert en niets blijft en daarom koester ik elk rustig momentje.
Het schilderwerk aan de panter op een grote gescheurde houtschijf heb ik afgerond. Het verliep niet soepeltjes, omdat ik dit keer geen voorbeeld had om na te schilderen. Ik moest alles uit mijn met verf volgesmeerde duim zuigen en daar ben ik nog niet zo goed in. Af en toe zag ik het niet zitten als ik keek naar mijn geklodder. Ahmad stelde voor om het er maar bij te laten zitten. ‘Misschien leent dat stuk hout zich niet voor verf en is het zonde om er nog meer verf aan te besteden,’ zei hij. Maar ik heb nog nooit een schilderij niet afgemaakt. Dus ik ging door tot ik op een goed moment het kon laten voor wat het geworden was. Ik was niet echt tevreden, maar nu het in mijn tuin hangt te drogen, voordat ik het zal voorzien van een vernislaag, en ik er naar kijk vanaf een grotere afstand ben ik er toch blij mee. Mijn oog word er steeds naartoe getrokken.
Ik zie er mezelf in. Toen de buurvrouw me verraste met een heel onterecht grote en lelijke mond. Ik zie mezelf omkijken naar de buurvrouw (nu alweer een tijd terug). Ik zeg ’toedeloe’, trek de deur met een klap achter me dicht en keer niet terug.
Van elke dag een berichtje komt het niet meer. Het doet er ook niet toe. Weinig mensen zitten op mijn stukjes te wachten en ik word er niet voor betaald. Soms vraag ik me af of mijn weblog wel bestaansrecht heeft of dat ik net zo goed een privé dagboek kan bijhouden, alleen voor mezelf. Maar ‘iets in mij’ wil graag mijn gedachten delen met de enkele belangstellende die daarin geïnteresseerd is.
Ik ben bijvoorbeeld blij dat mijn stukjes over islam regelmatig gelezen worden en ook dat de link naar oefeningen na een gammanailoperatie die ik plaatste in dit weblog met regelmaat bekeken wordt. Dat maakt dat het voor mij zin heeft te blijven schrijven. Ik heb zelf veel aan die oefeningen gehad en gun dit ook aan anderen.
Nu heb ik even niet veel te melden. Ons leven speelt zich af in een aangenaam ritme dat veel rust geeft. Onze dagelijks terugkerende spelletjes rummikub in de middag die nooit gaan vervelen. Mijn vaste tijd op de hometrainer met een serie die me boeit. Dit keer is dat de Zweedse serie ‘Bron’. Bij mooi weer lezen in de zon (ik ben helemaal klaar met Bukowski en lees nu ‘Schuim der aarde’, geschreven door Roxane van Iperen) en bij slecht weer de verfkwast ter hand nemen om experimenteel te klodderen. En zeker zo belangrijk: boodschappen doen en lekker eten maken. Met die activiteiten is de dag zo om. De dagelijkse kleine wandeling in de Uithof slaan wij niet graag over.
‘Anna, ziet gij al iets komen?’
Zoveel geduld. Ik lees dat de broedtijd 36 dagen duurt. Dan moet het niet lang meer duren!
Het picknickveld ligt klaar voor gebruik. Veel families maken er gebruik van om lekker te gaan eten samen. Soms laten ze een puinhoop achter, maar die wordt daarna netjes opgeruimd door de reinigingsdienst.
Ik schaam me diep voor de beschuldiging die ik deed. Het blijkt gelukkig niet te kloppen. Ik heb acuut het filmpje op YouTube op de verborgen stand gezet en er bovendien bij gezet als opmerking dat onze inschatting van de situatie niet klopte.
Vanmorgen zei ik nog tegen Ahmad: ‘Misschien zijn de eieren helemaal niet weg. Ik kan me niet voorstellen dat een zwaan blijft broeden op een leeg nest. Misschien waren de eieren alleen maar afgedekt, zoals de eend bij ons in de tuin vroeger dat ook deed’. Maar Ahmad vond het vreemd dat het pa zwaan niet meer zo de wacht hield bij het nest, terwijl hij eerder midden op het pad stond en niemand makkelijk liet passeren.
Vandaag wandelden we ons rondje door de Uithof en zagen we met eigen ogen dat er weldegelijk nog eieren in het nest waren. Het was er zelfs nu één meer. Er lagen vijf eieren!
Moeder was zich aan het wassen en draaide vervolgens de eieren om en ging er weer op zitten broeden, terwijl vader heel druk bezig was met meer nestmateriaal te plukken van de omliggende waterplanten en deze naast het nest op het water te gooien, waarschijnlijk om ze daarna op het nest te kunnen verspreiden.
Terwijl Ahmad het ene mooie werkstuk in tiffany maakt na het andere, komt er uit mijn handen niets.
Ahmad met zijn laatste werkstuk, een doosje voor snoep
Nu is hij alweer bezig met een nieuw project, het maken van een inlegsjabloon van tiffany voor een bijzettafeltje, waarvan het blad wat versleten is. Ik heb vaak de ideeën, maar hij voert ze uit. Intussen maak ikzelf niets.
Ik ben begonnen met het bijwerken met olieverf van een panter die Ahmad op een houtschijf heeft gebrand met pyrografie. De panter was niet meer goed te zien op de schijf door weersinvloeden (hij hing jaren in onze tuin). Nu ben ik bezig die panter te schilderen, maar o wat gaat dat moeizaam. Ten eerste ben ik zo stom geweest om een onderlaag te schilderen met gesso. Daardoor is de originele tekening met pyrografie onzichtbaar geworden. Ik moest dus zelf weer een panter tekenen. Maar ook is de houtschijf van ruw hout en schildert het voor geen meter. Niks blijdschap met een kwast. De kwasten waarmee ik nu werk zijn bovendien zo hard als planken. Ik kan net zo goed met een eind hout verven.
Ik heb gekeken hoe ik de hard geworden kwasten weer zacht kan maken op YouTube maar kreeg tegenstrijdige filmpjes te zien. Ik wil niet moedeloos worden. Morgen stort ik me opnieuw op het karwei.
Heeft iemand een tip hoe je een hard geworden olieverfkwast (van een luie schilder die haar kwasten niet goed heeft schoongemaakt voordat ze een half jaar naar Spanje ging) weer zacht kan krijgen?
O ja, ik kan het vragen aan chat gpt. Het antwoord is:
Om een kwast met hard geworden olieverf erin weer zacht te krijgen zijn hier enkele stappen die je kunt volgen: 1. Schraap voorzichtig zoveel mogelijk harde verf van de kwast met behulp van een mes of een oude tandenborstel. 2. Vul een glas of een potje met terpentine of een speciaal oplosmiddel voor olieverf. 3. Laat de kwast een paar minuten in de terpentine of het oplosmiddel weken en beweeg het rond om de oplosmiddel in de haren van de kwast te laten doordringen. 4. Verwijder de kwast uit de terpentine of het oplosmiddel en druk zachtjes op de haren van de kwast om de losgekomen verf te verwijderen. 5. Spoel de kwast grondig af onder warm water om eventuele restanten van de terpentine of het oplosmiddel te verwijderen. 6. Gebruik een stuk keukenrol om de kwast droog te deppen en vorm de haren van de kwast terug in de originele vorm. 7. Laat de kwast luchtdrogen en bewaar deze op een droge plaats. Als de kwast nog steeds hard is na deze stappen, herhaal dan de bovenstaande procedure totdat de verf volledig uit de kwast is verwijderd en de haren weer zacht zijn. This message has been generated by Nova – download it for free: https://novaappai.page.link/Nt4WhfBfYorMtsV66
Ik blijf het mooi vinden, de smeekbede op het tegeltje dat ik in mijn hal heb hangen. Af en toe lees ik het en dan raak ik telkens opnieuw ontroerd. De woorden raken mijn moederhart. Misschien herkent de lezer zich ook in deze woorden?
De G van Gij heeft een nogal eigenaardige vorm
En dan bedenk ik me dat het voor mensen niet anders is dan voor dieren. Ook zij zullen hun kinderen willen beschermen en behoeden met al hun kracht tot het moment dat ze hen los moeten laten. Dat dit helaas niet altijd lukt, hoe je ook je best doet, is een gegeven.
Kijk maar naar het verhaal van de zwanen in de Uithof ?
Heb het filmpje openbaar op YouTube gezet. Het is helaas onmogelijk om het stelen van zwaneneieren tegen te gaan als de zwanen hun nest bouwen op een plek die toegankelijk is voor de mens.
Vandaag zocht in naar de openingstijden van de oma speeltuin in Wateringen, de Kinderster geheten. Dit alvast ter voorbereiding op de dagen dat mijn kleindochter hier komt logeren. Er werd een mogelijkheid geboden om me aan te melden. Ik dacht dat het misschien leuk en nuttig kon zijn om op de hoogte gesteld te worden van nieuwtjes omtrent die speeltuin. Dus niets vermoedend meldde ik me aan. Om daarna te ontdekken dat ik nu lid was geworden van Facebook, zodat ik toegang had tot hun Facebookpagina..
Hoho, ik wilde helemaal geen lid worden van Facebook. Ik deel mijn leven al hier in mijn privé domeintje op internet. Ik wil geen vrienden zoeken op Facebook.
Inmiddels was ik al achter de openingstijden van de speeltuin en het adres, het enige dat ik wilde weten. Nu was het zaak om mijn Facebookaccount voor de zoveelste keer permanent te verwijderen. Ik moest spieken in Google hoe dat ook alweer moest. Het is bijzonder gemakkelijk om een account aan te maken in Facebook. En het gekke is dat Facebook mij dan nog blijkt te kennen van jaren geleden. Gegevens blijven kennelijk heel lang bewaard. Uit Facebook stappen is een stuk minder gemakkelijk, maar het kan gelukkig wel, ook al maakt Facebook de weg erheen niet gemakkelijk voor de consument.
Maar het is weer gelukt en ik haal opgelucht adem. Ik vind echt niets aan Facebook.