Hij was al eens bij ons op bezoek, Tariq met het enorm dikke en zware boek geheten: ‘Children of Al-Andalus’. Het boek was toen net uit, een mooie uitgave met schitterende foto’s. In het boek worden veertig mensen geïnterviewd van wie de voorvaderen tijdens de inquisitie gevlucht zijn (of op boten gezet) naar onder andere Marokko. In het boek komen alleen nazaten die wonen in Marokko aan het woord, zowel joden, oud christenen als moslims.
Na het boek heeft Tariq, samen met zijn vriend Hisham ook een gefilmde documentaire gemaakt, waarin drie van de eveneens in zijn boek geïnterviewden aan het woord komen, ook weer met schitterende beelden van mooie architectuur in Marokkaanse wijken, die de kenmerken dragen van het tijdperk Al Andalus.
De film is al in verschillende steden vertoond, zowel in Spanje als in Nederland en werd afgelopen vrijdag vertoond in het Filmhuis in Den Haag. Tariq had Ahmad gevraagd om bij de voorstelling aanwezig te zijn en om eventueel na afloop na te praten.
Dus wij gingen met twee gereserveerde plaatsen op weg naar de tramhalte om ons te begeven naar de bioscoop. Het voelde wat onwennig. Zo vaak gaan wij niet meer naar dit soort evenementen. Ik ging eigenlijk alleen mee voor Ahmad en niet zozeer omdat ik heel erg geïnteresseerd ben in het verhaal. Ik weet dat de geschiedenis door diverse belangengroepen op heel verschillende wijze wordt weergegeven. Tariq en Hisham hebben de intentie om te verbinden en zeker niet om mensen tegenover elkaar te zetten. Verschillen van mening en tegenstellingen zijn er al genoeg in de wereld.
Het zaaltje was volledig bezet door een gevarieerd publiek. Ik zag ‘witte’ Nederlanders van diverse leeftijden en ook enkele gesluierde hoofden. De film was ontroerend, zozeer dat mijn schatje op een gegeven moment zat te snikken en ik zijn hoofd met petje en al naar mij toetrok en vasthield.
Na afloop was er gelegenheid om vragen te stellen. Het bleef een tijd stil. Ahmad was de eerste die een vraag had, of liever gezegd een opmerking. Hij verontschuldigde zich dat hij het in het Spaans ging zeggen, waarop Tariq mij vroeg om het te vertalen. ‘Maar jij spreekt toch ook Spaans?’ zei ik daarop. ‘Maar hij spreekt erg Andalusisch,’ antwoordde Tariq toen, wat gelach in de zaal uitlokte. Ik vertaalde naar beste kunnen wat Ahmad zei. Hij merkte op dat je het tijdperk Al Andalus en de daarop volgende inquisitie niet kan begrijpen zonder de historische achtergrond te kennen. Hij had het over het verdrag van Nicea in de vierde eeuw, toen de christelijke kerk zich splitste en hij kon nog veel meer vertellen. Het zou een documentaire apart kunnen worden. ‘Hij heeft er een boek over geschreven. Is men geïnteresseerd?’ Ik heb de lachers op mijn hand en er wordt welwillend op gereageerd. ‘Ik ben zeker geïnteresseerd,’ zegt een man naast ons.
Maar er kan natuurlijk niet alleen uitgeweid worden door één persoon. Er zijn meer mensen met vragen. Het lijkt erop dat het ijs gebroken is. Na een stilte waarin niemand de eerst vraag durfde te stellen branden nu veel mensen los. Het is een interessante nabeschouwing, waarbij er goed geluisterd en gereageerd wordt.
Op een goed moment moeten beide vrienden het vragenuurtje afronden, omdat de zaal vrij moet komen voor een andere filmvoorstelling.
Na afloop blijven diverse mensen uit de zaal nog in het aangrenzende café aan tafeltjes zitten. Tariq is in gesprek met een paar mensen, staande bij een tafeltje waarop een stapeltje ligt met exemplaren van het boek dat hij heeft uitgegeven. Ik zie even later dat hij een boek heeft verkocht aan een dame.
We staan in groepjes te praten. Ik met een half Egyptisch half Nederlandse jongeman die vroeger met Tariq heeft gewerkt en nu met hem meegereden is vanuit Amsterdam omdat hij nieuwsgierig was naar wat er terecht was gekomen van Tariqs enthousiaste plannen om dit onderzoek te gaan verrichten (plannen die hij jaren geleden al had na een tijd in Andalusië vertoeft te hebben) en met een Marokkaanse die vanaf haar derde jaar is opgegroeid in Nederland. We hebben het over het ‘gevoel ergens thuis te horen’. En over ‘halfbloed’. ‘Eigenlijk zou het niet halfbloed moeten heten maar dubbelbloed’, zegt de jongeman. Precies! Ook komt het dubbele gevoel ter sprake dat je kan hebben dat je in Nederland niet gezien wordt als echt Nederlands en in Marokko niet als een ‘echte Marokkaanse’. En ik zeg dan weer dat je ook als ‘volbloed’ Nederlander het gevoel kan hebben je nergens thuis te voelen of juist overal. ‘In wezen zijn we allemaal nakomelingen van Adam en in die zin één familie,’ zeg ik. Zo kan je het ook zien,’ zegt de Marokkaanse dan.
We gaan er naartoe dat we allemaal onderling huwen en dat rassen en nationaliteiten vermengd worden en geen punt van belang meer zullen zijn. Dat is mijn ideaal.
Even later zitten we in het café aan een ovale tafel. Met de twee makers van de film en het boek, de ‘dubbelbloed’, de Marokkaans-Nederlandse, Ahmad en ik en de Nederlandse man die zei geïnteresseerd te zijn in Ahmad’s verhaal. Hij is getrouwd geweest met een Spaanse, maar zijn vrouw is helaas overleden. Hij geeft mij het adres op een papier van een vereniging van Spaanstaligen in Den Haag. Misschien is het wat voor Ahmad. De Marokkaanse geef ik mijn emailadres. Zij zoekt een Spaans sprekende gids om een keer de monumenten in Andalusië te bezoeken. Ik heb haar gezegd dat Ahmad en ik haar mogelijk kunnen rondleiden als zij in de winter naar Andalusië komt.
Ik voel me heel prettig in het gezelschap aan die tafel. Ik besef dat Ahmad en ik erg op onszelf zijn, maar als ik in zo een gezelschap van gelijkgestemden zit, dan voel ik me ontroerd. Als we op weg naar huis zijn en in de tram zitten zeg ik tegen Ahmad: ‘Wat we zojuist hebben meegemaakt is toch mooi. Mensen zijn niet anders dan diertjes, die graag bij elkaar kruipen en zich dan fijn voelen. We zoeken herkenning en voelen ons dan dicht bij elkaar. In wezen zijn we allemaal eenzaam zodra we de moederbuik verlaten hebben en zoeken we troost en warmte in gezelschap. Ook vluchtige momenten van samenzijn kunnen dat gevoel geven’.
Ahmad is nu bezig een video samen te stellen met materiaal dat hij verzameld heeft over de geschiedenis van Andalusië. Een project dat hij wil delen met Tariq en Hisham.