Pipo de clown

Vandaag besluit ik de nieuwe schoenen waar ik in dit weblog al zoveel over heb gepraat aan te doen en ze binnenshuis in te lopen. Ik sta ermee in de keuken en ik voel mijn gisteren geknipte teennagels op een irritante manier tegen het stugge leer van de voorvoet drukken. Wat een ellende nou weer! Het was al een veeg voorteken dat ik in de winkel zo moest zweten bij het aantrekken van sommige van de modellen van dr Martens (trouwens hoezo dr Martens? Wie is die vent? Wat heeft een dokter met zulk schoeisel te maken, schoenen die lijken op legerkistjes?). Ik, die nooit geïnteresseerd is in merken op het gebied van kleding of schoeisel, ben nu ‘gevallen’ voor een merk, alleen maar omdat er zulke geprofileerde zolen onder zitten die kunnen behoeden voor uitglijden. Zo gefixeerd was ik op die zolen dat ik geheel voorbij ging aan het lompe uiterlijk van deze schoensoort.

Ik loop er dus op in de keuken en dat voelt helemaal niet lekker, ofschoon ze niet direct te klein of te smal zijn. Ik kijk naar beneden en zie twee zwarte ronde schoenneuzen onder relatief smalle enkels. En dan besef ik ineens waarop ik mezelf vind lijken, op Pipo de clown. Of op van die tekenfilmfiguren met enorme schoenen onder dun uitziende beentjes. Ik loop naar de spiegel en zie bevestigd dat de schoenen mij totaal niet staan. Dan loop ik naar Ahmad en zeg: ‘Ik voel me niet fijn op deze schoenen’. Ahmad glimlacht en zegt: ‘Ik begreep al vanaf het begin niet waarom je deze schoenen kocht. Ik dacht misschien om te wandelen in de campo. Eigenlijk vind ik ze helemaal niet bij je passen. Maar ik wilde niks zeggen’. Nu moet ik ook lachen. Dat is typisch Ahmad. Hij denkt het zijne van sommige dingen die ik doe, maar zal dat niet snel zeggen voordat ikzelf mijn mening geef. Hetzelfde gebeurde toen ik me jarenlang zo uitsloofde voor mijn buurvrouw. Hij vond dat al lang te ver gaan en maakte zich zorgen over mij, maar hij hield zijn mond tot ik zelf erachter kwam dat ik ermee moest stoppen.

Ik weet nu zeker dat ik de schoenen wil terugbrengen. Eigenlijk wilde ik het liefst vandaag nog naar de winkel fietsen. Maar nee, rustig blijven, morgen in de ochtend breng ik ze terug. Als het klopt wat ik lees op internet, dan heb ik recht op teruggave van mijn geld.

Goodbye dr Martens.

Schoenenfrustratie lijkt voorbij

De schoenspanner heeft geholpen. Ik kan nu goed in beide schoenen. Ten overvloede heb ik de wat strakker zittende ‘boot’ ‘gevuld met natte kranten wat een ‘final boost’ moet geven aan de linker leest. Ik hoop nog jaren te kunnen rondstappen op deze stoere laarsjes. Voor de nieuwsgierigen hier een foto:

op mijn moeders oude naaidoos.

Ben er zeer blij mee. Ga ze de komende weken nog in huis inlopen en als ze goed blijken te lopen, dan blijven ze bij mij. Eindelijk normale schoenen aan mijn voeten in plaats van zomer en winter sportschoenen die water doorlaten. Mijn ‘beter lopen’ schoenen uit de hallux valgus tijd zijn versleten. Overigens kwam ik in de schoenwinkel een vrouw van mijn leeftijd tegen met verschrikkelijke ‘hallux valgus voeten’. Ze had daarbij ook nog een jubelteen. Ik weet uit ervaring dat je als bezitter van zo een teen zeker niet gaat jubelen, tenzij van de pijn omdat elke schoen wringt met zulke voeten. Ik ried haar aan om haar voeten te laten opereren. ‘Maar het schijnt daarna terug te komen,’ zei de vrouw daarop. Dat was gebeurd bij haar dochter. ‘Bij mij niet,’ zei ik en ik voegde eraan toe dat ik blij was dat ik na veel jaren onnodige pijn verlost was van mijn misvormde voeten. Ik verwees haar naar de Bergman Kliniek. Ze was overtuigd en zei dat ze zo snel mogelijk een afspraak zou gaan maken.

Voeten zijn een belangrijk onderdeel van het lichamelijk welbevinden en dat weet je pas als lopen zonder pijn niet vanzelfsprekend is, zoals dat het geval is met zoveel andere lichamelijke klachten.

Toen waren er nog maar drie

Vanmorgen een verrassing. We zagen na veel dagen het zwanenechtpaar met hun kleintjes. Ze bevonden zich niet eens zo ver van hun nest. Helaas leven nog maar 3 van de kuikens. Ik verdenk de snoek. Het lijkt me bijna niet te doen voor de ouders om hun kleintjes te beschermen als het gevaar vanuit de diepte komt.

Wat ik zo mooi vind in de natuur is dat dieren gewoon verder gaan met hun leven, wat er ook gebeurt. Ze blijven niet hangen in ervaringen, goed of slecht, met gevoelens van blijdschap, triestheid of boosheid. Ze gaan gewoon verder met hun leven, zijn helemaal in het heden en reageren ter plekke met de reactie die nodig is. Ze hebben geen last van meningen, ambities, wensen. Als ik dat zie word ik daar heel rustig van.

Even niet geschreven

Want ik had het druk voor mijn doen. Donderdag een matige antiekmarkt bezocht in Den Haag. Het was koud en windering, maar het gezelschap van een vriend die ik al 52 jaar ken maakte veel goed. Hij was uit Amsterdam komen treinen om de vriendschap te onderhouden wat altijd leuk is als je iemand al van zo lang geleden kent. Hij maakte een aantal foto’s van mij die ik goed gelukt vind, al zijn ze qua rimpels niet geflatteerd en niet gefotoshopt. ‘Reality is beautiful’. Ik was er zo blij mee dat ik mijn profielfoto’s met een ervan heb aangepast. Je moet een profielfoto regelmatig updaten, vind ik. Zelf maakte ik ook een paar foto’s die niet geweldig zijn.

O o Den Haag…….

Ahmad was uren alleen thuis en maakte onder andere zijn tiffany af, waarmee hij een oud tafeltje heeft opgepimpt.

Gisteren ging ik naar de schoenmaker in een nabij winkelcentrum om een paar oude laarzen van profielzolen te voorzien. De man was zo eerlijk om mij te laten zien dat de laarzen versleten waren en dat het leer aan het verteren was. Dat stelde ik erg op prijs. Ik gooide de 25 jaar oude laarzen in de dichts bij zijnde prullenbak en begaf me naar Nelson, waar ze dr Martens verkopen.

In de winkel was het bloedheet en zwetend paste ik enkel stoere boots, allemaal rechterlaarzen. Er was een laars die heerlijk zat en niet al te opzichtig en modieus was (geen kanariegeel typisch dr Martens stiksel en geen super dikke plateauzool, maar een gewone zwarte enkellaars van heerlijk zacht leer en met een goed profiel onder de zool.

Blij rekende ik af, 200 ballen maar dan heb je ook wat goeds.

Thuis kwam ik erachter dat de linker laars wat te strak zat in de breedte, omdat mijn linkervoet breder blijkt te zijn dan de rechter. Dat wist ik niet omdat ik al zo lang geen schoenen meer kocht en me in de tussentijd aan beide voeten heb laten opereren en dus ‘nieuwe’ voeten heb. Ik las op internet dat het vaak voorkomt dat een linkervoet wat groter of breder is dan een rechtervoet. Spijt als haren op mijn hoofd dat ik niet beide schoenen even in de winkel gepast heb toen ik de doos kreeg. Er was te weinig personeel en de winkel was propvol met schoenen zoekend volk. Ik had te doen met de twee jongeren die rondrenden om iedereen te helpen. Maar ik had gewoon tijd moeten nemen. Ik had toch al zelf zitten klooien met veters en de verschillende laarzen en me door niemand laten helpen en kon best nog een keer even gaan zitten. Maar dat deed ik niet!

Nu heb ik in de linker laars een schoenspanner gezet die ik er minstens 48 uur in laat zitten. Maandagochtend ga ik kijken of dat geholpen heeft. Zo niet, dan moet ik terug naar de winkel om de laarzen te ruilen. Ik hoop dat ik ook mijn geld terug kan krijgen, zodat ik naar de binnenstad van Den Haag kan gaan waar een dr Martenswinkel is met natuurlijk veel meer keus. Ik wilde te snel laarzen en had geen zin om helemaal naar het centrum te gaan daarvoor. Nu moet ik dat bekopen met spijt.

Dus mensen, pas altijd beide schoenen in een winkel en maak niet dezelfde fout als ik.

Het schilderij van mijn overleden klasgenoot is opgehaald

Ik begon al te twijfelen aan mijzelf. Zonder voorafgaand overleg maakte ik een schilderij van mijn vroegere klasgenoot P, toen ik wist dat hij terminaal ziek was. Het was bedoeld als cadeau en aandenken, maar zoiets persoonlijks kan je natuurlijk niet opdringen aan mensen. Het kwam in me op om hem vast te leggen zoals ik hem zag vanuit het zijspan van zijn motor, toen hij me trakteerde op een tocht langs de Friese landwegen. Ik zag hem van opzij tegen de blauwe lucht met een intens tevreden uitdrukking op zijn gezicht. Motorrijden was één van zijn passies en het enige dat hij nog goed kon tot kort voor zijn dood.

Toen ik P en zijn vrouw L een foto stuurde van het schilderij dat ik had gemaakt vond hij het heel mooi en verzekerde hij me dat ze het schilderij graag wilden hebben met de groetjes ook van L. Ik beseft dat het schilderij niet zozeer voor P bestemd zou zijn maar dat het meer een aandenken zou kunnen worden voor L, die op het einde van zijn leven vaak met hem in het zijspan van zijn motor heel Europa heeft doorgereisd en hem net zo kan hebben gezien als ik. Overigens is het voor de bijrijder geen comfortabele manier van reizen. Je wordt nogal door elkaar geschud bij eventuele hobbels in de weg en naar mijn idee is het zitje in het zijspan niet bijzonder veilig. Je bent daarin behoorlijk kwetsbaar.

Ziet er mooi uit, maar geen veiligheidsgordel. Je moet jezelf maar zien vast te houden om niet gelanceerd te worden
Daar gaan we dan…..

Toen P met enorme snelheid langs de landelijke wegen suisde was ik af en toe een beetje bang. Ik besefte dat hij al wist dat hij snel zou sterven, maar dat dit voor mij nog niet opging. Ik wilde me echter niet laten leiden door deze angst en daarom zette ik die van me af. Eens gaan we allemaal…Toen we na veel kilometers eindelijk ergens afstapten bij een uitspanning in Harlingen met terras met uitzicht op het water, was ik blij dat ik uit het bakje kon stappen.

Ik maakte het schilderij in Spanje. Toen hij in januari overleed kon ik helaas niet naar het afscheid voorafgaande aan de crematie gaan. Ik condoleerde natuurlijk wel L en bracht haar het schilderij in herinnering. Ze bevestigde dat ze het graag wilde hebben en we spraken af elkaar in april te zien.

Helaas kwam daarvan niets terecht, omdat ik een fietsongeluk kreeg en zeker 4 weken niet goed kon lopen. Maar aangezien zij regelmatig in de buurt van Den Haag komt sprak L met me af om het schilderij bij mij op te halen op een bepaalde datum. Op de afgesproken dag kwam zij niet en kreeg ik ook geen bericht over de reden daarvan.

Ik ben iemand die dan snel denkt dat mijn schilderij kennelijk niet belangrijk voor haar is. Sterker nog, misschien wilde zij het helemaal niet hebben en zei ze me dat alleen niet uit beleefdheid. Dat terwijl ik haar gezegd had dat ik het haar niet wilde opdringen en dat ze het gerust eerlijk kon zeggen als zij het niet wilde.

Ik was gepikeerd. Graag of niet. Ik ga niet met een schilderij achter iemand aanzeulen.

Op aanraden van de andere schoolvriend P, die ik erover appte (en vroeg of hij anders het schilderij wilde hebben omdat hij zijn beste vriend was geweest), zette ik me over mijn trots heen en nam ik contact op met L. Het gaf me een goed gevoel om deze stap te nemen. ‘Was er misschien iets tussen onze afspraak gekomen?’ Ik kreeg snel antwoord. Er was inderdaad van alles tussen gekomen, maar de 22e zou ze gelukkig weer in Den Haag zijn en het rond 13 uur komen ophalen. Of dat schikte? Ja.

En zo geschiedde. Ze heeft het schilderij opgehaald op de 22e. We hadden een openhartig gesprek in de tuin. Eigenlijk was zij enkele jaren geleden officieel gescheiden van P. Maar omdat hij haar op zeker moment belde dat hij kanker had en het niet alleen aankon heeft ze hem weer in haar leven toegelaten en besloten hem te verzorgen tot zijn dood. Wat een mooi gebaar is dat van haar!

Is zij blij met het schilderij en krijgt het een plekje? Ze zegt van wel.

Eergisteren: ‘Children of Al-Andalus’

Hij was al eens bij ons op bezoek, Tariq met het enorm dikke en zware boek geheten: ‘Children of Al-Andalus’. Het boek was toen net uit, een mooie uitgave met schitterende foto’s. In het boek worden veertig mensen geïnterviewd van wie de voorvaderen tijdens de inquisitie gevlucht zijn (of op boten gezet) naar onder andere Marokko. In het boek komen alleen nazaten die wonen in Marokko aan het woord, zowel joden, oud christenen als moslims.

Na het boek heeft Tariq, samen met zijn vriend Hisham ook een gefilmde documentaire gemaakt, waarin drie van de eveneens in zijn boek geïnterviewden aan het woord komen, ook weer met schitterende beelden van mooie architectuur in Marokkaanse wijken, die de kenmerken dragen van het tijdperk Al Andalus.

De film is al in verschillende steden vertoond, zowel in Spanje als in Nederland en werd afgelopen vrijdag vertoond in het Filmhuis in Den Haag. Tariq had Ahmad gevraagd om bij de voorstelling aanwezig te zijn en om eventueel na afloop na te praten.

Dus wij gingen met twee gereserveerde plaatsen op weg naar de tramhalte om ons te begeven naar de bioscoop. Het voelde wat onwennig. Zo vaak gaan wij niet meer naar dit soort evenementen. Ik ging eigenlijk alleen mee voor Ahmad en niet zozeer omdat ik heel erg geïnteresseerd ben in het verhaal. Ik weet dat de geschiedenis door diverse belangengroepen op heel verschillende wijze wordt weergegeven. Tariq en Hisham hebben de intentie om te verbinden en zeker niet om mensen tegenover elkaar te zetten. Verschillen van mening en tegenstellingen zijn er al genoeg in de wereld.

Het zaaltje was volledig bezet door een gevarieerd publiek. Ik zag ‘witte’ Nederlanders van diverse leeftijden en ook enkele gesluierde hoofden. De film was ontroerend, zozeer dat mijn schatje op een gegeven moment zat te snikken en ik zijn hoofd met petje en al naar mij toetrok en vasthield.

Na afloop was er gelegenheid om vragen te stellen. Het bleef een tijd stil. Ahmad was de eerste die een vraag had, of liever gezegd een opmerking. Hij verontschuldigde zich dat hij het in het Spaans ging zeggen, waarop Tariq mij vroeg om het te vertalen. ‘Maar jij spreekt toch ook Spaans?’ zei ik daarop. ‘Maar hij spreekt erg Andalusisch,’ antwoordde Tariq toen, wat gelach in de zaal uitlokte. Ik vertaalde naar beste kunnen wat Ahmad zei. Hij merkte op dat je het tijdperk Al Andalus en de daarop volgende inquisitie niet kan begrijpen zonder de historische achtergrond te kennen. Hij had het over het verdrag van Nicea in de vierde eeuw, toen de christelijke kerk zich splitste en hij kon nog veel meer vertellen. Het zou een documentaire apart kunnen worden. ‘Hij heeft er een boek over geschreven. Is men geïnteresseerd?’ Ik heb de lachers op mijn hand en er wordt welwillend op gereageerd. ‘Ik ben zeker geïnteresseerd,’ zegt een man naast ons.

Maar er kan natuurlijk niet alleen uitgeweid worden door één persoon. Er zijn meer mensen met vragen. Het lijkt erop dat het ijs gebroken is. Na een stilte waarin niemand de eerst vraag durfde te stellen branden nu veel mensen los. Het is een interessante nabeschouwing, waarbij er goed geluisterd en gereageerd wordt.

Op een goed moment moeten beide vrienden het vragenuurtje afronden, omdat de zaal vrij moet komen voor een andere filmvoorstelling.

Na afloop blijven diverse mensen uit de zaal nog in het aangrenzende café aan tafeltjes zitten. Tariq is in gesprek met een paar mensen, staande bij een tafeltje waarop een stapeltje ligt met exemplaren van het boek dat hij heeft uitgegeven. Ik zie even later dat hij een boek heeft verkocht aan een dame.

We staan in groepjes te praten. Ik met een half Egyptisch half Nederlandse jongeman die vroeger met Tariq heeft gewerkt en nu met hem meegereden is vanuit Amsterdam omdat hij nieuwsgierig was naar wat er terecht was gekomen van Tariqs enthousiaste plannen om dit onderzoek te gaan verrichten (plannen die hij jaren geleden al had na een tijd in Andalusië vertoeft te hebben) en met een Marokkaanse die vanaf haar derde jaar is opgegroeid in Nederland. We hebben het over het ‘gevoel ergens thuis te horen’. En over ‘halfbloed’. ‘Eigenlijk zou het niet halfbloed moeten heten maar dubbelbloed’, zegt de jongeman. Precies! Ook komt het dubbele gevoel ter sprake dat je kan hebben dat je in Nederland niet gezien wordt als echt Nederlands en in Marokko niet als een ‘echte Marokkaanse’. En ik zeg dan weer dat je ook als ‘volbloed’ Nederlander het gevoel kan hebben je nergens thuis te voelen of juist overal. ‘In wezen zijn we allemaal nakomelingen van Adam en in die zin één familie,’ zeg ik. Zo kan je het ook zien,’ zegt de Marokkaanse dan.

We gaan er naartoe dat we allemaal onderling huwen en dat rassen en nationaliteiten vermengd worden en geen punt van belang meer zullen zijn. Dat is mijn ideaal.

Even later zitten we in het café aan een ovale tafel. Met de twee makers van de film en het boek, de ‘dubbelbloed’, de Marokkaans-Nederlandse, Ahmad en ik en de Nederlandse man die zei geïnteresseerd te zijn in Ahmad’s verhaal. Hij is getrouwd geweest met een Spaanse, maar zijn vrouw is helaas overleden. Hij geeft mij het adres op een papier van een vereniging van Spaanstaligen in Den Haag. Misschien is het wat voor Ahmad. De Marokkaanse geef ik mijn emailadres. Zij zoekt een Spaans sprekende gids om een keer de monumenten in Andalusië te bezoeken. Ik heb haar gezegd dat Ahmad en ik haar mogelijk kunnen rondleiden als zij in de winter naar Andalusië komt.

Ik voel me heel prettig in het gezelschap aan die tafel. Ik besef dat Ahmad en ik erg op onszelf zijn, maar als ik in zo een gezelschap van gelijkgestemden zit, dan voel ik me ontroerd. Als we op weg naar huis zijn en in de tram zitten zeg ik tegen Ahmad: ‘Wat we zojuist hebben meegemaakt is toch mooi. Mensen zijn niet anders dan diertjes, die graag bij elkaar kruipen en zich dan fijn voelen. We zoeken herkenning en voelen ons dan dicht bij elkaar. In wezen zijn we allemaal eenzaam zodra we de moederbuik verlaten hebben en zoeken we troost en warmte in gezelschap. Ook vluchtige momenten van samenzijn kunnen dat gevoel geven’.

Ahmad is nu bezig een video samen te stellen met materiaal dat hij verzameld heeft over de geschiedenis van Andalusië. Een project dat hij wil delen met Tariq en Hisham.

Zwaantjes zijn uit het ei

Verrassing vandaag als we moeder zwaan zien zitten met jongen. Er waren 5 eieren en nu zien we vier zwaantjes.

Vader zwaan is afwezig. Er komt een man op een fiets aangereden. Hij stapt af om met ons de jonge zwaantjes te bewonderen. Hij zegt dat de zwaantjes er gisteren ook waren. We tellen ze een paar keer en constateren dat het er echt nu maar vier zijn.

Dan haalt de man een plastic zak uit zijn fietstas. Er zitten twee bakjes met overrijpe aardbeien in. Zonder iets te zeggen nadert hij de nu sissende moeder zwaan en kiepert een bak leeg op haar nest. De zwaan maakt geen aanstalten van de klodderige aardbeien te eten. ‘Lusten zwanen dat?’ vraag ik de man. ‘Ik denk het niet,’ antwoordt hij. Maar alsnog kiepert hij met een brute beweging nog een bak leeg op het nest van de weerloze mamma. Ik ben te verbluft om er wat van te zeggen. Dan taait hij af op zijn fiets in de richting waarvan hij gekomen is.

Mamma kijkt zoekend om zich heen. Zoekt zij pappa zwaan misschien voor hulp om haar bevuilde nest te bevrijden van het ongewenste fruit?

We horen een luid geplons achter het riet waar de sloot verder loopt. Wat is dat voor geplons? Het lijkt alsof het komt van een groot dier. We lopen een stukje om achter het riet te kijken. Zien iets groots en bruins een paar keer tegen de rand van het water opspringen en met een plons terugvallen in het water. Is het een grote rat? Een otter misschien? Maar dan zie ik het onbekende wezen een stuk verderop zwemmen in de richting van moeder zwaan. Ik zie een grote vin. ‘Het is een vis,’ zegt Ahmad. Ja, het is een vis, een hele grote, een snoek misschien.

Een beetje bezorgd lopen we verder. We kunnen niets doen. Het liefst zou ik haar nest voor haar willen bevrijden van al dat fruit. ‘Daar komen alleen maar roofvogels en ratten op af,’ zegt Ahmad. En die vormen ook een gevaar voor die kleintjes.

Verdulleme!

Geen spannend leven

We hebben geen super spannend leven, zoals ik weleens eerder vertelde in dit weblog. Maar o, wat geniet ik van die rust. Spannende dingen heb ik meer dan genoeg meegemaakt en gezien in mijn leven en het leven dat zich nu voortkabbelt in een rustig en steeds terugkerend ritme is voor mij een oase waarin ik hoop lang te mogen verblijven.

Ik weet inmiddels (na bijna 73 jaar) dat alles verandert en niets blijft en daarom koester ik elk rustig momentje.

Het schilderwerk aan de panter op een grote gescheurde houtschijf heb ik afgerond. Het verliep niet soepeltjes, omdat ik dit keer geen voorbeeld had om na te schilderen. Ik moest alles uit mijn met verf volgesmeerde duim zuigen en daar ben ik nog niet zo goed in. Af en toe zag ik het niet zitten als ik keek naar mijn geklodder. Ahmad stelde voor om het er maar bij te laten zitten. ‘Misschien leent dat stuk hout zich niet voor verf en is het zonde om er nog meer verf aan te besteden,’ zei hij. Maar ik heb nog nooit een schilderij niet afgemaakt. Dus ik ging door tot ik op een goed moment het kon laten voor wat het geworden was. Ik was niet echt tevreden, maar nu het in mijn tuin hangt te drogen, voordat ik het zal voorzien van een vernislaag, en ik er naar kijk vanaf een grotere afstand ben ik er toch blij mee. Mijn oog word er steeds naartoe getrokken.

Ik zie er mezelf in. Toen de buurvrouw me verraste met een heel onterecht grote en lelijke mond. Ik zie mezelf omkijken naar de buurvrouw (nu alweer een tijd terug). Ik zeg ’toedeloe’, trek de deur met een klap achter me dicht en keer niet terug.

Geen influencer ofzo

Van elke dag een berichtje komt het niet meer. Het doet er ook niet toe. Weinig mensen zitten op mijn stukjes te wachten en ik word er niet voor betaald. Soms vraag ik me af of mijn weblog wel bestaansrecht heeft of dat ik net zo goed een privé dagboek kan bijhouden, alleen voor mezelf. Maar ‘iets in mij’ wil graag mijn gedachten delen met de enkele belangstellende die daarin geïnteresseerd is.

Ik ben bijvoorbeeld blij dat mijn stukjes over islam regelmatig gelezen worden en ook dat de link naar oefeningen na een gammanailoperatie die ik plaatste in dit weblog met regelmaat bekeken wordt. Dat maakt dat het voor mij zin heeft te blijven schrijven. Ik heb zelf veel aan die oefeningen gehad en gun dit ook aan anderen.

Nu heb ik even niet veel te melden. Ons leven speelt zich af in een aangenaam ritme dat veel rust geeft. Onze dagelijks terugkerende spelletjes rummikub in de middag die nooit gaan vervelen. Mijn vaste tijd op de hometrainer met een serie die me boeit. Dit keer is dat de Zweedse serie ‘Bron’. Bij mooi weer lezen in de zon (ik ben helemaal klaar met Bukowski en lees nu ‘Schuim der aarde’, geschreven door Roxane van Iperen) en bij slecht weer de verfkwast ter hand nemen om experimenteel te klodderen. En zeker zo belangrijk: boodschappen doen en lekker eten maken. Met die activiteiten is de dag zo om. De dagelijkse kleine wandeling in de Uithof slaan wij niet graag over.

‘Anna, ziet gij al iets komen?’
Zoveel geduld. Ik lees dat de broedtijd 36 dagen duurt. Dan moet het niet lang meer duren!
Het picknickveld ligt klaar voor gebruik. Veel families maken er gebruik van om lekker te gaan eten samen. Soms laten ze een puinhoop achter, maar die wordt daarna netjes opgeruimd door de reinigingsdienst.

De eieren zijn helemaal niet gestolen

Ik schaam me diep voor de beschuldiging die ik deed. Het blijkt gelukkig niet te kloppen. Ik heb acuut het filmpje op YouTube op de verborgen stand gezet en er bovendien bij gezet als opmerking dat onze inschatting van de situatie niet klopte.

Vanmorgen zei ik nog tegen Ahmad: ‘Misschien zijn de eieren helemaal niet weg. Ik kan me niet voorstellen dat een zwaan blijft broeden op een leeg nest. Misschien waren de eieren alleen maar afgedekt, zoals de eend bij ons in de tuin vroeger dat ook deed’. Maar Ahmad vond het vreemd dat het pa zwaan niet meer zo de wacht hield bij het nest, terwijl hij eerder midden op het pad stond en niemand makkelijk liet passeren.

Vandaag wandelden we ons rondje door de Uithof en zagen we met eigen ogen dat er weldegelijk nog eieren in het nest waren. Het was er zelfs nu één meer. Er lagen vijf eieren!

Moeder was zich aan het wassen en draaide vervolgens de eieren om en ging er weer op zitten broeden, terwijl vader heel druk bezig was met meer nestmateriaal te plukken van de omliggende waterplanten en deze naast het nest op het water te gooien, waarschijnlijk om ze daarna op het nest te kunnen verspreiden.