Gisteren schreef ik over de vreugde die ik ervaar als ik een verfkwast hanteer. Of het nou werken aan een schilderij is, het verven van en deur of muur of het insmeren van henna, dat is me om het even. Je zou zeggen: ‘mens, dan neem toch gewoon dagelijks een kwast in de hand en doop die ergens in en verven maar. Als het zo gemakkelijk is om een geluksgevoel te krijgen, dan zou ik het wel weten’. Toch gaat dat niet zo gemakkelijk. Zeker niet met een zere knie.
Voorlopig houd ik het bij voorzichtig kleine taken verrichten in het huis en daartussendoor uitrusten. Veel lezen. Een oudere als ik staat voornamelijk langs de zijlijn te koekeloeren naar het snelle leven dat voorbijtrekt, en dat is des te meer het geval als die oudere niet in topconditie verkeert. Ik kan daar wel aan wennen, aan dat beschouwelijke en gewoon alleen maar kijken naar het leven om me heen. Ik hoef niet meer zozeer een rol te spelen die van belang is.
Toch heb ik alvast wat stukken hout uit de tuin met verweerde pyrografie van Ahmad naar ons atelier laten slepen. Ik wil ze oppimpen met een verse laag olieverf en daarna vernissen. Ook een oudere wil af en toe wat te doen hebben. Handwerken is ook een optie. Ik noem maar wat. Van oudsher hielden oudjes zich bezig met breien, haken, kantklossen en meer van dat soort zaken. Helaas is er niet meer zoveel vraag naar dat gebreide spul en die geborduurde kleedjes. Dus houd ik het maar bij dingetjes waar ik zelf graag naar kijk en lekker bezig zijn met een kwast. Ieder zijn meug.