Bijna weer naar Alhaurin de la Torre

Om precies te zijn over 8 dagen. Het zal fijn zijn om wat meer zon te zien en te genieten van langere dagen. Maar ook zal ik dingen vanhier missen. Om te beginnen het contact met kinderen en kleinkinderen. Ook het contact met mijn buurvrouw. Ik zie haar dagelijks en vaak zelfs twee keer per dag. We kunnen het goed met elkaar vinden.

Het uitzicht bij het ontbijt ga ik missen. Nu kijken we samen, gezeten aan de ronde tafel, uit het raam naar de vogeltjes die komen eten.

De bedoeling van deze foto was het in beeld brengen van de mooie rode ochtendbewolking tegen een blauwe lucht, maar omdat mijn camera een grote lichtgevoeligheid heeft kwam dat niet in beeld. Het leuke doorkijkje wel.

In Spanje ontbijten we in het keukentje en kijk ik uit op rode keukenkastjes, de ijskast en het lieve gezicht van Ahmad. Hier eten we naast elkaar gezeten en daar tegenover elkaar. ‘Vis a vis is beter dan dicht erbie’, zei wijlen mijn moeder. En daar is ook wel iets voor te zeggen. ‘Elk voordeel heb zijn nadeel’ en omgekeerd, zoals Cruyff al opmerkte.

Het buiten fietsen ga ik hier missen, ook al doe ik dat tegenwoordig het liefst alleen bij goed weer, zoals vandaag. Ik fietste vanmorgen twee keer op en neer naar winkels en genoot van de vrijwel windstille frisse buitenlucht, het winterzonnetje en de fluitende vogels. Het voelde zowaar alsof er al wat lente in de lucht hing.

Fietsen bergop en bergaf in Spanje op wegen met voorbij razende auto’s, dat gaan we niet doen! In Spanje fiets ik afstanden op een stilstaande hometrainer, kijkend naar NL Ziet of Netflix. Dat is hetzelfde als hier.

Schilderen kan ik zowel hier als daar. Het geprepareerde canvasje, waarop ik de buurvrouw wil schilderen gaat mee

Gewoon meegaan met de flow is mijn devies.

Normen en waarden zijn aan mode onderhevig

Zoals ik laatst schreef probeer ik me de laatste tijd zoveel mogelijk van een mening te onthouden, ook al valt dat me zwaar. Er worden al genoeg meningen geventileerd op de diverse sociale media, op straat en in de privésfeer. Maar nu wil ik iets beschrijven dat me de laatste tijd opvalt. Ik leef nu al 71 jaar en ik merk dat opvattingen en gangbare meningen veranderen met de tijd en net als kleding en uiterlijk onderhevig zijn aan mode en heersende belangen. Er zijn een drietal voorbeelden die gisteren ongevraagd in mijn gedachten opkwamen. Ik ga ze hier beschrijven:

  1. Gisteren kwam op het nieuws dat er op Europees niveau besloten is dat kernenergie en gas (in het geval van het gas tijdelijk) nu beschouwd worden als ‘schone energie’. Dit besluit is uit nood geboren, omdat er niet genoeg natuurvriendelijke energiebronnen kunnen worden aangeboord om de aan de totale energiebehoefte te voldoen. En direct herinner ik me dedemonstraties jaren terug tegen kernenergie, de ramp in Tsjernobyl in 1886 en de bezwaren van de de demonstranten aangaande de opslag van het kernafval. Daarnaast komen de besluiten van de Europese regeringen van korte tijd terug in mijn gedachten: ‘alle huishoudens moeten in zo kort mogelijke tijd van het gas af’. Kennelijk worden deze gedachten en argumenten nu aan de kant geschoven vanwege nieuw aangevoerde argumenten.
  2. De ‘me too’-beweging ‘van de afgelopen jaren zie ik als een contrast met de ‘seksuele revolutie’ in de 60er en 70er jaren. Ik heb zelf ook een ‘me too-verhaal’ als ik terugkijk op mijn eigen leven. Ik ben op mijn 15e verkracht door een 25-jarige student, die het egoïstisch van mij vond dat ik me wel door hem liet betasten maar niet ‘all the way’ wilde gaan. Het was mijn eerste seksuele ervaring, waarover ik met niemand ooit praatte. Mijn ouders waren dol op deze verkrachter, die in hun ogen een aardige jongen was en uit een ‘goede familie’ kwam. Als je in die tijd nog onschuldig was en niet toe aan volwassen seks, dan was je een preuts of frigide trutje. Tegenwoordig waait er een andere wind. Enerzijds vinden sommige ouders het goed dat kinderen van14 jaar bij elkaar logeren en ook met elkaar slapen met de bijbehorende seks. Maar als een persoon met de volwassen leeftijd een relatie heeft met een jongere die misschien net onder de 18 jaar is, dan wordt dit gezien als ‘pedofilie’. Je hoort steeds meer dat bekende figuren worden beschuldigd van ongewenste intimiteiten. Ik begrijp de commotie en ik wil het zeker niet bagatelliseren, maar ik zie toch een zekere paradox in dat meten met twee maten. Enerzijds hoor je ouders vertederd vertellen dat hun 11-jarige kind al ‘verkering’ heeft en anderzijds wordt een 17 jarige soms beschreven als een nog maagdelijk onschuldig wezen.
  3. Je mag het woord ‘neger’ niet meer gebruiken. Het moet nu zijn: ‘zwarte man’. ‘Blanke man’ mag je ook niet zeggen. Dat moet zijn ‘witte man’. Alsof alle vooroordelen en discriminatie daarmee zullen verdwijnen. Net als dat je het woord ‘allochtoon’ niet mag gebruiken. Dat zijn mensen met een migratie achtergrond. In het Spaans is betekent het zelfstandig naamwoord negro neger, maar het bijvoeglijk naamwoord negro betekent zwart. Dus daar zou deze verandering van het woord negro niets veranderen. Kan je door de benaming van iets of iemand de vooroordelen van mensen wijzigen? Ik denk het niet. Zolang je überhaupt nog denkt in termen van wit of zwart, ben je aan het onderscheiden en dat is hetzelfde als discrimineren. Dan moet ik direct denken aan de mooie woorden, die Frank Boeijen zong in mijn jongere jaren: ‘Denk niet wit, denk niet zwart, denk niet zwartwit, maar in de kleur van je hart, maar in de kleur van je hart’.

Ik denk dat deze tekst opgaat voor veel verschijnselen. En dat je hiermee alle tegenstellingen kan beschrijven, die er bestaan: vaxxers versus anti-vaxxers, rijken versus armen, bevolkingsgroepen tegenover elkaar, culturen tegenover elkaar, godsdiensten tegenover elkaar. Ik denk dat het woord ’tegenover’ vervangen moet worden door ‘naast’. We leven allemaal naast elkaar en ieder verdient een plekje op deze wereld. Acceptatie, liefde en begrip kunnen ons verbinden. We zijn allemaal mensen met een hart.

Hectische dagen

Een tijdje schreef ik niets in dit weblog. Ik had er geen tijd voor! En dat komt door het volgende:

Mijn zoon heeft een nieuwe baan binnen het bedrijf waarvoor hij (thuis) werkt en mijn schoondochter had al een paar dagen last van een keelontsteking. De oudste dochter had vakantie, terwijl de ouders moesten werken. Andere oma had deze week geen tijd om op te passen. Dus ik bood spontaan aan om de bijna 6 jarige meid dinsdagochtend op te halen en een nachtje bij mij te laten logeren. Woensdagmiddag zou ik haar dan terugbrengen.

Ik sta ambivalent in het me aanbieden als oppas-oma. Aan de ene kant vind ik het leuk en voel ik me weer een beetje kind als ik met die fantasierijke meid optrek en gezellige dingetjes met haar doe. Maar aan de andere kant weet ik dat het mij heel veel energie kost. Aan het einde van zo een oppasdag kan je me opvegen. Ik sloof me waarschijnlijk te veel uit. En opa zit meestal in een andere kamer en doet zijn eigen ding. Hij is helaas geen oppas-opa, zodat de kleine meid zich helemaal op mij richt. De hoofdreden waarom ik het doe is dat ik mijn kinderen wil ontlasten. Dat werd door hen erg gewaardeerd en dat doet me enorm goed. De kleine zus van één jaar slaapt toevallig de laatste dagen beter dan ooit en zij konden eindelijk tot rust komen en dat gun ik ze zo. Ik neem mijn petje af voor al die jonge ouders die sinds de corona-pandemie thuis werken met kleine kinderen om zich heen.

Het is een zegen voor veel ouders dat 10 januari de scholen weer opengaan.

Vandaag kon ik mijn luxe leven van gepensioneerde weer oppakken. Wat een heerlijke rust. In de ochtend het nieuws kijken op tv en dan meedoen met Nederland in Beweging. En dan een hele dag voor je hebben die je mag indelen zoals het je uitkomt. Ik kan er niet genoeg van krijgen.

Laatst maakte ik een mooi foto van mijn buurvrouw. Ik wil haar gaan schilderen.

Ik maakte ook een fotootje van de mooie door haar uitgestalde kerstversiering, die ze nog wel even laat staan. Na elk klusje voor haar wil zij dat ik even met haar blijf kletsen (of beter gezegd ‘blijf luisteren’) in haar gezellige warme flatje en dan kost het me moeite weg te gaan, de koude in, ook al is het minder dan 100 meter naar mijn voordeur.

Oud en nieuw

Het zegt me niet zoveel. Elke dag is een nieuwe dag, waar dan ook in het jaar. Maar toch hangt er iets spannends rond de jaarwisseling. Knalletjes en knallen hier en daar (ruim voor de jaarwisseling) kondigden al aan dat veel mensen maling hebben aan het vuurwerkverbod.

Zoals gewend bakte ik gisterochtend mijn oliebollen. Die drang ontstaat bij mij vanzelf, elke oudejaarsdag.

Dit keer was ik dubbel gewaarschuwd door berichten in de krant dat Koopmans ‘in enkele verpakkingen’ vergeten is gist toe te voegen, iets wat ik in de praktijk al had mogen ervaren. Een euvel dat, zoals ik heb gemerkt, ook voorkomt bij andere producenten (zoals Jumbo). Ik heb daardoor geleerd niet meer te vertrouwen op de kwaliteit van het oliebollenmeel (zoals het ‘vroegah’ was). Het kan geen kwaad om aan het meel bakpoeder of bicarbonaat toe te voegen.

De rozijnen liet ik vanaf de avond ervoor wellen (tip van een professionele oliebollenbakker uit de krant). Rustig ging ik gisterochtend te werk. Ik voelde dat het dit keer goed zou lukken. Langzaam voegde ik het lauwe water toe, terwijl mijn deeghaken hun werk deden. Het werd een mooie massa. Terwijl de twee bakken met deeg afgedekt stonden te rijzen bij de verwarming (één met en één zonder rozijnen) belde ik mijn nicht van vaders kant om haar een gelukkig nieuwjaar te wensen. Zij vertelde mij o.a. dat zij in haar meer dan 80-jarige leven nog nooit een oliebol gebakken had. Het leek haar veel werk.

N.B. Toen ik later op het nieuws de lange rijen zag staan van mensen die op 31 december in winkels en kramen oliebollen wilden kopen, prijsde ik mij gelukkig dat ik in de beschermde omgeving van mijn huis in nog geen uurtje ruim 40 oliebollen zelf had gebakken.

Ik bracht er zeven naar mijn buurvrouw, die al eerder oliebollen had geproefd van mij en had gezegd dat ze de mijne lekkerder vond dan die van de bakker. ‘Deze zijn voor jou. Geef die van de bakker maar aan je bezoek.’

Daarna gingen we met de oliebollen zonder rozijnen naar mijn jongste zoon en gezin. We hadden ook gemarineerd vlees bij ons om kroketjes te maken, wat Ahmad samen deed met mijn schoondochter. Rond 17 uur wilde ik thuis zijn, om dronken automobilisten en rondslingerend vuurwerk voor te zijn.

Mijn kinderen wilden best dat we bleven tot 24 uur om samen naar Pannekoek te kijken op hun grote tv. Maar wij houden het niet vol om zo lang op te zijn. Later kwam spontaan zijn zus met vriend bij hun op bezoek. Zij hadden een leuke avond met elkaar.

Ik dacht misschien thuis Pannekoek te kijken, als ik toch niet zou slapen vanwege de oorverdovende knallen, die we al hoorden vanaf vroeg in de avond. Ahmad zou dan naar bed gaan, omdat deze Andalus niets heeft aan kijken naar Pannekoek. Maar we kregen allebei slaap en gingen naar bed om een uur of 22.30. Het geknal duurde tot drie uur in de ochtend, waardoor we toch niet rustig sliepen. In mijn wijk, waarvan men zegt dat er de armste mensen wonen, werd voor duizenden euro’s afgeknald. Ik ging ervan uit dat mijn buurt niet de enige was waarin net zoveel vuurwerk werd afgestoken als in andere jaren. Ik zag veel commentaar daarop voorbij komen op media als twitter, waarvan ik de grappigste reactie vond: ‘intelligent vuurwerkverbod’.

We hoorden diverse keren de sirenes van ambulance, politie en brandweer. Wat een ellende voor niets.

Vanmorgen zaten we wat later te ontbijten dan anders. Er waren minder vogeltjes die kwamen eten van het vogelvoer, op een dapper roodborstje na. In de ‘stilte na de storm’ zagen we alleen grote vogels overvliegen en niet het ballet van de dansende spreeuwen, waarop we elke ochtend worden getrakteerd. De vogels en andere dieren hebben een onrustige nacht gehad. De mens als vogelverschrikker.

De knallende buurtgenoten zijn nu nog stil, maar ik weet al dat we ook de komende dagen nog een knal hier en daar kunnen verwachten.

Kerst alweer voorbij

Het waren twee koude dagen, tenminste als je je in de buitenlucht begaf. Verder is het aan de mensen zelf om deze dagen te vullen met warmte.

Op eerste kerstdag waren we bij mijn zoon met, op het randje af, het toegestane aantal bezoekers. Het was een gezellig samenzijn van broer en zus met hun gezinnen en de oudjes. Mijn zoon had, heel lief, eten besteld in een Indiaas restaurant. Het leek ons makkelijk als niemand zou hoeven koken dit jaar. Maar uiteindelijk was het ook weer niet zo gemakkelijk, want het eten moest worden opgehaald in Rotterdam.

Mijn zoon en zijn vrouw zijn gek op het eten van dat restaurant en ze wilden het graag door ons laten proeven. Ik vond het ook lekker, maar ik ben een kleine eter en ik zat al een beetje vol van de kippenkluifjes die we vooraf gegeten hadden, door mijn zoon zelf gekruid en gefrituurd, en de heerlijke olijven en kaas die eerder op de dag als snacks op tafel waren gezet. Dus ik kon niet optimaal genieten van de dis. Voor Ahmad was het te spicy, ook al hadden wij de ‘lichtere’ versie.

Het was alles bij elkaar heel gezellig, maar wat betreft het eten neem ik me nu al voor om volgend jaar voor iedereen te koken. Er gaat niets boven thuis klaargemaakt eten, dat lekker warm wordt opgediend.

De volgende dag bleven we gewoon thuis, maar rond een uur of 17 belde mijn buurvrouw met de vraag of ik even wilde langskomen met mijn man. Om te kijken naar haar mooi versierde huis. We werden stralend ontvangen. Wat is zij een goede gastvrouw. Ze stond erop voor ons thee te zetten en schuifelde naar de keuken. Ik liet haar daar niet alleen. ‘Maar je man dan?’ vroeg ze. ‘Moet je niet bij hem blijven?’ ‘Nee, hij kan heel goed alleen zijn.’ Ze wilde ons een gebakje geven bij de thee, maar daarin hadden we niet zo een trek en ik vroeg of we het mee naar huis mochten nemen.

Ze begon te vertellen. Over haar leven en over de tijd in de oorlog. Ze stond erop dat ik alles vertaalde voor mijn mijn man. Het was een leuk gesprek en daarna gingen we weer.

Overigens is het helemaal goed gekomen met de kerstkaarten. Ze heeft alle linten vol hangen en ze vroeg me of ik er nog een lint bij wil hangen, want veel kaarten hangen nu over elkaar.

En vandaag deed ik boodschappen en zag veel mensen oliebollen en appelflappen kopen. Zowel in de supermarkt als bij een bollenkraam. Een sjofel uitziende man met een met tassen volgeladen boodschappenkarretje kocht oliebollen bij de kraam. Terwijl ik mijn fietstassen aan het inladen was hoorde ik de vrouw achter de toonbank vragen: ‘Kom je met oudjaar weer?’ Jaja, zei de man en hij gaf mij een tandeloze glimlach. ‘Dat is dan 19 euro,’ zei de vrouw. ‘Afzetter,’ dacht ik. Zoveel geld voor wat meelbollen.

Ik kocht bij de jumbo een pak oliebollenmix. Wie weet is er vraag naar. Ik heb nog geen plannen voor oudjaar. Ben wel benieuwd naar de conference van Peter Pannekoek.

Kerst

Vandaag is het bij ons kerstmis, maar in Spanje vond gisteren de ‘noche buena’ plaats, waarin mensen met elkaar gaan eten. Vandaag worden er daar ook nog bezoeken afgelegd, maar morgen is de kerstmis in Spanje alweer voorbij.

Een toepasselijker kerstlied (voor Theo): ‘weg met het verdriet, leve de blijdschap, want vannacht is Maria bevallen. Weg met het verdriet……….., want vannacht is de messias geboren’

Vanochtend stond ik op met gedachten over mijn vader. Hij is geboren op 25 december en was dus een kerstkindje. Hij zou nu 103 zijn geworden als hij nog leefde.

Maar hij is overleden, vrij kort nadat hij 99 jaar was geworden. Men heeft hem toen overgeplaatst naar een verpleeghuis. Daarover dacht ik vanochtend na. Was het wel een goede zet om deze toen nog kerngezonde man naar een verpleeghuis over te plaatsen. De reden waarom dit gebeurde was dat hij een paar keer gevallen was in huis. Dat is op zich niet vreemd, omdat veel ouderen last hebben van een minder goed functionerend evenwichtsorgaan.

Ik denk daarbij aan mijn buurvrouw van nu 87 jaar. Zij is ook herhaaldelijk gevallen in huis en zij loopt nog steeds moeilijk vanwege haar drie jaar gelden gebroken heup en de wonden aan haar voet. Zij heeft een alarmknop aan een touwtje om haar hals en zij kan die knop gebruiken als zij valt of plotseling onwel wordt. Het idee dat ze naar een verpleeghuis of verzorgingsflat zou gaan schrikt haar enorm af en zij wil niets liever dan zo lang mogelijk in haar eigen propere huisje blijven. Ik denk dat ze niet lang meer zou leven als zij niet meer in haar eigen omgeving zou kunnen verblijven.

Dat is precies wat ook met mijn vader gebeurde. Hij vond het verschrikkelijk om naar een verpleeghuis te gaan, hoe goed de service ook was die hij daar kreeg. Hij is daar gestopt met eten en drinken en overleed korte tijd daarna.

En nu denk ik: ‘Wie weet had hij nu nog geleefd, als hij destijds niet naar het verpleeghuis was gegaan’. Waarom gaven ze hem niet eerst een alarmknop? Het is zinloos om daarover te speculeren. Het geeft me wel een triest gevoel.

Net als het thema van de Volkskrant van dit weekend: de steeds groter wordende kloof tussen de ‘haves’ en de ‘have-nots’. Het gaat daarbij niet eens zozeer om salaris, maar vooral om bezit. Terwijl de één nu slapend rijker wordt, komt de ander niet verder, ondanks keihard werken. De economie is een doorgedraaid systeem geworden, waarin mensen dan wel hun geld zo kwistig mogelijk moeten besteden en/of schulden maken. Sparen wordt niet beloond, maar eerder afgestraft. Daar word ik ook niet vrolijker van.

Straks naar mijn kinderen. Zal het glad zijn op de weg? Het kan vriezen en het kan dooien….

Eergisteren haalden wij onze boosterprik. We hebben daarvan niet veel last gehad, buiten even een pijnlijke bovenarm en een dag hoofdpijn, die goed te verhelpen was met paracetamol. En misschien zijn we tijdelijk wat zwaarder op de hand geworden. Ik zie overigens wel dat er een zwak zonnetje probeert door te komen ?.

De buren naast me hebben corona en liggen ziek te hoesten.

Dit was het nieuws.

Verrassingsbezoek van middelste kleinzoon

Het is alweer jaren geleden dat mijn middelste kleinzoon bij mij langs kwam. Zomaar even op bezoek. Hij was toen een stuk jonger dan nu en kwam toen vanuit Naaldwijk naar mijn huis gefietst op een racefiets.

Gisteren belde hij me ineens met de vraag of hij even kon langskomen. Dit keer niet op een racefiets. De nu inmiddels 16 jarige jongen kwam dit keer op zijn mooie scooter. We hebben even bijgepraat en hij vroeg me of ik twee truien wilde repareren die wat gaatjes vertoonden bij en op de naden. Terwijl ik al pratende met hem bezig was met naald en garen kreeg ik een echt omagevoel.

Ik mocht weer een foto van hem maken bij zijn vertrek, ditmaal gezeten op zijn scooter.

Crema de membrillo (kweeperenpasta) zelf maken

Zoals ik al eerder vertelde leef ik, sinds ik met Ahmad ben, volgens het Spaanse ritme van eten en drinken. Dat wil ook zeggen dat we twee keer een warme maaltijd nuttigen. Overdag (rond 15 uur) is dat een flinke maaltijd (la almuerzo), te vergelijken met wat de Nederlander om 18 uur naar binnen werkt. Als toetje eten we dan fruit.

Rond 20.30 uur in de avond eten we een wat lichtere warme maaltijd (la cena), bestaande uit soep met brood, een gebakken ei of iets dergelijks. Als toetje eten we dan kaas met membrillo. In Spanje is dat schapenkaas, maar hier is schapenkaas niet zo ruim te koop en zeker niet zo goedkoop als daar. Dus doen we het hier met kaas van de koe.

Crema de membrillo is hier ook niet te krijgen. En daarom aten we tot gisteren hier de kaas met wat honing. Maar de inventieve cocinero naast mij had in de Turkse winkel verse membrillo’s (kweeperen) gespot. Hij keek op internet hoe je daarvan crema de membrillo kan maken en dat bleek heel eenvoudig te zijn. Het enige overige ingrediënt is suiker (te vergelijken met de bereiding van jam).

Hij kocht dus ruim 2 kilo van deze membrillo’s en maakte daar een crema de membrillo van met een veel kleiner percentage suiker dan het recept. De pasta is heel goed te bewaren en kan tot twee jaar goed blijven. Hij wordt steeds steviger, als je hem bewaard in de ijskast en dan kun je er plakjes vanaf snijden.

Gisteren aten we de crema voor het eerst en hij was heerlijk. Dus ook in Spanje kunnen we die zelf gaan maken en hoeven we die niet meer te gaan halen in het magazijn van San Lorenzo, zoveel kilometers van ons huis. Voortaan eten we de crema van ‘san’ Francisco (Ahmad).

Het schillen is het meeste werk

Oliebollen gelukt

Dit keer deed ik het met de mix van Koopmans (original) en ik voegde aan het lauwe water voor de deeg wat bicarbonaat toe. Het deeg was goed gerezen na een dik uur. De zonnebloemolie liet ik zo heet worden dat er damp vanaf kwam. In korte tijd bakte ik de oliebollen met en zonder rozijnen (die ik eerst had laten wellen en vervolgens goed had laten drogen).

De oliebollen zonder rozijnen bracht ik naar mijn kinderen. Het waren er niet zoveel, omdat ik dacht dat alleen mijn kleindochter ervan zou eten. Voor de kinderen had ik de onvolprezen harira van Ahmad meegenomen.

Zowel kinderen als kleindochter bleken de oliebollen als vanouds weer lekker te vinden. Had ik er maar meer gemaakt. Van de bollen met rozijnen bracht ik er een paar naar mijn buurvrouw, met daarbij een portie paella van Ahmad. Ik heb nog niet gehoord wat zij ervan vond. Wijzelf eten ze bij de koffie.

De traditie ‘oliebollen bakken in de winter’ zal door mij worden voortgezet.