Niet zeuren

Vandaag stond ik op om 5 uur om te gaan ontbijten en direct nam ik me voor om het vandaag anders te doen dan gisteren. Niet kijken op de klok en dan denken: ´hoeveel uur duurt het nog voordat ik mag eten´. Dat is een slecht idee. Beter is het gewoon de dingen te doen die je moet doen en niet aan ´eten of geen eten´ denken.

Want is dat moment dat je je eerste hap neemt na 15 uur vasten zoveel beter dan veel andere momenten op je dag? Nee, eigenlijk niet. Het moment van weer mogen eten kan me zelfs triest maken. Bijvoorbeeld als ik bij het ontvasten gulzig mijn appelschijfjes met kaneel en honing zit te kauwen en dan moet denken aan een veel te groot deel van de mensen en dieren op de wereld die creperen van de honger en zich behelpen met beschimmeld brood en afgekloven boutjes uit vuilnisbakken of helemaal zelfs dat niet hebben. Ik kan er niks aan doen dat zulke gedachten me passeren. Het vasten wat ik doe is niets vergeleken bij mensen die elke dag onzeker zijn of ze wel eten hebben voor zichzelf, hun kinderen en hun dieren of die in de ochtend al weten dat ze dat niet zullen hebben en langzaam doodgaan van honger en ontbering. Met die gedachte is het gemakkelijk voor mij om de knop om te zetten en niet te denken aan mijn buik, waarvan ik al weet dat die weer gevuld zal worden, maar me te richten op andere gedachten en bezigheden.

Zoals vanmorgen toen ik, zoals ik gewend ben nu, bij de dageraad op het terras ging staan en hangend over de balustrade mijn oren te goed deed aan het concert van de vroege merels. Wat een lieflijk geluid. In de verte begeleid door haangekraai in verschillende toonaarden en af en toe het katachtige geluid van de pauw. Een hond die even blaft. Ik stond er lange tijd naar te luisteren bij het licht van de maan, waar nu al een stukje vanaf is. Als de maan weg is, dan zal de maand ramadan voorbij zijn en begint de maand shawal, ook één van de vier heilige maanden.

Na het bidden ga ik even liggen, maar slapen lukt mij niet als de dag eenmaal begonnen is. Mijn gedachten zweven weg, terwijl ik de dagelijkse ´zikr´ in gedachten uitspreek. Ik blijf nog even liggen, maar dan komen herinneringen uit mijn eerste huwelijk boven. Dat is een andere eigenaardigheid van het vasten tijdens de ramadan. Je gevoeligheid neemt toe en herinneringen kunnen ineens tevoorschijn komen. Het zijn soms mooie herinneringen en soms hele nare. Maar steeds besef ik hoe ik uit zoveel penibele situaties gered ben door de onzichtbare voorzienigheid van de Onbegrepen Macht die ik Allah noem. Hoe dankbaar ben ik dat mijn leven letterlijk op het spel stond en ik daar levend uit ben gekomen en dat ik nu hier ben, gezond en wel en met de liefde van mijn leven dichtbij.

Ik heb nooit wraakgevoelens gehad naar mensen die mij iets aandeden. Ik weet dat ieder uiteindelijk datgene zal krijgen wat deze verdient. Ik hoef daar niets voor te doen. Ik heb geleerd van mijn ervaringen en ik ben daar dankbaar voor.

Overmorgen gaan we weer naar Nederland. Ik verheug me op het weerzien met mijn kinderen en kleinkinderen. Ook heb ik enkele afspraken staan met mensen die ik ken uit een ver verleden. Ik verheug me erop om met die mensen bij te praten. En last but not least verheug ik me op het weerzien met mijn buurvrouw, die ik ben gaan ervaren als een zielmaatje.

Te veel schermtijd ´genoten´ en weg met twitter

Vannacht had ik een droom die mij iets heel duidelijk maakte: ik tuur te veel naar schermpjes. Ik had het er vanmorgen aan het ontbijt over met mijn levensgezel. Hij herkende het. Mensen zitten zoveel op hun tablet of telefoon te kijken dat ze nauwelijks tijd hebben om na te denken en iets te ontdekken in hun omgeving of hun eigen binnenwereld. Het voortdurend zoeken naar input geeft je hersens geen tijd om zelf op gedachten te komen. Hoe vaak is het niet zo dat we elk ´verloren´ momentje naar onze telefoon grijpen. Bijvoorbeeld als je moet wachten tot iets kookt in de keuken of als je even in de zon gaat zitten op het terras. Vaak pakken we dan onze telefoon om een momentje te ´benutten´ en nog even de laatste berichten in de krant te lezen, enzovoort. Het is iets dat veel mensen doen, volwassenen en kinderen. Veel mensen nemen hun telefoon ook mee naar buiten en kijken daar ook, als het even kan, op hun scherm. Weinig mensen nemen bijvoorbeeld in de bus, tram of bij de bushalte de tijd om hun omgeving te bekijken. En zo zit men een groot deel van de dag in een virtuele wereld. Elke fantasie, verbeelding of diepere gedachte wordt in de kiem gesmoord.

Ik vind het fijn dat we via internet de hele wereld dichterbij kunnen halen, maar ik vind het jammer als dit ten koste gaat van onze eigen gedachten en fantasie en het contact met onze omgeving.

Bij mij is het ´genieten´ van info doorgeslagen. Als ik klusjes doe in het huis luister ik naar radio 1. Als ik even niets te doen heb, zit ik op mijn telefoon te staren. Ik lees de kranten (daar is tot op zekere hoogte niets mis mee) en ik kijk op twitter. Dat laatste is niet goed voor mij, zoals ik heb gemerkt. Ik zie daar alleen maar een ´welles nietes spel´ dat nergens toe leidt. Ik heb er genoeg van. Het kijken naar al dat over en weer gescheld brengt mijn gedachten in een negatieve spiraal, waarin ik helemaal niet terecht wil komen. Ik houd me liever bezig met zaken en gedachten die mij geestelijk voeden.

Bezig zijn met je handen of wandelen kan leiden tot inspirerende gedachten. De stilte biedt ruimte, maar ook muziek kan inspireren.

Ik denk terug aan mijn jonge jaren als studente. Er was toen nog geen internet, maar wel tv. Ik ging vaak ´s avonds in mijn eentje wandelen in de stad Utrecht. Soms voelde ik me alleen, maar als ik naar binnen keek door de verlichte ramen waar ik langs liep en ik zag een hele familie staren naar de tv, dan was ik blij dat ik daar liep met mijn eigen gedachten. Het waren niet altijd vrolijke gedachten, maar het troostte me dat ik tenminste het gezelschap had van mijn gedachten en gevoelens. Het contact daarmee is voor mij heel belangrijk.

Je kan de wereld niet mooier maken dan hij is. Je kan wel jezelf helpen het mooie te zien door vooral daarnaar te kijken. Daar was ik altijd goed in, maar al dat mijn neus steken in het ´gedachtengoed´ van anderen die ik niet eens ken, heeft mij geen goed gedaan ?.

Waarom schrijven?

Al meer dan 12 jaar schrijf ik in mijn weblog. Dit weblog dateert van december 2011, maar eigenlijk schreef ik toen al een paar jaar in een weblog dat ik niet bewaard heb. Het idee om in een weblog te gaan schrijven kreeg ik dankzij een klasgenootje van vroeger. Ik zat naast haar in de twee laatste jaren van mijn middelbare schooltijd en vond haar later terug (ik meen via Schoolbank). Zij had een paar weblogs en toen ik één van die weblogs las ontroerde mij de openheid van de manier waarop zij haar dieren en haar leven beschreef. Dat heeft mij geïnspireerd om zelf ook een weblog te beginnen. Ahmad, die graag wil dat ik mijn kwaliteiten benut, heeft me geholpen een weblog te administreren. Hij is een autodidact die weet hoe je weblogs kan ontwerpen

Zelf heb ik altijd van schrijven gehouden. Op school schreef ik graag opstellen en ook later vond ik het op schrift stellen van rapporten, brieven en mails, zowel privé als voor mijn werk, het leukst om te doen. Ik had nooit moeite met het vinden van woorden op papier. Soms was ik zelf verrast over wat ik geschreven had. Het leek wel of ik al schrijvende meer kon uiten dan ik van te voren zou bedenken. Al schrijvende kwam vaak de inspiratie. Het is te vergelijken met schilderen. Je komt al schrijvende in een ´flow´.

Vanwege dat verlangen om te schrijven, gewoon vanwege het plezier in het schrijven zelf, besloot ik een weblog te beginnen als een soort virtueel dagboek, waarin ik mijn belevenissen maar vooral mijn gedachten en gevoelens kon delen.

Ik schreef in het begin veel stukjes over de islam en het soefisme. Ik wilde graag een soort ´brug´ zijn tussen moslims en niet moslims, omdat ik naast moslim ook Nederlands ben. Nu is die drang om over mijn geloof te schrijven minder geworden. Wat ik daarover wilde zeggen heb ik in de loop der jaren wel gezegd. Een bundeling van alle stukjes over islam vind je hierboven in de pagina op mijn website met de titel ´Overpeinzingen van een bekeerling´.

Inmiddels ben ik 71 jaar en ik zie nu mijn geloof als iets van mij, waarnaar ik wil leven. Ik heb niet meer de behoefte om mijn geloof uit te leggen aan anderen. Hoe ouder ik word, hoe minder behoefte ik heb mijn kijk op het leven te delen.

Als ik de kranten lees, tv terugkijk en media als twitter doorlees, dan voel ik me een vreemde eend in de bijt. Dat is een vertrouwd gevoel dat ik ook al had in de 70er jaren, toen ik een dreigende, bijna militante onverdraagzaamheid ervoer van de kant van sommige studenten met uitgesproken politieke meningen. Ik blijk, net als toen, over veel zaken andere ideeën te hebben en houd daarom het liefst mijn mond als er links en rechts meningen worden geventileerd. Begin een beetje op mijn broer te lijken: ´ik zeg maar liever niets, dan heb ik ook niets te verantwoorden´.

Ik was altijd iemand die vind dat je de wereld alleen kan veranderen door met jezelf te beginnen. Dat is in strijd met de gedachte dat er voor alles wat je overkomt een oorzaak moet zijn en een schuldige aangewezen kan worden.

Voor mij zijn de soefi-vertellingen realistischer. Een soefi die een voetbal tegen zijn achterhoofd krijgt, die is afgeschoten door een willekeurige jongen in de straat, denkt niet: ´Waarom schiet dat jong een bal tegen mijn hoofd?´ Hij denkt: ´Die bal was voor mij bestemd´. Hij ziet noch zichzelf noch de jongen als verantwoordelijke.

Servethouder

Tiffany-kunstenaar Ahmad maakte deze servethouder voor Encarna, de weduwe van zijn broer.

We zullen voor 21 april nog een keer richting Sevilla rijden. Langs Arrahal, waar we dit presentje zullen afleveren en daarna naar Mairena del Ancor, waar zijn dochter Zoraida en schoonzoon Ali nu nog wonen. Maar in de zomervakantie zullen zij verhuizen naar Quadalcanal, een heel stuk verderop, in de richting van Cordoba. Zij hebben daar een huis gekocht en een flinke lap bouwgrond om ecologisch te gaan boeren. Inshaallah zoeken wij hen daar op in het najaar. Ik zeg ´als Allah het wil´, omdat niets zeker is. De toekomst is al onzeker, maar met deze oorlog tussen twee mogendheden, die wordt uitgevochten door Russen en Europeanen, over de hoofden en op de hoofden van Europeanen is helemaal niets zeker. Waarom schrijf ik er weinig over? Omdat er al genoeg over gezegd wordt in de media. Ik wil geen mening of gevoel erover uiten. Bespreek het wel aan de eettafel met mijn maat.

Toen we klein waren hadden mijn broer en ik zelden ruzie. Maar als we ruzie hadden en liepen te bakkeleien, dan koos mijn stiefvader nooit partij voor één van ons. Hij strafte ons allebei even hard. Het enige dat uit zijn mond kwam was: ´En nu scheiden jullie uit met vechten. Anders sla ik jullie met jullie koppen tegen elkaar.´ En: ´Waar er twee kijven hebben er twee schuld´. Mijn stiefvader was erg streng, maar op zich was hij wat dit betreft rechtvaardig.

Toen mijn kinderen klein waren speelden zij over het algemeen lief in een groepje van drie. De oudste viel daarbuiten, omdat zij 6 jaar ouder was en dus al een stuk ´volwassener´. Soms hadden ze ruzie en dan werd ik erbij geroepen. ´Ma, hij of zij doet dit of dat en oh, dat is toch niet eerlijk, enz.´ Soms liet ik me verleiden me ermee te bemoeien, maar de ervaring leert dat dit zelden goed uitpakte.

Ik zie op twitter veel gescheld voorbij komen van twitteraars die het, al dan niet anoniem, met elkaar oneens zijn over de oorlog en andere kwesties. Je zou dan niet zeggen dat we ´vrijheid van meningsuiting´ hoog in het vaandel hebben staan.

Ruzies zijn er in het klein en groot. Ik houd me er liever buiten. De burgers en vooral de kinderen en dieren zullen altijd de dupe zijn van geschillen op ´hoger´ niveau. Oorlog kent alleen een enorm aantal verliezers en een klein aantal winstmakers.

Update herstel na heupoperatie met gammanail

In november 2017 brak ik mijn heup na een ongelukkige val tijdens een wandeling in de bergen. Ik struikelde over een steen en brak mijn heup door een val met mijn heup op de punt van een andere uitstekende steen. Op de een of andere manier kwam ik direct overeind, maar daarna kon ik geen stap meer zetten met mijn rechterbeen dat heel los zat in de heup. Zo ben ik blijven staan, ondersteund door een lieve vrouw die voorbij kwam lopen met haar man. Ahmad stond achter me en waste mijn billen met een flesje water, omdat ik aanhoudend moest poepen van ellende en pijn. Er stonden op een goed moment nog twee mensen om ons heen: een atleet die me vroeg of ik echt niet vooruit kon, desnoods springend. Nee, dat ging niet. Ik kon alleen maar stil blijven staan. Er kwam nog een man bij met een bestelauto. Hij deed de achterklep open en nu kon ik engszins zitten op de achterbak met de gebroken heup in de lucht. Hij was arts en constateerde dat ik een gebroken heup moest hebben. De mensen bleven om me heen staan, druk met elkaar kletsend en er werd gebeld voor een ambulance. Dat duurde een tijd. Na een paar uur kwam de ambulance en kermend van pijn werd ik op een brancard getild. Eenmaal in de ambulance kreeg ik een pijnstiller.

In het ziekenhuis moest ik in de gang lang wachten op een bed tot ik een kamer kreeg toegewezen. Om me heen hoorde ik mensen huilen en klagen. Het duurde uren en ik moest mijn aandrang om te poepen ophouden, omdat men daar geen sanitaire dienst verleende. Uiteindelijk kreeg ik een kamer en werd mijn trainingsbroek doorgeknipt.

In de avond werd ik naar de operatiekamer gereden. Ik was dolgelukkig dat ze me zouden gaan helpen. Maar eenmaal boven kwam er een verpleger naar me toe. Hij vertelde me dat de operatie helaas niet doorging, omdat er iemand anders was binnengebracht na een ernstig ongeluk. Het was een teleurstelling voor me, maar ik begreep het wel. ´Geeft niet,´ zei ik in de veronderstelling dat ik de volgende dag waarschijnlijk als een van de eersten aan de beurt zou zijn. Dat was niet zo.

Ik kreeg het ongeluk op een dinsdag en op donderdag was ik nog steeds niet geholpen. Door tussenkomst van mijn oudste dochter, die mijn zorgverzekeringsmaatschappij had gebeld, werd ik uiteindelijk afgevoerd naar een ander ziekenhuis. Daar werd ik na een dag eindelijk geopereerd. Mijn bot was door het uitstel van de operatie zo beschadigd, dat het been er niet gemakkelijk aangezet kon worden. Met een gammanail werd het vastgezet, zo goed als maar enigszins mogelijk was, maar de stand van het been was nu scheef en te veel naar binnen gericht. Ook had ik zoveel bloed verzameld in mijn dijbeen dat het eruit gutste tijdens de operatie. Ik kreeg twee zakken Andalusisch bloed toegediend na de operatie.

Mijn herstel in het ziekenhuis duurde veel langer dan normaal vanwege het hematoom in mijn dij. Je hoefde er maar naar te wijzen en ik sidderde van pijn, laat staan dat ik er snel op kon gaan staan. Ik lag weken in het ziekenhuis, terwijl Ahmad de hele dag bij me was en naast me sliep. De videoclips met gedichten van Rumi op YouTube brachten me troost.

Uiteindelijk mocht ik naar huis met stokken en een rollator.

Ik was toen 67 jaar. We zijn nu vier en een half jaar verder. Ik ben nu 71 jaar en volledig hersteld! En dat terwijl het er in het begin voor mij niet goed uitzag. In Nederland werd mij in een followup onderzoek in het ziekenhuis verteld dat mijn been er heel raar was aangezet en dat het nu langer was dan mijn andere been. Er werd me geadviseerd om daarvoor speciale schoenen met verhoging in het andere been aan te schaffen. Helemaal normaal lopen zou nooit gaan lukken volgens de specialist.

Daarna ging ik naar een fysiotherapeute, die me ook niet vrolijker maakte. Weliswaar had ik volgens haar geen speciale schoenen nodig, maar ze dacht niet dat ik ooit helemaal zou herstellen. Ze ried me aan om me opnieuw te laten opereren door middel van een kunstheup. Het was voor mij een zware tijd. Zitten deed pijn en ik kon dat niet lang volhouden. Lopen deed pijn. Elke dag maakte ik een korte wandeling aan de arm van mijn liefste en het enige dat ik kon wensen was telkens dat we snel weer thuis waren.

Maar ik heb doorgezet. Ik ben gaan fietsen op een hometrainer en ben dit blijven doen en in Spanje ging ik korte tijd naar een andere fyssiotherapeute. Zij gaf me een aantal oefeningen die me enorm hebben geholpen en die ik eerder in mijn weblog deelde.

Ik heb dit stukje vandaag geschreven om mensen die nu misschien net geopereerd zijn d.m.v. een gammanail-operatie te bemoedigen. Vaak wordt gesteld dat je, vooral als je wat ouder bent, moeilijk herstelt van dit soort ingrepen. Dat hoeft niet waar te zijn. Het zit hem echt in veel bewegen en oefenen en door te zetten. Bij mij is het herstel langzaam gegaan, maar wel in een steeds oplopende lijn. Uiteindelijk kan ik nu zeggen dat ik volledig hersteld ben. Men ziet niet meer aan mijn loop dat er ooit iets mis was met mijn heup. Ik voel de schroeven en pinnen niet meer. Ik kan weer alles doen, lopen, rennen, squatten en uitstappen met het linkerbeen. En dat terwijl ik in het begin lange tijd mijn rechterbeen helemaal niet naar achter kon bewegen, waardoor ik bij het lopen een rare naar buiten slingerende beweging maakte met mijn rechterbeen.

Dus lotgenoten, houdt moed!

Niet voor niets gestudeerd

Op school was ik een vlotte leerling. Ik ging, net als mijn broer, naar het gymnasium. Helaas koos ik de alfakant, waardoor mijn studiemogelijkheden daarna beperkt waren. Achteraf gezien had ik graag medicijnen gestudeerd. Mijn broer deed bèta. Maar net als ik koos hij voor het vak psychologie. Eenmaal afgestudeerd, werkten we geen van beiden als psycholoog. We waren allebei te praktisch aangelegd. Mijn broer ging in de bouw werken als zelfstandig uitvoerder van grote klussen. Ik werkte na mijn studie in een instelling voor TBRgestelden en daarna in de psychiatrie met langdurig opgenomen patiënten. Vervolgens kreeg ik een tijdelijke arbeidsplaats als onderzoeker aan de universiteit, wat me helemaal niet lag. Hierna hield het werken op mijn niveau voor mij op. Ik kreeg kinderen en werkte in allerlei baantjes binnen de schooltijden van mijn kinderen om het inkomen wat aan te vullen. Het geld vloog weg om in de behoeften van mijn exman te voorzien. Ik was blij als ik genoeg in mijn portemonnee had om voor het eten te zorgen en dat vereiste zelfs nog de nodige vindingrijkheid. Maar ik was tevreden en was gewend aan deze levenswijze op minimumniveau.

Toen ik uiteindelijk wegliep uit mijn miserabele huwelijk en met mijn vier kinderen in Den Haag terecht kwam, kreeg ik gedurende een tijd een uitkering. Ik schaamde me, toen ik tussen de moeilijk plaatsbare werklozen kwam te zitten in de wachtkamer van de Sociale dienst. Ik wist dat ik er helemaal niet thuis hoorde, omdat ik wel wat kon aanpakken, al was het niet in mijn vak. Het bedrag van de uitkering voelde voor mij als een vetpot, na de periode van 16 jaar waarin ik gewend was elk dubbeltje te moeten omdraaien. Ik begreep totaal niet waarom mensen klaagden. Ik kon eindelijk meer dingen kopen voor mezelf en mijn kinderen dan in de jaren ervoor.

Maar ik wilde aan het werk, omdat ik vond dat ik geen recht had op het gratis geld. De ambtenaar verzekerde mij dat dit echt niet nodig was. Ik had zoveel meegemaakt en had het vast zwaar in mijn eentje met die vier opgroeiende kinderen. Ik drong toch aan op een ´omscholing´. Kon ik niet een computercursus volgen om bijvoorbeeld in de administratie te werken? Uiteindelijk vond men dat goed en volgde ik een aantal cursussen. Er werd toen nog met het programma Word Perfect gewerkt, nogal ingewikkeld en zinloos, omdat al snel daarna het veel gebruikersvriendelijkere programma Windows werd geïntroduceerd. Het kostte me geen moeite om te werken met de PC. Op een goed moment werd ik zelfs, na een test, geselecteerd voor een baan in de informatica. Maar ik kon dat niet gaan doen, omdat het zou betekenen dat ik van het ene bedrijf naar het andere gestuurd kon worden, verspreid over heel Nederland, en fulltime zou moeten werken. Dat kon ik niet combineren met mijn gezin. Dus het werden administratieve baantjes in Den Haag, waar ik alsnog veel leerde. In ieder geval leerde ik hoe ik bestanden overzichtelijk en ordelijk kon opslaan. Deze administratieve vaardigheden kwamen me van pas in mijn latere werk als trajectbegeleider voor langdurig werklozen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt vanwege diverse problematiek. Ik begeleidde deze mensen individueel en in groepen.

In dat laatste werk, dat ik deed totdat ik enkele jaren voor mijn pensioen werd wegbezuinigd, kon ik alles toepassen wat ik geleerd had in mijn heftige leven en tijdens mijn studie. Ik heb dat werk met heel veel inzet gedaan, omdat ik werkte met de doelgroep waarnaar mijn hart uitging. Ik verdiende niet het salaris van een psycholoog (en dat vond ik totaal niet belangrijk), maar ik kon wel mijn vaardigheden toepassen en alles wat ik geleerd had tijdens mijn studie en daarna. Het leven is immers de beste leerschool.

Tijdens het werken met die mensen kwam ik tot het besef dat ik niet voor niets had gestudeerd.

En nu word ik weleens gebeld door mijn kinderen, als zij mijn advies nodig hebben voor het schrijven van een mail, een werkstuk van hun kinderen of relationele akkefietjes. Ik ben heel blij dat ik hen dan kan helpen om erachter te komen wat ze zelf denken en voelen en daarbij te helpen om dat te verwoorden. Want meer is het niet. Je kunt alleen uit mensen halen wat er al in zit, al is dat soms voor henzelf verborgen.

Nu nog merk ik in de praktijk van alledag dat mijn studie wel ergens toe heeft gediend. Het is een aanvulling op wat er in mij zat en er hier en daar uit moest komen. Ook ikzelf ben nooit te oud om te leren en kom er steeds meer achter wie ik ben en wat ik mensen wil geven. Ik leer daarbij ook zelf van de mensen om mij heen.

Sukkeltje

Vandaag bedacht ik me hoelang ik erover heb gedaan om volwassen te worden. Hoe lang ik onzeker ben geweest en ongelukkig. Heimelijk was ik waarschijnlijk een groot deel van mijn leven depressief, maar ik merkte dat zelf niet op, omdat het voor mij normaal voelde. Ik leefde voort op de automatische piloot en deed dagelijks datgene wat ik moest doen zonder me af te vragen hoe ik me voelde. Dat veranderde pas een beetje in 1993, toen ik met mijn kinderen naar Den Haag vertrok, weg uit een verkeerd gekozen huwelijk. Maar ook toen was ik er nog lang niet. Ik had te kampen met de opvoeding van vier kinderen, die net als ik schade hadden opgelopen in de voorgaande jaren. Ook zou ik nog een keer trouwen met iemand, die niet bij me paste en zeker niet geschikt was om mij te helpen bij het opvoeden. Dat huwelijk duurde alsnog wel een jaar of 10, maar ik heb er weinig of geen goede herinneringen aan bewaard.

Pas toen ik terechtkwam in een groep Naqhsbandi leerlingen en sheikh Nazim uit Cyprus en zijn levenslessen leerde kennen, viel voor mij alles op zijn plaats en voelde ik me niet meer alleen en totaal onbegrepen. Sheikh Nazim heeft mij nooit teleurgesteld, maar zijn leerlingen wel. Ik begreep op een bepaald moment dat ik niet thuishoorde in deze groep volgelingen. Ik werd weer een eenling.

Maar gelukkig ontmoette ik Ahmad, met wie ik zielsverwantschap voel en in de relatie met hem vielen nog meer puzzelstukken op hun plaats. Mijn kinderen groeiden op tot burgers, op wie ik uiteindelijk heel trots ben. Ik heb liefde om mij heen, zij het van een kleine groep en ik voel me nu okay in elk gezelschap. Ik ben weer van mensen gaan houden, maar niet meer op die slaafse en naïeve manier van vroeger. Ik heb geen rancune over wat me is overkomen. Het heeft allemaal zo moeten gaan en mijn verleden heeft me gemaakt tot de persoon zei ik nu ben. Ik ben niet meer verlegen en onzeker, maar ben gewoon mezelf en weet dat dat de enige echte en eerlijke rol is, die ik kan spelen in dit leven.

Mijn missie hier op aarde is eigenlijk wel volbracht. Elke dag dat ik nog hier mag zijn op deze wereld is voor mijn meegenomen en een geschenk uit de hemel.

Wat is de smartphone toch smart ?

Vanmorgen zei Ahmad tegen me, terwijl ik via mijn telefoon aan het luisteren was naar NPO 1 op de radio, dat het eigenlijk best wonderlijk is hoeveel je tegenwoordig kan doen met je smartphone. Bellen, surfen op internet, (steeds betere) foto´s maken, betalen via een app, luisteren naar de radio, gebruik maken van een kompas, rekenmachine, het weerbericht checken, gebruiken als navigatie in je auto, enz enz.

En nu denk ik: ´ja, inderdaad´. Hoe fijn is dat.

Ik kan me nog de eerste mobiele apparaten herinneren die in omloop waren in de 90er jaren, de piepers. Eerst alleen nog gebruikt door doctoren en andere belangrijke personen, die bereikbaar moesten zijn. Tieners liepen in die tijd met een gevoel van belangrijkheid soms ook al met zo een ding rond, dat een signaal gaf in de vorm van een piep als iemand wilde dat je belde. Dan zag je een telefoonnummer in je display en dan kon je die persoon bellen via de toen nog ´vaste´ telefoon, hoewel je toen al wel telefoons had die je binnenshuis kon verplaatsen en die je kon opladen in een oplaadstation. Mijn buurvrouw, die geen mobiel heeft en geen internet, heeft nog steeds alleen maar zo een telefoon.

Even later kwamen de mobieltjes, waarmee je alleen nog kon bellen en sms-en. De jongeren waren de eersten die graag met zo een mobieltje op zak liepen. Het was in die tijd mode om met een zo klein mogelijk mobieltje in je tas of zak te lopen. De mobieltjes met een klepje waren in trek. De wat grotere modellen uit de begintijd van het mobiel werden al snel door de jongeren afgekeurd. ´Ik ga niet met zo een ijskast op zak lopen.´

In de loop der tijd werden de mobiele telefoons steeds geavanceerder en nu zijn we zover dat deze apparaten multifunctioneel zijn en niet meer weg te denken uit de handen van jong en oud. Nu hoef je je niet meer te schamen voor een grote mobiele telefoon. Integendeel, de plussize modellen zie je juist veel.

Ik weet nog dat ikzelf een tiener was en dat iemand mij toen zei dat in de toekomst het mogelijk zou zijn om als je een persoon belde elkaars gezicht te zien op een scherm. Toen dacht ik: ´Hoe kan dat nou? Hoe kan je een actueel beeld van iemand zien die ergens ver weg is?´ Ik kon me dat niet voorstellen.

En nu ervaar ik dat deze voorspelling al lang is uitgekomen. Gisteren had ik een Whatsapp video gesprek met een zoon en een dochter tegelijk. De zoon liet ons een presentatie zien die hij vandaag moet geven op zijn werk. Wij konden hem dat zien doen en er vervolgens commentaar op geven. Hoe mooi is het dat we deze ´meeting´ konden hebben op zo een grote afstand van elkaar.

Ik ben blij met de smartphone, ook al ben ik er gelukkig niet aan verslaafd.

Mijn lieve broer Hans

Vandaag kreeg ik onverwacht een mail:

Dear Ms Shabnam Theunissen,

I allow myself to write to you on behalf of the International Committee of the Red Cross (ICRC).

As every year, the ICRC team in Moscow Delegation and special invitees gathered on 17th December 2021 to remember the tragedy and sacrifice of colleagues killed in Novie Atagi, Russia in 1996. 

We feel important to convey to you that memory of your late brother Hans is not forgotten and Rememberance Day has a deep meaning for all the ICRC.

The video of the commemoration event can be downloaded and watched here: https://we.tl/t-ZRuX7cUbcu

With heartfelt thoughts and warm regards,

Martin Schüepp

————————
Martin Schüepp
Regional Director for Europe & Central Asia
International Committee of the Red Cross (ICRC)
19, Av. de la Paix, 1202 Genève, Suisse
Tel. +41 (0)22 730 32 61

De warme woorden deden me goed. Toevallig moest ik enkele dagen geleden heel sterk denken aan mijn broer. Niet zozeer een speciale gebeurtenis met hem kwam in mij op, maar het gevoel dat ik als zusje bij hem had, toen ik klein was. Beschermd door zijn liefde als grote broer in een gezin dat verder koud en zelfs vijandig was. Hij gaf me het gevoel dat er toch van me gehouden werd, wat ik nu ook ervaar met mijn kinderen en met Ahmad. En ik hield zielsveel van mijn broer, had alles voor hem over.

Natuurlijk heb ik de video direct gedownload en ik zette hem op YouTube om hem hier te kunnen delen. Meer dan ik verwacht had, was ik ontroerd en voelde ik tranen over mijn wangen biggelen. Het lijkt wel of ik mezelf dat alleen toesta bij beelden. Vooral toen ze de witte linten ophingen. Het filmpje is verder niet eens zo interessant, hoewel ik de woorden die gezegd worden erg mooi vind en universeel geldend. Je ziet veel beelden van de sprekers, die iets ter herdenking wilden delen. Ook beelden van de gewonden in het ziekenhuis en de Rode Kruis werkers die hen verzorgden. Geen beelden van mijn broer, die bezig was met het leiding geven aan de verbouwing van het pand, waarin het ziekenhuis gevestigd was. Hij werkte hard om het allemaal af te hebben voordat het nog meer zou gaan vriezen. Hij leefde samen met de andere Rode Kruis werkers in het ziekenhuis. In de nacht van 17 december werd hij met de 5 andere werkers in zijn slaap door zijn hoofd geschoten.

In memoriam Hans Elkerbout

En ik ben blij dat ze dit jaar deze foto, die ik naschilderde, hebben gebruikt van Hans. Zoveel mooier en vrolijker dan die van vorig jaar.

Eerst hadden ze deze foto. Die vind ik ook mooi, maar zo triest?

Nare herinneringen

Laatst leende ik twee boeken bij de digitale bibliotheek. Toevallig (bestaat toeval wel?) gingen beide boeken over een persoon die te maken had/ had gehad met een Pakistaanse familie. Ik was geïnteresseerd in beide biografische boeken vanwege mijn eigen verleden met een Pakistaanse man en zijn familie.

Het eerste boek dat ik las was van Hameeda Lakho met de titel ‘gebroken cirkel’. het boek is een vervolg op een eerder boek van haar, ‘verborgen tralies’ geheten, waarin zij een jeugd van mishandeling door haar Pakistaanse vader en een Nederlandse stiefmoeder beschrijft. Zij beschrijft in dit tweede boek hoe zij haar dood gewaande biologische moeder terugvond na 30 jaar en hoe zij haar familie met veel moeite liet overkomen naar Nederland. Het weerzien met haar moeder en haar zus met echtgenoot en broer was verliep anders dan zij gehoopt had. Op het moment dat zij het boek uitgaf had zij geen contact meer met dat deel van haar familie. Ik herkende me dermate in het karakter van de schrijfster dat ik bijna zin kreeg om met haar kennis te maken. Ze woonde op het moment dat de gebeurtenissen plaats vonden in Rijswijk en zij moet nu ongeveer 50 jaar zijn.

Daarna maakte ik een begin met het lezen van een tweede boek, een boek dat geschreven is door Anna Ruston met de titel ‘Ik was een seksslavin’. Dit boek gaat over een kwetsbaar, van huis weggelopen 15 jarig meisje, dat door een Pakistaanse taxichauffeur onder valse voorwendselen naar zijn huis wordt meegenomen. Eenmaal binnen wordt zij opgesloten en wordt zij (zo staat in de korte beschrijving) tot haar 28e jaar (!)) verkracht en tot prostitutie gedwongen.

Ik las maar een paar hoofdstukken in dit boek, maar ik was direct enorm geschokt door de wreedheid van de man en zijn familie. De dingen zie zij beschrijft zijn zo afgrijselijk dat het bijna ongeloofwaardig is.

Toen ik vannacht wakker werd om een plasje te doen kon ik een tijd niet slapen. De dingen die ik had gelezen deden me terugdenken aan mijn eigen ervaringen gedurende 16 jaar met mijn ex. De mentaliteit en het volkomen gebrek aan mededogen van de figuur in het boek deden me sterk denken aan wat ik zelf meemaakte met deze eerste echtgenoot. Ik besefte dat ook mijn verhaal ongeloofwaardig zou overkomen als ik de feiten droog zou beschrijven, iets wat ik dan ook nooit gedaan heb in een boek.

Vanmorgen vertelde ik Ahmad mijn gedachten van vannacht en de aanleiding daartoe (het akelige boek). Ik zei hem dat ik na bijna 14 jaar met hem nog steeds moeite heb ten volle te beseffen dat mijn leven nu zo anders is en dat ik nu een man naast me heb die van me houdt en mijn welzijn op het oog heeft. Dat is een ervaring die ik nooit eerder heb gehad met een man en het maakt mij dankbaar, rustig en gelukkig. Ik voel me zo veilig bij hem en heb een vertrouwen in hem dat ik nooit eerder in een ander mens heb gehad. Wat een geluk na zoveel ellende.

Ik weet niet of ik het aankan om het boek over het meisje uit te lezen. Ik ben wel nieuwsgierig hoe het kan dat deze nachtmerrie voor haar zo lang heeft moeten duren, waarom zij niet kon ontsnappen en hoe dit haar uiteindelijk wel gelukt is. Ook ben ik benieuwd hoe haar leven verder verlopen is.