Mooi werk van Ahmad

tiffany raamdecoratie (24 x 55 elk)
In het huis van mijn oudste zoon (Kamran)

Het was een ‘werk in opdracht’ en toen het af was en we Kamran de foto ervan lieten zien kwam hij snel naar ons toe met zijn werkbus om de decoraties op te halen. Vandaag al stuurde hij ons de foto van hoe ze hangen voor drie van de ramen in zijn mooie huis in Brabant. Die foto is niet zo duidelijk, maar hij belde me een uurtje later om nog eens te vertellen hoe blij hij en zijn vriendin ermee zijn. ‘Ik moet er alsmaar naar blijven kijken,’ zegt hij. ‘Het licht valt er steeds weer anders in door het draaien van de zon. Ik wordt helemaal rustig als ik ernaar kijk.’ Ahmad en ik zijn blij dat hij er zo een plezier van heeft. Mijn andere kinderen hebben niet zoveel interesse in zo een kleurrijke decoratie. Zijn kinderen in Andalusië wel. Maar daar zijn de ramen niet zo geschikt voor het ophangen van dergelijke versiering.

Geen roots en geen naam

Zo voel ik me. Als een toevallige voorbijganger, die op de een of andere manier op deze wereld terecht is gekomen. Ik heb al vanaf mijn geboorte het gevoel nergens bij te horen. Dat gevoel is versterkt door de vele naamswijzigingen die ik heb ondergaan en de vele verhuizingen in mijn jongere jaren. Het maakt voor mij ook weinig uit waar andere mensen vandaan komen en hoe ze heten. Ik vergeet vaak mijn naam te zeggen en te vragen hoe anderen heten. Het doet er voor mij niet veel toe. Ik onthoud namen ook slecht en haal ze door elkaar. Vaak begrijp ik ook niet de drukte die mensen maken over hun afkomst en over het feit dat ze gediscrimineerd worden. Evenmin begrijp ik andere mensen niet die weer andere mensen discrimineren. Ik zie ons mensen als één grote familie. Waar je toevallig geboren wordt, bepaalt in mijn ogen niet wat voor een mens je zal worden. Elk mens is uniek. Dus wat dat betreft voel ik me ook een vreemde eend in de bijt. Ik heb totaal geen nationalistische gevoelens.

Op het moment heet ik dus Shabnam Theunissen. Theunissen heette mijn vader, die ik niet meer zag vanaf mijn derde jaar en die ik opzocht toen ik 43 jaar was. Ik ben geboren als Monique, maar ervaar die naam als een scheldnaam. Ik heb me nooit een Monique gevoeld en schrok altijd een beetje als ik op vrij barse toon bij die naam geroepen werd. Ik ben blij met Shabnam als naam, maar besef dat de combinatie Shabnam Theunissen raar overkomt op mensen. Daarom zal ik niet gauw en met trots me voorstellen met mijn hele naam. Een groot deel van mijn leven moest ik mezelf immers Elkerbout noemen, een familienaam van een familie, die mijn moeder, mijn broer en mij nooit heeft geaccepteerd als familie. Het was ook een leugen, maar vroeger was het een schande als je gescheiden was en je kinderen een andere achternaam droegen dan de stiefvader. Dat moest ten allen tijde verborgen blijven en zelfs op het graf van mijn broer staat Hans Elkerbout, ‘our son’. Dat het ook mijn broer was werd niet vermeld op zijn graf. Dus er zijn tal van redenen waarom ik het hele idee van namen en alles wat daarbij hoort maar in het midden laat. Noem me voor mijn part x. Ik ben gewoon een medemens en niets anders.

De buurvrouw, voor wie ik boodschappen haal en andere kleine karweitjes verricht, vindt mijn naam te moeilijk. De naam Shabnam kan zij niet onthouden, zegt zij. Jaren geleden stond zij bij ons bekend als ‘de oma van Maurice’, een klasgenoot van mijn zoon Kamran. En ik was ‘de moeder van Kamran’. Nu noemt zij mij voor haar gemak Kamran, want dat kan ze kennelijk wel onthouden. Ik vond het raar om steeds als ik haar belde te zeggen ‘met Kamran’ (ik zie dan natuurlijk mijn zoon voor me). Dus ik zei haar: ‘Kun je mijn naam wel onthouden als ik mezelf Sjappie noem?’ Ja, dat zou wel lukken. Maar gisteren riep ze me, toen ik haar boodschappen aan het opbergen was in haar keukentje. ‘Kamran!’ riep ze. Ik reageerde direct en bedacht me dat het ook wel o.k. is. Noem me zoals je wilt. Voor mijn part ‘Henk’ of ‘Ingrid’.

En als mensen, die anders zijn dan ik, wel een sterk gevoel hebben van hun identiteit of nationaliteit en me erop wijzen dat ze Andalusiër zijn en geen Spanjaard, of Indisch en niet Indonesisch, dan denk ik bij mezelf: ‘O.k., het zal voor hen wel wat uitmaken’. Maar helemaal me inleven in dat gevoel van wat je wel of niet bent, dat kan ik niet. Ik voel me een ‘reiziger door het leven’, zonder vaste woon of verblijfplaats. In het zielenrijk zijn geen grenzen en nationaliteiten. En ik geloof dat we allen komen uit het zielenrijk en daar ook weer terugkeren. Waar we geboren worden en waar we sterven, dat hebben we niet voor het zeggen.

Fietstochtje

Het was de eerste keer in al de tijd dat we hier nu alweer zijn (vanaf 10 november 2020) dat we weer eens een fietstochtje maakten. Tot nu toe had ik er weinig zin in. Als ik eraan dacht, kreeg ik beelden van veel bejaarde fietsers op e-bikes (die graag stug naast elkaar willen blijven rijden) en fietsers op racefietsen, die kost wat kost vaak geen vaart willen minderen en op onverantwoorde wijze zonder aankondiging langs je heen racen. Ik zag in mijn verbeelding overvolle fietspaden met dagjesmensen. Daarom had ik er meestal geen zin in.

Maar vandaag was het maandag en ik merk al een tijdje dat het rustiger is, in mijn buurt, in de winkels en op de weg. Maandag is de ideale dag voor een tochtje op de fiets, als je daartoe in de gelegenheid bent. Ook het weer zou vandaag droog blijven.

Dus wij stapten vandaag op onze fietsen. We hadden een missie. Dat heb ik ook graag. Niet doelloos maar wat rondkarren, maar daarbij een bestemming hebben. We gingen naar Intratuin in ’s Gravenzande. Daar wilde Ahmad zaden kopen voor bloemen en groenten. De groenten voor zijn dochter, die voldoende grond heeft om te verbouwen en al een aardige biologische tuin heeft gecreëerd. Voor haar en voor ons wat bloemzaden voor bloemen die vlinders en bijen aantrekken en wat zaaibakjes.

Op de heenweg kwamen we langs schitterende huizen in allerlei bouwstijlen met mooi aangelegde tuinen. Het Westland op zijn properst. Ik vond het jammer dat ik mijn camera niet bij me had (dat zit niet meer zo in mijn ‘systeem’ helaas). Ik zou graag een fotoreportage hebben willen maken van alle mooie en bijzondere woningen en buurten die ik zag. Maar op de heenweg had ik alleen mijn mobiel, die ik eventueel kon gebruiken als camera en deze diende nu als navigator. Ik wist ook dat de man die achter me fietste geen geduld heeft voor een fotootje hier en daar als hij eenmaal uit is op een missie. En dat was nu: met frisse kracht vooruit naar de mooie winkel.

Ik wil de tocht graag nog eens overdoen met mijn camera en dan alsnog de foto’s maken die ik nu niet maakte.

Terug fietsten we door de duinen en dat was qua luchtinname een stuk gezonder dan langs de weg met voorbij zoevende auto’s. Ik vond het een heerlijk tochtje en zou het liefst snel weer gaan. In de duinen maakte ik toch nog wat foto’s met de mobiel. Van de prachtige en bijzondere gele veldbloemen en de heerlijk geurende rozebottelbloesems.

Peter R De Vries

Toen Peter R de Vries net op een laffe manier was omgebracht, kreeg dat veel aandacht in de media. En terecht. Wel viel me op dat de man die tijdens zijn leven veel irritatie en jaloezie opwekte bij anderen nu ineens alom als een held werd vereerd. Zoals hijzelf al tijdens zijn leven had geantwoord op de een vraag van aan journalist wat er over zou blijven na zijn dood (‘Een gat’), zo bleek dat ook te zijn. Mensen ervoeren plotseling het gemis van een persoon als hij en zagen zijn mooie kanten, zijn onverschrokkenheid en zijn zoektocht naar gerechtigheid. Zijn mededogen met slachtoffers kreeg ineens meer aandacht dan voorheen. Zelden werd een persoon met zoveel oprechtheid geëerd door mensen uit alle hoeken van Nederland. Het was indrukwekkend en ontroerend.

Toch heb ik me er in die weken dat alle media bol stonden van de aandacht voor deze unieke persoon, op dat moment niet in verdiept. Zodra er een hype is, dan ben ik geneigd me daarvan afzijdig te houden. Pas toen de belangstelling enigszins geluwd was en men overging tot ander nieuws van de dag, ging ik terugkijkend me verdiepen in de persoon die Peter R is geweest tijdens zijn leven. En dat maakte op mij enorme indruk. Ik bekeek oude interviews met hem in en lette daarbij op alles. Zijn manier van duidelijk en helder formuleren waar het op staat en zijn eerlijkheid. Vooral zijn ogen vielen me op. Die keken al goudeerlijk de wereld in toen hij jong was en bleven dat ook doen. Wat een enorm verdriet dat juist zo een persoon, die nog in de kracht van zijn leven stond, moest sterven op zo een akelige manier en zo zinloos.

Ik lees nu de boeken die hij schreef. Als eerste het mooie boek: ‘Een moord kost meer levens’. En ik wil hem tekenen en schilderen. Ik heb niet snel een idool. Maar Peter R de Vries komt dicht in de buurt. Ik houd ervan als mensen strijden voor rechtvaardigheid en aan de kant staan van onschuldige slachtoffers.

Oplaadbare batterij

Zoals apparaten een oplaadbare batterij kunnen hebben, zo lijkt dat bij mensen ook te zijn. De batterij is oplaadbaar en dat opladen kan telkens herhaald worden. Maar naarmate het apparaat (of de mens) ouder wordt, loopt de batterij sneller leeg en moet deze steeds vaker opgeladen worden.

Ik merk dat aan mijn telefoon en aan mezelf. Vroeger had ik maar een paar uurtjes slaap nodig per nacht en ik was bij het opstaan direct klaarwakker, gereed voor een nieuwe dag. Nu heb ik veel meer uren slaap nodig en als ik wakker word, duurt het even voordat ik energie in me voel stromen. Ik lijk wel een oude auto met een dieselmotor.

Daar maak ik me niet druk over. Het hoort erbij als je ouder wordt, denk ik. Je mag al van geluk spreken als alles nog naar behoren werkt in je lichaam. Want het wonder van hoe een lichaam in elkaar zit en hoe alles met elkaar te maken heeft, is niet te vergelijken met welk apparaat dan ook. Zelfs een kleine vogel als een mees, die razendsnel van het ene takje naar het andere vliegt en met zijn kleine oogjes precies ziet waar voer voorhanden is, dat is een wonder op zichzelf.

De natuur is zo mooi en zit zo perfect in elkaar. Jammer dat wij dat proces verstoren met veel oplaadbare apparaten en machines. We gedragen ons als ’terminators’. Ik ben er één van ?.

Kinderen worden groot

En ik word steeds ouder, al voel ik dat gelukkig meestal niet, als ik lichamelijk nergens last van heb. Ik ben dankbaar voor die dagen.

Ik herinner me dat ik een keer in een soort vrouwenhulpgroep zat. Dat was een groep, die je kunt vergelijken met de AA, maar dit keer ging het niet over de drank of een andere verslaving maar over de liefde en hoe je jezelf daarin kunt verliezen. Deze groepen bestonden in de jaren 90 en waren gebaseerd op de boeken van Robin Norwood met de titels ‘Als hij maar gelukkig is’ en ‘Vrouwen die te veel liefhebben’.

Ik bevond me dus in die groep in de jaren 90, kort nadat ik uit mijn eerste huwelijk was weggelopen vanuit Utrecht naar Den Haag met mijn vier kinderen. Ik had zoveel meegemaakt dat men eigenlijk vond dat ik misschien in therapie zou moeten voor de verwerking, maar dat vond ik zelf niet nodig. Deze groep leek mij wel een goed alternatief, nadat ik de boeken van Norwood had gelezen. Ik herkende mezelf enigszins in de feiten die zij beschreef in haar boek. Alleen was er bij mij in plaats van afhankelijkheid sprake van een overdreven gevoel van medelijden met de partner, van wie ik dacht dat deze er ook niets aan kon doen dat hij was zoals hij was.

Ik begaf me dus in deze groep vrouwen, maar ontdekte tot mijn spijt dat ik weinig herkende in mijn groepsgenoten. Het waren over het algemeen welgestelde dames, waarvan er enkele aan de prozac waren. Sommigen vertoonden wraakgevoelens naar hun ex-partner en hadden daarbij fantasieën als het verbranden van de kleding van de man of erger. Ik voelde me als een vreemde eend in die bijt. Ik had die gevoelens totaal niet en het enige gevoel dat ik had was een gevoel van bevrijding. Ik kon mijn geluk niet op dat ik uit een zeer penibele situatie (die 16 jaar had geduurd) was ontsnapt. Het enige wat mij bezighield was zo ver weg mogelijk van deze man te blijven en nooit meer terug te keren. Ik had totaal geen behoefte aan wraak, vanuit een aloud gevoel in mij dat boontje altijd vanzelf wel om zijn loontje komt.

Dus ik bleef niet heel lang in deze groep hangen. Maar een herinnering die ik wel over heb gehouden uit deze groep is dat een vrouw het had over haar jongste die 7 jaar was en te lang douchte. Ik weet nog dat ik toen dacht: ‘Was mijn jongste maar al 7 jaar. Dan hoefde ik hem niet meer te douchen’. Hij was toen pas drie. Ik zat al lang ‘in de kleine kinderen’ en had daarbij eigenlijk nooit enige hulp gehad. Ik zag erg uit naar de dag dat al mijn kinderen meer zelf zouden kunnen en niet meer zoveel zorg nodig hadden van mij.

Welnu, die tijd kwam snel genoeg, al wil dat niet zeggen dat dit het leven zoveel gemakkelijker maakte met vier opgroeiende kinderen, die alle fasen van de jeugd doorliepen en bepaald geen brave boontjes waren. Maar ik behield altijd het vertrouwen in de goede inborst van al mijn kinderen. En ik bleef met ze praten, want echt opvoeden, wie heeft daar een diploma van? Uiteindelijk zijn ze alle vier goed terecht gekomen, hebben ze een partner en werk dat bij ze past en drie ervan hebben zelf weer kinderen.

Deze herinneringen komen bij mij op, omdat mijn jongste zoon vandaag 31 jaar geworden is (hij was toen drie). Hij kan zichzelf al jaren douchen en heeft nu zelf twee kotertjes, die hij moet baden ?. Zo zie je maar weer. Alles is tijdelijk en alles gaat een keer voorbij. Koester het mooie en goede ?.

Verkooptechniek

Gisteren ging ik even naar de Wateringse markt voor vogelvoer. Ik word aangesproken door een jongeman, type ‘brave zoon, beachboy’. ‘Mag ik u twee vragen stellen, mevrouw? In verband met mijn stage.’ “Stage? Maar heb je dan geen vakantie?’ ‘Nee, ik moet nog één onderdeel en dan heb ik mijn propedeuse.’ Ik heb een goede bui, dus ik laat me gewillig de twee vragen stellen. Ben ik ouder dan 35 jaar en woon ik enigszins in de buurt? Yes.

‘Dan mag ik u een gratis krant aanbieden.’ (een Telegraaf. Hm, het is niet mijn lievelingskrant, maar gratis is altijd meegenomen) ‘Ja, hoor.’ ‘En dan kan ik u ook nog vertellen dat u geselecteerd bent voor een gratis abonnement op deze krant voor drie jaar, omdat we nu 150 jaar bestaan.’ Zozo ,dat is niet mis. ‘Het enige dat u daarvoor moet doen is af en toe boodschappen doen met deze boodschappentas.’ (een grote shopper met daarop in grote letters de Telegraaf). ‘Hm, dan loop ik wel een beetje voor schut.’ ‘En dat is nog niet alles.’ De beachboy begint de telegraaftas vol te laden met extra’s, een glossy waarop een foto van Bridget Maasland op de cover staat (wjag) en een exemplaar van de allereerste telegraaf, die werd gedrukt. ‘Hm, indrukwekkend allemaal. Maar ik wil in ieder geval geen papieren krant, ben alleen in voor digitaal. En ik wil na drie jaar geen abonnement’ O, dat is helemaal geen probleem. Kan allemaal geregeld worden. Ik krijg drie codes, waarmee ik drie jaar kan inloggen. Ik krijg dan de krant gratis van maandag t/m vrijdag en die van zaterdag moet ik dan terugbetalen aan de Telegraaf. Dat is dan 8 euro per maand.’ “Hoho, maar dat is niet wat je net zei. Je had het over een gratis abonnement. 8 Euro per maand is niet gratis.’ ‘Ja, maar dat moet wel, want anders gaat de Telegraaf failliet.’ (Wat kan mij dat schelen, denk ik, maar dat zeg ik niet hardop).

‘Sorry, jongen,’ zeg ik. ‘Het spijt me dat je al zo lang voor niets met me bezig bent geweest, maar dit is niet wat je me in het begin zei: een gratis abonnement. Ik wil dit beslist niet.’

En dan vraag ik hem hoeveel ‘gratis’ abonnementen hij al verkocht heeft vandaag. Dat zijn er twee en hij moet er 15. ‘En wat als je dat niet haalt?’ ‘Dan zwaait er wat,’ grapt hij. Ik zeg: ‘Houd moed, jongen. Mijn zoon is ook ooit zo begonnen en heeft nu een goede baan bij T-Mobile.’ ‘Maakt u zich geen zorgen, mevrouw, het komt wel goed’ zegt de beachboy met zijn mooie bruine ogen. En ik denk, terwijl ik wegwandel met één gratis krantje, dat deze jongen nog veel moet leren om een goede verkoper te worden

Iedereen kan wat

Dat was mijn motto, toen ik langdurig werklozen, die moeilijk bemiddelbaar waren voor werk, moest activeren. En dat bleek ook vaak zo te zijn. Mensen kunnen door wat voor omstandigheden dan ook de moed verliezen en geen vertrouwen meer hebben in zichzelf. Maar ga je goed naar ze luisteren en vraag je waar ze echt warm voor lopen, dan blijken ze toch talenten te hebben. Niet altijd zijn die relevant voor betaald werk, maar het is een begin. En hebben mensen eenmaal energie en meer lol in het leven, dan kan het één wel tot het ander leiden en krijgen ze uiteindelijk toch betaald werk. Vrijwel iedereen kan zich wel ergens nuttig maken. Al prik je papiertjes en plastic langs de weg, dan verdien je mijn respect! Misschien wel juist dan.

Maar ook hebben veel mensen een artistiek talent. En dat zijn niet alleen diegenen, die een podium hebben gekregen in de publieke wereld. Er zijn ook tal van onbekende mensen met talent. De een zingt als een nachtegaal, de ander kan dansen en de ander creëert iets moois om naar te kijken.

Ook in de familie van de man naast me is talent. Zijn oudste dochter beschilderde de buik van haar zusje met dit mooie sprookjesachtige tafereel.

Gedoe om een QR code

Voor mij was het een eitje om de QR code te downloaden in mijn telefoon. Door gewoon in te loggen met mijn digD in de Corona Check app kwamen de exacte data van mijn vaccinaties tevoorschijn en door de stappen verder te volgen daarna een mooie QR code.

Maar zo gecompliceerd als het was om vaccinaties te regelen voor de man naast me, die zijn domicilie in Andalusië heeft, zo mogelijk nog ingewikkelder was het om de begeerde QR code daarna in zijn telefoon te krijgen.

Hij heeft een oude digD (uit 2008) waarbij hij kan inloggen zonder sms-code. Maar om te kunnen inloggen in de Corona Check app met een digD is een ‘digD met sms-controle’ vereist. En die heeft hij niet. Een lieve meid legde me aan de telefoon uit dat hij daarvoor een nieuwe digD moet aanvragen, want in een bestaande digD kan je niet zomaar een telefoonnummer invoeren voor een sms controle.

Normaal vraag je zo een nieuwe digD aan via internet en dan krijg je de activeringscode thuis gestuurd. Maar iemand die zijn adres buiten Nederland heeft krijgt dat niet, maar moet naar een ‘digD balie’ gaan in een gemeentehuis. Maar die zijn maar in een paar gemeentehuizen in Nederland voor handen. Niet elke gemeente heeft een digD balie. Den Haag gelukkig wel, maar dan moet je een afspraak maken en dat kon pas eind augustus. We gingen gisteren voor niks naar het centrum van Den Haag, waar we dachten zonder afspraak naar de digD balie te kunnen gaan. Maar de portier vertelde ons dat dit niet zomaar kon. Buiten in de wind belde ik alsnog voor een afspraak en hoorde dat dit pas over lange tijd kan..

Dat was niet de bedoeling. Dus ik ging thuis kijken waar dat eerder zou kunnen. Ik belde Montferland op goed geluk. Daar kreeg ik een grote mond van een vrouw. Ze beweerde dat mijn gevaccineerde man alleen aan de balie daar kon verschijnen met een schriftelijke negatieve coronatest. Vanwege de hoge besmettingsgraad in Spanje. ‘Weet u wel hoe erg het daar is?’ Schreeuwde ze aan mijn oor. ‘Maar hij is helemaal niet in Spanje. Hij is al 10 maanden in Nederland.’ Dit geloofde ze niet zomaar. Ik kon dat wel zeggen, maar wie zei dat het waar was. ‘Hij is in Nederland twee keer gevaccineerd.’ ‘Wanneer dan?’ vroeg ze ongelovig. ‘In mei en juni.’ ‘Maar misschien is hij daarna weer naar Spanje geweest,’ zeurde het mens verder. ‘Nee, dat is hij niet! Hij wil graag naar Spanje en daarvoor heeft hij een vaccinatiebewijs nodig,’ probeerde ik weer. Toen hing de vrouw zonder iets te zeggen op. Wat een koude douche was dat.

Terwijl ik aan het bijkomen was van het onbehouwen gedrag van de vrouw, keek ik verder. En ik zag dat je in Bergeijk (NB) naar de digD balie van het gemeentehuis kon zonder afspraak.

Vandaag reed ik helemaal van Den Haag naar Bergeijk, gelegen nabij het goede oude Eindhoven, waar ik een belangrijk deel van mijn jeugd (de puberteit) mocht doorbrengen. Ahmad genoot van het lieflijke Brabantse landschap. Als er een grond is waar ik een thuisgevoel ervaar, dan is dat toch wel de zandgrond van Brabant, waar ik ook geboren ben. Gewapend met de activatiecode voor een nieuwe digD voor de man naast me, reed ik terug naar ons Haagje, wat ik overigens steeds minder ervaar als ‘ons Haagje’. Ik vind de binnenstad achteruit gaan. En na de vernieling van Kijkduin en met in het vooruitzicht de totale vernieling van onze groene buurt, voel ik me steeds minder Hagenees.

Thuis wachtte ons nog een onaangename verrassing. Ahmad kreeg enkele malen een foutmelding bij het inloggen in zijn nieuwe digD. We snapten daar niets van. Twee keer werd hij voor een kwartier geblokkeerd. Ik belde de helpdesk en kreeg een lief geduldig meisje met een vertrouwd Brabants accent (toevallig). Ze nam met ons de stappen door en weer kreeg Ahmad de foutmelding. Zij leidde hieruit af dat in ieder geval zijn nieuwe gebruikersnaam wel herkend werd. Maar hij had waarschijnlijk een fout wachtwoord ingevoerd (dus niet hetzelfde als wat hij had ingevoerd bij zijn aanvraag). We waren de wanhoop nabij. Wist ze iets van de papieren QR code als alternatief? Ja, dat wist ze ook. Ze gaf me een telefoonnummer waar je die kon aanvragen. Maar ook die krijg je niet zomaar. Deze wordt naar je officiële huisadres gestuurd. En voor Ahmad is dat Malaga.. Ik bedankte het lieve meisje vriendelijk voor haar moeite.

Intussen had Ahmad ontdekt dat hij inderdaad een fout wachtwoord had ingevoerd. Een verkeerd jaartal in zijn wachtwoord.

Hij voerde het goede wachtwoord in en jawel! Om een uur of 5 inde middag, na een dag rijden en strijden, had ook deze man de begeerde QR code in zijn telefoon.

Hoezee, hosanna, alhamdulillah.?

Children of Andalus

Vandaag hadden wij de eer om Rick (Tariq) Leeuwenstein te ontmoeten in ons huis. Hij is de schrijver van het boek Children of Andalus, samen met zijn vriend, de fotograaf Hicham Ghalbane. Het is een lijvig boekwerk geworden met prachtige persoonlijke verhalen van ‘kinderen van Andalusië’, van wie de voorouders tijdens de inquisitie uit Andalusië verjaagd zijn naar in dit geval Marokko, geïllustreerd met schitterende foto’s.

Tariq en Ahmad hebben elkaar via internet en whatsapp leren kennen en vonden elkaar in hun gemeenschappelijke liefde voor de geschiedenis van Andalusië.

Ik was eigenlijk van plan de mannen alleen te laten praten en me afzijdig te houden, maar uiteindelijk bleef ik bij hun gesprek en vonden wij gedrieën elkaar als medemoslims, maar vooral als medemensen met een idealen als harmonie, respect en samenwerking. Idealen die cultuur-overstijgend zijn.

Tariq en Ahmad hebben goede plannen, waarbij zij ook meerdere mensen uit Nederland en Andalusië hopen te kunnen betrekken.

Neem een kijkje op de site van ‘Children of Andalus’: