Duidelijk en onduidelijk

Vaak wordt in Nederland opgemerkt dat het beleid van de regering wat betreft maatregelen tegen corona onduidelijk en wisselvallig is. ´Nog even volhouden´, werd er een tijd terug gezegd. ´Nog even die vervelende beperkingen doorstaan. Het einde is in zicht en dan gaan we terug naar normaal.´ Dat is een belofte die helemaal niet gemaakt kon worden op grond van de feiten. En het is een manier waarop tegen kleine verwende kinderen wordt gesproken: ´Als je nu je groenten opeet, krijg je straks een lekker toetje.´

En nu kleurt Nederland donkerrood en worden er, na het vrijwel volledig loslaten van vrjwel alle beperkingen, opnieuw regels ingevoerd. Dat is verwarrend voor veel mensen.

Waren we maar consequent gebleven in Nederland. Door voorzichtig de teugels wat te laten vieren en niet alle voorzichtigheid in één klap overboord te gooien.

Ik merk dat mensen op dit alles heel verward kunnen reageren. Belde vanmorgen mijn buurvouw, met wie ik gedurende mijn verblijf hier telefonisch contact ben blijven houden.

´Heel Den Haag gaat op slot,´ zegt ze. ´En alle werknemers moeten vanaf nu een QR code hebben.´ Ik stel haar gerust en zeg dat ik uit de kranten andere informatie heb. ´Een heel bejaardenhuis, waar alle mensen drie keer waren ingeënt, is besmet,´ vervolgt zij. Ik bedenk dat dit niet kan, omdat men nog moet beginnen met het geven van een derde prik. Er volgen meer indianenverhalen uit haar mond, die ze grotendeels ontleent aan wat ze hoort op Radio West en wat haar zoon haar vertelt.

En dan zegt ze dingen die op mij verstandiger overkomen. Ze gelooft niet in de goede werking van inentingen, maar wel in voorzichtig zijn. ´Mensen moeten gewoon schoon zijn op hun eigen lichaam, hun handen wassen en voorzichtig zijn op plaatsen waar ze komen,´ vindt zij.

Mijn buurvouw is iemand met veel levenservaring en lang niet achterlijk. Als zij al een beetje van de wijs raakt door alles wat er gebeurt rondom het coronabeleid, wat moeten anderen met minder wijsheid en intellectuele bagage dan vinden en ervaren bij een zo schommelend en onzeker beleid? De ´eigen verantwoordelijkheid´ die mensen zouden moeten kunnen dragen wordt zwaar overschat.

Hier in Spanje is de bevolking overwegend gehoorzaam aan het gezag, met name in Andalusië. Het coronabeleid is duidelijk en consequent en niemand stelt het ter discussie (op wat opstanden in het noorden van Spanje na). Dat geeft in ieder geval houvast voor de mensen.

Een herder moet zijn schapen goed leiden en niet ze alle kanten opsturen. Dat geeft wanorde en verlies van eenheid in de kudde.

Vertrouwen in vaccinatie?

Ik ben behoorlijk gemakkelijk te beïnvloeden. Als ik een mening heb ergens over of een idee en ik luister naar iemand met een geheel andere mening, dan kan ik me in die mening soms ook vinden, mits die mening goed beargumenteerd wordt. Daardoor kan ik nogal eens mijn eigen mening loslaten en overhellen tot de mening van de ander. Niets is immers zeker en je kunt alles van meerdere kanten bekijken.

Mijn vertrouwen in de werking van de vaccinatie tegen corona is sinds gisteren gaan wankelen. Twee van mijn kinderen hebben zich laten prikken en twee niet. Ik lees en hoor weleens dat er in sommige families ruzies ontstaan met dit thema als onderwerp. Dat is in mijn familie niet aan de hand. Op een enkele discussie met de meest overtuigde weigeraar na.

Maar gisteren hoorde ik dat mijn schoondochter, een jonge, tweemaal tegen corona ingeënte vrouw, nu besmet is, terwijl mijn zoon en hun kinderen, die de hele dag met haar in één huis leven, een negatieve testuitslag kregen. Gelukkig is mijn schoondochter er niet heel ziek van, maar wel heeft zij (hopelijk tijdelijk) verlies van smaak en reuk.

In Nederland lopen de besmettingscijfers snel op. Naar het zich nu laat aanzien even snel als een jaar geleden, toen mensen nog niet waren ingeënt. Ik weet niet wat ik ervan moet denken. Ik neem het zekere voor het onzekere en zal mijn mondkapje veel dragen en me zo min mogelijke in de nabijheid van mensen die ik niet ken begeven. Ik weet al dat ik straks in Nederland weer de boodschappen ga doen voor onszelf en de buurvrouw. Ik zie de winkel als een besmettingsgevaarlijke plek, omdat iedereen boodschappen moet doen. Verder zal ik nergens heen gaan, maar blijven in mijn kleine kring. Leve de anderhalve meter, het veelvuldig handen wassen en het mondkapje. Die maatregelen lijken wel te werken.

Ik ben op mijn hoede en zal me vanaf nu gedragen alsof ik geen QR code heb, want in die code als ´toegangsbewijs´ heb ik geen vertrouwen meer. Al maak ik er wel gebruik van om van hier naar Nederland te vliegen en terug (zolang dat nog kan). We zitten nu met de deltavariant en die schijnt besmettelijker te zijn dan de variant van vorig jaar. Dat zou kunnen verklaren waarom de besmettingen ondanks vaccinatie ook dit jaar welig tieren. Maar men zou (naar wordt beweerd) dankzij de vaccinatie minder klachten hebben dan dat men gehad zou hebben zonder vaccinatie. Dat is goed om te horen. Maar een ander besmetten kan nog steeds, ook met vaccinatie. Dus dat betekent voor mij: afstand houden en doen alsof je niet beschermd bent, want je bént niet volledig beschermd en anderen zijn ook niet veilig in jouw omgeving.

Mag een moeder trots zijn?

Mijn stiefvader zei altijd smalend over ouders die opschepten over hun kinderen: ´Elke ouder verbeeldt zich dat zijn uilen valken zijn.´ Met andere woorden: het is niet goed om trots te zijn op je kinderen. Dat zou een soort ijdelheid zijn. Nog daargelaten of de vergelijking die hij geeft een goede zou zijn. Want is een uil minder dan een valk? Maar er zit iets van ontmoediging in deze woorden. Zo van: doe maar gewoon en verbeeld je maar niks.

Ik verbeeld me ook niks, maar ik ben wel heel trots op mijn kinderen. Ik heb ze nooit opgezweept tot prestaties, noch op school, noch in de sport of op het gebied van wat dan ook. Voor mij was alleen maar belangrijk dat zij zich zouden ontwikkelen tot ´goede´ personen. Dat wil voor mij zeggen: tot personen die nooit iemand opzettelijk pijn doen en die niet liegen. Eerlijk zijn was voor mij erg belangrijk. En ik wilde graag dat zij zich zouden ontwikkelen tot wat het beste bij hen paste.

Het waren geen van vieren ´studjes´ en er zit geen kind bij met de titel van dr of drs. Misschien wel mede omdat zij zagen dat hun moeder met haar academische titel qua carrière en verdiensten niet ver gekomen was in het leven. Ik bagatelliseerde mogelijk zelf het belang van boekenwijsheid, zonder me daar bewust van te zijn. Diverse malen werd ik bij de leerplichtambtenaar geroepen, omdat mijn kinderen spijbelden.

Ik heb veel gepraat met mijn kinderen en daardoor mogelijk toch wat kennis meegegeven. Ik ben ervan overtuigd dat de beste leerschool het leven zelf is.

En mijn kinderen hebben veel geleerd, soms door mij opgemerkt en nog vaker door mij niet opgemerkt. Ze verrasten mij alle vier als jong volwassenen. Ik zag ze elk hun eigen weg gaan en uiteindelijk in een vak terecht komen dat bij ze paste en waarin ze konden ´knallen´, om een mode-uitdrukking te gebruiken.

En nu is het mijn jongste zoon, ondanks een zwaar jaar met de nodige tegenslagen, opnieuw gelukt om zich een eretitel te verwerven binnen het bedrijf waar hij werkt. En dat allemaal op eigen kracht, thuis werkend met één koter en later twee koters als handenbindertjes erbij. Dat deed hij toch maar even gewoon. Het is voor mij iets om blij van te worden, maar minstens zo blij ben ik dat hij daarnaast een heel lieve zoon, een lieve partner en een lieve, toegewijde vader is. Ik denk dat al deze kwaliteiten samenhangen en dat de steun van een goede partner daarbij heel belangrijk is. Ik prijs me bijzonder gelukkig met mijn kinderen. Alhamdulillah zeggen wij dan. Dank u, o God/Allah.

Links op foto, mijn jongste oogappeltje met mijn lieve schoondochter ?

Spartaanse vakanties

Momentopname uit film over mijn jeugd

Volgens mij heb ik daar al eerder over verteld. Over de Spartaanse vakanties die wij kinderen meemaakten tijdens onze jeugd. Mijn broer en ik hadden niks te willen, onze wil stond altijd ´achter de deur met de bezem´, aldus mijn stiefvader. Ook de vakanties werden doorgebracht zoals hij dat wilde. Toegegeven, hij bracht ons elk jaar minstens een maand naar een voor ons nieuw land en steeds was dit in de ongerepte natuur. ´Wild kamperen´ kon toen nog. Of we verbleven in de ´middle of nowhere´ in een gehuurd houten huisje ergens ver van alle levende wezens op twee benen in Noorwegen. Mijn stiefvader wilde geen mensen zien tijdens zijn vakanties maar alleen de natuur. Dat betekende dat mijn broer en ik op elkaar waren aangewezen als we ons wilden vermaken. We bouwden vlotten van houten balken, dreven rond op de ijskoude fjorden en vingen af en toe een forel met een werphengel.

mijn broer Hans en ik (momentopname uit film )

Het was in zekere zin toch leuk, ook al was het soms hard. Bijvoorbeeld als wij in de ochtend gedwongen werden ons te wassen met ijskoud water uit een beek. We aten vrijwel elke dag rijst met een stuk gedroogde ham, terwijl ik toen nog een afkeer had van rijst. Mijn stiefvader voerde het Spartaanse nog wat verder op door soms dingen van ons te eisen die niet echt nodig waren. Hij wilde ons kennelijk niet laten opgroeien als watjes. Achteraf gezien denk ik van sommige gebeurtenissen: ´was dat nou echt nodig´. Een keer liet hij ons achter op een verlaten weg, omdat we in de auto vervelend waren geweest. Hij kwam na een tijd wel terug om ons op te halen, maar de schrik zat er dan wel genoeg in bij ons. Als kind van net 7 jaar moest ik aardappelen schillen en als dat niet vlot genoeg ging, werd me verteld dat ik onhandig was. Ik heb een groot deel van mijn leven gedacht dat ik twee linkerhanden had, terwijl dit juist niet zo is. Mijn broer werd uitgescholden voor ´zak van Laban´, als hij een haring scheef in de grond sloeg bij het opzetten van de tent. Mijn broer en ik waren permanent op onze hoede om niets fout te doen. Dus de vakanties waren interessant qua bezienswaardigheden, maar altijd hing er een zekere spanning. Het was alsof het meer een test was dan een ontspannen vermaak.

Toen ik ouder werd en al uit huis was, vertoonde ik ondanks de soms negatieve ervaringen tijdens onze vakanties als kind nog steeds een enorme reislust. Ik gaf eigenlijk om niets dat geld kostte. Al mijn spaargeld maakte ik op aan reizen. Ik was zozeer beïnvloed door het type vakanties in mijn jeugd dat er ook nu maar één soort vakantie bestond voor mij: low budget reizen met zo min mogelijk bagage en met zo min mogelijk planning. Dat heb ik jaren zo gedaan in mijn studententijd. Liftend doorkruiste ik Europa (maar wel richting het zuiden en zeker niet richting Scandinavië). Ik deed dat met vriendjes en die moesten het allemaal ontgelden en afzien met mij. Ik vraag me weleens af welke herinneringen die vriendjes hebben bewaard aan deze vakanties. Ook ging ik een keer met drie medestudentes (meiden) met de trein naar Zuid Frankrijk, waar we gingen wandelen met een rugzak. We kampeerden in het wild en kookten een simpel eenpansgerecht van gemengde groenten en wat vlees of vis, bereid in wijn. Ook voor die meiden was ik keihard. Ik werd voor hen als het ware mijn stiefvader. Na die vakantie ben ik nog één keer naar Hilversum geweest (want daar kwamen ze vandaan) om de vakantiefoto´s te bekijken en te delen. Daarna heb ik nooit meer van ze gehoord. De vriendschap was voorbij. Ik moet een verschrikkelijke tiran zijn geweest tijdens die vakantie.

Hoe kom ik ineens aan deze herinneringen? Wel, door het volgende artikel dat ik las in het AD. Om de één of andere reden raakt dit drama van deze twee jonge mensen mij enorm. Zij waren verloofd en woonden al een tijd samen bij één van de ouders. Ze hadden een Ford Transit ingericht als camper en wilden daarmee een paar maanden door de ongerepte natuur van Amerika reizen. Ze deelden beelden van hun trip via instagram, waar ze veel volgers hadden. Als je een stukje film bekijkt zie je dansende en kussende jonge mensen in de natuur. Het lijkt allemaal zo vrolijk en ontspannen. (hoe bedrieglijk is internet). Maar ze hadden het niet zo fijn en er was op een zeker moment ruzie. En dat is geëindigd in een catastrofe. Het doet me pijn om dat te lezen en te zien.

Maar als ervaringsdeskundige weet ik dat dit kan gebeuren.

Reizen kan op diverse manieren. Op een luxe manier en door alles te plannen. Dan kan er niet zoveel mis gaan. Behalve dat je ineens uit je normale ritme van de dag bent en dat je plotseling op een andere manier dan je gewend bent op elkaar bent aangewezen. Dat kan al voor stress en onbegrip zorgen. Maar nog zwaarder is het wanneer je ver van de bewoonde wereld op elkaar bent aangewezen en bovendien dingen niet altijd gaan volgens planning en er soms dingen tegenzitten en je moet afzien. Dan leer je elkaar op een heel andere manier kennen dan in het leven van alledag met alle afleiding en gewoontedingetjes. Je wordt als het ware uit je comfortzone geslingerd.

Dat is niet gemakkelijk. Maar vaak kijk je op zulke vakanties (als ze eenmaal achter de rug zijn) met weemoed terug. Omdat je ervan geleerd heb en er sterker en flexibeler van bent geworden. Dat was wat mij vroeger aantrok in reizen. Ik wilde leren! Over mezelf en anderen. En dat heb ik gedaan. Voor deze twee jonge mensen is het helaas desastreus afgelopen. En plaatsvervangend trek ik me dat enorm aan.

Voorbereiding van reis naar Spanje

Dat gaat hier zoals gewoonlijk, omdat we daarin steeds meer routine krijgen door al dat heen en weer gereis. De voorbereiding bestaat uit een lijstje maken om niks te vergeten, het huis grondig te poetsen zodat het voor ongedierte niet aantrekkelijk is om het huis te kraken en afscheid nemen van dierbaren. En dat is in mijn geval een klein maar heel trouw clubje.

Het meest zenuwslopende was voor mij het invullen van een formulier in verband met COVID maatregelen. We hadden al de QR code, maar kennelijk is het niet voldoende om deze op je smartphone te tonen aan eventuele controleurs op het vliegveld. Nee, we kregen van Transavia een mail met de opdracht een formulier in te vullen en dat formulier kon je op je scherm krijgen door op een link te drukken. Het formulier bleek te zijn in vier talen (Engels, Duits, Frans en Spaans). Voor mij niet zo een probleem, maar ik weet niet of dat wel zo is voor elke reizende Nederlander. Je moest je naam, emailadres en geboortegegevens invullen en ook je paspoortnummer, het vluchtnummer en je stoelnummer. Dat betekende dus dat we eerst een stoel moesten reserveren. Als je die gegevens had ingevuld kon je drukken op ‘continue’, maar je werd daarbij wel gewaarschuwd dat je de eenmaal ingevulde gegevens niet meer kon wijzigen. Daar word ik dan al een beetje nerveus van.

Na het invullen van je gegevens kreeg je een mail met daarop een ‘form identifier’ en een ‘FCS form code’. Daar werd ik nog nerveuzer van.

Maar goed, met die codes kon je dan verder gaan met het invullen van je formulier en vervolgens werden je huisadres en het adres waar je gaat verblijven in het land van bestemming gevraagd. Ik vulde dat netjes in, maar in het adres waar wij verblijven zit de letter n met een sliertje erboven. Toen ik deze letter wilde typen met behulp van de alt en cijfer toets verdween het hele formulier van mijn scherm. En daarna kon ik er met geen mogelijkheid meer inkomen.

Toen kreeg ik een hysterische aanval. Ik dacht dat nu alles verloren was en dat ik vanwege dit rotformulier niet meer mee kon. Ik was al bang gemaakt door de waarschuwing dat je eenmaal ingevulde zaken niet meer kon wijzigen en nu dit weer. Ahmad moest eraan te pas komen om me te kalmeren. Het bleek dat je opnieuw het formulier op je scherm kon krijgen door weer die ‘form identifier’ en die ‘FCS form code’ in te vullen.

Daarna moesten we nog wachten tot 48 uur voor vertrek om het formulier verder in te vullen, maar ik wist nu hoe ik opnieuw in het formulier kon komen. Gisteravond rondden we het proces af en ik moet zeggen dat ik onder de indruk was van het document dat daarna tevoorschijn kwam en dat we moesten uitprinten. (Je moet dus kennelijk nu een pc en een printer hebben om te kunnen reizen! ?).

Op het document staat je CR code, je naam, je geboortedatum, je paspoortnummer, je vluchtnummer en de datum van de vlucht en je stoelnummer! De wonderen der techniek.

Baby’tje geboren

Gisteren is er een baby geboren in Sevilla. Het is het dochtertje van de jongste dochter van Ahmad. En daarmee is Ahmad opa geworden. Het zal leuk zijn om binnenkort op kraambezoek te gaan daar in de campo van Sevilla.

En vanmorgen vertrok mijn oudste kleinzoon met zijn tas, na een dikke week bij mij gelogeerd te hebben. Het was erg gezellig om hem weer te zien en met hem te kunnen praten over van alles en nog wat. Ook hij was ooit een schattige baby met kleine krulletjes. En nu is hij een volwassen man, waarop zijn oma heel trots is.

Het hondje is nog hier, maar dat zal niet lang meer duren, want mijn jongste dochter is al onderweg naar huis na een vakantie in Italië.

En dan gaan we ons voorbereiden op vertrek naar Andalus.

Ontmoetingen

Mensen nemen een huisdier in huis voor de gezelligheid. Maar ook geeft het uitlaten van een hond mensen de kans om met elkaar in gesprek te raken. Dat ervaar ik nu ook, vooral als ik in mijn eentje op stap ga met het hondje.

Dat is leuk en zo leer je meer mensen en dieren kennen en kom je erachter wat er leeft in de buurt. Maar het allerleukste is voor mij het verrassingselement. De ene dag is de andere niet. Twee dagen achtereen zag ik de aalscholver en daarna enkele dagen niet. En bijna een week zag ik geen Canadese ganzen die ons buurt plegen te plagen met overal drollen op de paden. Ze houden zich op in grote groepen en er valt met hen niet te sollen. De kleinere vogelsoorten met zwemvliezen mogen blij zijn dat aan hen ook nog een plek wordt gegund rond en op het water.

Vandaag werd ik verrast door opnieuw de aalscholver. Ik vind het een mooie majesteitelijke vogel. Als een groupie bleef ik hem volgen en ik schoot enkele foto’s en een filmpje van het mooie dier.

Ook zag ik twee mannen met een spade en een metaaldetector. De ene was aan het wroeten in de aarde rond een treurwilg en ook de andere was druk bezig met de detector die herhaaldelijk aansloeg. ‘Mag ik vragen waar naar jullie op zoek zijn?’ vraag ik vrijpostig doch vriendelijk. ‘We zoeken naar munten,’ is het antwoord. ‘Wat voor munten? Zeldzame munten?’ ‘Ja, ook wel, maar we vinden soms ook gewoon euro’s.’

‘Typisch, apart wel,’ denk ik, terwijl ik verder loop. ‘Hoeveel munten kunnen er verstopt zitten onder de aarde in een wandelzone langs het water?’ Kennelijk voldoende om deze mannen druk te laten zoeken. Zij doen in ieder geval wel wat voor hun geld. Dat is in mijn ogen beter dan bedelen.

Wonen in het groen

Vier keer per dag geniet ik nu van de wandelingen in mijn buurt met het brave hondje. Zolang het nog kan en onze buurt niet wordt gesloopt op de lompe wijze die men van plan is, blijf ik houden van mijn buurt, ook al beweren sommigen dat de buurt ‘wel erg is achteruit gegaan’. Opvallend is inderdaad dat het nu een overwegend gekleurde wijk is geworden. Maar dat wil niet zeggen dat dat de oorzaak is van deze achteruitgang. De meeste gekleurde Nederlanders die hier wonen, zijn mannen en vrouwen met gezinnen, waarvan sommigen misschien met wat minder geld dan anderen bezitten om te besteden. Maar armoede betekent niet automatisch wangedrag. Dat soort gedrag komt eerder voort uit overmatig alcohol- of drugsgebruik. En dat is een probleem dat speelt in alle klassen van de maatschappij.

Toegegeven, we hebben hier wel erg veel ruimte en de grond die wij bezetten zal relatief duur zijn en gewild door de mensen met een dikke rekening. Aan de andere kant is het ook een mooi natuurgebied inmiddels met veel oude bomen en veel flora en fauna. Als men al deze bomen gaat kappen en de natuurlijke begroeiing gaat weghalen en deze vervangt door wat korte aangeplante flora op ondergrondse parkeergarages tussen de hoge flats, dan zal dat erg jammer zijn. Veel kan niet groeien op een laag beton.