Spartaanse vakanties

Momentopname uit film over mijn jeugd

Volgens mij heb ik daar al eerder over verteld. Over de Spartaanse vakanties die wij kinderen meemaakten tijdens onze jeugd. Mijn broer en ik hadden niks te willen, onze wil stond altijd ´achter de deur met de bezem´, aldus mijn stiefvader. Ook de vakanties werden doorgebracht zoals hij dat wilde. Toegegeven, hij bracht ons elk jaar minstens een maand naar een voor ons nieuw land en steeds was dit in de ongerepte natuur. ´Wild kamperen´ kon toen nog. Of we verbleven in de ´middle of nowhere´ in een gehuurd houten huisje ergens ver van alle levende wezens op twee benen in Noorwegen. Mijn stiefvader wilde geen mensen zien tijdens zijn vakanties maar alleen de natuur. Dat betekende dat mijn broer en ik op elkaar waren aangewezen als we ons wilden vermaken. We bouwden vlotten van houten balken, dreven rond op de ijskoude fjorden en vingen af en toe een forel met een werphengel.

mijn broer Hans en ik (momentopname uit film )

Het was in zekere zin toch leuk, ook al was het soms hard. Bijvoorbeeld als wij in de ochtend gedwongen werden ons te wassen met ijskoud water uit een beek. We aten vrijwel elke dag rijst met een stuk gedroogde ham, terwijl ik toen nog een afkeer had van rijst. Mijn stiefvader voerde het Spartaanse nog wat verder op door soms dingen van ons te eisen die niet echt nodig waren. Hij wilde ons kennelijk niet laten opgroeien als watjes. Achteraf gezien denk ik van sommige gebeurtenissen: ´was dat nou echt nodig´. Een keer liet hij ons achter op een verlaten weg, omdat we in de auto vervelend waren geweest. Hij kwam na een tijd wel terug om ons op te halen, maar de schrik zat er dan wel genoeg in bij ons. Als kind van net 7 jaar moest ik aardappelen schillen en als dat niet vlot genoeg ging, werd me verteld dat ik onhandig was. Ik heb een groot deel van mijn leven gedacht dat ik twee linkerhanden had, terwijl dit juist niet zo is. Mijn broer werd uitgescholden voor ´zak van Laban´, als hij een haring scheef in de grond sloeg bij het opzetten van de tent. Mijn broer en ik waren permanent op onze hoede om niets fout te doen. Dus de vakanties waren interessant qua bezienswaardigheden, maar altijd hing er een zekere spanning. Het was alsof het meer een test was dan een ontspannen vermaak.

Toen ik ouder werd en al uit huis was, vertoonde ik ondanks de soms negatieve ervaringen tijdens onze vakanties als kind nog steeds een enorme reislust. Ik gaf eigenlijk om niets dat geld kostte. Al mijn spaargeld maakte ik op aan reizen. Ik was zozeer beïnvloed door het type vakanties in mijn jeugd dat er ook nu maar één soort vakantie bestond voor mij: low budget reizen met zo min mogelijk bagage en met zo min mogelijk planning. Dat heb ik jaren zo gedaan in mijn studententijd. Liftend doorkruiste ik Europa (maar wel richting het zuiden en zeker niet richting Scandinavië). Ik deed dat met vriendjes en die moesten het allemaal ontgelden en afzien met mij. Ik vraag me weleens af welke herinneringen die vriendjes hebben bewaard aan deze vakanties. Ook ging ik een keer met drie medestudentes (meiden) met de trein naar Zuid Frankrijk, waar we gingen wandelen met een rugzak. We kampeerden in het wild en kookten een simpel eenpansgerecht van gemengde groenten en wat vlees of vis, bereid in wijn. Ook voor die meiden was ik keihard. Ik werd voor hen als het ware mijn stiefvader. Na die vakantie ben ik nog één keer naar Hilversum geweest (want daar kwamen ze vandaan) om de vakantiefoto´s te bekijken en te delen. Daarna heb ik nooit meer van ze gehoord. De vriendschap was voorbij. Ik moet een verschrikkelijke tiran zijn geweest tijdens die vakantie.

Hoe kom ik ineens aan deze herinneringen? Wel, door het volgende artikel dat ik las in het AD. Om de één of andere reden raakt dit drama van deze twee jonge mensen mij enorm. Zij waren verloofd en woonden al een tijd samen bij één van de ouders. Ze hadden een Ford Transit ingericht als camper en wilden daarmee een paar maanden door de ongerepte natuur van Amerika reizen. Ze deelden beelden van hun trip via instagram, waar ze veel volgers hadden. Als je een stukje film bekijkt zie je dansende en kussende jonge mensen in de natuur. Het lijkt allemaal zo vrolijk en ontspannen. (hoe bedrieglijk is internet). Maar ze hadden het niet zo fijn en er was op een zeker moment ruzie. En dat is geëindigd in een catastrofe. Het doet me pijn om dat te lezen en te zien.

Maar als ervaringsdeskundige weet ik dat dit kan gebeuren.

Reizen kan op diverse manieren. Op een luxe manier en door alles te plannen. Dan kan er niet zoveel mis gaan. Behalve dat je ineens uit je normale ritme van de dag bent en dat je plotseling op een andere manier dan je gewend bent op elkaar bent aangewezen. Dat kan al voor stress en onbegrip zorgen. Maar nog zwaarder is het wanneer je ver van de bewoonde wereld op elkaar bent aangewezen en bovendien dingen niet altijd gaan volgens planning en er soms dingen tegenzitten en je moet afzien. Dan leer je elkaar op een heel andere manier kennen dan in het leven van alledag met alle afleiding en gewoontedingetjes. Je wordt als het ware uit je comfortzone geslingerd.

Dat is niet gemakkelijk. Maar vaak kijk je op zulke vakanties (als ze eenmaal achter de rug zijn) met weemoed terug. Omdat je ervan geleerd heb en er sterker en flexibeler van bent geworden. Dat was wat mij vroeger aantrok in reizen. Ik wilde leren! Over mezelf en anderen. En dat heb ik gedaan. Voor deze twee jonge mensen is het helaas desastreus afgelopen. En plaatsvervangend trek ik me dat enorm aan.

Voorbereiding van reis naar Spanje

Dat gaat hier zoals gewoonlijk, omdat we daarin steeds meer routine krijgen door al dat heen en weer gereis. De voorbereiding bestaat uit een lijstje maken om niks te vergeten, het huis grondig te poetsen zodat het voor ongedierte niet aantrekkelijk is om het huis te kraken en afscheid nemen van dierbaren. En dat is in mijn geval een klein maar heel trouw clubje.

Het meest zenuwslopende was voor mij het invullen van een formulier in verband met COVID maatregelen. We hadden al de QR code, maar kennelijk is het niet voldoende om deze op je smartphone te tonen aan eventuele controleurs op het vliegveld. Nee, we kregen van Transavia een mail met de opdracht een formulier in te vullen en dat formulier kon je op je scherm krijgen door op een link te drukken. Het formulier bleek te zijn in vier talen (Engels, Duits, Frans en Spaans). Voor mij niet zo een probleem, maar ik weet niet of dat wel zo is voor elke reizende Nederlander. Je moest je naam, emailadres en geboortegegevens invullen en ook je paspoortnummer, het vluchtnummer en je stoelnummer. Dat betekende dus dat we eerst een stoel moesten reserveren. Als je die gegevens had ingevuld kon je drukken op ‘continue’, maar je werd daarbij wel gewaarschuwd dat je de eenmaal ingevulde gegevens niet meer kon wijzigen. Daar word ik dan al een beetje nerveus van.

Na het invullen van je gegevens kreeg je een mail met daarop een ‘form identifier’ en een ‘FCS form code’. Daar werd ik nog nerveuzer van.

Maar goed, met die codes kon je dan verder gaan met het invullen van je formulier en vervolgens werden je huisadres en het adres waar je gaat verblijven in het land van bestemming gevraagd. Ik vulde dat netjes in, maar in het adres waar wij verblijven zit de letter n met een sliertje erboven. Toen ik deze letter wilde typen met behulp van de alt en cijfer toets verdween het hele formulier van mijn scherm. En daarna kon ik er met geen mogelijkheid meer inkomen.

Toen kreeg ik een hysterische aanval. Ik dacht dat nu alles verloren was en dat ik vanwege dit rotformulier niet meer mee kon. Ik was al bang gemaakt door de waarschuwing dat je eenmaal ingevulde zaken niet meer kon wijzigen en nu dit weer. Ahmad moest eraan te pas komen om me te kalmeren. Het bleek dat je opnieuw het formulier op je scherm kon krijgen door weer die ‘form identifier’ en die ‘FCS form code’ in te vullen.

Daarna moesten we nog wachten tot 48 uur voor vertrek om het formulier verder in te vullen, maar ik wist nu hoe ik opnieuw in het formulier kon komen. Gisteravond rondden we het proces af en ik moet zeggen dat ik onder de indruk was van het document dat daarna tevoorschijn kwam en dat we moesten uitprinten. (Je moet dus kennelijk nu een pc en een printer hebben om te kunnen reizen! ?).

Op het document staat je CR code, je naam, je geboortedatum, je paspoortnummer, je vluchtnummer en de datum van de vlucht en je stoelnummer! De wonderen der techniek.

Baby’tje geboren

Gisteren is er een baby geboren in Sevilla. Het is het dochtertje van de jongste dochter van Ahmad. En daarmee is Ahmad opa geworden. Het zal leuk zijn om binnenkort op kraambezoek te gaan daar in de campo van Sevilla.

En vanmorgen vertrok mijn oudste kleinzoon met zijn tas, na een dikke week bij mij gelogeerd te hebben. Het was erg gezellig om hem weer te zien en met hem te kunnen praten over van alles en nog wat. Ook hij was ooit een schattige baby met kleine krulletjes. En nu is hij een volwassen man, waarop zijn oma heel trots is.

Het hondje is nog hier, maar dat zal niet lang meer duren, want mijn jongste dochter is al onderweg naar huis na een vakantie in Italië.

En dan gaan we ons voorbereiden op vertrek naar Andalus.

Ontmoetingen

Mensen nemen een huisdier in huis voor de gezelligheid. Maar ook geeft het uitlaten van een hond mensen de kans om met elkaar in gesprek te raken. Dat ervaar ik nu ook, vooral als ik in mijn eentje op stap ga met het hondje.

Dat is leuk en zo leer je meer mensen en dieren kennen en kom je erachter wat er leeft in de buurt. Maar het allerleukste is voor mij het verrassingselement. De ene dag is de andere niet. Twee dagen achtereen zag ik de aalscholver en daarna enkele dagen niet. En bijna een week zag ik geen Canadese ganzen die ons buurt plegen te plagen met overal drollen op de paden. Ze houden zich op in grote groepen en er valt met hen niet te sollen. De kleinere vogelsoorten met zwemvliezen mogen blij zijn dat aan hen ook nog een plek wordt gegund rond en op het water.

Vandaag werd ik verrast door opnieuw de aalscholver. Ik vind het een mooie majesteitelijke vogel. Als een groupie bleef ik hem volgen en ik schoot enkele foto’s en een filmpje van het mooie dier.

Ook zag ik twee mannen met een spade en een metaaldetector. De ene was aan het wroeten in de aarde rond een treurwilg en ook de andere was druk bezig met de detector die herhaaldelijk aansloeg. ‘Mag ik vragen waar naar jullie op zoek zijn?’ vraag ik vrijpostig doch vriendelijk. ‘We zoeken naar munten,’ is het antwoord. ‘Wat voor munten? Zeldzame munten?’ ‘Ja, ook wel, maar we vinden soms ook gewoon euro’s.’

‘Typisch, apart wel,’ denk ik, terwijl ik verder loop. ‘Hoeveel munten kunnen er verstopt zitten onder de aarde in een wandelzone langs het water?’ Kennelijk voldoende om deze mannen druk te laten zoeken. Zij doen in ieder geval wel wat voor hun geld. Dat is in mijn ogen beter dan bedelen.

Wonen in het groen

Vier keer per dag geniet ik nu van de wandelingen in mijn buurt met het brave hondje. Zolang het nog kan en onze buurt niet wordt gesloopt op de lompe wijze die men van plan is, blijf ik houden van mijn buurt, ook al beweren sommigen dat de buurt ‘wel erg is achteruit gegaan’. Opvallend is inderdaad dat het nu een overwegend gekleurde wijk is geworden. Maar dat wil niet zeggen dat dat de oorzaak is van deze achteruitgang. De meeste gekleurde Nederlanders die hier wonen, zijn mannen en vrouwen met gezinnen, waarvan sommigen misschien met wat minder geld dan anderen bezitten om te besteden. Maar armoede betekent niet automatisch wangedrag. Dat soort gedrag komt eerder voort uit overmatig alcohol- of drugsgebruik. En dat is een probleem dat speelt in alle klassen van de maatschappij.

Toegegeven, we hebben hier wel erg veel ruimte en de grond die wij bezetten zal relatief duur zijn en gewild door de mensen met een dikke rekening. Aan de andere kant is het ook een mooi natuurgebied inmiddels met veel oude bomen en veel flora en fauna. Als men al deze bomen gaat kappen en de natuurlijke begroeiing gaat weghalen en deze vervangt door wat korte aangeplante flora op ondergrondse parkeergarages tussen de hoge flats, dan zal dat erg jammer zijn. Veel kan niet groeien op een laag beton.

Mooi werk van Ahmad

tiffany raamdecoratie (24 x 55 elk)
In het huis van mijn oudste zoon (Kamran)

Het was een ‘werk in opdracht’ en toen het af was en we Kamran de foto ervan lieten zien kwam hij snel naar ons toe met zijn werkbus om de decoraties op te halen. Vandaag al stuurde hij ons de foto van hoe ze hangen voor drie van de ramen in zijn mooie huis in Brabant. Die foto is niet zo duidelijk, maar hij belde me een uurtje later om nog eens te vertellen hoe blij hij en zijn vriendin ermee zijn. ‘Ik moet er alsmaar naar blijven kijken,’ zegt hij. ‘Het licht valt er steeds weer anders in door het draaien van de zon. Ik wordt helemaal rustig als ik ernaar kijk.’ Ahmad en ik zijn blij dat hij er zo een plezier van heeft. Mijn andere kinderen hebben niet zoveel interesse in zo een kleurrijke decoratie. Zijn kinderen in Andalusië wel. Maar daar zijn de ramen niet zo geschikt voor het ophangen van dergelijke versiering.

Geen roots en geen naam

Zo voel ik me. Als een toevallige voorbijganger, die op de een of andere manier op deze wereld terecht is gekomen. Ik heb al vanaf mijn geboorte het gevoel nergens bij te horen. Dat gevoel is versterkt door de vele naamswijzigingen die ik heb ondergaan en de vele verhuizingen in mijn jongere jaren. Het maakt voor mij ook weinig uit waar andere mensen vandaan komen en hoe ze heten. Ik vergeet vaak mijn naam te zeggen en te vragen hoe anderen heten. Het doet er voor mij niet veel toe. Ik onthoud namen ook slecht en haal ze door elkaar. Vaak begrijp ik ook niet de drukte die mensen maken over hun afkomst en over het feit dat ze gediscrimineerd worden. Evenmin begrijp ik andere mensen niet die weer andere mensen discrimineren. Ik zie ons mensen als één grote familie. Waar je toevallig geboren wordt, bepaalt in mijn ogen niet wat voor een mens je zal worden. Elk mens is uniek. Dus wat dat betreft voel ik me ook een vreemde eend in de bijt. Ik heb totaal geen nationalistische gevoelens.

Op het moment heet ik dus Shabnam Theunissen. Theunissen heette mijn vader, die ik niet meer zag vanaf mijn derde jaar en die ik opzocht toen ik 43 jaar was. Ik ben geboren als Monique, maar ervaar die naam als een scheldnaam. Ik heb me nooit een Monique gevoeld en schrok altijd een beetje als ik op vrij barse toon bij die naam geroepen werd. Ik ben blij met Shabnam als naam, maar besef dat de combinatie Shabnam Theunissen raar overkomt op mensen. Daarom zal ik niet gauw en met trots me voorstellen met mijn hele naam. Een groot deel van mijn leven moest ik mezelf immers Elkerbout noemen, een familienaam van een familie, die mijn moeder, mijn broer en mij nooit heeft geaccepteerd als familie. Het was ook een leugen, maar vroeger was het een schande als je gescheiden was en je kinderen een andere achternaam droegen dan de stiefvader. Dat moest ten allen tijde verborgen blijven en zelfs op het graf van mijn broer staat Hans Elkerbout, ‘our son’. Dat het ook mijn broer was werd niet vermeld op zijn graf. Dus er zijn tal van redenen waarom ik het hele idee van namen en alles wat daarbij hoort maar in het midden laat. Noem me voor mijn part x. Ik ben gewoon een medemens en niets anders.

De buurvrouw, voor wie ik boodschappen haal en andere kleine karweitjes verricht, vindt mijn naam te moeilijk. De naam Shabnam kan zij niet onthouden, zegt zij. Jaren geleden stond zij bij ons bekend als ‘de oma van Maurice’, een klasgenoot van mijn zoon Kamran. En ik was ‘de moeder van Kamran’. Nu noemt zij mij voor haar gemak Kamran, want dat kan ze kennelijk wel onthouden. Ik vond het raar om steeds als ik haar belde te zeggen ‘met Kamran’ (ik zie dan natuurlijk mijn zoon voor me). Dus ik zei haar: ‘Kun je mijn naam wel onthouden als ik mezelf Sjappie noem?’ Ja, dat zou wel lukken. Maar gisteren riep ze me, toen ik haar boodschappen aan het opbergen was in haar keukentje. ‘Kamran!’ riep ze. Ik reageerde direct en bedacht me dat het ook wel o.k. is. Noem me zoals je wilt. Voor mijn part ‘Henk’ of ‘Ingrid’.

En als mensen, die anders zijn dan ik, wel een sterk gevoel hebben van hun identiteit of nationaliteit en me erop wijzen dat ze Andalusiër zijn en geen Spanjaard, of Indisch en niet Indonesisch, dan denk ik bij mezelf: ‘O.k., het zal voor hen wel wat uitmaken’. Maar helemaal me inleven in dat gevoel van wat je wel of niet bent, dat kan ik niet. Ik voel me een ‘reiziger door het leven’, zonder vaste woon of verblijfplaats. In het zielenrijk zijn geen grenzen en nationaliteiten. En ik geloof dat we allen komen uit het zielenrijk en daar ook weer terugkeren. Waar we geboren worden en waar we sterven, dat hebben we niet voor het zeggen.

Fietstochtje

Het was de eerste keer in al de tijd dat we hier nu alweer zijn (vanaf 10 november 2020) dat we weer eens een fietstochtje maakten. Tot nu toe had ik er weinig zin in. Als ik eraan dacht, kreeg ik beelden van veel bejaarde fietsers op e-bikes (die graag stug naast elkaar willen blijven rijden) en fietsers op racefietsen, die kost wat kost vaak geen vaart willen minderen en op onverantwoorde wijze zonder aankondiging langs je heen racen. Ik zag in mijn verbeelding overvolle fietspaden met dagjesmensen. Daarom had ik er meestal geen zin in.

Maar vandaag was het maandag en ik merk al een tijdje dat het rustiger is, in mijn buurt, in de winkels en op de weg. Maandag is de ideale dag voor een tochtje op de fiets, als je daartoe in de gelegenheid bent. Ook het weer zou vandaag droog blijven.

Dus wij stapten vandaag op onze fietsen. We hadden een missie. Dat heb ik ook graag. Niet doelloos maar wat rondkarren, maar daarbij een bestemming hebben. We gingen naar Intratuin in ’s Gravenzande. Daar wilde Ahmad zaden kopen voor bloemen en groenten. De groenten voor zijn dochter, die voldoende grond heeft om te verbouwen en al een aardige biologische tuin heeft gecreëerd. Voor haar en voor ons wat bloemzaden voor bloemen die vlinders en bijen aantrekken en wat zaaibakjes.

Op de heenweg kwamen we langs schitterende huizen in allerlei bouwstijlen met mooi aangelegde tuinen. Het Westland op zijn properst. Ik vond het jammer dat ik mijn camera niet bij me had (dat zit niet meer zo in mijn ‘systeem’ helaas). Ik zou graag een fotoreportage hebben willen maken van alle mooie en bijzondere woningen en buurten die ik zag. Maar op de heenweg had ik alleen mijn mobiel, die ik eventueel kon gebruiken als camera en deze diende nu als navigator. Ik wist ook dat de man die achter me fietste geen geduld heeft voor een fotootje hier en daar als hij eenmaal uit is op een missie. En dat was nu: met frisse kracht vooruit naar de mooie winkel.

Ik wil de tocht graag nog eens overdoen met mijn camera en dan alsnog de foto’s maken die ik nu niet maakte.

Terug fietsten we door de duinen en dat was qua luchtinname een stuk gezonder dan langs de weg met voorbij zoevende auto’s. Ik vond het een heerlijk tochtje en zou het liefst snel weer gaan. In de duinen maakte ik toch nog wat foto’s met de mobiel. Van de prachtige en bijzondere gele veldbloemen en de heerlijk geurende rozebottelbloesems.