Wonen in het groen

Vier keer per dag geniet ik nu van de wandelingen in mijn buurt met het brave hondje. Zolang het nog kan en onze buurt niet wordt gesloopt op de lompe wijze die men van plan is, blijf ik houden van mijn buurt, ook al beweren sommigen dat de buurt ‘wel erg is achteruit gegaan’. Opvallend is inderdaad dat het nu een overwegend gekleurde wijk is geworden. Maar dat wil niet zeggen dat dat de oorzaak is van deze achteruitgang. De meeste gekleurde Nederlanders die hier wonen, zijn mannen en vrouwen met gezinnen, waarvan sommigen misschien met wat minder geld dan anderen bezitten om te besteden. Maar armoede betekent niet automatisch wangedrag. Dat soort gedrag komt eerder voort uit overmatig alcohol- of drugsgebruik. En dat is een probleem dat speelt in alle klassen van de maatschappij.

Toegegeven, we hebben hier wel erg veel ruimte en de grond die wij bezetten zal relatief duur zijn en gewild door de mensen met een dikke rekening. Aan de andere kant is het ook een mooi natuurgebied inmiddels met veel oude bomen en veel flora en fauna. Als men al deze bomen gaat kappen en de natuurlijke begroeiing gaat weghalen en deze vervangt door wat korte aangeplante flora op ondergrondse parkeergarages tussen de hoge flats, dan zal dat erg jammer zijn. Veel kan niet groeien op een laag beton.

Sloop- en bouwplannen Vrederust

Eerder schreef ik over een onverwachte brief, die ik in de zomer van 2020 kreeg van mijn woningbouwvereniging, waarin stond dat mijn hele groene wijk grotendeels op de schop zal gaan.

de rode pijl geeft aan waar ik woon. Helemaal tussen het groen en pal naast een natuurgebied

Daarvoor in de plaats zouden ‘betere woningen komen en ook meer woningen’. Ik schrok daar toen zo van dat ik een schilderij verpestte. Ik stond een dag lang te trillen.

Nu hoorde ik laatst van de buurvrouw (die het ook weer van een buurman had gehoord) dat het plan niet door zou gaan wegens gebrek aan geld. Waarop ik direct ging hopen dat dit misschien waar zou kunnen zijn.

Vandaag was er een spreekuur bij mijn woningbouwvereniging, dat plaatsvond vlakbij mijn huis, waar bewoners vragen konden stellen. Mijn vraag was of het plan doorging en zo ja, of er dan een mogelijkheid was voor de bewoners om de plannen tegen te houden. Voor de wijkwinkel, waar de bewoners hun vragen konden stellen stond al een man te kleumen, die op zijn beurt moest wachten, omdat men één voor één naar binnen mocht. Al snel kwamen er nog twee bewoonsters aanlopen, die beiden, in tegenstelling tot mij, hoopten op een snelle sloop van hun huis. De ene woonde in een eengezinswoning, net als ik, maar zij was ontevreden over haar huis. Ze had vochtoverlast en schimmel, iets waarvan ik sinds renovaties enkele jaren geleden geen last meer heb. Er stonden ook twee vrouwen, die in portiekwoningen woonden en als ik hun moest geloven waren die in een zeer slechte staat en heel gehorig. Zij konden juist niet wachten tot hun huis aan de beurt zou zijn voor sloop. Als ik het goed begreep van de dames, dan waren de meeste mensen in de portiekwoningen blij met de sloopplannen, maar de de meerderheid van de mensen die huurder waren van een eengezinswoning waren juist tevreden en wilden absoluut geen sloop.

Ik meende dat ook al begrepen te hebben na het zien van een flink aantal ramen in mijn buurt met daarachter een pampflet met de tekst ‘Slopen? Bezopen’.

Ik was aan de beurt om naar binnen te gaan. Er zaten drie dames achter een tafel, van wie er één het woord voerde. ‘Ja, de plannen gaan door,’ liet ze me zelfverzekerd weten. Maar of de bewoners dat konden tegenhouden, tja, daarover had zij geen mening en zij glimlachte minzaam, toen ik vertelde dat ik erg tevreden ben met mijn onlangs gerenoveerde woning en daar niet uit weg wil. Dat kon zij zich goed voorstellen. ‘Geniet er maar van, zolang het duurt. U bent als laatste aan de beurt voor de sloop en dan zijn er al weer veel andere, beter huizen voor in de plaats gebouwd, dus dat is uw geluk.’

De pamfletten, die ik gezien heb voor de ramen van andere bewoners blijken van de SP te zijn, die de bewoners die tegen de sloop zijn een warm hart toedraagt. ’17 Maart kan u uw stem laten gelden,’ lachte de vrouw achter de tafel. Ik besloot het er maar bij te laten, zodat de andere dames buiten ook nog een kans kregen om hun vragen te stellen. Ik wist dat ik bij deze vrouw geen sympathie ga vinden voor mijn bezwaar. Hun plannen liggen klaar en die willen zij ten uitvoer brengen. Wat de bewoners daarvan vinden, laten zij daarbij buiten beschouwing.

Er is wel enig gemor bij de oppositiepartijen aangaande de snode plannen van de ‘bouwers aan een betere buurt’, zoals ik las. Maar daarnaar wordt tot op heden niet geluisterd. Ook enkele buurtbewoners hebben actie gevoerd tegen de geplande sloop. Ik was daar niet bij. Zij wonen in een wijk die eerder aan de beurt is dan de mijne. Zij zijn over 5 jaar aan de beurt en ik over 10 jaar. ?

Toch heb ik het idee dat het laatste woord hierover nog niet gezegd is, want er wordt nog vergaderd in het gemeentebestuur. De snode plannenmakers zijn over alle eventuele wensen van de bewoners heen gewalst. Ik wens hen geen succes ?.

Ik ga nu zelf een pamflet maken om voor mijn raam te hangen. Ik zie nergens waar ik zo een pamflet kan bestellen.