Uitje Scheveningen met oude vriend

Hij stond er al, bij de halte van het Kurhaus, mijn vriend uit vroegere tijden en tot op heden, Theo. Hij was één trammetje voor mij aangekomen en stond gelukkig maar enkele minuten te wachten. Toen ik hem leerde kennen op de boot naar Suriname in 1971 zag hij en anders uit dan tegenwoordig, maar dat wist ik al, omdat ik hem al vaker heb teruggezien.

Zo zag hij eruit in 1971 en nog veel jaren daarna
Nu ziet er er zo uit, maar het is nog steeds Theo.
Monique (sinds 1993 Shabnam) 1971 op de boot naar Suriname (foto uit de Panorama in de ‘veel liefs galerij’?)
En Shabnam nu. Wat gebeurt er toch allemaal met ons in het verloop van de tijd ?

Als mensen jong zijn, zie je vaak een glimlach vol hoop en verwachting op de gezichten. Een jong persoon kijkt uit naar een toekomst en staat niet zo vaak stil bij de eindigheid van het leven. Een jong persoon met een onaardig karakter kan alsnog een heel aardig gezicht hebben, omdat levensgebeurtenissen en de reacties van die persoon daarop nog niet zozeer in het gezicht gegrift zijn als in het gezicht van een ouder persoon. Zo vaak zie ik oude mensen met een intens melancholiek gezicht en groeven van verdriet en teleurstelling. Ook zie ik weleens verbittering en een zure, misprijzende trek op een mond van een oudere, die permanent in het gezicht lijkt te zijn geboetseerd. Hoe ouder iemand wordt, hoe gemakkelijker het gezicht van die persoon te lezen is.

De veroudering van Theo en mij na 50 jaar lang ieder een eigen leven, elk met een andere partner en met onze eigen zorgen, mocht hem de pret van ons contact niet drukken. We konden nog altijd fijn en vrijuit praten met elkaar. Het mooie is dat je niet alleen oud wordt, maar dat je omgeving dat ook doet. We brachten uren door op het strand, lopend en met onze kont in het zand en in een strandtent. Pas om 17.30 gingen we in dezelfde tram huiswaarts. Theo stapte uit bij Den Haag CS en ik kon tot het eindpunt van de tram blijven zitten. Eenmaal thuis was ik blij mijn liefste weer te zien.

Oprechte mensen

Vanmorgen bracht ik het laken bij de buurvrouw. De lieverd was verrast dat ik het gestreken had, want dat had echt niet gehoeven.

Met de inleidende woorden dat ik iets met haar wilde bespreken begon ik over het probleem dat ik had met mijn ‘naamloosheid’. Ik zag haar lief en begripvol naar me kijken en ze reageerde op mijn woorden zonder enig defensief gedrag. Daardoor voelde ik me direct op mijn gemak. ‘Eigenlijk is je naam helemaal niet zo moeilijk,’ zei ze ook. ‘Maar ik noem je niet vaak bij de naam.’ En ‘had me maar gebeld, dan had je er niet mee hoeven blijven lopen’. Maar zo erg was het nu ook weer niet. ‘Weet je wel hoe bijzonder het is dat een buurvrouw zomaar dingen voor je doet?’, zei ze ook nog. ‘Je moest eens weten hoe hoog ik daarover opgeef.’

Ik voelde zoveel begrip en oprechtheid van haar kant. Zij is zelf iemand die naar mensen toe heel goed haar gevoelens kan uiten over situaties en soms mensen ook in klinkklare taal de waarheid kan zeggen. Ik zag dat ze het waardeerde dat ik dat nu ook tegenover haar een keer deed. Het was ook direct goed. Probleem opgelost.

Wat een kanjer van een vrouw is het toch. Maar de wond in haar voet doet helse pijn en vanmorgen, toen de verpleging de wond opnieuw kwam verbinden, zag de wond er niet goed uit. Er komt pus uit. Over 10 dagen heeft ze een controle afspraak bij de chirurg.

Morgen eindelijk iets over het weerzien met mijn vriend. ?

Naamloze vrijwilliger

Vandaag wilde ik eigenlijk schrijven over het uitje met mijn vriend, maar nu komt er weer wat anders voor in de plaats.

Vanmorgen stond ik op met een onbestemd en wat boos gevoel. En dat heeft te maken met mijn serviele diensten voor de buurvrouw.

Ik doe alles voor haar met liefde en zonder enige behoefte aan erkenning of winst. Ik merk dat zij zich bij mij volkomen op haar gemak voelt. Ik mag alles van haar zien en zonder gêne een plasluier verschonen. Als zij aan het eten is of wil gaan eten, dan doet zij dat gerust in mijn bijzijn. Zij wordt daarin door mij ook aangemoedigd, want zij moet op tijd eten vanwege haar suikerziekte.

In de aanwezigheid van ander bezoek dat onaangekondigd binnenwaait tijdens haar etenstijden (bezoek van mensen die zij kennelijk meer als visite ziet) kan zij niet eten en dan laat zij tot haar eigen ergernis een kroketje staan en koud worden. Ze zet voor hen haar ritme van eten en drinken opzij en durft ook niet te zeggen dat het tijdstip van bezoek haar niet uitkomt. Als die visite haar zegt dat deze het nieuws wil kijken, dan laat zij dat ook gebeuren, terwijl ze zelf veel liever kijkt naar programma’s over planten en tuinieren. Maar dan durft ze dat niet te zeggen en klaagt ze daarover later tegen mij.

Ze vertelt me veel over zichzelf en ik kan merken dat zij ook geheel zichzelf is bij mij. Ze komt bij mij met haar verdriet, blijdschap en verhalen over wat haar overkomt en overkomen is. Ik weet ook dat zij mijn hulp en de tijd die ik haar geef in daad en gezelschap waardeert. Ze laat dat vaak merken.

Maar…..ze noemt me tot op heden niet bij mijn naam! Direct toen ik mijn naam zei in het begin van onze relatie (nu 5 jaar geleden), zei ze me dat ze mijn naam te moeilijk vond om te onthouden. Ik was voor haar ‘de buurvouw’. Op een dag zei ze: ‘Ik noem je K. (de naam van mijn oudste zoon, die vroeger bij haar kleinzoon in de klas zat), want die naam kan ik tenminste onthouden. Dat vond ik toen nog wel o.k. Maar als ik haar dan belde vond ik het onprettig om mezelf K. te noemen. Ik ben immers K. niet maar Shabnam. Toch liet ik tot op heden het probleem van de tenaamstelling door sudderen, eigenlijk alle jaren dat ik haar ken. Namen en identiteit zijn voor mij sowieso al een vaag begrip. Als ik haar nu bel zeg ik mijn naam niet eens, omdat ik weet dat zij aan mijn stem kan horen dat ik het ben. Ik weet ook dat zij mijn telefoonnummer bovenaan in een bloknootje heeft staan, als een soort alarmnummer. Ik heb geen idee welke naam ze daarbij gezet heeft. Misschien wel geen. Als ze het heeft over mij met andere mensen, wat best vaak gebeurt en ze schijnt dan met veel lof over me te praten, dan noemt ze me niet bij een naam, maar dan ben ik ‘de buurvrouw’ of misschien wel ‘een buurvrouw’.

En vanmorgen besefte ik ineens dat ik het zat ben om nog steeds geen naam te hebben. Ze kent van iedereen de naam uit haar hoofd. Alle verzorgenden die bij haar langskomen voor haar wonden kent ze bij naam en haar bovenbuurmeisjes met verschillende uitheemse namen kent ze ook bij naam, tot en met de data van hun verjaardagen. Hoe moeilijk kan het zijn om ook mijn naam uit haar hoofd te leren.

Gisteren nam ik een hoeslaken van haar mee naar mijn huis om dat te wassen voor haar (want het mag niet in de droger en zij heeft geen hangmogelijkheid voor zo een grote lap). Eigenlijk zou haar schoondochter het al meer dan een maand geleden doen, maar deze vertikt het tot op heden. Dus, sulletje dat ik ben, bood ik aan het voor haar te doen. Vandaag stond ik wat pissig het laken te strijken. Ik houd niet van strijken en strijk voor mezelf geen enkel laken, maar ik vind het zielig om deze moeilijk lopende en staande vrouw het laken zelf te laten strijken. Onder het strijken passeerden veel gedachten mijn hoofd.

Als je dingen belangeloos doet voor mensen en zij geen enkele angst hebben om je te verliezen, dan kan het voorkomen dat ze je als een vanzelfsprekendheid gaan beschouwen.

De zusters doen hun werk niet met plezier en de visite komt niet graag meer, als je je niet uitslooft door ze te verwennen met blikjes Fanta en stroopwafels (die ik voor haar insla). Je moet het ze volkomen naar de zin maken, ze laten plassen op je pas schoon gesopte WC en ze datgene laten kijken op de tv wat zij willen.

Ik daarentegen ben de naamloze hulpverlener die alles goed vind en van wie je zelfs de naam niet hoeft te onthouden. Ik maak kennelijk de indruk alles te accepteren en niets nodig te hebben. Nu neem ik me voor om als ik haar weer zie mijn naam voor haar op te schrijven in haar boekje en haar te vragen mijn naam te lezen en deze te onthouden. Dat is het enige dat ik van haar wil. Dat ze mijn naam leert en me noemt bij mijn naam.

Boeken zoeken

Ik vind het moeilijk. Misschien ben ik moeilijk, een lastige lezer die niet snel tevreden is. Ik heb nu weer 4 boeken gedownload op mijn e-reader. Boeken van Nina Polak, Marja Brouwers, Benedict Wells en Marion Pauw. Ik begon met het boek van Marja Brouwers met de titel Havinck. Het was goed genoeg geschreven, maar waarom kreeg ik er zo een kil gevoel bij? Alsof het meer gaat om de stijl van schrijven dan om de emoties. Ik besloot het boek even te laten voor wat het was na er 15 % in gelezen te hebben. Ben ik nu zo vreemd geworden en ligt het aan mij dat ik de schrijfstijl van veel geprezen schrijvers ervaar als hooghartig en cynisch en getuigend van weinig inlevingsvermogen? Ik ben verder gegaan met Marion Pauw. Het boek ‘Vogeleiland’. Daar kwam ik wel direct in en ik kon me ook inleven in de karakters. Het blijft een dingetje, dat zoeken naar boeken. Had ik maar een radar, zodat ik de mij aansprekende schrijvers direct eruit kon pikken, alleen afgaand op de titel en een korte inhoudsweergave. Maar zo een radar heb ik niet. Boeken, ik lees ze zo graag, maar ik ben ook zo vaak teleurgesteld. Het zal wel aan mij liggen.

Ik houd van fictie, omdat ik dat het interessants vind. Ik haal meer uit een verzonnen verhaal of desnoods een goed geschreven biografie dan uit een theoretische verhandeling. Maar het ene verhaal is het andere niet. ?

Genieten in de tuin

Onze tuin verdient niet de hoofdprijs als ‘mooist aangelegde tuin’. Planten komen op waar ze willen en hier en daar hebben we per abuis vooraan grotere (vaste) planten geplant dan achteraan. Sommige planten worden nu eenmaal groter dan je verwacht. Maar we genieten van elke plant in de tuin, omdat elke plant er goed uitziet en zo zijn best doet. Dit jaar zijn er meer kleine vogels te beluisteren dan andere jaren en tot mijn grote blijdschap laat de merel zich hier vaak horen, ook overdag. Wat een gevarieerd geluid komt er toch uit dat keeltje.

We hebben weinig zin om te fietsen in de duinen, wat we voorheen graag deden. Na het bericht over de exminister die als hobby racefietsen heeft en noodlottig ten val kwam op het pad naar Monster waarop wij vaak plachten te fietsen is onze animo helemaal gezakt. We hadden natuurlijk al in de gaten dat het nu een stuk minder veilig is op de paden in de duinen, waarop voetgangers, gewone fietsers, racefietsers en bejaarden op e-bikes die weigeren achter elkaar te fietsen de ruimte tegenwoordig moeten delen. Maar nu we merken dat het vanaf de vroege ochtend al druk is met natuurzoekers in de beboste en duinachtige gebieden haken wij af.

Het is goed toeven in de tuin en als we toch eens gek willen doen, halen we inde middag een ijsje in Wateringen. Op de fiets, dat wel.

En vrijdag ga ik naar Scheveningen met de tram. Dat lijkt me redelijk veilig.

Oppassen met wat je zegt

Vrijdag a.s. heb ik afgesproken om in Scheveningen te gaan slenteren met een oude vriend die ik al 51 jaar ken (wauw! wat lang). Ik ontmoette hem in 1971 op de heenreis met de boot naar Suriname en daarna toevallig ook weer op de terugreis met de boot. Die reizen duurden behoorlijk lang en je kan deze vergelijken met een cruise. Het is heel genoeglijk zo te reizen en onderweg dolfijnen en vliegende vissen te zien. Weliswaar voeren we economy class, maar dat nam niet weg dat er alsnog een zwembadje in het voorschip zat waarop wij vertoefden. En ook het eten was uitstekend. Elke dag vers gebakken brood en zelfgemaakte jam. Er werden geen feestjes en partijen georganiseerd zoals in de hogere klassen, maar wij vermaakten ons uitstekend met schaak- en damcompetities. Op zo een boot leer je elkaar behoorlijk goed kennen, omdat je lange tijd in één ruimte met elkaar optrekt. De vriendschapsrelatie tussen mij en de vriend bleef ook na de bootreis, zij het dat het nooit een ‘zoutwaterliefde’ werd en ook nooit is geworden. We waren vrienden en voerden briefwisselingen met elkaar, omdat hij in Amsterdam woonde en ik toen nog in Utrecht. Daarna verloren we elkaar lange tijd uit het oog om na jaren weer contact te krijgen. Dat hernieuwde contact begon via mijn weblog, nu alweer jaren geleden.

En nu heb ik dus een afspraak om met hem weer eens bij te praten in Scheveningen. De vorige ontmoeting was in Amsterdam, waar hij nog steeds woont.

Maar door het stukje dat ik hiervoor schreef met het onderwerp ’tijd’ dacht mijn vriend (die altijd trouw in mijn weblog leest) dat ik misschien helemaal geen tijd voor hem wilde vrijmaken. Maar niets is minder waar! Ik verheug me juist op dit uitje en het even samenzijn met hem. Gelukkig was hij wel zo eerlijk en vrij om mij te vragen of ik er wel zin in had (na mijn geklaag van gisteren over tijd die vliegt en maar eenmaal benut kan worden) en kon ik hem zeggen dat dit zeker wel zo is.

Zo zie ik maar weer dat ik moet oppassen met wat ik zeg of schrijf. Zoveel kan verkeerd begrepen of opgevat worden.

Ik heb het de laatste tijd drukker dan normaal met de buurvrouw, omdat zij na een operatie dezelfde dag naar huis is gestuurd, waar zij zich in haar eentje moet zien te redden. Ze heeft veel pijn vanwege een door de chirurg aangebrachte wond. Hij heeft vel van haar dij geschraapt om op haar hiel te plakken. Dit in de hoop dat de wond die al jaren niet dicht wil nu eindelijk dichtgaat! De wond op haar dij is een enorme schaafwond, die op de dagen na de operatie een paar keer hevig is gaan bloeden door alle plakkers heen, wat voor ontreddering zorgde bij haar. Zij gaat al jaren helemaal in het wit gekleed en zij doet niets dan wassen en strijken met alle ongelukjes die haar overkomen. Het is moeilijk uit te leggen wat het met mij doet om haar zo kwetsbaar te zien, trillend als een rietje achter haar rollator. Ik loop zeker twee maal daags naar haar toe met soep en andere hapjes die zij lust en ik doe uiteraard al haar boodschappen. Zij heeft de kracht nu niet om goed voor zichzelf te zorgen. Eenmaal binnen laat ze me niet snel gaan. Dan wil ze haar verhaal kwijt of we kijken even samen naar haar tv. Soms kom ik dan iets te laat voor de vaste eet- en drinkmomentjes, waaraan de man naast me zoveel waarde hecht. Dat bedoel ik met het getrek aan mij van twee personen die veel voor mij betekenen. Maar de afspraken die ik verder heb met de mensen die ik in Nederland ken vind ik heerlijk. Ik zie die afspraken juist ook als momentjes voor mezelf.

Niks gaat zoals ik het me voorneem

Daarom is het beter me ook maar niets voor te nemen, maar gewoon telkens datgene te doen en te zeggen dat de situatie van elk moment van me vraagt.

Ik zou toch elke dag een stukje schrijven? Mooi niet. Ik heb de afgelopen dagen nog niet eens tijd gehad om mijn pc aan te zetten. Hoe is het mogelijk dat een gepensioneerde het zo druk heeft.

Ik heb de afgelopen dagen zonder salaris gewerkt als chauffeur, verpleegster, coach en, wat nog de meeste moeite kostte, als shopper. Jawel, er moest onverwacht gewinkeld worden. Voor mezelf en voor de man. We gaan naar een bruiloft. En de dresscode is ‘summer chique’. Kijkend in onze karig gevulde kledingkast zagen we dat we er echt aan moesten geloven, want we hadden weinig hangen dat chique genoeg was. Samen met de man ging ik gisteren voor het eerst na lange tijd de stad in. En wonderwel slaagde de kleine man naast me erin een goed zittend en leuk zomers pak te vinden met mooie bijpassende schoenen. Ikzelf had al een jurkje gescoord een dag daarvoor in een winkeltje dichter bij mij in de buurt. Voor een stuk minder geld kocht ik een leuk zomers jurkje.

Te midden van al deze drukte is gisteren mijn buurvrouw onder plaatselijke verdoving geopereerd aan de alsmaar niet dichtgaande wond op haar hiel. Door middel van plastische chirurgie, een laatste redmiddel. Ze is nu al bijna 4 jaar bezig met die wond en als dit niet gaat helpen, dan zal haar voet geamputeerd moeten worden. In dat geval zegt zij niet meer te willen leven. Dus nu maar hopen dat het vel dat ze uit haar dij hebben gehaald blijft plakken op de wond. Met haar en haar boodschapjes was ik ook een groot deel van mijn tijd bezig.

Gisteren, toen de man en ik terugkwamen uit de stad, waren we allebei zo moe dat we in de middag op bed gingen liggen en even in slaap sukkelden. Wat worden we toch oud.

Maar het is leuk om deze bruiloft in het vooruitzicht te hebben. Mijn oudste spreeuw gaat trouwen, een vrolijke gelegenheid waarbij ik mijn oogappels bij elkaar zal zien te midden van de andere gasten. Het schijnt een dik feest te worden.

Elke dag een stukje schrijven

Ik heb me voorgenomen elke dag wat te schrijven in dit weblog, of ik nu wat te vertellen heb of niet. Dat doet me denken aan mensen die elke week een column moeten schrijven. Zij moeten ook steeds wat verzinnen. ‘Echte schrijvers’, die praten over hoe ze hun beroep uitoefenen zeggen veelal dat zij elke dag gewoon voor hun pc gaan zitten om te schrijven. Ze wachten niet op inspiratie, want dan kun je lang wachten. Ze beginnen gewoon. Dat doe ik als amateur dan ook maar.

Tja en zo is het met alles in het leven. Je kan een heleboel plannen, wat sommige mensen graag doen, maar je kan ook gewoon elke dag doen wat voor je handen komt en wat in je opkomt op elk willekeurig moment. Dat is meer mijn manier van doen, altijd geweest. En nu heb ik even tijd voordat ik op mijn hometrainer stap met Netflix. Dus schrijven dan maar. Laat ik het hebben over één van mijn hobby’s: lezen.

Vandaag heb ik weer wat e-books gedownload van de bibliotheek. Dat wordt steeds moeilijker naarmate ik steeds meer boeken heb uitgelezen. Elke keer moet ik weer een nieuwe schrijver ‘ontdekken’, van wie de schrijfstijl en de verhaaltrant me aanspreekt. In de regel houd ik het meest van boeken die origineel in het Nederlands zijn geschreven. Dus boeken van Nederlandse schrijvers en geen vertalingen. Heb ik er één gevonden die ik goed vind, dan wil ik alle boeken lezen van zo een schrijver. Toch valt dat soms tegen. Zo vond ik ‘de Helleveeg’ van A.F.Th van der Heijden een heel goed geschreven en onderhoudend boek, maar toen ik enthousiast twee van zijn andere boeken leende, vond ik die veel minder boeiend en ook heel anders geschreven, met een veel gezwollener taalgebruik. Ik kon er niet doorheen komen. Of een boek je aanspreekt en boeit is heel persoonlijk. De één houdt van lichte romannetjes, de ander van spannende thrillers en weer een ander van hoogwaardig proza met veel diepgang. Ik heb gemerkt dat ik niet houd van schrijvers die al te ingewikkeld de dingen beschrijven. Ik houd van simpele taal, maar wel origineel en duidelijk. Zo vind ik Lize Spit erg goed, maar zij heeft helaas nog maar twee boeken geschreven die ik al uit heb. Ik houd in de regel wel van Belgische schrijvers. Nu denk ik weer een nieuwe Nederlandse schrijfster te hebben gevonden van wie ik veel verwacht, Nicolien Mizee. Zij heeft al veel boeken geschreven. Dus als zij echt zo leuk en onconventioneel en origineel schrijft als ik nu aanneem, na korte stukjes van haar te hebben gelezen, dan kan ik mijn lol op en ben ik weer een tijdje zoet.

Lezen is leuk en misschien nog wel fijner dan kijken naar een film of serie. Ik ben blij dat er schrijvers zijn die ons dit leesplezier verschaffen.

N.B. We zijn nu een dikke week verder en ik heb inmiddels een boek van Nicolien Mizee uitgelezen, geheten ‘voor god en de sociale dienst’. Met moeite ben ik erdoor gekomen, hopend dat ik iets positiefs kon ontdekken in het boek. Hoewel goed geschreven, vond ik er niets aan. Ik hield er een negatief gevoel aan over. De belevingswereld van deze schrijfster sluit totaal niet aan op de mijne. Ik kon dan ook geen enkele sympathie voor haar voelen. Ik heb nog een boek van haar geleend, getiteld ’toen kwam moeder met een mes’. Ik denk niet dat ik dit boek ga uitlezen. Ook al heeft deze schrijfster prijzen gewonnen met haar werk, het blijkt totaal niet overeen te komen met mijn boekensmaak. Smaken verschillen. Ik moet verder zoeken naar goede schrijvers, die mij aanspreken. Ik vind dat best een toer. Maar ik mag gelukkig nog 5 boeken uitzoeken in de digitale bibliotheek. En ik heb nog wat andere mogelijkheden. Zonder boek om te lezen wil ik niet zijn ?.

Mission impossible

Gisteren een link naar een finca rustica gedeeld met een paar van mijn kinderen. Ze vonden het een mooi plekje en zeker zouden ze wel willen komen logeren daar. Maar ze zagen het niet zitten dat wij 313 km naar Malaga zouden moeten rijden, telkens als we naar Nederland willen afreizen. Ze wezen ons erop dat er tegenwoordig zomer en winter wel directe vluchten zijn van Sevilla naar Schiphol en terug. Maar we hebben gezien dat de reistijd met bussen en treinen naar en van de vliegvelden langer duren dan de rit met de auto naar Malaga. Ook sluiten de tijden totaal niet op elkaar aan, zodat je een dag tot een etmaal onderweg zou zijn. Dat is geen aantrekkelijke optie.

We hebben het hele romantische idee van een ‘eigen huis buiten’ losgelaten. We worden alleen maar ouder en ooit misschien gebrekkig en niet in staat tot veel dingen. Dan is zo ver van alles wonen een risico. Dus dat gaan we niet doen. Maar wel blijft Ahmad het idee houden om af en toe zijn dochter op te zoeken en dan een eigen optrekje te hebben op hun land in de vorm van een prefab huisje. Zijn dochter denkt dat het niet mag, vanwege het feit dat haar land zich bevindt in een beschermd natuurgebied. Maar Ahmad kent haar als iemand die gauw denkt dat dingen niet mogen. Het is de moeite waard om het na te vragen. Het is tenslotte wel haar land.

Ze hebben sowieso al aangeboden dat we ten allen tijde welkom zijn in hun huis in het dorp en dat we later ook mogen verblijven in het kleine huisje op hun land dat ze gaan bouwen op de grondvesten van het magazijn/ de stal op hun land.

Dus mogelijkheden genoeg. We blijven lekker wonen in Ahmad’s dakhuisje in Alhaurin de la Torre en gaan zo vaak als we kunnen naar Quadalcanal, Einde dromerijen ?.

Deugmens, uitslover!

Op twitter komt weleens het scheldwoord ‘deugmens’ voorbij, meestal uit de zogenoemde ‘rechtse’ hoek. Met deugmensen worden, als ik het goed begrijp, de conformisten bedoeld die zich scharen achter populaire en ‘politiek correcte’ meningen en dan weer afwijzend staan tegenover alles wat van hun mening afwijkt. Ik kan er niet echt wijs uit. Wat sommige mensen rechts noemen zie ik meer als populistisch links en wat links genoemd wordt zie ik als een slimme afleiding van de echte problemen die spelen. Dat de gemoederen verhit zijn en dat mensen elkaar voor van alles uitmaken als ze het onderling niet eens zijn op Twitter is voor mij in ieder geval duidelijk. De tolerantie waar Nederland in de 70er jaren om bekend stond is nu ver te zoeken. Daarin wijken we niet veel af van andere landen. De manier waarop mensen anderen hun mening nu willen opleggen heeft nazi-achtige trekjes en de de ‘vrijheid van meningsuiting’, die nota bene hoog in het vaandel wordt gedragen (bijna als een religie) is ver te zoeken. Je bent hier helemaal niet meer vrij in het uiten van je mening, dat is mijn mening ?. Als je mening afwijkt van die van een ander, dan probeert diegene je via de media onderuit te halen en vaak zonder enig ter zake doend argument, maar misschien alleen door bijvoorbeeld te zeggen dat je een te dikke kont hebt en dat je je domme muil moet houden. Zelfs rijke jongens met een gewichtige naam, die adel vermoedt, gedragen zich in dat opzicht als kleine scheldende kinderen. Ik lees het af en toe met lichte verbazing en bemoei me er verder niet mee. Ik heb nog nooit een tweet geplaatst en ik heb 0 volgers en dat wil ik graag zo houden.

Maar de laatste tijd vraag ik me af of ik misschien een deugmens ben. Niet in de zin waarop deze benoemd wordt op twitter, maar in de letterlijke zin: iemand die graag wil deugen, een braverd. Ik doe boodschappen voor mijn buurvrouw, ren naar haar toe als ze moet huilen en haar ei kwijt moet, breng haar bakjes eten en soep en ik raap zwerfvuil in mijn buurtje. Ik luister geduldig naar een ieder met problemen en ik speel taxi voor wie dat nodig heeft. Vroeger leefde ik voor mijn kinderen en nu dat minder nodig is ben ik beschikbaar voor ieder die van mijn diensten gebruik wil maken.

Als je mij zou vragen: maar wat wil jij dan eigenlijk? Heb jij geen bucketlijst van wensen, reizen die je nog zou willen maken of dingen die je wil meemaken zien of kopen? Nou nee, eigenlijk niks. Helemaal niks. Ik leef al zo lang met het motto ‘u vraagt en ik draai’, dat ik geen enkel ander oogmerk meer heb. Vroeger (toen ik nog geen kinderen had) hield ik van reizen. Ik besteedde daar al mijn spaarcentjes aan. Nu heb ik geen enkel verlangen meer om meer van de wereld te gaan zien. Mijn enige wens is dat ik elke dag wat tijd voor mezelf mag hebben om een boek te lezen of een eind weg te kletsen in mijn weblog. En verder vind ik het oprecht heerlijk om te dienen. Ik word blij als ik een ander blij kan maken of als ik zie dat iemand met verdriet iets opgeluchter oogt als deze bij mij wat heeft mogen spuien. Ik houd van mijn omgeving en de mensen en dieren en planten en spullen die ik tegenkom. Ik speel daar graag een positieve rol in. Meer is het niet. Maar als je het lelijk wilt zeggen dan zou je kunnen zeggen dat ik een deugmens ben, een uitslover. Maakt me niet uit.