Boeken zoeken

Ik vind het moeilijk. Misschien ben ik moeilijk, een lastige lezer die niet snel tevreden is. Ik heb nu weer 4 boeken gedownload op mijn e-reader. Boeken van Nina Polak, Marja Brouwers, Benedict Wells en Marion Pauw. Ik begon met het boek van Marja Brouwers met de titel Havinck. Het was goed genoeg geschreven, maar waarom kreeg ik er zo een kil gevoel bij? Alsof het meer gaat om de stijl van schrijven dan om de emoties. Ik besloot het boek even te laten voor wat het was na er 15 % in gelezen te hebben. Ben ik nu zo vreemd geworden en ligt het aan mij dat ik de schrijfstijl van veel geprezen schrijvers ervaar als hooghartig en cynisch en getuigend van weinig inlevingsvermogen? Ik ben verder gegaan met Marion Pauw. Het boek ‘Vogeleiland’. Daar kwam ik wel direct in en ik kon me ook inleven in de karakters. Het blijft een dingetje, dat zoeken naar boeken. Had ik maar een radar, zodat ik de mij aansprekende schrijvers direct eruit kon pikken, alleen afgaand op de titel en een korte inhoudsweergave. Maar zo een radar heb ik niet. Boeken, ik lees ze zo graag, maar ik ben ook zo vaak teleurgesteld. Het zal wel aan mij liggen.

Ik houd van fictie, omdat ik dat het interessants vind. Ik haal meer uit een verzonnen verhaal of desnoods een goed geschreven biografie dan uit een theoretische verhandeling. Maar het ene verhaal is het andere niet. ?

Genieten in de tuin

Onze tuin verdient niet de hoofdprijs als ‘mooist aangelegde tuin’. Planten komen op waar ze willen en hier en daar hebben we per abuis vooraan grotere (vaste) planten geplant dan achteraan. Sommige planten worden nu eenmaal groter dan je verwacht. Maar we genieten van elke plant in de tuin, omdat elke plant er goed uitziet en zo zijn best doet. Dit jaar zijn er meer kleine vogels te beluisteren dan andere jaren en tot mijn grote blijdschap laat de merel zich hier vaak horen, ook overdag. Wat een gevarieerd geluid komt er toch uit dat keeltje.

We hebben weinig zin om te fietsen in de duinen, wat we voorheen graag deden. Na het bericht over de exminister die als hobby racefietsen heeft en noodlottig ten val kwam op het pad naar Monster waarop wij vaak plachten te fietsen is onze animo helemaal gezakt. We hadden natuurlijk al in de gaten dat het nu een stuk minder veilig is op de paden in de duinen, waarop voetgangers, gewone fietsers, racefietsers en bejaarden op e-bikes die weigeren achter elkaar te fietsen de ruimte tegenwoordig moeten delen. Maar nu we merken dat het vanaf de vroege ochtend al druk is met natuurzoekers in de beboste en duinachtige gebieden haken wij af.

Het is goed toeven in de tuin en als we toch eens gek willen doen, halen we inde middag een ijsje in Wateringen. Op de fiets, dat wel.

En vrijdag ga ik naar Scheveningen met de tram. Dat lijkt me redelijk veilig.

Oppassen met wat je zegt

Vrijdag a.s. heb ik afgesproken om in Scheveningen te gaan slenteren met een oude vriend die ik al 51 jaar ken (wauw! wat lang). Ik ontmoette hem in 1971 op de heenreis met de boot naar Suriname en daarna toevallig ook weer op de terugreis met de boot. Die reizen duurden behoorlijk lang en je kan deze vergelijken met een cruise. Het is heel genoeglijk zo te reizen en onderweg dolfijnen en vliegende vissen te zien. Weliswaar voeren we economy class, maar dat nam niet weg dat er alsnog een zwembadje in het voorschip zat waarop wij vertoefden. En ook het eten was uitstekend. Elke dag vers gebakken brood en zelfgemaakte jam. Er werden geen feestjes en partijen georganiseerd zoals in de hogere klassen, maar wij vermaakten ons uitstekend met schaak- en damcompetities. Op zo een boot leer je elkaar behoorlijk goed kennen, omdat je lange tijd in één ruimte met elkaar optrekt. De vriendschapsrelatie tussen mij en de vriend bleef ook na de bootreis, zij het dat het nooit een ‘zoutwaterliefde’ werd en ook nooit is geworden. We waren vrienden en voerden briefwisselingen met elkaar, omdat hij in Amsterdam woonde en ik toen nog in Utrecht. Daarna verloren we elkaar lange tijd uit het oog om na jaren weer contact te krijgen. Dat hernieuwde contact begon via mijn weblog, nu alweer jaren geleden.

En nu heb ik dus een afspraak om met hem weer eens bij te praten in Scheveningen. De vorige ontmoeting was in Amsterdam, waar hij nog steeds woont.

Maar door het stukje dat ik hiervoor schreef met het onderwerp ’tijd’ dacht mijn vriend (die altijd trouw in mijn weblog leest) dat ik misschien helemaal geen tijd voor hem wilde vrijmaken. Maar niets is minder waar! Ik verheug me juist op dit uitje en het even samenzijn met hem. Gelukkig was hij wel zo eerlijk en vrij om mij te vragen of ik er wel zin in had (na mijn geklaag van gisteren over tijd die vliegt en maar eenmaal benut kan worden) en kon ik hem zeggen dat dit zeker wel zo is.

Zo zie ik maar weer dat ik moet oppassen met wat ik zeg of schrijf. Zoveel kan verkeerd begrepen of opgevat worden.

Ik heb het de laatste tijd drukker dan normaal met de buurvrouw, omdat zij na een operatie dezelfde dag naar huis is gestuurd, waar zij zich in haar eentje moet zien te redden. Ze heeft veel pijn vanwege een door de chirurg aangebrachte wond. Hij heeft vel van haar dij geschraapt om op haar hiel te plakken. Dit in de hoop dat de wond die al jaren niet dicht wil nu eindelijk dichtgaat! De wond op haar dij is een enorme schaafwond, die op de dagen na de operatie een paar keer hevig is gaan bloeden door alle plakkers heen, wat voor ontreddering zorgde bij haar. Zij gaat al jaren helemaal in het wit gekleed en zij doet niets dan wassen en strijken met alle ongelukjes die haar overkomen. Het is moeilijk uit te leggen wat het met mij doet om haar zo kwetsbaar te zien, trillend als een rietje achter haar rollator. Ik loop zeker twee maal daags naar haar toe met soep en andere hapjes die zij lust en ik doe uiteraard al haar boodschappen. Zij heeft de kracht nu niet om goed voor zichzelf te zorgen. Eenmaal binnen laat ze me niet snel gaan. Dan wil ze haar verhaal kwijt of we kijken even samen naar haar tv. Soms kom ik dan iets te laat voor de vaste eet- en drinkmomentjes, waaraan de man naast me zoveel waarde hecht. Dat bedoel ik met het getrek aan mij van twee personen die veel voor mij betekenen. Maar de afspraken die ik verder heb met de mensen die ik in Nederland ken vind ik heerlijk. Ik zie die afspraken juist ook als momentjes voor mezelf.

Niks gaat zoals ik het me voorneem

Daarom is het beter me ook maar niets voor te nemen, maar gewoon telkens datgene te doen en te zeggen dat de situatie van elk moment van me vraagt.

Ik zou toch elke dag een stukje schrijven? Mooi niet. Ik heb de afgelopen dagen nog niet eens tijd gehad om mijn pc aan te zetten. Hoe is het mogelijk dat een gepensioneerde het zo druk heeft.

Ik heb de afgelopen dagen zonder salaris gewerkt als chauffeur, verpleegster, coach en, wat nog de meeste moeite kostte, als shopper. Jawel, er moest onverwacht gewinkeld worden. Voor mezelf en voor de man. We gaan naar een bruiloft. En de dresscode is ‘summer chique’. Kijkend in onze karig gevulde kledingkast zagen we dat we er echt aan moesten geloven, want we hadden weinig hangen dat chique genoeg was. Samen met de man ging ik gisteren voor het eerst na lange tijd de stad in. En wonderwel slaagde de kleine man naast me erin een goed zittend en leuk zomers pak te vinden met mooie bijpassende schoenen. Ikzelf had al een jurkje gescoord een dag daarvoor in een winkeltje dichter bij mij in de buurt. Voor een stuk minder geld kocht ik een leuk zomers jurkje.

Te midden van al deze drukte is gisteren mijn buurvrouw onder plaatselijke verdoving geopereerd aan de alsmaar niet dichtgaande wond op haar hiel. Door middel van plastische chirurgie, een laatste redmiddel. Ze is nu al bijna 4 jaar bezig met die wond en als dit niet gaat helpen, dan zal haar voet geamputeerd moeten worden. In dat geval zegt zij niet meer te willen leven. Dus nu maar hopen dat het vel dat ze uit haar dij hebben gehaald blijft plakken op de wond. Met haar en haar boodschapjes was ik ook een groot deel van mijn tijd bezig.

Gisteren, toen de man en ik terugkwamen uit de stad, waren we allebei zo moe dat we in de middag op bed gingen liggen en even in slaap sukkelden. Wat worden we toch oud.

Maar het is leuk om deze bruiloft in het vooruitzicht te hebben. Mijn oudste spreeuw gaat trouwen, een vrolijke gelegenheid waarbij ik mijn oogappels bij elkaar zal zien te midden van de andere gasten. Het schijnt een dik feest te worden.

Elke dag een stukje schrijven

Ik heb me voorgenomen elke dag wat te schrijven in dit weblog, of ik nu wat te vertellen heb of niet. Dat doet me denken aan mensen die elke week een column moeten schrijven. Zij moeten ook steeds wat verzinnen. ‘Echte schrijvers’, die praten over hoe ze hun beroep uitoefenen zeggen veelal dat zij elke dag gewoon voor hun pc gaan zitten om te schrijven. Ze wachten niet op inspiratie, want dan kun je lang wachten. Ze beginnen gewoon. Dat doe ik als amateur dan ook maar.

Tja en zo is het met alles in het leven. Je kan een heleboel plannen, wat sommige mensen graag doen, maar je kan ook gewoon elke dag doen wat voor je handen komt en wat in je opkomt op elk willekeurig moment. Dat is meer mijn manier van doen, altijd geweest. En nu heb ik even tijd voordat ik op mijn hometrainer stap met Netflix. Dus schrijven dan maar. Laat ik het hebben over één van mijn hobby’s: lezen.

Vandaag heb ik weer wat e-books gedownload van de bibliotheek. Dat wordt steeds moeilijker naarmate ik steeds meer boeken heb uitgelezen. Elke keer moet ik weer een nieuwe schrijver ‘ontdekken’, van wie de schrijfstijl en de verhaaltrant me aanspreekt. In de regel houd ik het meest van boeken die origineel in het Nederlands zijn geschreven. Dus boeken van Nederlandse schrijvers en geen vertalingen. Heb ik er één gevonden die ik goed vind, dan wil ik alle boeken lezen van zo een schrijver. Toch valt dat soms tegen. Zo vond ik ‘de Helleveeg’ van A.F.Th van der Heijden een heel goed geschreven en onderhoudend boek, maar toen ik enthousiast twee van zijn andere boeken leende, vond ik die veel minder boeiend en ook heel anders geschreven, met een veel gezwollener taalgebruik. Ik kon er niet doorheen komen. Of een boek je aanspreekt en boeit is heel persoonlijk. De één houdt van lichte romannetjes, de ander van spannende thrillers en weer een ander van hoogwaardig proza met veel diepgang. Ik heb gemerkt dat ik niet houd van schrijvers die al te ingewikkeld de dingen beschrijven. Ik houd van simpele taal, maar wel origineel en duidelijk. Zo vind ik Lize Spit erg goed, maar zij heeft helaas nog maar twee boeken geschreven die ik al uit heb. Ik houd in de regel wel van Belgische schrijvers. Nu denk ik weer een nieuwe Nederlandse schrijfster te hebben gevonden van wie ik veel verwacht, Nicolien Mizee. Zij heeft al veel boeken geschreven. Dus als zij echt zo leuk en onconventioneel en origineel schrijft als ik nu aanneem, na korte stukjes van haar te hebben gelezen, dan kan ik mijn lol op en ben ik weer een tijdje zoet.

Lezen is leuk en misschien nog wel fijner dan kijken naar een film of serie. Ik ben blij dat er schrijvers zijn die ons dit leesplezier verschaffen.

N.B. We zijn nu een dikke week verder en ik heb inmiddels een boek van Nicolien Mizee uitgelezen, geheten ‘voor god en de sociale dienst’. Met moeite ben ik erdoor gekomen, hopend dat ik iets positiefs kon ontdekken in het boek. Hoewel goed geschreven, vond ik er niets aan. Ik hield er een negatief gevoel aan over. De belevingswereld van deze schrijfster sluit totaal niet aan op de mijne. Ik kon dan ook geen enkele sympathie voor haar voelen. Ik heb nog een boek van haar geleend, getiteld ’toen kwam moeder met een mes’. Ik denk niet dat ik dit boek ga uitlezen. Ook al heeft deze schrijfster prijzen gewonnen met haar werk, het blijkt totaal niet overeen te komen met mijn boekensmaak. Smaken verschillen. Ik moet verder zoeken naar goede schrijvers, die mij aanspreken. Ik vind dat best een toer. Maar ik mag gelukkig nog 5 boeken uitzoeken in de digitale bibliotheek. En ik heb nog wat andere mogelijkheden. Zonder boek om te lezen wil ik niet zijn ?.

Mission impossible

Gisteren een link naar een finca rustica gedeeld met een paar van mijn kinderen. Ze vonden het een mooi plekje en zeker zouden ze wel willen komen logeren daar. Maar ze zagen het niet zitten dat wij 313 km naar Malaga zouden moeten rijden, telkens als we naar Nederland willen afreizen. Ze wezen ons erop dat er tegenwoordig zomer en winter wel directe vluchten zijn van Sevilla naar Schiphol en terug. Maar we hebben gezien dat de reistijd met bussen en treinen naar en van de vliegvelden langer duren dan de rit met de auto naar Malaga. Ook sluiten de tijden totaal niet op elkaar aan, zodat je een dag tot een etmaal onderweg zou zijn. Dat is geen aantrekkelijke optie.

We hebben het hele romantische idee van een ‘eigen huis buiten’ losgelaten. We worden alleen maar ouder en ooit misschien gebrekkig en niet in staat tot veel dingen. Dan is zo ver van alles wonen een risico. Dus dat gaan we niet doen. Maar wel blijft Ahmad het idee houden om af en toe zijn dochter op te zoeken en dan een eigen optrekje te hebben op hun land in de vorm van een prefab huisje. Zijn dochter denkt dat het niet mag, vanwege het feit dat haar land zich bevindt in een beschermd natuurgebied. Maar Ahmad kent haar als iemand die gauw denkt dat dingen niet mogen. Het is de moeite waard om het na te vragen. Het is tenslotte wel haar land.

Ze hebben sowieso al aangeboden dat we ten allen tijde welkom zijn in hun huis in het dorp en dat we later ook mogen verblijven in het kleine huisje op hun land dat ze gaan bouwen op de grondvesten van het magazijn/ de stal op hun land.

Dus mogelijkheden genoeg. We blijven lekker wonen in Ahmad’s dakhuisje in Alhaurin de la Torre en gaan zo vaak als we kunnen naar Quadalcanal, Einde dromerijen ?.

Deugmens, uitslover!

Op twitter komt weleens het scheldwoord ‘deugmens’ voorbij, meestal uit de zogenoemde ‘rechtse’ hoek. Met deugmensen worden, als ik het goed begrijp, de conformisten bedoeld die zich scharen achter populaire en ‘politiek correcte’ meningen en dan weer afwijzend staan tegenover alles wat van hun mening afwijkt. Ik kan er niet echt wijs uit. Wat sommige mensen rechts noemen zie ik meer als populistisch links en wat links genoemd wordt zie ik als een slimme afleiding van de echte problemen die spelen. Dat de gemoederen verhit zijn en dat mensen elkaar voor van alles uitmaken als ze het onderling niet eens zijn op Twitter is voor mij in ieder geval duidelijk. De tolerantie waar Nederland in de 70er jaren om bekend stond is nu ver te zoeken. Daarin wijken we niet veel af van andere landen. De manier waarop mensen anderen hun mening nu willen opleggen heeft nazi-achtige trekjes en de de ‘vrijheid van meningsuiting’, die nota bene hoog in het vaandel wordt gedragen (bijna als een religie) is ver te zoeken. Je bent hier helemaal niet meer vrij in het uiten van je mening, dat is mijn mening ?. Als je mening afwijkt van die van een ander, dan probeert diegene je via de media onderuit te halen en vaak zonder enig ter zake doend argument, maar misschien alleen door bijvoorbeeld te zeggen dat je een te dikke kont hebt en dat je je domme muil moet houden. Zelfs rijke jongens met een gewichtige naam, die adel vermoedt, gedragen zich in dat opzicht als kleine scheldende kinderen. Ik lees het af en toe met lichte verbazing en bemoei me er verder niet mee. Ik heb nog nooit een tweet geplaatst en ik heb 0 volgers en dat wil ik graag zo houden.

Maar de laatste tijd vraag ik me af of ik misschien een deugmens ben. Niet in de zin waarop deze benoemd wordt op twitter, maar in de letterlijke zin: iemand die graag wil deugen, een braverd. Ik doe boodschappen voor mijn buurvrouw, ren naar haar toe als ze moet huilen en haar ei kwijt moet, breng haar bakjes eten en soep en ik raap zwerfvuil in mijn buurtje. Ik luister geduldig naar een ieder met problemen en ik speel taxi voor wie dat nodig heeft. Vroeger leefde ik voor mijn kinderen en nu dat minder nodig is ben ik beschikbaar voor ieder die van mijn diensten gebruik wil maken.

Als je mij zou vragen: maar wat wil jij dan eigenlijk? Heb jij geen bucketlijst van wensen, reizen die je nog zou willen maken of dingen die je wil meemaken zien of kopen? Nou nee, eigenlijk niks. Helemaal niks. Ik leef al zo lang met het motto ‘u vraagt en ik draai’, dat ik geen enkel ander oogmerk meer heb. Vroeger (toen ik nog geen kinderen had) hield ik van reizen. Ik besteedde daar al mijn spaarcentjes aan. Nu heb ik geen enkel verlangen meer om meer van de wereld te gaan zien. Mijn enige wens is dat ik elke dag wat tijd voor mezelf mag hebben om een boek te lezen of een eind weg te kletsen in mijn weblog. En verder vind ik het oprecht heerlijk om te dienen. Ik word blij als ik een ander blij kan maken of als ik zie dat iemand met verdriet iets opgeluchter oogt als deze bij mij wat heeft mogen spuien. Ik houd van mijn omgeving en de mensen en dieren en planten en spullen die ik tegenkom. Ik speel daar graag een positieve rol in. Meer is het niet. Maar als je het lelijk wilt zeggen dan zou je kunnen zeggen dat ik een deugmens ben, een uitslover. Maakt me niet uit.

Mode

Vanmorgen zag ik in mijn nederige buurt een vrouw lopen met een vrij korte rok, waaronder mooie benen uitstaken op hoge hakken. Daarover droeg zij een lange mantel die openwaaide in de wind. Het was een elegante verschijning, die echter misplaatst overkwam in mijn buurt. Waarvoor zoveel moeite? Het was als paarlen voor de zwijnen tussen de andere voetgangers met armoedige jasjes en kreukelige spijkerbroeken onder dikke buiken en de vrouwen met hoofddoeken achter kinderwagens.

De tijd lijkt voorbij dat vrouwen hooggehakt voorbij trippelden in mooie jurkjes. Zelfs al dragen ze een jurkje, wat bijna niet meer voorkomt, dan zie je daaronder sportschoenen of stoere laarzen. Maar de meeste mensen lopen in een spijkerbroek of trainingsbroek en op gemakkelijke schoenen. Ook mannen zie je niet veel in een pak met een stropdas of strik, maar veelal in een sportieve broek met een polootje of trui. Dat is de mode van nu, althans in mijn buurt en datzelfde zie ik ook in mijn andere buurt in Alhaurin de la Torre. Ik vind het prima. Waarom zouden vrouwen nog langer hun voeten verpesten door het dragen van hoge hakken en schoenen met een ongemakkelijke leest. Martelwerktuigjes zijn dat meestal. Sportschoenen met vering zijn beter voor de voeten. Man en vrouw lopen nu in een bijna identiek ‘uniform’. Vrijetijdskleding is de norm.

Ik ben er blij mee. Ik heb een paar spijkerbroeken die ik om en om draag en rokjes en jurkjes blijven bij mij in de kast hangen. Gelukkig heb ik er ook niet veel van en zijn de meeste rokjes tot op de draad versleten, omdat ik ze al meer dan 20 jaar oud zijn en ik ze vroeger veel gedragen heb. Maar ik doe ze nog niet weg. Misschien komt er een tijd dat ik ze opnieuw ga dragen. Voorlopig geniet ik van de simpele dracht die nu gemeengoed is.

Maar vergis je niet. Dat de mode nu universeler is dan voorheen wil niet zeggen dat er geen verschillen zijn. Je hebt trainingspakken, spijkerbroeken en sneakers in diverse prijscategorieën. De kenner weet waarmee hij of zij van doen heeft. Vooral de diverse sneakers spreken tot de verbeelding. Sportschoenen zijn er voor 50 maar ook voor rond de 450 euro of nog meer en kenners onder elkaar kunnen daar een tijdlang over praten, elkaar foto’s tonend van de laatste modellen, de ‘musthaves’. Datzelfde geldt voor andere ogenschijnlijk eenvoudige kledingstukken. Niet elke spijkerbroek is even geraffineerd van model en ook daarin zijn gradaties. Ik zie dat verschil in spijkerbroeken ook wel. Dus ook al lijkt de mode universeel en wat saai, er zijn alsnog verschillen voor de oplettende toeschouwer. Ik ben iemand met niet veel kleding, maar de kleding die ik heb draag ik graag. Dat kunnen heel goedkoop verkregen kledingstukken zijn, die alsnog mooi ogen. Je moet er oog voor hebben. Wat is het voor een materiaal, welke snit en hoe voelt het aan je lijf. Hoe ziet het eruit in de spiegel. Dat is voor mij de maatstaf om kleding al dan niet te kopen. Al een tijd heb ik ruim voldoende kleding en schoenen. Ik besteed daar weinig of geen geld aan. Want wat ik heb is meer dan genoeg. Ik vind dat er leuk uitzien niet duur hoeft te zijn. Goedkope kledingstukken gaan soms nog langer mee dan de prijzigere varianten. Je betaalt vaak alleen maar voor een bepaald merk of een bepaalde ontwerper, maar soms kunnen kledingstukken van een onbekend merk verrassend mooi zijn. Bekend is niet altijd hetzelfde als mooi. Dat vind ik.

Maar ik ben blij met de nieuwe mode, die ik zie als comfortabel. Misschien wat fantasieloos maar wel comfortabel en dat is naar mijn idee belangrijk. Door de steeds meer op elkaar lijkende dracht van mensen, jong en oud, man of vrouw of onbekend, vallen de verschillen tussen mensen weg en dat zie ik als positief. We zijn toch allemaal één familie ?.

Narcistjes kweken

Een paar keer heb ik in dit weblog uit de school geklapt over de behoorlijk Spartaanse opvoeding die mijn broer en mij ten deel viel. Wij ontwikkelden ons tot mensen met bindingsangst en weinig zelfvertrouwen.

Wij groeiden op in de tijd dat ‘je wil nog achter de deur met de bezem’ stond. Je moest gewoon bepaalde dingen doen of juist niet doen. Als je vroeg naar het waarom daarvan kreeg je daarop het simpele antwoord: ‘omdat ik het zeg’. Over de zin van al hetgeen je moest doen en leren kreeg je geen nadere uitleg. Daar zou je nog wel achter komen als je daar rijp voor was. Dat er een groot verschil was tussen de wijsheid van de volwassene en de onwetendheid van een kind (of snotneus) werd zeer benadrukt. De volwassene wist het ten allen tijde beter en hoefde veelal ook nooit een fout toe te geven. Deze mythe werd lange tijd in stand gehouden om het gezag van de volwassene veilig te stellen. Het kind of de jongere was permanent nog niet droog achter zijn oren en naar zijn mening werd niet gevraagd. Gehoorzaam zijn was belangrijk en verder niets.

Via boeken en ander geschreven woord en via de media ben ik er inmiddels achter dat de opvoeding van mijn broer en mij geen grote uitzondering is wanneer je deze plaatst in de tijdgeest van toen. Het was in die tijd normaal. Het af en toe een klap geven of meerdere klappen gold bovendien in die tijd nog niet als kindermishandeling zoals tegenwoordig.

Ik behoor tot de generatie van de boomers, die in de 60er en 70er jaren de autoritaire opvoeding ter discussie stelden, mede dankzij de ‘wetenschappelijke’ onderbouwing van dokter Spock, die een vrijere opvoeding propageerde. Jongeren gingen zich afzetten tegen de oudere generatie door zich anders te kleden, andere muziek te waarderen, te experimenteren met drugs, vrije sex, communes, provo, panden kraken, het witte fietsenplan, dolle mina, flower power en nog meer ludieke acties. Er was een groot onderscheid tussen het ‘estabishment’ en de ‘nieuwe generatie’. Jongeren kregen een grote mond. De volwassene die het beter zou weten werd van zijn troon gestoten door het jonkie. Als jongere stond ik daarbij en keek ernaar. Ik liep er met hippe kleding wat doorheen te fladderen. Het ‘love is all’-idee was me het meest op mijn lijf geschreven. De protesten begreep ik niet zo goed. Ik vond dat je de maatschappij moest veranderen door met jezelf te beginnen. Ik dacht niet ‘links en niet rechts, maar in de kleur van mijn hart’ (Frank Boeijen).

Nu leven we in een heel andere tijd. Door de constante info van internet en het voortdurend met elkaar in verbinding staan via het internet komt er dagelijks een grote hoeveelheid informatie op de mens af. En dat geldt voor jong en oud, dankzij de jonge leeftijd waarop kinderen voor het eerst een smartphone of een tablet in hun knuistjes gedrukt krijgen. Het verhaal dat sommige dingen niet bestemd zijn voor jonge nieuwsgierige kinderoortjes gaat veelal niet meer op. Kinderen kunnen al vanaf jonge leeftijd informatie opzoeken en zo hun leergierigheid bevredigen. Het is voor een ouder bijna onmogelijk om het kinderzieltje af te schermen voor informatie waaraan hun kind nog niet toe is. Dat is aan de ene kant goed, want zo kan een ieder zich snel kennis toeëigenen over veel onderwerpen. Het verschil tussen kind en volwassene vervaagt steeds meer. Ouders gaan steeds gelijkwaardiger om met hun kinderen, die ze steeds meer beschouwen als kleine mensjes.

Ik vind dat niet verkeerd. Ik heb bij de opvoeding van mijn eigen vier kinderen gemerkt dat kinderen veel kunnen begrijpen en dat het waardevol is met ze te praten. En dat je je daarbij niet heel autoritair hoeft op te stellen om alsnog respect te krijgen. Maar als ik nu om me heen kijk, dan zie ik vaak kinderen bazen over hun ouders. Dat is naar mijn idee ook weer niet de bedoeling. Dat een kind als een lastige werkgever gaat bepalen wat de ouder moet doen. Natuurlijk wil bijna iedere ouder het beste voor zijn kind en het kind gelukkig maken en beschermen tegen onheil en narigheid. Maar tegenslag hoort wel bij het leven. En het kleine prinsesje of prinsje moet dat kunnen ervaren. Het hoeft niet op al zijn wenken bediend te worden. Zo kweek je een narcistje, dat zichzelf ziet als centrum van het universum. Daar lopen er nu heel veel van rond.

Ik zeg niet dat alle narcisten gekweekt zijn door een opvoeding waarin ze teveel zijn verwend. Er zijn narcisten van velerlei soort en door velerlei oorzaak. Genen spelen ook een rol naast opvoeding en ervaringen in het leven. Maar ik zie wel dat het voortdurend centraal stellen van de wensen van kind evenmin een goed opvoeding is als het volkomen negeren van de wensen van een kind of nog erger het systematisch breken van de wil van een kind. Er moet ergens een middenweg zijn. De opvoeder als een welwillende gids, die het leven net wat langer heeft geleefd dan het kind en daardoor het kind aan de hand kan nemen en leiden door het doolhof van het gecompliceerde leven tot aan de volwassenheid. Met als gereedschap eerlijkheid, gelijkwaardigheid en een open communicatie. Ouders zijn ook maar mensen en kinderen zijn kleine mensjes die later grote mensen worden.

Je kan het ook jezelf te moeilijk maken

Gisteren schreef ik iets over talent hebben en aspiraties. Ik betoogde dat je kan genieten van met dingen bezig te zijn zonder daarbij last te hebben van onrealistische aspiraties.

Dat kan zo zijn, maar ook al laat je het oordeel over je prestaties niet afhangen van de waardering van anderen, alsnog kan je het jezelf onnodig moeilijk maken. Dat heb ik met schilderen. Ik ben bij het beoordelen van mijn werkjes bikkelhard voor mezelf en nooit tevreden en dat is een bron van frustratie. Als ik een schilderij maak, kom ik op een punt dat ik het niet verder kan verbeteren, terwijl ik weet dat het nog lang niet zo is als ik zou willen. Ik houd dan op met schilderen, omdat het niet beter wordt door er langer aan te blijven klungelen. Want vanaf dat moment is het al lang niet meer ‘schilderen voor je plezier’.

Pas maanden later, als ik een schilderij van mezelf terugzie zonder het te vergelijken met de werkelijkheid of een foto, kan ik het schilderij met welwillendere ogen bekijken en denk ik soms zelfs dat het zo gek nog niet is.

Laatst kocht Ahmad bij de Action acht nieuwe onderzettertjes van blank ongeverfd hout, omdat de oude niet meer voldoen. Ik vond ze wel leuk, maar ook nogal saai. ‘Is het een idee dat jij er afbeeldingen op maakt met je pyrografie?’ vraag ik hem. Ja, dat vindt hij een goed idee. Hij wil er allemaal verschillende bloemsoorten in branden. ‘Misschien kan jij ze dan inkleuren met verf,’ stelt hij voor. Ja, goed plan. Daarna kunnen we ze voorzien van een transparant vernislaagje, zodat ze water- en vlekafstotend zijn.

Ahmad heeft al een paar bloemen naar voorbeelden van internet in de ronde houtschijfjes gebrand. Gisteren pakte ik mijn kwast om een tulp en een azahar-bloesem in te kleuren. De olieverf werd sterk geabsorbeerd door het hout en de gele kleuren die ik gekozen had voor de tulp kwamen minder helder over dan ik wilde, mede door het zwakke contrast met het blanke hout. Ik bleef er iets te lang aan klooien en was daarna nog niet tevreden. De azaharbloem was gemakkelijker. Maar de natuur, zo schitterend als die is, kan je niet weergeven met verf. Het blijft een zwak aftreksel. Bovendien moest ik binnen de door Ahmad gebrande lijntjes kleuren, wat ook beperkend was.

Op een goed moment dacht ik: ‘Maak je niet druk, vrouw. Het is maar een bloemetje op een houten onderzettertje. Je doet je best, maar maak er geen halszaak van of die bloem het licht wel goed vangt en of de kleuren helder genoeg zijn, enz. Relax’.

Je kan soms ook je eigen slavendrijver zijn. Zodra ik als autodidact een kwastje in mijn hand heb, moet ik daarvoor oppassen. De wereld vergaat niet als mijn amateuristische werkjes niet lukken zoals ik zou willen. Onthoud dat, Shabnam!