Vrijdag a.s. heb ik afgesproken om in Scheveningen te gaan slenteren met een oude vriend die ik al 51 jaar ken (wauw! wat lang). Ik ontmoette hem in 1971 op de heenreis met de boot naar Suriname en daarna toevallig ook weer op de terugreis met de boot. Die reizen duurden behoorlijk lang en je kan deze vergelijken met een cruise. Het is heel genoeglijk zo te reizen en onderweg dolfijnen en vliegende vissen te zien. Weliswaar voeren we economy class, maar dat nam niet weg dat er alsnog een zwembadje in het voorschip zat waarop wij vertoefden. En ook het eten was uitstekend. Elke dag vers gebakken brood en zelfgemaakte jam. Er werden geen feestjes en partijen georganiseerd zoals in de hogere klassen, maar wij vermaakten ons uitstekend met schaak- en damcompetities. Op zo een boot leer je elkaar behoorlijk goed kennen, omdat je lange tijd in één ruimte met elkaar optrekt. De vriendschapsrelatie tussen mij en de vriend bleef ook na de bootreis, zij het dat het nooit een ‘zoutwaterliefde’ werd en ook nooit is geworden. We waren vrienden en voerden briefwisselingen met elkaar, omdat hij in Amsterdam woonde en ik toen nog in Utrecht. Daarna verloren we elkaar lange tijd uit het oog om na jaren weer contact te krijgen. Dat hernieuwde contact begon via mijn weblog, nu alweer jaren geleden.
En nu heb ik dus een afspraak om met hem weer eens bij te praten in Scheveningen. De vorige ontmoeting was in Amsterdam, waar hij nog steeds woont.
Maar door het stukje dat ik hiervoor schreef met het onderwerp ’tijd’ dacht mijn vriend (die altijd trouw in mijn weblog leest) dat ik misschien helemaal geen tijd voor hem wilde vrijmaken. Maar niets is minder waar! Ik verheug me juist op dit uitje en het even samenzijn met hem. Gelukkig was hij wel zo eerlijk en vrij om mij te vragen of ik er wel zin in had (na mijn geklaag van gisteren over tijd die vliegt en maar eenmaal benut kan worden) en kon ik hem zeggen dat dit zeker wel zo is.
Zo zie ik maar weer dat ik moet oppassen met wat ik zeg of schrijf. Zoveel kan verkeerd begrepen of opgevat worden.
Ik heb het de laatste tijd drukker dan normaal met de buurvrouw, omdat zij na een operatie dezelfde dag naar huis is gestuurd, waar zij zich in haar eentje moet zien te redden. Ze heeft veel pijn vanwege een door de chirurg aangebrachte wond. Hij heeft vel van haar dij geschraapt om op haar hiel te plakken. Dit in de hoop dat de wond die al jaren niet dicht wil nu eindelijk dichtgaat! De wond op haar dij is een enorme schaafwond, die op de dagen na de operatie een paar keer hevig is gaan bloeden door alle plakkers heen, wat voor ontreddering zorgde bij haar. Zij gaat al jaren helemaal in het wit gekleed en zij doet niets dan wassen en strijken met alle ongelukjes die haar overkomen. Het is moeilijk uit te leggen wat het met mij doet om haar zo kwetsbaar te zien, trillend als een rietje achter haar rollator. Ik loop zeker twee maal daags naar haar toe met soep en andere hapjes die zij lust en ik doe uiteraard al haar boodschappen. Zij heeft de kracht nu niet om goed voor zichzelf te zorgen. Eenmaal binnen laat ze me niet snel gaan. Dan wil ze haar verhaal kwijt of we kijken even samen naar haar tv. Soms kom ik dan iets te laat voor de vaste eet- en drinkmomentjes, waaraan de man naast me zoveel waarde hecht. Dat bedoel ik met het getrek aan mij van twee personen die veel voor mij betekenen. Maar de afspraken die ik verder heb met de mensen die ik in Nederland ken vind ik heerlijk. Ik zie die afspraken juist ook als momentjes voor mezelf.