Ik vind het maken van filmpjes niet meer zo leuk. Zie ook dat ze weinig bekeken worden. En diegenen die wel het geduld hebben om ze te bekijken zetten meestal de muziek uit, omdat ze mijn muziekkeus verschrikkelijk vinden. En dat terwijl ik de muziek zorgvuldig uitzoek en de combinatie muziek en beelden voor mij betekenis heeft. Een betekenis die kennelijk niet overkomt.
Dus ik geef het op. Hier nog een laatste produktje. Het zijn oude beelden, nog uit 2017. Toen mijn jongste zoon nog in mijn huis woonde, tijdens zijn verhuizing en met oudjaar.
Categorie archieven: General
Vriendelijkheid……
Doet de mens goed en het is gratis. Sinds ik met een stok door mijn buurt wandel, word ik vriendelijk gegroet door mensen die ik tegenkom. Mensen die ik helemaal niet ken, maar waarschijnlijk in mijn buurt wonen. Het maakt niet uit of het blanke Nederlanders zijn of mensen met een kleurtje (in ‘mijn buurt is meer dan 50 % allochtoon, zoals ik laatst zag op een soort ‘allochtonenmeter’ op internet). Men groet hier, alsof ik woon in een oude dorpskern. Dat vind ik geweldig.
Laatst liep ik met mijn stok richting fysiotherapie, toen mijn buurjongen kwam aanrijden op zijn brommer. Ik was het hoekje al om, toen ik hem hoorde roepen: ‘Buurvrouw! Beterschap!’ ‘Ah dankjewel!’ riep ik terug naar de 19 jarige jongeman met Marokkaanse roots.
Zulke korte ontmoetingen en beterschapswensen doen mij enorm goed en bevestigen mijn mening dat het wonen in een ‘gemengde’ wijk heel leuk kan zijn. En dat jong en oud, allochtoon en autochtoon, rijk en arm heel goed kunnen samenleven. Goede manieren en vriendelijkheid zijn niet cultuurbepaald, maar het zijn universele waarden.
Laatst kreeg ik in de tram zomaar een lieve glimlach van een meisje met een Chinees uiterlijk. Ik glimlachte terug. Even vroeg ik me af of ik het meisje ergens van kende, maar dat was niet zo. En dat hoeft ook niet. Het komt vaker voor dat wildvreemde mensen naar me glimlachen en ik glimlach dan altijd terug. Waarom ook niet. Een glimlach is gratis en doet je goed, kan soms zelfs je hele dag goedmaken.
Het liedje gaat: ‘De glimlach van een kind doet je beseffen dat je leeft……’, maar ik zou dat algemener willen stellen: ‘De glimlach van een medemens doet je beseffen……’
Of het nu die van een jong of oud persoon is. Een glimlach doet elk gezicht onverwacht oplichten van schoonheid, alsof de zon doorbreekt aan een eerder donkere hemel.
Dat is het licht van de Liefde, die moed geeft, blijheid en kracht.
Niet zonder slag of stoot
De verhuizing van mijn vader van zijn vertrouwde omgeving naar een vier sterren verpleeghuis is voor hem niet gemakkelijk. Hoe goed hij daar ook verzorgd wordt, het blijft natuurlijk verschrikkelijk traumatisch voor hem om zijn vertrouwde omgeving voorgoed achter te laten. Het ene moment lijkt hij er rustig onder en lijkt hij te begrijpen dat het niet anders kan, maar het andere moment lijkt hij het helemaal niet te begrijpen en dan is hij opstandig.
Dit is zowel voor de verpleging als voor Anja en Wiel hartverscheurend om aan te zien. Toch schijnt het normaal te zijn volgens de verpleegsters dat mensen die voorgoed bij hen worden opgenomen daar in het begin heel veel moeite mee hebben.
Toen wij afgelopen woensdag bij hem op bezoek waren geweest, was hij dat na een paar uur volledig vergeten. Gisteren heeft hij mijn brief ontvangen en op het moment dat die wordt voorgelezen vindt mijn vader dat leuk en is hij daar blij mee, maar na een paar uurtjes is hij de brief ook weer vergeten.
Ik hoop dat mijn vader kan wennen aan zijn nieuwe woonsituatie en er vrede in kan vinden dat hij nu 24/7 zorg krijgt van professionals en niet langer van Anja en Wiel. Zij blijven hem wel opzoeken, drie keer per dag. De verpleegsters hebben gezegd dat één maal per dag normaal is, maar Anja volgt haar hart en gaat voorlopig vaker.
Hoe mijn vader vertelt….
Mijn vader komt uit een groot gezin en is op gegroeid in Vught. ‘Ik was niet zo een brave jongen,’ reflecteert hij. En daarmee bedoelt hij dat hij niet zo een kerkganger was. ‘Maar ik ben wel goed begonnen,’ herinnert hij zich. ‘Ik was misdienaar en mijn specialiteit waren begrafenissen. Omdat ik dan een groot stuk van de schooldag miste.’ Dat verhinderde niet dat hij desondanks geen problemen had met zijn schoolcarrière. ‘Ik was zoals dat heet een goede leerling. Ik kon goed leren.’
Dit in tegenstelling tot zijn twee jaar oudere broer Godfried (kortweg Fried genoemd). ‘Als je niet goed kan leren moet je met je handen leren werken,’ heeft hun vader destijds gezegd. En dat ter harte nemend kwam Fried te werken in een bakkerij, wat hij absoluut niet leuk vond. Tot zijn opluchting kreeg hij bakkerseczeem van het werken met deeg. Daarna kwam hij in een toen bekende kruidenier te werken. Daar droeg hij een wit jasje. Fried was destijds een knappe jongeman om te zien. Dagelijks kwamen er daarom meisjes boodschappen doen om Fried te zien in zijn witte jasje.
Mijn vader praat met genegenheid over deze broer, met wie hij een goede band had. ‘Ik had ook nog oudere broers, maar daar had ik niets aan omdat het leeftijdsverschil te groot was, 6 respectievelijk 8 jaar.
Mijn vader praat langzaam en bedachtzaam, zorgvuldig zijn woorden kiezend.
Hij was, net als mijn stiefvader, officier in het leger. ‘Maar ik heb geen dag gevochten,’ zegt hij met een glimlach. Hij zat bij de genie. ‘Ik was het brein.’
Bij het afscheid vraagt mijn vader hoe Ahmad heet. ‘Francisco,’ antwoord ik. ‘Francisco, zorg goed voor mijn dochter,’ zegt hij dan. Dat heeft hij al een keer eerder gezegd, maar ik blijf dat geweldig vinden. ‘En wat is ook weer zijn moslimnaam?’ vraagt mijn vader vervolgens. ‘Ahmad. En mijn naam, Shabnam, is niet eens een moslimnaam,’ vertel ik erbij. ‘Maar het blijkt een hindoenaam te zijn uit het oude Sankriet.’ ‘Een hindoenaam,’ herhaalt mijn vader verbaasd.
Als we weggaan grapt A tegen mijn vader dat hij niet moet weglopen in de tussentijd dat zij er niet is. Mijn vader antwoordt dan heel rustig en droog en met kalme stem: ‘Dat was ik wel van plan.’ Zo een antwoord vind ik geweldig. Op de één of andere manier ziet mijn vader kans om er in al zijn breekbaarheid en kwetsbaarheid in dat bed toch nog waardig uit te zien. Wat een aristocraat is mijn vader! Ten afscheid steekt hij nog even zijn hand naar ons op.
Alle broers en zussen van mijn vader zijn al jaren geleden overleden, op één zus na. Zij is helaas sinds kort volledig blind. Die zus heeft ook dochters, waarvan één dochter contact met mij heeft opgenomen via de mail. Zij had in mijn weblog gelezen. Ik vind het erg leuk dat zij dit contact heeft gezocht en ga haar vandaag of morgen bellen.
Het is voor mij heel fijn om op die manier toch contact te hebben en hopelijk te houden met de directe familie van mijn vader, die ook mijn familie is. Het is jammer dat ik zowel het contact met mijn vader als dat met mijn grote familie het grootste deel van mijn leven heb moeten missen.
Bezoek aan mijn vader in de Hollehof
De treinreis viel enorm mee. Ik hoefde nauwelijks te lopen en op alle stations waren liften. Bovendien was A zo lief ons op te halen van station de Kissel in Heerlen. Na het bezoek aan mijn vader bracht ze ons ook naar het centraal station van Heerlen, nadat ze mij een kijkje had gegund in zijn nu lege huis. Ik mocht daar aangeven welke spullen van hem ik zou kunnen gebruiken. Dat heeft zij allemaal opgeschreven in het schriftje waarin hijzelf ook al wat van zijn bezittingen had toebedeeld aan een zus van hem die nog in leven is en een neef van hem. Ik vond het aangrijpend om het nu lege huis te zien, waarin hij nooit zal terugkeren. Ik zag bijvoorbeeld in een kast een paar pakken unox soep staan, door A voor hem gekocht in een aanbieding. Die soep zou hij niet meer eten. Dat soort kleine dingen breken mijn hart. Ook viel me op dat hij een man moet zijn die eenvoudig is in zijn behoeften. Zijn slaapkamer was bijvoorbeeld uiterst sober. Hij lijkt een man te zijn die geen waarde hecht aan dure spullen, maar die wel dingen bewaart die een gevoelswaarde hebben. En daar herken ik mezelf in.
Ondanks dat hij heel moe was toen ik voor hem, denk ik, vrij onverwacht bij hem naar binnen stapte, nam hij toch ruim de tijd om met me te praten. Dat waardeer ik enorm.
En hoe was dat? Het was voor mij geweldig om hem te horen vertellen. Ik verliet hem met mijn gevoel in de wolken. Wil ik het bezoek beschrijven? Nee, ik volsta met de brief hier delen, die ik hem vandaag schreef.
Den Haag, 11 januari 2018
Lieve vader,
Deze brief krijg je niet in mijn handschrift, maar in drukletters. Ik hoop dat hij dan gemakkelijker te lezen is voor jou en anders wil Anja of één van jouw lieve verzorgsters hem misschien wel voorlezen.
Ik wil je zeggen dat mijn laatste bezoek aan jou mij heel veel goed heeft gedaan.
Ik weet dat je heel moe was op het moment dat wij kwamen. Je was nog niet eens goed en wel bekomen van de vermoeiende reis in de ambulance, waarin je heen en weer werd geschud. Ook had je nauwelijks de tijd gehad om afscheid te nemen van de woning waarin je een aantal jaren zo gelukkig bent geweest.
Ondanks je grote vermoeidheid heb je toch de tijd en moeite genomen om met mij te praten, terwijl je eigenlijk liever zou slapen. Ik vond het bijzonder fijn om te luisteren naar je verhaal over je broer Fried en jouw band met hem. En het verhaal over jouw tijd in krijgsgevangenschap. Een periode van 3,5 jaar, waarin jij en je medegevangenen niet mochten werken. Een periode waarin jullie ontdekten dat jullie verborgen kwaliteiten hadden. Jij was verbaasd toen je een beeldje vervaardigd had uit hout van een madonna, dat van ongekende schoonheid was. Een medegevangene bleek in staat een schitterende tekening te maken van jou. En weer een ander bleek over het vermogen te beschikken om documenten op zo een manier te vervalsen dat ze niet van echt te onderscheiden waren. Ik vind het heerlijk om jou te horen vertellen. Ik voel veel herkenning in jouw manier van kijken naar de wereld en hoe je daarover praat. Ik herken in jou mezelf en mijn broer Hans. Soms wil ik ook tegen jou praten om je te laten weten dat ik zo blij ben met jou en wil ik je ook laten delen in mijn leven en gedachten. Dan maak ik de fout dat ik te snel ga praten, alsof ik het gevoel heb dat de tijd te kort is om alles te zeggen wat ik wil zeggen. Dan kan jij me niet verstaan en word je alleen maar moe van mijn geratel. Dat spijt me zo. De volgende keer dat ik je zie (ik hoop echt dat er een volgende keer is), zal ik mijn best doen om langzamer te praten, zoals jij dat zo goed kan.
Natuurlijk vind ik het jammer dat ik je niet vaker zie. Ik zou alles wat jij te vertellen hebt over je lange leven willen horen. Het spijt mij zo dat we elkaar niet eerder hebben kunnen spreken zoals nu, omdat bij al mijn eerdere bezoeken aan jou E voor het grootste deel het woord nam en jij geen kans kreeg om ook wat te zeggen.
Ik weet dat je erg moe bent en verzwakt en dat je bij tijd en wijle het liefst je rust zou vinden in de dood. Hoe jammer ik dat ook vind voor mezelf, ik gun jou die rust wel.
Voordat het zover is, hoop ik jou nog vaker te kunnen zien en omhelzen. Je hebt wel eens gezegd dat je niet gelooft in een bloedband. Ik geloof daar wel in, omdat ik telkens als ik jou hoor praten wel die band en die herkenning voel. Je bent mijn enige echte vader, ook al heb jij nooit de kans gehad om een vader te mogen zijn voor ons. Maar ik heb wel een groot deel van jouw eigenschappen geërfd en dat zie ik als ik naar je kijk en dat hoor ik als ik naar je luister.
Ik houd van jou en ik heb heel veel respect voor jou. Ik ben overigens van plan mijn gekozen naam ‘Shabnam’ weer te veranderen in mijn eigen naam, zoals jij die in 1950 hebt laten optekenen bij de burgerlijke stand. Ik wil gewoon Monique Theunissen heten, zoals ik geboren ben.
Veel liefs van je dochter,

Toch met trein regelrecht naar tehuis de Hollehof
Wiel blijkt morgen niet in de ochtend maar juist in de middag te werken. Dus morgen gaan we regelrecht naar het tehuis met de trein. Gelukkig blijkt het tehuis op 9 minuten loopafstand te liggen van treinstation de Kissel in Heerlen. We vertrekken om 8.35 en zullen daar aankomen om 12.25! Maar ik hoef geen heel grote afstand te lopen. Ik hoop morgen ook eindelijk Anja te ontmoeten.
De Hollehof is een centrum dat door de bewoners goed gewaardeerd lijkt te worden. Positieve reviews. En het ligt niet ver uit het centrum van Heerlen, iets dat voor mijn vader ook belangrijk is. Gelukkig zullen Anja en Wiel hem daar vaak gaan opzoeken.
Nog een klap
Zoals trouwe lezers weten oefen ik met veel enthousiasme in de hoop ooit volledig te herstellen van de gamma nail-operatie in mijn rechterheup. Soms krijg ik daarbij positieve feedback van de fysiotherapeut die ik twee maal per week bezoek. Maar soms, en dat was vandaag, wordt al mijn vertrouwen in een goede afloop de bodem ingeslagen.
‘Hoe gaat het?’, vraagt mijn fysiotherapeute gewoontegetrouw. Wel goed. Ik oefen hard. Maar soms word ik wat moedeloos, omdat ik zo weinig vooruitgang zie. Ik kan bijvoorbeeld nog geen stap zetten zonder stok zonder dat dit duidelijk heel moeilijk gaat. Met name als ik de stap moet zetten vanaf de achterwaartse stand van mijn geopereerde been, doet dat zo een pijn dat ik dat niet kan doen zonder een rare beweging te maken. Met kruk in de tegenovergestelde hand gaat normaal lopen wel.
Dan begint ze te voelen aan mijn been, daar waar de schroeven geplaatst zijn. Ze masseert er wat overheen en dat is voor mij pijnlijk. Ik voel ook af en toe een soort ‘klikje’, wanneer zij wrijft. Alsof een spier langs een bobbel moet. Vandaar dat ik ook de pijn heb, als ik op mijn achterwaartse been leun met mijn volle gewicht. Dan laat ze mij de foto zien van de geopereerde heup. Er lijkt een schroef nogal uit te steken. Mogelijk heb ik daar last van. En het kan best zijn dat dat nooit over gaat. Dat zou betekenen dat ik misschien voor altijd met kruk (of liever 2 krukken i.v.m. pijn in hand van druk!) zal moeten blijven lopen. Verder laat ze me zien dat het onderbeen vanaf de knie wel naar buiten maar niet naar binnen gedraaid kan worden. Dat wist ik al. Vandaar mijn pijn na langdurig zitten. Mijn geopereerde been staat vanaf de dij naar binnen gedraaid en vanaf de knie naar buiten.
Ik word hier helemaal somber van en zeg dat haar ook. ‘Dan heeft oefenen ook geen nut,’ breng ik uit. ‘Maar je hebt dan gewoon pech,’ wrijft de fysiotherapeut nog even in. Want het alternatief is in een rolstoel zitten.
Even later zegt ze weer wat anders. Gaandeweg kan mijn spier er ook aan wennen om langs die schroef te schuren. ‘Het is pas twee maanden na de operatie en het is normaal dat ik nog niet kan lopen zonder kruk.’
Ik laat dit even op me inwerken. Verlaat even later neerslachtig de praktijk. Weet niet echt meer waar ik aan toe ben. Ik zie op internet thuis dat alle operaties van de gamma nail net zo een uitstekende schroef hebben als die van mij. Dus dat is mogelijk toch niet zo zorgwekkend. Maar blijft wel het probleem van ‘my twisted leg’. Ik probeer het been al een tijd recht te trainen en heb wel het idee dat ik er een beetje in geslaagd ben.
Concusie: ik wil me niet laten ontmoedigen door deze sombere voorspellingen. Ik ben volgens de fysiotherapeute een ‘raar geval’. Dat kan best wezen. Ik ga mijn uiterste best doen om goed te leren lopen en zitten. Als dat niet helemaal gaat lukken kan ik de chirurg vragen of er andere opties zijn en anders zal ik ermee moeten leren leven.
Het gaat niet zo goed met mijn vader
Het is ineens snel gegaan. Mijn altijd sterke en gezonde vader is niet meer sterk. De afgelopen maanden is hij in een rap tempo verzwakt. Aanvankelijk ging het goed met hem, dankzij de goede zorgen van zijn buren. Hij deed samen met hen zijn boodschappen, lopend achter een rollator, want met zijn evenwichtsvermogen is het al een tijdje niet zo best gesteld. Hij liep al enige tijd in huis met een stok en buiten achter de rollator. Maar hij deed nog heel veel zelf. Maakte nog zijn eigen ontbijtje met een gekookt eitje, waarbij hij steevast de tafel helemaal netjes dekte. Hij is een man van gewoonten en tradities. Altijd netjes gekleed. Streek zijn kleding ook lange tijd zelf.
A ging een paar keer per dag kijken of alles goed was met hem. En dat was steeds ook zo. Elke dag om klokslag 6 uur ging hij naar A en W voor zijn warme maaltijd.
Maar de laatste maanden voor zijn 99e verjaardag begon mijn vader steeds meer te verzwakken, hoewel hij qua gezondheid nog altijd niets mankeerde. Hij ging steeds meer in zijn bed liggen tussen de maaltijden door. Mogelijk heeft dit dagritme hem steeds meer verzwakt. De laatste tijd heeft hij vaak geen trek in het avondeten en komt hij daarvoor zijn bed niet meer uit. Hij staat wankel op zijn benen en is twee nachten achter elkaar gevallen, toen hij zijn bed uit ging om te plassen. Gelukkig tot nu toe zonder nare gevolgen. Maar het is natuurlijk een gevaarlijke situatie die ontstaan is.
De huisarts is erbij gehaald en een zorgcoördinator. Hij moet zo snel mogelijk naar een crisisopvang. Daar zal dan bekeken worden of hij een vaste plek moet krijgen in een verpleeghuis of in een verzorgingshuis. Als hij eenmaal een vaste plek heeft om te verblijven, zal de huur van de flat waar hij zo gelukkig was worden opgezegd. Dat idee breekt mijn hart en ook dat van A.
Voordat het zover is, wil ik hem nog gaan zien in zijn eigen huis. Ik heb A ingelicht dat ik morgen kom. Het liefst had ik me met de auto laten brengen door één van mijn kinderen, maar zij zijn allemaal druk met hun werk bezig. Dus ik heb een treinretour geboekt. Hoe vermoeiend het ook voor me is met stok, ik voel dat ik niet langer kan wachten met hem op te zoeken.
Hij zegt nu al regelmatig dat hij niet zo een zin meer heeft in het leven. Als hij eenmaal niet meer thuis woont, zal dat gevoel alleen maar sterker worden. Ik ben bang dat hij niet lang meer zal leven. En dat net nu het contact tussen mij en mijn vader zoveel inniger is geworden.
Ik ben net gebeld door A. Morgen om 10.30 zal mijn vader worden opgehaald door een ambulance en naar een kliniek worden gebracht. Ik had net onze treintickets besteld naar Heerlen. ‘Geeft niet,’ zegt A. Haar man werkt morgen maar een halve dag en kan ons opvangen en naar mijn vader in de kliniek brengen.
Ik heb over dit alles een triest gevoel, net als A en W. Deze verandering is onomkeerbaar.
Ik ben al enige tijd bezig met een tekening van mijn vader. Op die tekening zie ik hem in zijn waardigheid en tevens kwetsbaarheid van de afgelopen tijd. Ik herken veel van mezelf in de structuur van zijn gezicht. De tekening was bedoeld als cadeau voor hem. Maar hij is nog niet af en komt te laat. Nu is het een cadeau voor mezelf. De tekening zal een plekje krijgen aan de muur in mijn huis, in de buurt van de tekening die van hem is gemaakt toen hij jong was en die ik mag hebben.
Sport
Ik schrijf niet meer zoveel in dit weblog. Heb ook niet echt veel te melden. Ik houd me hoofdzakelijk bezig met mijn herstel. Leef in een kleine wereld. En een wereld vanachter een denkbeeldig raampje: de buitenwereld van media en boeken.
Ik heb nu vier keer fysiotherapie gehad. En in elke sessie krijg ik nieuwe oefeningen mee, die ik thuis onmiddellijk opschrijf. De oefeningen moet ik twee maal daags doen. Alle oefeningen 3 x 10 keer. Dat is twee maal daags nu al bijna drie kwartier intensief bezig zijn met alle oefeningen die ik tot nu toe al heb. En het worden er alleen maar meer met twee maal per week fysio. Daarnaast moet ik drie maal per dag naar buiten voor een wandeling in toenemende lengte. Dat is nieuw voor me. Dus sinds eergisteren ga ik er drie maal daags op uit met aan de ene arm mijn man en aan de andere hand en onderarm een kruk. Want zonder kruk is normaal lopen voor mij nog altijd niet mogelijk. Met verbazing kijk ik naar voorbijgangers die zo gemakkelijk lijken te lopen alsof dat heel vanzelfsprekend is.
Het programma dat ik elke dag afwerk is een complete workout. Kost me bij elkaar wel zo een drie tot vier uur per dag. En het voelt als hard werken! Maar het geeft me wel toenemende hoop op herstel. Ik heb in de gaten dat het niet vanzelf gaat. Zelfs merk ik dat hoe meer ik beweeg, hoe beter dat voor mij voelt. Hoe meer ik zit of lig, hoe stijver ik wordt. De kerstdagen waren in die zin een kwelling voor mij. Enkel zitten en zitten (auw!) en bezorgde kinderen om me heen, die wilden dat hun moeder niets deed. ‘Blijf lekker zitten, ma.’
Sinds ik die dagelijkse wandelingen maak, word ik daar wel moe van, maar ben ik ook van de pijnstillers af. Tussendoor heb ik tijd om te rusten, te koken, tv te kijken, te tekenen en af en toe doen we een spelletje rummikub. De dagen zijn kort. Om 17.45 uur kunnen de kaarsjes al aan en dan begint het genieten van de schemeravond. Laat die wind maar waaien. Hier is het lekker warm. Geweldig!
Vol goede moed het nieuwe jaar in.
Dat wens ik iedereen toe. Want gelukkig zijn of gezond zijn, dat heb je niet in de hand. Mijn oma placht te zeggen: ‘Je kunt het niet knippen met een schaartje.’ Daar bedoelde ze mee dat je in je leven niet de macht hebt om alle omstandigheden naar je hand te zetten. Onverwachte en onvoorziene dingen gebeuren, hoe je ook je best doet om zoveel mogelijk je leven te beïnvloeden. Mijn oma was niet kerkelijk, misschien wel gelovig. Ze haalde een groot deel van haar levensfilosofie uit een klein, oud en beduimeld boekje, dat heette: ‘in harmonie met het oneindige’. Mijn moeder gaf dat boekje voor haar dood aan mij. Ik herkende veel van wat in dat boekje stond uit mijn eigen levensfilosofie. Veel van de wijsheden in dit boekje zijn universeel en te herkennen in het soefisme, boeddhisme en diverse theologische en filosofische verhandelingen.
Eergisteren kwam ik erachter dat ik nu anders kijk naar mijn ongeluk en het zeer trage herstel daarvan. In het begin en tot eergisteren was ik vaak moedeloos en ongeduldig. Ik zag vooral wat ik nu niet kan en vergeleek dat voortdurend met hoe ik was voor het ongeluk. Dat sloeg me behoorlijk lam en ik kon me niet losrukken uit sombere gedachten over nu en mijn toekomst.
Hoe en waarom weet ik niet, maar eergisteren dus……na een goede nachtrust….zag ik mijn situatie ineens heel anders. Ik zag wat ik wel kan. Ik kan alweer in de keuken staan, met steun van het aanrecht heen en weer schuifelend. Ik kan koken en afwassen. Ik kan even gaan zitten om een stukje te schrijven of te rummikubben. Ik kan even gaan zitten om mijn vader te tekenen (of een poging daartoe). Ik kan lopen met 1 kruk of stok. En het zou beter kunnen worden dan het nu is met behulp van de oefeningen die ik meekrijg van de fysiotherapie. Ik doe in ieder geval mijn best. Maar ook nu is het leven voor mij niet slecht en er is al veel mogelijk.
Dus waarom ongeduldig zijn en alleen maar denken aan wat ik wil bereiken om me vervolgens rot te gaan voelen dat het nog niet zo ver is en misschien wel nooit helemaal ‘goed’ zal komen! Dat is mezelf en mijn omgeving pesten! Nee dus! Ik kies ervoor om blij te zijn met wat ik nu al kan en te leven van dag tot dag.
Dat wens ik iedereen toe voor 2018. Meegaan met de ‘flow’, die het leven is. En daar op elk moment het beste van maken. Genieten van alles wat je wel hebt!