De treinreis viel enorm mee. Ik hoefde nauwelijks te lopen en op alle stations waren liften. Bovendien was A zo lief ons op te halen van station de Kissel in Heerlen. Na het bezoek aan mijn vader bracht ze ons ook naar het centraal station van Heerlen, nadat ze mij een kijkje had gegund in zijn nu lege huis. Ik mocht daar aangeven welke spullen van hem ik zou kunnen gebruiken. Dat heeft zij allemaal opgeschreven in het schriftje waarin hijzelf ook al wat van zijn bezittingen had toebedeeld aan een zus van hem die nog in leven is en een neef van hem. Ik vond het aangrijpend om het nu lege huis te zien, waarin hij nooit zal terugkeren. Ik zag bijvoorbeeld in een kast een paar pakken unox soep staan, door A voor hem gekocht in een aanbieding. Die soep zou hij niet meer eten. Dat soort kleine dingen breken mijn hart. Ook viel me op dat hij een man moet zijn die eenvoudig is in zijn behoeften. Zijn slaapkamer was bijvoorbeeld uiterst sober. Hij lijkt een man te zijn die geen waarde hecht aan dure spullen, maar die wel dingen bewaart die een gevoelswaarde hebben. En daar herken ik mezelf in.
Ondanks dat hij heel moe was toen ik voor hem, denk ik, vrij onverwacht bij hem naar binnen stapte, nam hij toch ruim de tijd om met me te praten. Dat waardeer ik enorm.
En hoe was dat? Het was voor mij geweldig om hem te horen vertellen. Ik verliet hem met mijn gevoel in de wolken. Wil ik het bezoek beschrijven? Nee, ik volsta met de brief hier delen, die ik hem vandaag schreef.
Den Haag, 11 januari 2018
Lieve vader,
Deze brief krijg je niet in mijn handschrift, maar in drukletters. Ik hoop dat hij dan gemakkelijker te lezen is voor jou en anders wil Anja of één van jouw lieve verzorgsters hem misschien wel voorlezen.
Ik wil je zeggen dat mijn laatste bezoek aan jou mij heel veel goed heeft gedaan.
Ik weet dat je heel moe was op het moment dat wij kwamen. Je was nog niet eens goed en wel bekomen van de vermoeiende reis in de ambulance, waarin je heen en weer werd geschud. Ook had je nauwelijks de tijd gehad om afscheid te nemen van de woning waarin je een aantal jaren zo gelukkig bent geweest.
Ondanks je grote vermoeidheid heb je toch de tijd en moeite genomen om met mij te praten, terwijl je eigenlijk liever zou slapen. Ik vond het bijzonder fijn om te luisteren naar je verhaal over je broer Fried en jouw band met hem. En het verhaal over jouw tijd in krijgsgevangenschap. Een periode van 3,5 jaar, waarin jij en je medegevangenen niet mochten werken. Een periode waarin jullie ontdekten dat jullie verborgen kwaliteiten hadden. Jij was verbaasd toen je een beeldje vervaardigd had uit hout van een madonna, dat van ongekende schoonheid was. Een medegevangene bleek in staat een schitterende tekening te maken van jou. En weer een ander bleek over het vermogen te beschikken om documenten op zo een manier te vervalsen dat ze niet van echt te onderscheiden waren. Ik vind het heerlijk om jou te horen vertellen. Ik voel veel herkenning in jouw manier van kijken naar de wereld en hoe je daarover praat. Ik herken in jou mezelf en mijn broer Hans. Soms wil ik ook tegen jou praten om je te laten weten dat ik zo blij ben met jou en wil ik je ook laten delen in mijn leven en gedachten. Dan maak ik de fout dat ik te snel ga praten, alsof ik het gevoel heb dat de tijd te kort is om alles te zeggen wat ik wil zeggen. Dan kan jij me niet verstaan en word je alleen maar moe van mijn geratel. Dat spijt me zo. De volgende keer dat ik je zie (ik hoop echt dat er een volgende keer is), zal ik mijn best doen om langzamer te praten, zoals jij dat zo goed kan.
Natuurlijk vind ik het jammer dat ik je niet vaker zie. Ik zou alles wat jij te vertellen hebt over je lange leven willen horen. Het spijt mij zo dat we elkaar niet eerder hebben kunnen spreken zoals nu, omdat bij al mijn eerdere bezoeken aan jou E voor het grootste deel het woord nam en jij geen kans kreeg om ook wat te zeggen.
Ik weet dat je erg moe bent en verzwakt en dat je bij tijd en wijle het liefst je rust zou vinden in de dood. Hoe jammer ik dat ook vind voor mezelf, ik gun jou die rust wel.
Voordat het zover is, hoop ik jou nog vaker te kunnen zien en omhelzen. Je hebt wel eens gezegd dat je niet gelooft in een bloedband. Ik geloof daar wel in, omdat ik telkens als ik jou hoor praten wel die band en die herkenning voel. Je bent mijn enige echte vader, ook al heb jij nooit de kans gehad om een vader te mogen zijn voor ons. Maar ik heb wel een groot deel van jouw eigenschappen geërfd en dat zie ik als ik naar je kijk en dat hoor ik als ik naar je luister.
Ik houd van jou en ik heb heel veel respect voor jou. Ik ben overigens van plan mijn gekozen naam ‘Shabnam’ weer te veranderen in mijn eigen naam, zoals jij die in 1950 hebt laten optekenen bij de burgerlijke stand. Ik wil gewoon Monique Theunissen heten, zoals ik geboren ben.
Veel liefs van je dochter,
Beste Monique,
Mocht je ooit nog eens wat meer over je vader willen weten, ik heb hem 26 jaar gekend en in die tijd waarschijnlijk alle verhalen van hem gehoord.
groetjes
Jo Linden
Beste Jo,
Ik waardeer je aanbod. Maar wat me juist zo boeit is deze verhalen te horen uit de mond van mijn vader zelf. De manier waarop hij zijn gedachten en gevoelens vormgeeft met woorden is voor mij zo boeiend en door geen ander na te vertellen. Gelukkig heb ik in de 24 jaar dat ik nu weer contact met hem heb ook glimpjes mogen opvangen van zijn sporadische spraakzaamheid. Hij heeft zich helaas in mijn gezelschap nogal laten overrulen door de spraakzaamheid van Els. Zij bedoelde dat overigens waarschijnlijk ook niet verkeerd, maar voor mij is dat jammer.
Ik hoop dat je Els niet te veel kwalijk neemt. Ik weet dat je vond dat zij nogal de boventoon voerde maar uit wat je verder vertelde denk ik dat ze het echt goed bedoelde. Dat ze het ieg deels deed om je vader te ontzien.