Als Ahmad en ik terug lopen van yoga naar huis, zien we veel dode vliegende mieren op de weg liggen. Ze zijn aangereden door voorbijkomende auto’s of platgetrapt door voetgangers. Waar komen al die vliegende mieren vandaan?
‘Je ziet ze altijd na de eerste herfstregen’, zegt Ahmad. En dan vertelt hij mij anekdotes over deze diertjes die ik nog niet wist. Ze hebben ook koninginnen, net als bijen. En die koninginnen zijn de enigen die voor een nageslacht zorgen door heel veel eitjes te leggen. En van alle mieren is er maar één mannetje dat haar mag bevruchten, degene die het eerste bij haar is. ‘En de ander mannetjes en vrouwtjes dan?’, vraag ik verbaasd. Die hebben niets. Ze zijn er alleen maar om te werken. Wat een leven! En het bevruchten van de koningin-mier vindt ook maar eenmaal plaats en vlak na de daad sterft het mannetje. De koningin trekt dan haar eigen vleugels uit en graaft een tunnel, waarin zij haar eitjes legt. Zo sticht zij een gehele nieuwe mierengemeenschap met weer een koningin en werkers. Na het het uitkomen van alle eitjes sterft zij. Ook niet echt heel leuk.
Tja, de natuur is zoals deze is…..
Bij thuiskomst zie ik ook een aantal vliegende mieren op ons balkon rondkruipen en een grote mier zonder vleugels. Bij gebrek aan andere huisdieren moet ik het stellen met deze dieren als ‘huisdier’ 😉
Ik zie een lieveheersbeestje dat op de tafel zijn/haar vleugeltjes spreidt en dan opstijgt en wegvliegt. Ik zie een ander lieveheersbeestje. Niet rood met zwarte stippen, maar een beetje koperkleurig. Het diertje wil ook wegvliegen, maar het kan dat niet, omdat maar één vleugel zich wil spreiden. De linkervleugel lijkt vast te zitten of verlamd te zijn. Wat zielig. Bij elke poging verliest het diertje zijn evenwicht en dreigt om te vallen. Ahmad probeert het beestje te helpen door te kijken of hij met zijn hand het vleugeltje kan spreiden. Dat lukt niet.
Het diertje blijft rondjes lopen rond de rand van de tafel. Daarna op de vloer van het balkon. Ik laat hem voorzichtig op een servetje stappen en zet hem dan op de rand van een plantenbak. Misschien zal hij daar insecten vinden om te eten of misschien lust hij ook wel de blaadjes van plant.
Het diertje blijft in mijn gedachten. Als ik de volgende dag naar het beestje zoek, vind ik het niet meer. Er kan van alles met hem/haar gebeurd zijn. We konden haar/hem niet redden.
Categorie archieven: Geen categorie
The ruin of muslims
Lummelen
Ook hier is het niet altijd mooi weer, zoals iedereen natuurlijk weet. Na vele weken van zonneschijn en heerlijke temperaturen is nu een natte tijd aangebroken. Gelukkig is het daarbij nog niet koud. Maar het weer nodigt niet uit tot veel naar buiten gaan.
Ik zit nu al drie dagen binnen en vind dat niet eens erg. Het is hier zo knus en besloten en er valt enorm veel te lummelen. Ik heb tot mijn beschikking: de smart tv, waarop ik kan kijken naar NPO gemist. Helaas niet alles. Sommige uitzendingen zijn ‘niet beschikbaar vanaf mijn locatie’. Ik heb mijn e-reader waarin ik oneindig veel boeken kan downloaden van de bibliotheek, ik heb natuurlijk mijn pc en mijn smartphone. Ik heb mijn gedachten en ik heb gezelschap van mijn echtvriend. Hoewel dit gezelschap, anders dan ik, wèl druk bezig is. Hij maakt een een interactieve website.
Er is een prachtig uitzicht. De regen heeft in een paar dagen de natuur rondom ons optrekje groener gemaakt! De wonderen van de natuur. En altijd is hetzelfde stukje natuur weer anders met een elk moment veranderende lichtval en telkens nieuwe formaties van wolken. Dat is op zich al een belevenis.
Wat ik mis is input voor het maken van filmpjes, mijn grote hobby. Maar ik moet maar even geduld hebben.
Naast mij ligt de usb-stick met mijn boek. Ik moet deze in mijn pc stoppen en dan gaan lezen en eventueel dingen veranderen. Gewoon doen, maar ik schijn er plezier in te scheppen dat steeds maar uit te stellen. Want ik hoef niets.
Waarom worden mensen hier toch zo naar van? Hoezo moeten gepensioneerden naar rouwverwerkingsgroepen, omdat zij het gemis van een dagtaak niet aankunnen? Ik heb daar geen last van. Integendeel, ik slaap lekker, geniet meer van kleine dingen dan ooit en merk dat spontaan herinneringen terugkomen, die ik niet kreeg toen ik nog liep rond te rennen. Die herinneringen vergroten mijn inzicht in de gedane zaken die nu eenmaal geen keer nemen en maken me daardoor ook rustiger.
Kortom: het is hier ok 🙂
'We are global villagers'
Weer een gesprek met mijn verre en onbekende vriend op facebook:
wish you peace wherever you live.
I wish you peace also. I live in andalucia this moment. And you?
I am in Bangladesh.
That is very far from here! Is it a nice place to live?
No. My country is Muslim majority. Politicians and bureaucracy from office peon to officers are corrupt. Bribery is no more a crime. There are 250,399 mosques in the whole country, but corruption at all level. Always political and economic turmoil. Prices of everyday things are rising and government has no control.
That sounds very bad. It seems that everywhere people who are rich becoming more and more rich, wile the poor and sick becoming always more miserable.
brandstichting in een volle bus. 4 burnt as buses torched in Dhaka
The file photo shows a bus has been torched on Rokeya Sarani at Sheorapara in Dhaka on Saturday, January 10, 2015
thedailystar.net
Ofcourse in poor countries these differences are more heavy felt.
9 passagiers verbrand
9 bus passengers burnt in blockade violence in Dhaka
Nine people, including two children, have suffered burn injuries when miscreants set fire to a bus at Mohammadpur in Dhaka amid the ongoing the BNP-led blockade.
bdnews24.com
What a cruel thing to do.
Rich people are giving huge donations to construct luxurious mosques in the city, but needy and poor people are deprived of their due share of sadaqah (charity).
Because the mullahs are saying that you get many blessings building a mosque
Yes…. Mullah propaganda.
Averiosity material and immaterial. The world is on fire. How is your situation?
No good.
Today Muslims are guided by the Mullah/Ulama and they seek easy salvation through rituals like prayer, fasting, hajj, milad etc, and don’t care about moral goodness, beneficence, compassion, human rights etc. On Friday sermon or otherwise they don’t speak against social injustice or corruption.
You have sufficiënt food and housing?
Yes… Alhamdulillah. Unfortunately we are sick.
You have a family?
We are sick. My wife diabetes and blood pressure. She undergo regular routine checking and pathological test and doctors fee are expensive. My two daughters are sick with various complications. They are under treatment. I have panic and sleep disorder.
Last week my wife’s creatinine was 1.28 this is why she had to make usg, some blood test and urine test, for which I had to spend equivalent USD100/-
What a sad situation. Is there no insurance for health in your country?
Do you have work?
No insurance. Govt hospitals condition are bad due to corruption.
I work in a small firm with low income.
You do what you can do. I Will pray for the health of your family.
I am not rich to support you in material sense
Thank you, sister Shabnam.
It is not much, but it is good to talk from heart to heart from such distance. The miracle of internet.
By the blessing of fb, we live in a global village. You are my neighbour.
Wish you and your family the best. May Allah bless you all
Alhamdilillah
Same to you. ameen
Patience and continue your struggle
LET DIVINE LIGHT SHINE
The Quran is a guide to good living (Q:2:185). The Quran teaches right belief and right conduct – to serve His cause (Q51:56) by doing right and shunning evil – so that justice and peace prevail in a society.
This is why we should live up to moral goodness of the Quran so that people may see the light of the Quran is shining through us in a positive way.
Amin ????
“To see a world in a grain of sand
and heaven in a wild flower,
Hold infinity in the palm of your hand
and eternity in an hour.”
— William Blake
Beautiful ????
Tweede gesprek met Els
We komen thuis na een klein tripje naar Hipercor, waar we o.a. twee drie literpotten olijven kochten en een halve schapenkaas. Ik zie dat Els me gebeld heeft. Er gaan direct alarmbellen rinkelen bij me. Er is toch niets gebeurd met mijn vader? Normaal belt ze in de ochtend om een uurtje of 11 en nu ineens om 18 uur in de avond. Dat is vreemd. Ik luister haastig de voicemail af en hoor dat zij wil praten over het gesprek dat ik laatst had met mijn vader.
Ik bel haar zo snel mogelijk terug. En dan legt ze me uit:
Dat dit gesprek tussen mijn vader en mij nooit had mogen plaatsvinden zoals dat gebeurd is. Ze is er zelf over begonnen tegen mijn vader, die zelf niet aan haar vertelde dat ik hem gebeld had. Zij heeft hem min of meer ‘op het matje ‘ geroepen. ‘Dat gesprek met Monique laatst dat was niet fijn, Theunissen. Weet jij wel hoe een verdriet je haar gedaan hebt?’ Ja, hij besefte het wel en hij betreurde het ook. Hij gaf toe dat hij dingen heeft gezegd die hij niet had moeten zeggen.
‘Het is geen excuus’, zegt Els. ‘Maar hij ziet de dingen soms niet meer echt helder en haalt dingen ook door elkaar. Hij kijkt de krant door en dan leest hij ook nog vaak de koppen verkeerd. Hij begrijpt niet goed meer wat er om hem heen gebeurt. En hij is bang.’
Hij heeft het allemaal niet zo bedoeld als hij het gezegd heeft, maar hij is zelf niet in staat om dat te zeggen en daarom doet Els dat voor hem. Kan ik hem vergeven? Ja, dat kan ik, laat ik weten. Iemand hoeft maar een hand naar mij uit te steken en ik pak deze. Wat dat betreft ben ik een zacht ei. Ik vergeef heel gemakkelijk. Ik weet ook en ik heb gezien dat mijn vader in zijn non-verbale gedrag soms heel anders zich uit dan in zijn woorden. Ik heb in het verleden wel op diverse momenten warmte gevoeld van zijn kant. Daarom waren de woorden die hij uitte en het het feit dat hij me nu zou veroordelen om mijn geloof zo een klap voor mij. Ik begreep gewoon niet waar dit ineens vandaan kwam.
Het beste kunnen we het helemaal vergeten volgens Els. Verder vindt zij ook dat Ahmad en ik gewoon moeten blijven komen, desnoods in haar huis, en dan kunnen we even bij mijn vader langsgaan. Of hij kan naar haar huis wandelen met zijn rollator, als hij dat wil. Zij mag mij graag en denkt ook dat ik haar graag mag. ‘Ja, dat is zo,’ beaam ik.
En den praten we nog even door. Over spulletjes die ik misschien zou willen hebben. dat ik maar eens door zijn huis moet lopen en dingen aanwijzen. ‘Dat is niets voor mij’, zeg ik. ‘Daarvoor zou ik me schamen’ Maar ik heb wel een oogje op een mooi antiek bureautje en het getekende portret van mijn vader in zijn jonge jaren. ‘Die twee dingen ga ik voor jou reserveren’, zegt Els. Wat betreft de erfeniskwestie weet zij zeker dat zij en ik gemakkelijk door één deur zullen gaan. Dat denk ik ook wel.
Ik voel me opgelucht na dit gesprek. Hoop dat mijn vader ook werkelijk spijt heeft en dat hij nog beseft wat hij gezegd heeft. Want hij wordt ook wat vergeetachtig, aldus Els, al geeft hij dat niet graag toe. Ik kan in ieder geval niet boos zijn op een man van 96 jaar. Ik kan alleen maar respect hebben.
Het leven gaat zijn gangetje
Jeugdsentiment
Hetgeen door mijn vader gezegd is blijft aan me knagen. Ik probeer er niet aan te denken, maar gedachten erover overvallen me op stille momentjes, zoals toen ik vanmorgen wakker werd.
Ik probeer het te relativeren. Hoeveel mensen kunnen zeggen dat ze vaderliefde hebben gehad? Hoeveel kinderen moeten het niet zonder een vader stellen? En als kinderen al een vader hebben kan het ook een een gemene zijn, die alleen af en toe thuis komt om een pak slaag te geven. Er is meer vader-ellende dan de mijne en daar troost ik me maar mee.
En dan…..wat voor een vader heb ik mijn kinderen bezorgd? Als ik daaraan denk dan doet dat me nog meer pijn. Het enige dat ik kan doen is een moeder te zijn voor mijn kinderen zo lang ik leef en ze nooit het gevoel te geven dat ik niet van ze houd. Liefde is zo belangrijk en doet mensen groeien als plantjes, terwijl opgroeien zonder liefde een mens doet verpieteren. Een dier ook trouwens.
Maar nu wat anders. Gisteren gingen Ahmad en ik wandelen in de avond om er even uit te zijn:
We kiezen voor het pad dat aan het einde van de doodlopende weg beneden ons huis loopt. Ahmad, altijd op zoek naar eetbare plantjes en fruit ziet al gauw mandarijnen hangen in een verwaarloosde boomgaard en even later ook granaatappels, die hier heerlijk zijn en waar wij allebei gek op zijn. Hij klautert er naartoe en plukt zoveel granaatappels als hij kan dragen in zijn t-shirt als buidel.
Giechelend als kinderen zoeken we daarna naar een plastic zak om de buit in te stoppen. Ahmad vindt een zak die sterk naar poep ruikt. ‘Jasses’, roep ik uit. ‘Heb jij dan wat beters?’ vraagt Ahmad, die het niet zo nauw neemt. ‘Die granaatappels kunnen we toch wassen’, voegt mijn ‘campesino’ (boer) er laconiek aan toe.
Gelukkig vinden we even later op straat een andere zak en doen het heerlijke fruit daar snel in over. Nog steeds lachend lopen we naar huis, als twee kinderen, die stiekem appeltjes hebben gejat. Alleen is dat niet zo. Het fruit groeide in bomen op een stuk grond dat niemand toebehoorde. Een beetje paradijs dus……
Pensioen
Het is zover. Ik ben met pensioen. Gisteren heb ik gebeld naar het pensioenfonds ‘zorg en welzijn’ en de bevestiging gekregen dat mijn aanvraag voor een vervroegd pensioen vanaf 1-10-2015, de maand waarin ik 65 wordt, is goedgekeurd en uitbetaald zal worden. Geen vetpot maar voldoende voor een simpel vrouwtje als ik.
Dat betekent dat ik nu wettelijk mag rusten en niksen. Alleen maar doen waar ik zin in heb en wat ik belangrijk vind. Tja, en wat ga ik doen met die vrije tijd?
Ik zit nu in Spanje, door sommigen gezien als een soort paradijs op aarde, of in ieder geval een permanente vakantiebestemming. En ja, het is hier prachtig en het weer is nog steeds een stuk aangenamer dan in Nederland. Ik zit hier gewoon in mijn trainingsbroek met verder alleen maar een BHtje te typen. Dat kan in deze stulp, omdat we hier nergens inkijk hebben. We zitten drie hoog en onbespied door blikken van buitenaf. De ramen hebben gordijnen, maar behoeven die niet echt. Op het balkon zou ik gerust in mijn nakie kunnen gaan liggen, omdat niemand me daar ziet buiten een enkele vogel die overvliegt.
Ik kan lezen, tv kijken op onze nieuwe smart tv, schrijven in dit weblog en knullige filmpjes maken. Ik kan minuten staren naar musjes die hun nest hebben in een gaatje in de muur aan de overkant van de straat. ik kan heerlijk slapen en lekker eten, wat ik dagelijks doe.
Maar de mens heeft kennelijk ook een behoefte aan iets nuttigs, ook al is het maar het gevóel iets nuttigs te doen. Hierbij gaat het er niet meer om of anderen er wat aan hebben, maar zuiver om het plezier van ermee bezig zijn. En dan komen er wel dingetjes in me op. Ik doe elke morgen even wat oefeningen met mijn gewichtjes van elk 1.5 kilo. Goed voor de stevigheid van arm- en beenspieren. Ik wil verder gaan aan mijn boek, ook al krijgt dat plan tot nu toe dagelijks uitstel. Want ik heb geen haast. Wat ik vandaag niet doe, zal ik misschien morgen doen en ook al doe ik het nooit, dan is er niets verloren.
Ik ga nu even lezen in de zon.
Gesprek met Els
Ik bel Els. Het gesprek dat ik zojuist voerde met mijn vader blijft aan me knagen. Ik wil horen van Els of er iets bijzonders heeft plaats gevonden dat zijn plotselinge aanval op mijn moslim zijn kan verklaren.
Ik vraag hoe het met haar is en zij vertelt me dat met de montere stem die ik van haar ken. Niet zo goed. Zij begint ook steeds zwakker te worden, heeft veel meer gezondheidsklachten dan mijn vader en kan het niet altijd opbrengen de deur uit te gaan. Soms kan zij goed lopen en soms helemaal niet. Maar zij is dingen aan het regelen. Zo heeft zij geregeld dat als zij het op een gegeven moment niet meer aan zal kunnen om voor hem te zorgen, dat er dan professionals komen om hem eten te brengen e.d., zodat hij toch zelfstandig zal kunnen blijven wonen.
Ik vertel haar dat ik net mijn vader heb gebeld en van hem een en ander gehoord heb en dat ik geschrokken ben van de uitspraak die hij deed over mijn geloof. Dat ik niet begrijp waar dit ineens vandaan komt, omdat hij er vroeger nooit wat over zei, zelfs niet in de tijd dat ik hem opzocht met een hoofddoek. Ze lacht het een beetje weg. ‘O joa’, zegt ze met haar Limburgse tongval. Daar heeft zij wel haar best voor moeten doen. Iedere keer drukte zij hem op het hart niets over de hoofddoek te zeggen en dat deed hij dan ook niet.
Ze stelt me gerust, lieve Els. Ze zegt dat Ahmad en ik altijd welkom zijn om haar te komen bezoeken in haar huis. Dat ik me niet te veel moet aantrekken van de woorden van een oude, wat vergeetachtig wordende man. Hij heeft de afgelopen weken veel stress gehad. Ze legt me verder niet uit waaruit de stress bestond, maar na alles wat ik gehoord heb over haar medische klachten en al de regelzaken kan ik me er wel iets bij voorstellen.
Dan laat ze zich ontvallen dat hij hij stress had gehad, omdat hij een belangrijke afspraak had met ‘iemand’, maar dat die niet kon doorgaan omdat zij niet mobiel genoeg was om hem te begeleiden. Maar toen is ‘die persoon’ bij hem thuis gekomen en kon alles toch geregeld worden. Het feit dat ze niet zegt wie de persoon is met wie hij zo een belangrijke afspraak had zegt mij genoeg.
Ik tel de dingen die ik hoorde bij elkaar op. Een neefje dat ineens opduikt en zegt alles te willen regelen bij mijn vaders eventuele dood en een plotselinge verandering in mijn vaders gedrag naar mij. Ik besluit mijn intuïtie te laten oplossen in de mist waarin die waarschijnlijk gehuld dient te blijven en ben alleen maar blij met de warmte die ik van Els krijg.
‘Een moeder kan ik niet voor je zijn, maar zeker wel een goede invaller’, grapt zij. Els laat mij warmte voelen die ik gemist heb. Dat is voor mij belangrijk.
Gesprek met mijn vader
De laatste keer dat ik bij mijn 96-jarige vader in Heerlen was, verliep dat niet zoals we hadden verwacht. Hij haakte al snel af bij het gesprek dat gevoerd werd en viel in zijn stoel in slaap. We lieten hem slapen toen we vertrokken en ik nam dus geen afscheid van hem. Terug in de trein voelde ik me nogal triest, omdat ik de ongeïnteresseerdheid die hij aan de dag legde opvatte als dat hij misschien geen zin meer had in het leven en dat ik hem wellicht nooit meer zou terugzien.
Vandaag besluit ik hem te bellen via voipwise, mijn ’telefoon via de pc’. Meestal neemt zijn vriendin op als ik bel en dan voert zij een gesprek met mij en krijg ik mijn vader zelf helemaal niet te spreken. E en mijn vader hebben een lat-relatie. E woont op 5 minuten loopafstand bij hem vandaan en zij zijn wekelijks de helft van de tijd bij elkaar. Vandaag is zij er toevallig nog niet.
Ik ben blij mijn vader zelf te kunnen spreken en zijn stem klinkt levendig. Hoe het met hem gaat? Dat is niet gemakkelijk in een paar woorden te zeggen, vindt hij. Hij merkt dat hij steeds vermoeider wordt en steeds minder kan. Maar hij doet nog steeds zijn denksportjes en vrijwel elke dag gaat hij zelf met zijn rollator naar de supermarkt. Gevraagd of hij nog wel zin in het leven heeft, bevestigt hij dat. Zeker wel en hij is trots dat hij deze leeftijd heeft bereikt, maar het is niet gemakkelijk. Hij is nog op de been dankzij E. Ondanks dat zij ook al 82 jaar is en meer lichamelijke klachten heeft dan hij, kookt zij voor hem en maakt zij hem vrolijk met haar aanwezigheid.
Verder heeft hij niet veel contacten meer. De mensen in de flat, die hij gedag zegt en met wie hij af en toe een praatje heeft. Van zijn 9 broers en zussen is slechts één zus nog in leven. Zij is bijna blind en kan niet naar hem toe reizen. Noch kan hij naar haar toe. Maar af en toe belt hij haar. En dan is er nog een neefje, zijn petekind. Die komt nog wel eens naar Heerlen, waar hij dan logeert bij familie en dan zoekt hij mijn vader ook op, voor twee uurtjes, wat hij net kan hebben. Want, zo legt mijn vader uit, hij kan de dag heel goed doorkomen zolang alles gaat volgens het ritme waaraan hij gewend is. Maar gebeurt er iets dat daarbuiten valt, dan raakt hij van slag.
‘Misschien zijn de bezoekjes van ons ook te vermoeiend voor je?’, opper ik. En dan bevestigt hij dat. ‘Eerlijk gezegd wel.’ Het is dus beter dat ik niet meer kom, maar alleen af en toe bel om te vragen hoe het met hem gaat. ‘Dat vind ik wel leuk’, bevestigt hij. Maar de bezoekjes kan hij niet meer aan.
‘E is heel belangrijk voor mij’, zegt hij. ‘We zijn al 25 jaar bij elkaar.’ En dan vertrouwt hij mij toe dat zij alleen vriendjes zijn, altijd geweest, Van het begin af. Ze zijn nooit verliefd geweest. Hebben nooit dingen van elkaar geëist, maar bleven ieder hun eigen leven leiden. Daarom duurt hun vriendschap nog steeds voort, meent hij. Ik zeg dat ik heel blij voor hem en E ben.
Dan vertelt hij me dat E zich geen zorgen hoeft te maken dat zij alles moet regelen bij zijn eventuele overlijden. Want zijn neefje (het petekind) heeft gezegd dat hij dit alles op zich zal nemen. ‘Dat is een geruststelling’, zeg ik.
Dan komt er nog een bekentenis. ‘Weet je dat je het aan E te danken hebt dat je nog steeds contact met mij hebt?’ vraagt hij plotseling. ‘Ik wilde in eerste instantie helemaal niets met jou te maken hebben toen je mij had opgezocht in 1993, maar Els heeft me overgehaald om wel contact met je te blijven houden.’ ‘Oh….’.
‘Ik vind het verschrikkelijk dat jij moslim bent geworden’, komt er dan uit. ‘Ik schaam me daar kapot voor en ik heb het nog nooit aan iemand verteld. Ik vind dat heel erg. Ik ben zelf christen.’ ‘Maar je bent toch uit de kerk gegooid, toen je van mijn moeder scheidde? En je mocht toch niet hertrouwen?’ vraag ik. Nee, daar is niets van waar. Hij is nog steeds christen, maar houdt niet van het Roomse en hij komt niet in de kerk.
‘Maar ik ben ook gewoon een individu’, probeer ik uit te leggen. Ik ben weliswaar moslim, maar ik geloof ook in de bijbel en voor mij zijn alle gelovigen mijn broeders en zusters, of ze hun God nu Djaweh, Allah of God noemen. Ik ga ook niet naar de moskee en ik heb even veel vrienden onder niet-moslims als onder moslims.
‘Jij bent naar Mecca geweest en je bent getrouwd met die Surinamer, omdat dat moest van de imam’, valt hij uit. Ik zeg: ‘Nee, dat klopt niet. Ik ben inderdaad naar Mecca geweest, maar ik ben met die man getrouwd omdat ik daar zelf voor koos. Ik geef toe dat dat mijn tweede fout was’ Hij lijkt me niet te horen.
Hij blijft volhouden dat hij moeite heeft mij te zien als zijn dochter, omdat ik moslim ben. Ik ben sprakeloos en voel een intens verdriet.
‘Dat je dit zegt doet mij veel pijn’, breng ik uit. ‘Ik moet dit verwerken.’ Hij lijkt er niets bij te voelen. Zegt alleen: ‘Het is de waarheid. Je mag me af en toe bellen en als ik overlijd, zal jij daar ook bericht van krijgen’. Dan beëindigen wij ons telefoongesprek met een simpel ‘dag’.
Ik kijk naar Ahmad aan de andere kant van onze ‘pc-tafel’. Ik vertel hem wat ik net gehoord heb. ‘Dit voelt aan als ook een dolk door mijn hart’, zegt hij en allebei hebben we tranen in onze ogen.