Nog een verhaal

In die tijd praatte ik wel eens met een man die ook zijn kind naar school bracht. Hoe het kan, weet ik niet, want hij zag eruit als een rasta en ik droeg in die tijd wijde islamitsche kleding met twee hoofddoeken. Maar op de één of ander manier was mijn kleding toen helemaal geen belemmering voor mensen om vrijuit met mij te praten. Jong en oud praatte gemakkelijk met mij en men legde zelfs meer bloot van zijn ziel dan ik nu meemaak. (Ik kreeg eigenlijk pas last van die kleding als belemmering toen ik ging solliciteren naar werk.)
De man vertelde mij dat hij het soms moeilijk vond om opgewekt te blijven, omdat er heel wat was gebeurd dat hem moedeloos maakte. Hij had een lieve vrouw, die op een goed moment wat geld erfde van een overleden familielid. Van dat geld begonnen zij een winkel op het plein vlakbij de school. De winkel liep goed en ze waren gelukkig. Het leven lachte hen toe. Tot er een andere vrouw verliefd op hem werd. Hij had geen interesse in haar, maar zijn accepteerde dat niet. En toen…….begonnen dingen ineens te veranderen. De winkel liep niet meer en zijn vrouw begon vreemd gedrag te vertonen, zo erg dat ze op een gegeven moment moest worden opgenomen in een psychiatrische inrichting, waar ze nu nog steeds verbleef. Intussen zorgde hij nu alleen voor hun twee zoons. Hij was ervan overtuigd dat dit niet zomaar was gebeurd en verdacht de door hem versmade vrouw ervan dat zij magie op hem en met name zijn vrouw had gedaan, waardoor hun leven ineens een dramatische wending had genomen. Ik zei hem dat dit goed mogelijk is en dat als er sprake zou zijn van magie, dat deze dan ook weggehaald zou moeten kunnen worden.
Ik vond het sneu voor de man en zijn vrouw, maar liet de hele geschiedenis verder rusten, met het idee dat ik er toch waarschijnlijk niets aan kon doen. Wordt vervolgd…..

De volgende morgen

De dag erna was mijn oudste zoon K. ziek. Het was alsof hij griep had. Ik zag het direct, omdat hij vrijwel nooit ziek is. Die dag mocht hij van mij thuis blijven van school. Toen ik de andere kinderen naar school had gebracht zag ik ineens iets vreemds liggen onder een kastje in de hoek van de kamer, iets wat er eerder niet lag. Ik ging kijken en zag tot mijn ontsteltenis dat het een dode reiger was. Alleen het lijf met de poten lagen daar. Zijn hals en kop ontbraken. Vol walging haalde ik het dier weg met een krant en bracht het naar buiten om het te gaan begraven in de tuin. Tot mijn verbazing zag ik daar nog meer kadavers liggen, in totaal nog zes dieren: 2 dode mollen, 2 dode spreeuwen en twee dode muizen. Het verbaasde me dat er van drie dieren twee stuks waren. In totaal waren er dus, met de dode reiger meegerekend, zeven kadavers.
“Je bent hier getuige van iets bijzonders”, zei ik tegen mijn zoon K., die er verbaasd met mij naar stond te kijken. Met veel moeite, omdat het vroor en de aarde stijf bevroren was, begroef ik de dieren.
Ik heb nooit begrepen wat ik hiervan moest denken. Ik meende wel te begrijpen dat mijn drie katten verantwoordelijk waren voor de slachtpartij van die nacht. Maar wat het te maken had met mijn activiteiten van de dag ervoor heb ik nooit kunnen plaatsen. Ik had een fantasie dat de jinns wellicht in de dieren  waren gegaan en dat mijn katten met ze ‘afgerekend’ hadden, maar dat is slechts een invulling van mij.
Die dag zei K.: “Mamma, ik ben eigenlijk een ‘hele goeie’ en daarom hadden die jinns het op mij gemunt.” Ik vond dat heel vreemde woorden voor het kleine jongetje dat hij toen nog was.
Hij had, voor zover ik me kan herinneren, hierna geen last meer van het zien van jinns, maar zou nog wel een behoorlijk moeilijke jongen worden, die heel wat heeft moeten meemaken voordat hij het juiste pad is gaan bewandelen.

Jinns (vervolg)

In de tijd dat mijn oudste zoon K. en in mindere mate ook zijn tweelingzus K. en mijn oudste dochter L. last hadden van het zien van de jinns was ik erg verdiept in de islam. Ik ben nu ook praktiserend moslim, maar in die tijd deed ik alle extra gebeden, wat inhoudt dat je niet vijf, maar acht keer per dag bidt. Ik stond toen elke dag twee uur voor zonsondergang op en ging pas weer (even slapen) als de zon net op was of ik rustte in de middag een paar uurtjes. Dat kon toen, omdat ik in die tijd niet werkte. Mogelijk kwam ik daardoor in die tijd veel belangrijke dingen te weten.
Zo hoorde ik ’toevallig’ van een ander broeder in het geloof (het is geen toeval! Allah laat iemand te weten komen wat deze nodig heeft op elk moment!) hoe je magie en slechte dromen en gedachtes en zelfs ziekte kan bestrijden door middel van teksten uit de heilige Koran. Voor het slapen gaan las ik vier korte surahs uit de Koran drie keer, waarna ik op mijn kinderen blies, in de hoop dat dit hen een rustige slaap zou geven. Mijn oudste zoon bleef echter regelmatig de clown zien.
plantenspuitIk hoorde dat je ook dezelfde surahs vier keer kon lezen en dan in water blazen. Met dat water kon je dan je huis reinigen door met de plantenspuit systematisch alle hoeken van de kamers te besproeien, kamer voor kamer, waarna je tenslotte de onwelkome jinns je huis uit joeg via een openstaande deur. De beste tijd hiervoor was tussen het middelste gebed (van de vijf verplichte gebeden) en het gebed bij zonsondergang of tussen het gebed bij zonsondergang en het allerlaatste gebed.
Ik besloot het te gaan doen tussen het middelste gebed en het één na laatste gebed. Ik wist dat ik een totale leek was en slechts een eenvoudige dienaar van de Almachtige en vroeg Allah om hulp en zegen voordat ik begon. Het was een heel plechtig moment voor mij en het was belangrijk de surahs te lezen zonder haperingen en met de uiterste concentratie.
Toen ik daarmee klaar was ging ik met de plantenspuit naar boven en begon ik mijn werk. Ik deed het kamer voor kamer (waarbij de ramen gesloten waren), waarbij ik tekens na afloop de deur van de schoongemaakte kamer sloot. En zo ging ik naar beneden, de trap af en werkte ook de benedenverdieping af, alle vertrekken en alle hoeken, kamer voor kamer om tenslotte te eindigen in de woonkamer, waarna ik de deur naar de tuin opende.
Die nacht sliepen, wat ongewoon was, alle drie de katten die ik toen had op het voeteneinde van mijn bed. Om een uur of drie in de nacht zag ik al mijn katten overeind zitten in een alerte houding, als met gespitste oren. Even later gingen ze alle drie tegelijk weg. Wordt vervolgd…….

Jinns

http://en.wikipedia.org/wiki/Jinn: The jinn (Arabic: الجنal-jinn, singular الجني al-jinnī; also spelled djinn), or genies, are spiritual creatures mentioned in the Qur’an and other Islamic texts who inhabit an unseen world in dimensions beyond the visible universe of humans. Together, the jinn, humans and angels make up the three sapient creations of God. The Qur’an mentions that the jinn are made of a smokeless and “scorching fire”,[1] but also physical in nature, being able to interact physically with people and objects and likewise be acted upon.[clarification needed][2] Like human beings, the jinn can also be good, evil, or neutrally benevolent and hence have freewill like humans and unlike angels.[3] The jinn are mentioned frequently in the Qurʾan, and the 72nd surah is titled Sūrat al-Jinn.
The Noble Qur’an – Ar-Rahmaan 55:15, 15

He created man (Adam) from sounding clay like the clay of pottery.

And the jinns did He create from a smokeless flame of fire.

The Noble Qur’an – Al-Hijr 15:26-42

26. And indeed, We created man from sounding clay of altered black smooth mud.

27. And the jinn, We created aforetime from the smokeless flame of fire.

28. And (remember) when your Lord said to the angels: “I am going to create a man (Adam) from sounding clay of altered black smooth mud.

29. “So, when I have fashioned him completely and breathed into him (Adam) the soul which I created for him, then fall (you) down prostrating yourselves unto him.”

30. So, the angels prostrated themselves, all of them together.

31. Except Iblîs (Satan), – he refused to be among the prostrators.

32. (Allâh) said: “O Iblîs (Satan)! What is your reason for not being among the prostrators?”

33. [Iblîs (Satan)] said: “I am not the one to prostrate myself to a human being, whom You created from sounding clay of altered black smooth mud.”

34. (Allâh) said: “Then, get out from here, for verily, you are Rajîm (an outcast or a cursed one).” [Tafsîr At-Tabarî]

35. “And verily, the curse shall be upon you till the Day of Recompense (i.e. the Day of Resurrection).”

36. [Iblîs (Satan)] said: “O my Lord! Give me then respite till the Day they (the dead) will be resurrected.”

37. Allâh said: “Then, verily, you are of those reprieved,

38. “Till the Day of the time appointed.”

39. [Iblîs (Satan)] said: “O my Lord! Because you misled me, I shall indeed adorn the path of error for them (mankind) on the earth, and I shall mislead them all.

40. “Except Your chosen, (guided) slaves among them.”

41. (Allâh) said: “This is the Way which will lead straight to Me.”

42. “Certainly, you shall have no authority over My slaves, except those who follow you of the Ghâwîn.

Jinns kunnen dus net als mensen goed of slecht zijn. Zij planten zich voort als mensen en zijn in de regel voor ons onzichtbaar. Wij kunnen hen niet zien, maar zij ons wel. Op de dag van de opstanding zal dit omgekeerd zijn, is mij verteld door mijn leermeester. Dan zien wij hen maar zij zien ons niet.

In principe hoeven wij geen last te hebben van jinns, mits wij ons richten op Allah en wat Hij van ons wil. Wij storen hen niet, omdat zij overwegend ’s nachts leven en zij storen ons niet. Er wordt wel gezegd dat het beter is na zonsondergang niet te veel te plenzen met water en niet de vloer te gaan dweilen ofzo. Dit kan de jinns storen, die immers van rookloos vuur gemaakt zijn. Zij houden niet van water.

Toch zijn  er mensen die jinns wel kunnen waarnemen, zoals mijn leermeester, sheikh Nazim. En ook sommige kinderen nemen jinns waar. Helaas meestal niet de goede.

Mijn oudste zoon had als kind veel last van het zien van jinns. Ik begreep daar in eerste instantie niets van. Ik heb er zelf nooit een waargenomen. Hij was altijd bang om naar het huis van zijn oma te gaan, waar hij er veel zag. Volgens hem kon de ezel ze ook zien, omdat hij dat kon merken aan het gedrag van het dier dat soms midden in de nacht begon te balken. Hij was zo bang dat hij nooit naar de zolder durfde te gaan waar hij moest slapen van mijn moeder (omdat hij teveel zijn broertje en zusje zou wakker houden). Dan bleef hij soms, rillend van angst, de hele nacht onderaan de trap zitten. Toen ik dat (veel te laat) hoorde van hem en de andere kinderen brak dit mijn hart en ik heb hen niet meer laten logeren bij zijn oma. Wat zag hij dan? Een groen mannetje en een grote clown die gemeen naar hem lachte.

Die clown zag hij ook in mijn huis vaak. Dan gilde hij het uit en als ik dan naar zijn kamer kwam beefde hij van angst. Maar ik zag niets. Hij zei dat de clown snel wegsnelde als ik eraan kwam. Ook zag hij ooit toen hij ging plassen mijn hele bankstel vol zitten met de wezens. Maar hoe kon hij dan wezens zien in het donker? Het was alsof ze oplichtten in het donker, zei hij dan.

Ik heb toen aan iemand die meer verstand had van dit soort zaken dan ik gevraagd wat ik hieraan kon doen en hij raadde me aan het ayat-al-kursi  (http://www.duakracht.nl/ayat-al-kursi-troonvers) te lezen uit de Koran, een vers dat ik toen nog niet uit mijn hoofd kende. Wordt vervolgd………

Zwijg….of zeg iets beters dan zwijgen….

Dat zei mijn stiefvader voeger altijd en ja, dat maakte me inderdaad stil. Wat is dan nog belangrijk om te zeggen? Mijn broer was sowieso al vrij stil en mijn geklets hield ook gauw op als ik deze dreigende woorden hoorde.
Het lijkt of ik dit nu ook tegen mezelf zeg. Wat ben ik nu helemaal aan het doen met dit weblog?, vraag ik me af. Wat is dit voor ongepast exhibitionisme? Wie is er nu geïnteresseerd in mijn hersenspinsels en belevenissen? Weinig mensen, zie ik, als ik stiekem spiek naar mijn bezoekers op de site die Piwik heet. Via bepaalde onderwerpen komen mensen soms per ongeluk in mijn weblog terecht en de meesten verdwijnen dan na enkele minuten om nooit meer terug te keren. Mijn kinderen, voor wie ik dit virtuele dagboek schrijf, hebben geen tijd (maar volgens zeggen wel interesse!) om mijn verhaaltjes te lezen. Ik voel me vrij belachelijk en nietig met dit geschrijf en heb dan ook al een tijd geen motivatie meer om te schrijven.
Moet ik schrijven over islam? Ach, ik ben geen expert, maar een hulpeloos schepsel dat gelooft dat ik perfect geschapen ben door mijn Schepper en dat ik daarom mijn Heer dank verschuldigd ben. Ik weet dat ik niet weet wat straks gebeurt en dat het geen nut heeft te denken aan wat al gebeurd is. Het enige dat bestaat is dit moment en wat ik probeer is op elk  moment datgene te doen waarvan ik denk dat Allah graag wil dat ik het doe. Ik kan Allah ook God noemen of mijn Geweten, mijn Innerlijke Gids. Ik ben het zat om in hokjes te denken, die ons mensen verdelen. Ik ben moslim, jij bent christen, boeddhist, atheïst, homo, vrouw, man. Ik heb geen wensen, geen ambitie, want alles wat hier te halen valt is tijdelijk. Ik ben blij met elk moment zonder pijn, zonder kou, zonder honger, zonder vrees. Wat is er meer te wensen?
Ik kan me boos maken om onrecht, om verdriet en pijn die mensen elkaar bezorgen, maar dat is dom. Want ik kan het niet veranderen door die boosheid. Hoe meer ik kijk naar tv, hoe meer ik me vervreemd voel van wat de mensen bezig houdt. Het lijkt of iedereen hetzelfde zegt. Ik zag laatst op één avond twee praatprogramma’s met dezelfde onderwerpen, belicht door verschillende mensen, maar wat gezegd werd was identiek. Ik zag voor het eerst in jaren de koetsen van prinsjesdag op tv en werd alleen bekoord door het schitterende hoefgetrappel van de paarden. De houterige tred van de als lakeien verklede mannen met hun barse gezichten maakte me triest. Het deed zo lomp en bonkig aan. Ik zag bij de ingang van de ridderzaal een vrouw in het blauw de koning welkom heten met een handdruk en vervolgens haar rug draaien naar de uitgestoken hand van koningin Maxima. Wat een gêne. Daarna lette ik op gezichten in grafstemming mét en soms uitdagend zónder hoed. De koning las, laagdrempelig en vlot, de troonrede voor, die zoals gewoonlijk al was uitgelekt.
En nu wachten wat er verder gaat gebeuren en of de plannen door de kamer geloodst kunnen worden. De grimmigheid onder de mensen neemt toe. Niemand is tevreden. En wie zijn schuld is het? Ieder kiest zijn eigen zondebok en zijn eigen gelijk. De stemming wordt er niet beter op. Spanningen tussen bevolkingsgroepen nemen toe, overal ter wereld.
Het doet me terugverlangen naar de naïeve tijd van de 70er jaren, toen Nederland nog bekend stond als een tolerant land met een open houding naar alles wat vreemd was. Ik zou zo graag willen dat we dat eensgezinde gevoel dat we allemaal mensen zijn weer krijgen. Arm, rijk, wat voor ras of geloof ook, konden me maar werkelijk alles delen. Er is genoeg voor iedereen. Make love, not war. Peace, brother……
En geef ruimhartig en naar vermogen aan minder bedeelden…..

Hoofddoek (slot)

Het is tegenwoordig gewoon dat mannen en vrouwen een zaal delen in het ziekenhuis. Dat zou voor hoofddoekdragende moslima’s betekenen dat zij ook in het ziekbed hun hoofddoek dienen te dragen. Dit heb ik niet gedaan. Ik was te ziek om er naar te grijpen na de operatie. Ging eerlijk gezegd al blootshoofds naar het ziekenhuis met alleen een sjaal om mijn nek. Ik wilde me stoer voelen en had voor de gelegenheid mijn spijkerbroekie aan en een nepleren jasje. De sjaal is in de kast gebleven vanaf het moment dat ik alles uit moest trekken en alleen een operatiehemdje achterlangs moest laten dichtknopen.
Daarna ben ik onder toezicht van diverse mannen ontbloot en door een man opengesneden van mijn navel tot halverwege mijn venusheuvel. Gelukkig was ik toen niet bij bewustzijn.
Eenmaal terug op de zaal was de hoofddoek ver weg in mijn gedachten en hoewel er een oude man op mijn zaal lag, had ik geen enkele neiging mijn hoofd te bedekken.
Ook toen ik eenmaal weer ging lopen door de gangen, op bibberende en vermagerde beentjes voelde ik geen neigingen mijn roodgeverfde haren te verbergen. En dat is zo gebleven. Zonder hoofddoek wandelde ik het ziekenhuis uit. Ik ben de straat niet meer op geweest, maar ik weet al dat de hoofddoek geen deel meer van mijn dagelijkse garderobe zal uitmaken.
Ik zal hem voortaan alleen weer dragen tijdens het bidden en bij religieuze gelegenheden, zoals ik lange tijd gewend was. Wellicht ook in heilige maanden.
En vraag me niet waarom.

De volgende dag

Het is nog steeds een beetje eid, maar het gloedvolle gevoel van de eerste dag begint al een beetje weg te ebben. Dat gevoel dat wij gisteren hadden is niet te beschrijven. Ik kan het maar vergelijken met één ding. De dag van en na de geboorte van mijn kinderen. Dan had ik ook dat lichte blije gevoel, alsof er een zon schijnt op alles en alsof de beelden om je heen helderder dan normaal op je netvlies komen.
Die indruk had ik gisteren ook en in een poging dit vast te leggen maakte ik links en rechts foto’s van wat ik zag. Maar ten eerst ben ik geen sterfotograaf en ten tweede: ‘hoe kun je via een foto delen hoe je de wereld ziet?’ Ik probeer het toch op mijn onbeholpen manier.
eid 2013
 

De laatste dagen van de ramadan

Hij is weer bijna voorbij, de heilige maand ramadan. Vandaag is het de 29e vastendag voor mij en vele moslims (anderen zijn een dag later begonnen) en morgen zal het de dertigste zijn. En dan, als de maan even niet te zien zal zijn om daarna weer nieuw te verschijnen, zal deze maand overgaan in de maand shawal. Dan mag er gefeest worden en gefeliciteerd. Je mag dan ineens weer overdag eten, wat meestal heel onwennig aanvoelt. Bijna ben je bang om wat in je mond te steken. Vaak heb je ook niet zoveel trek, omdat je maag inmiddels gewend is aan het ritme van eten en drinken in de heilige maand.
Nu al voel ik me weemoedig dat de maand bijna voorbij is. We zaten even heel beschermd in ons coconnetje en Allah hield de ergste duivels geketend, zodat ze ons niet zoveel lastig vielen met hun gefluister. En dan……dan komen ze allemaal weer los en massaal zullen ze proberen met name moslims te belagen met hun listen. Daarom moet je in de dagen na de ramadan extra op je hoede zijn, dat is tenminste mijn ervaring. Zo graag willen moslims die zoete smaak van de ramadan en het veilige gevoel dat gehoorzaamheid aan Allah’s voorschriften biedt vasthouden als een kostbaar kleinood. Maar dat is zo moeilijk in deze wereld vol verleidingen, verlangens en strijd. We moeten er weer een jaar tegenaan, gesterkt in ons iman (geloof) en in onze volharding dankzij deze mooie maand die bijna achter ons ligt.
Moge Allah ons helpen onze nafs (ego) achter te laten,  zodat wij met een schoon hart naar Hem toe kunnen snellen.

Een goed huwelijk

Bijna wilde ik dit stukje de titel geven ‘het geheim van een goed huwelijk’, maar toen begon ik direct mezelf uit te lachen. Ik? Schrijven over een goed huwelijk terwijl ik inmiddels aan de derde man ben (mijn vriendjes met wie ik niet getrouwd was niet meegerekend).
Soms vragen ze een man of vrouw die al 50 of 60 jaar getrouwd is: “Wat is je geheim (om het zo lang vol te houden)? Dan hoor je vaak dat het vooral een kwestie van (ver)geven is. Dat ervaar ik nu ook. Dat zegt een vrouw die net vijf jaar getrouwd is met haar derde man ;-).
Bij mijn kinderen en kleinkinderen heb ik geen moeite om ze onvoorwaardelijk lief te hebben. Nooit voel ik me vervreemd van ze, wat ze ook doen. Ze blijven een stuk van mij en wanneer we elkaar ‘niet goed verstaan’ en zij totaal niet doen wat ik graag zou zien, dan denk ik nooit: zijn dat mijn kinderen of vreemden? Mijn hart doet dan pijn, maar ik blijf onverminderd van ze houden. Ik blijf me altijd met ze verbonden voelen.
Dat is bij mij anders bij een partner. De man is geen stuk van mij, maar een ‘vreemde’ die ik op een goed moment heb uitgekozen om mijn partner te zijn, in de regel met een verstand dat in mindere of meerdere mate vertroebeld is door de roze bril van verliefdheid. Er spelen zoveel factoren mee bij het kiezen van een partner en al die factoren maken dat je misschien aan die partner, wanneer je die eenmaal gekozen hebt, onredelijke eisen stelt. Hij mag niet tegenvallen. Natuurlijk valt hij wel tegen! Niemand is volmaakt. Langzaamaan kom je achter de verborgen trekjes van de man of vrouw met wie je samenleeft. En jouw partner komt ook achter jouw goede en mindere kanten. En dan begint het pas! Hoe ga je daarmee om?
Communicatie is het sleutelwoord. Je moet duidelijk zijn naar elkaar. Er moet een basis van vertrouwen zijn die maakt dat je alles wat je dwars zit, kwijt wil of delen wil kan uitspreken zonder bang te hoeven zijn voor negatieve gevolgen. Je moet naar elkaar kunnen luisteren en je moet elkaar kunnen verstaan. Helaas was dat in mijn eerdere huwelijken niet zo. Bij mijn eerste huwelijk ontbrak de basis van vertrouwen. Het was zo erg dat ik elke dag moest bewijzen dat ik niet schuldig was aan dingen die de ander dacht dat ik deed maar die ik in mijn stoutste dromen nog niet zou doen. Ik heb het na 16 jaar opgegeven, toen ik zag dat het nooit zou lukken mijn onschuld te bewijzen en toen ik zag dat dezelfde schuldenlast op mijn dochters werd gelegd. Dat maakte dat ik eindelijk de stap durfde te nemen uit dit huwelijk te stappen. Ik kon het niet voor mezelf, maar wel voor mijn kinderen. Wat me zo lang bij deze man had laten blijven was uitsluitend medelijden. Mijn liefde voor hem was al jaren eerder voorbij. In het tweede huwelijk verliep de communicatie niet goed, omdat de man met wie ik het leven deelde mij niet begreep noch ik hem. We waren totaal verschillend en hadden eigenlijk niets met elkaar te maken moeten hebben. Ik koos de man uit praktische overwegingen. Hij kon geen kinderen krijgen en wilde ze graag en ik had genoeg kinderen die geen vaderfiguur hadden. Maar het pakte verkeerd uit. Zijn opvoedingsmethode strookte niet met de mijne. Er was geen liefde in dit huwelijk. Ik was een bitch die wraak nam voor het, toen nog onverwerkte, geleden leed in mijn eerste huwelijk en hij was een voor mij veel te jonge man met een te verschillende kijk op het leven. We zijn toch ‘goed’ uit elkaar gegaan, wat niet zo moeilijk was omdat we eigenlijk niets deelden.
En nu ben ik met ‘Ahmad al Andalus’. Hem heb ik leren kennen via internet. Daar krijg je de kans iemand te leren kennen zonder de soms verbijsterende neveninvloeden van de werkelijke ontmoeting. Juist omdat je elkaar (nog) niet ziet kan je veel dingen uitspreken van te voren, je verwachtingen van een toekomstig samenzijn en je wensen. Zonder gène. Ik ben het dan ook niet eens met mensen die beweren dat het internet geen goede weg zou kunnen zijn om een ander werkelijk op een zinvol niveau te ontmoeten. Maar het vereist wel enige uitdrukkingsvaardigheid in geschrift. In mijn geval pakte het goed uit. De man van wie ik nooit de stem had gehoord en die ik alleen visueel had leren kennen via een paar foto’s kwam na drie maanden internetcontact naar Nederland om direct met mij voor de islam te huwen (en een jaar later ook voor de Nederlandse wet). Ik wist niet of hij zweetvoeten had, snurkte of last had van een hinderlijke tic. Ik ging gewoon af op wat ik proefde van zijn ziel in ons intensieve mailcontact. En alhamdulillah, hij bleek de man te zijn die ik verwachtte aan te treffen. Het had ook anders kunnen zijn, maar Allah was met ons.
Maar is het nu gemakkelijk om altijd en onvoorwaardelijk van hem te houden? Nee. Het is moeilijker dan bij mijn kinderen voor wie ik in het vuur zou springen als ik hun daaruit moest halen. De liefde voor Ahmad is groot, maar veel minder heftig. En…ik moet mijn best doen om ze in stand te houden. Soms moet ik uitspreken wat mij dwars zit en hij ook. Het teken dat dit moet gebeuren is als wij een grotere afstand tot elkaar voelen. Dan is er kennelijk iets aan de hand en moeten we praten. Het is belangrijk om elkaar op de hoogte te houden van gevoelens, positief en ook weleens negatief. Het is belangrijk om naar elkaar te luisteren zonder te verwerpen. Het is belangrijk elkaar te vertrouwen en dat kan alleen als je af en toe in elkaars ziel mag kijken.
Sleutelwoorden zijn voor mij: respect, vertrouwen, openheid, luisteren en de ander laten zijn wie hij/zij  is. Take him/her or leave him/her, maar ga niet aan de ander sjorren om hem/haar proberen te veranderen!
Bedek elkaars tekortkomingen met de genereuze mantel der liefde.

Ballen in de lucht houden

Mijn kinderen zijn allemaal volwassen en drie van hen hebben zelf kinderen. Toch blijf ik met samengeknepen tenen naar ze kijken en heb ik altijd nog het idee dat ik ballen in de lucht moet houden. Dat ze zonder mijn ‘goede raad’ niet zouden weten wat te doen. Maar niets is minder waar. Deze pittige burgers doen het heel aardig en nemen heus niet zulke onverstandige beslissingen. En als ze dat wel doen in mijn ogen, die anders kijken dan die van de wat meer onbezonnen jeugd, dan moet ik dat laten gebeuren! Maar dat vind ik moeilijk!
Als ik me bedenk hoe onnozel ik vroeger was en hoeveel onverstandige dingen ik heb gedaan in mijn leven, dan ben ik blij dat ik mijn moeder niet ben. Mijn moeder wist in de regel gelukkig van niets. Ik ging op mijn 19e het huis uit en alle problemen die ik daarna heb gehad in mijn leven heb ik nooit met mijn ouders besproken. Dat wilde ik ze besparen of…..ik dacht dat ze me toch niet zouden begrijpen. Nee, ik loste mijn zaken zelf op en besprak weinig met mensen. Als het goed met me ging zocht ik mensen op en als het wat minder met me ging, dan trok ik me terug als een zieke hond die in een hoekje gaat liggen. Het ging altijd vanzelf wel weer over en dan begaf ik mij weer onder de mensen.
Bij mijn kinderen is dat anders. Zij bespreken wel veel met mij en ook met elkaar. Iedereen bemoeit zich met elkaar, deelt dingen met elkaar. Dat maakt dat we dus ook alles van elkaar weten en niet altijd is dat zo fijn. Want als zij lijden lijd ik en als zij gelukkig zijn dein ik mee op hun geluk. Ik zou het liefst zien dat het leven van mijn kinderen één groot geluk was zonder pijn of verdriet, maar dat is natuurlijk een volkomen irreële wens. Ik moet ze de gelegenheid geven om ook wel eens te vallen en dan weer op te staan. En God weet dat zij dat allemaal gedaan hebben en nog steeds waarschijnlijk zullen gaan doen. Maar hopelijk steeds minder, want door schade en schande word je wijzer en dat zie ik ook wel bij mijn koters. Ze worden steeds verstandiger.
En ik dan? Weet ik het dan zo goed? Welnee. ik kan het ook mis hebben. Eén ding weet ik zeker, omdat ik dat heb ervaren. Het gaat in de regel het beste met mijn kinderen als ik ze volledig in Handen van Allah leg. Ik kan Allah vragen en smeken om hun de goede weg te laten kiezen en werkelijk……dat smeken bij Allah heeft meer effect dan al mijn gezeur aan de kop van mijn kinderen. Ik moet ze alleen mijn liefde en vertrouwen geven en ik zie dat ze dan hun best doen om dat vertrouwen niet te beschamen. Mijn vier schatten, ik houd van ze…….