Jinns

http://en.wikipedia.org/wiki/Jinn: The jinn (Arabic: الجنal-jinn, singular الجني al-jinnī; also spelled djinn), or genies, are spiritual creatures mentioned in the Qur’an and other Islamic texts who inhabit an unseen world in dimensions beyond the visible universe of humans. Together, the jinn, humans and angels make up the three sapient creations of God. The Qur’an mentions that the jinn are made of a smokeless and “scorching fire”,[1] but also physical in nature, being able to interact physically with people and objects and likewise be acted upon.[clarification needed][2] Like human beings, the jinn can also be good, evil, or neutrally benevolent and hence have freewill like humans and unlike angels.[3] The jinn are mentioned frequently in the Qurʾan, and the 72nd surah is titled Sūrat al-Jinn.
The Noble Qur’an – Ar-Rahmaan 55:15, 15

He created man (Adam) from sounding clay like the clay of pottery.

And the jinns did He create from a smokeless flame of fire.

The Noble Qur’an – Al-Hijr 15:26-42

26. And indeed, We created man from sounding clay of altered black smooth mud.

27. And the jinn, We created aforetime from the smokeless flame of fire.

28. And (remember) when your Lord said to the angels: “I am going to create a man (Adam) from sounding clay of altered black smooth mud.

29. “So, when I have fashioned him completely and breathed into him (Adam) the soul which I created for him, then fall (you) down prostrating yourselves unto him.”

30. So, the angels prostrated themselves, all of them together.

31. Except Iblîs (Satan), – he refused to be among the prostrators.

32. (Allâh) said: “O Iblîs (Satan)! What is your reason for not being among the prostrators?”

33. [Iblîs (Satan)] said: “I am not the one to prostrate myself to a human being, whom You created from sounding clay of altered black smooth mud.”

34. (Allâh) said: “Then, get out from here, for verily, you are Rajîm (an outcast or a cursed one).” [Tafsîr At-Tabarî]

35. “And verily, the curse shall be upon you till the Day of Recompense (i.e. the Day of Resurrection).”

36. [Iblîs (Satan)] said: “O my Lord! Give me then respite till the Day they (the dead) will be resurrected.”

37. Allâh said: “Then, verily, you are of those reprieved,

38. “Till the Day of the time appointed.”

39. [Iblîs (Satan)] said: “O my Lord! Because you misled me, I shall indeed adorn the path of error for them (mankind) on the earth, and I shall mislead them all.

40. “Except Your chosen, (guided) slaves among them.”

41. (Allâh) said: “This is the Way which will lead straight to Me.”

42. “Certainly, you shall have no authority over My slaves, except those who follow you of the Ghâwîn.

Jinns kunnen dus net als mensen goed of slecht zijn. Zij planten zich voort als mensen en zijn in de regel voor ons onzichtbaar. Wij kunnen hen niet zien, maar zij ons wel. Op de dag van de opstanding zal dit omgekeerd zijn, is mij verteld door mijn leermeester. Dan zien wij hen maar zij zien ons niet.

In principe hoeven wij geen last te hebben van jinns, mits wij ons richten op Allah en wat Hij van ons wil. Wij storen hen niet, omdat zij overwegend ‘s nachts leven en zij storen ons niet. Er wordt wel gezegd dat het beter is na zonsondergang niet te veel te plenzen met water en niet de vloer te gaan dweilen ofzo. Dit kan de jinns storen, die immers van rookloos vuur gemaakt zijn. Zij houden niet van water.

Toch zijn  er mensen die jinns wel kunnen waarnemen, zoals mijn leermeester, sheikh Nazim. En ook sommige kinderen nemen jinns waar. Helaas meestal niet de goede.

Mijn oudste zoon had als kind veel last van het zien van jinns. Ik begreep daar in eerste instantie niets van. Ik heb er zelf nooit een waargenomen. Hij was altijd bang om naar het huis van zijn oma te gaan, waar hij er veel zag. Volgens hem kon de ezel ze ook zien, omdat hij dat kon merken aan het gedrag van het dier dat soms midden in de nacht begon te balken. Hij was zo bang dat hij nooit naar de zolder durfde te gaan waar hij moest slapen van mijn moeder (omdat hij teveel zijn broertje en zusje zou wakker houden). Dan bleef hij soms, rillend van angst, de hele nacht onderaan de trap zitten. Toen ik dat (veel te laat) hoorde van hem en de andere kinderen brak dit mijn hart en ik heb hen niet meer laten logeren bij zijn oma. Wat zag hij dan? Een groen mannetje en een grote clown die gemeen naar hem lachte.

Die clown zag hij ook in mijn huis vaak. Dan gilde hij het uit en als ik dan naar zijn kamer kwam beefde hij van angst. Maar ik zag niets. Hij zei dat de clown snel wegsnelde als ik eraan kwam. Ook zag hij ooit toen hij ging plassen mijn hele bankstel vol zitten met de wezens. Maar hoe kon hij dan wezens zien in het donker? Het was alsof ze oplichtten in het donker, zei hij dan.

Ik heb toen aan iemand die meer verstand had van dit soort zaken dan ik gevraagd wat ik hieraan kon doen en hij raadde me aan het ayat-al-kursi  (http://www.duakracht.nl/ayat-al-kursi-troonvers) te lezen uit de Koran, een vers dat ik toen nog niet uit mijn hoofd kende. Wordt vervolgd………

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *