Het grafje van Imran

Gisteren zag ik de laatste uitzending van ‘het mooiste meisje van de klas’. De hoofdpersoon uit deze aflevering had, net als ik, een kindje verloren. Maar dit kindje, een meisje, was in haar buik overleden, helemaal aan het einde van de zwangerschap. Hoewel het kleine meisje niet meer levend op deze wereld was gekomen, hadden zij haar toch kleertjes aangetrokken en een fotoreportage van het doodgeboren engeltje gemaakt. O.a. in de armen van haar grote broer. Dit vormde een mooie herinnering voor later. In de woonkamer van dit gezin was een soort altaartje gemaakt er ere van hun doodgeboren kindje. Daarop stond een urn en wat fotootjes en een kaarsje. Zij nam op die manier nog steeds een centrale plaats in in dit gezin.
Haar moeder, die moest huilen toen ze vertelde over het voortijdig afgebroken leven van haar kindje, zei onder meer dat het voor haar heel belangrijk was om een plek te hebben waar ze haar kindje kon herdenken.
Toen ik dit hoorde liepen de tranen over mijn wangen en zat ik hardop te snikken. Ik kon dat gerust even doen, want ik was op dat moment alleen ;-). Ik besefte weer eens ten volle dat ik helemaal geen plek meer had om mijn Imran te herdenken.
Ik keek naar zijn tekening, die tegenover mijn laptop aan de muur hangt en besefte dat dit het enige was wat ik nog had van hem. WANT IK HEB ZIJN GRAFJE NIET VERLENGD IN MEI 1986.
Het idee dat zijn grafje dan wellicht al geruimd is en dat zijn lieve kleine tere botjes nu misschien wel liggen in een massagraf tezamen met overblijfselen van mensen van allerlei allooi gaf me een ellendig gevoel. Dat het simpele grafje (zonder monumentje), waar ik altijd tot rust kwam er nu niet meer is maakte me zo intens verdrietig. Het knaagde al langer, maar de wanhoop over een onherroepelijk niet omkeerbare foute beslissing werd verder aangewakkerd door de woorden van dit mooiste meisje van de klas. Imran verdient op zijn minst een plekje om herinnerd te worden. Een grafje waar hij rustig kan blijven liggen, wat het ook mag kosten.

Vandaag grijpt de wanhoop over het geruimde graf me opnieuw naar de keel. Ahmad is naar de dokter, dus ik kan weer even flink huilen. Maar dan krijg ik een idee. Ik bel de begraafplaats in Utrecht en vraag of zijn grafje al geruimd is.
De dame van het kantoor vertelt me dat dit niet zo is! Zijn grafje is er nog. En bovendien, vertelt zij, worden graven nooit geruimd. Wat in de grond zit blijft daarin en wordt nooit weggehaald. Hooguit wordt de plek van een graf opnieuw gegeven aan een ander. Maar dit is nog niet gebeurd met het grafje van Imran. Ik kan het op mijn naam laten zetten (stond eerst nog op de naam van mijn ex) en ik kan het alsnog verlengen met ingang van mei 2016.
Ik ben zo opgelucht. Ik moet weer huilen, maar dit keer van opluchting en blijdschap. Mijn lieve Imrantje. Zo lang ik leef wil ik je grafje behouden en eren. Ik weet nu hoe belangrijk dit voor me is.

APK

Vandaag was het weer tijd voor de jaarlijkse APK-keuring, die ik gelukkig in Marbella kan laten doen met mijn Nederlandse kenteken. Mijn auto is één van de weinige in deze contreien met een niet Spaans kenteken. Er zijn zat buitenlanders (meest Engelsen) te vinden bij de ITV, zoals hier de APK heet, maar zij hebben allemaal een auto met een Spaans kenteken. Kennelijk is dat voor hun handiger (stuur links) en goedkoper. De auto’s zijn hier aanmerkelijk goedkoper dan bij ons. Maar ik had nu eenmaal mijn trouwe Daihatsu nog. Het ding rijdt nog steeds prima en hij is dan ook weer goedgekeurd. Ik reed op de heenweg over de mooie Autovia del Mediterranio, die loopt van Algeciras tot helemaal aan Barcelona. Op de terugweg zat ik naast de bestuurder en maakte een filmpje van de rit . Als je wilt, rijd dan een stukje met ons mee 🙂

Nieuwe ervaring

Het ouder worden is een langzaam proces (denk ik nu), waarin je steeds meer moet kunnen  gaan genieten van leven via een venster. Je staat steeds meer aan de zijlijn en kijkt toe hoe andere (jongere) mensen hun levens leiden. Af en toe kan je de jonkies van dienst zijn met een advies of een geldlening en verder moet je tevreden zijn met een bijrol en genieten van elk moment, zoals het simpele fluiten van een vogeltje, de zon op je bolletje en een lichaam ‘dat het nog doet’,  zonder pijntjes hier en daar. 
Het gekke is dat je daarbij toch nog af en toe onrust in je kop hebt en pas ziet hoe oud je werkelijk bent als je even voorbij een spiegel komt.
Maar als ik zie hoe mensen rijk worden door vlogs uit te zenden op You Tube waarin ze vertellen dat ze een tosti eten, dan besef ik dat ik niet meer ‘van deze tijd’ ben ????
Dit schreef ik gisteren in een mail aan iemand. Deze woorden kwamen in mij op nadat ik me een dag lang weer eens nutteloos had gevoeld.
Het blijft een probleempje dat knaagt, het niets belangrijkers meer te doen te hebben dan zorgen dat je zelf in leven blijft. Iedereen en alles om je heen redt zich wel. De wereld blijkt rustig door te draaien zonder je constructieve bijdrage. Het geld komt maandelijks binnen, zonder dat daarvoor gewerkt hoeft te worden. De kinderen hebben zelf kinderen en hebben jouw moederlijke aandacht slechts sporadisch nodig.
Het is alsof je in een leeg veld staat. Waarop kan je je aandacht richten? Misschien is dit wel het moment voor nieuwe ontdekkingen. Ik sta ervoor open. ‘Kom maar binnen,’ zeg ik tegen de nieuwe ontdekkingen en ervaringen. ‘Where ever you are.’

Zondag wandeldag

Vorige keer liepen langs ‘het weggetje naar Mijas’, dat helemaal geen weggetje naar Mijas bleek te zijn. Het schitterende pad liep naar een telefoonantenne ergens bovenop de berg, zo hoorden we van een fietser met een lekke band die uit tegengestelde richting kwam lopen. Het is onbegrijpelijk dat er mensen zijn die fietsend of rennend de steile, vanwege los liggende stenen moeilijk begaanbare paden op en af durven snellen. Wij hebben al moeite om ons staande te houden met behulp van onze bamboestok. Vooral het afdalen is moeilijk en kan levensgevaarlijk zijn.
Het smalle ‘weggetje naar Mijas’, dat aan één kant begrenst wordt door een behoorlijk steile helling heeft bovenaan de berg een tweetal zijpaden.
Vandaag waren we van plan via één van de zijpaden af te dalen naar Benalmadena. Dat zou ongeveer drie kilometer zijn. We dachten: wie weet kunnen we daar wel koffie vinden. Als we het pad afdalen blijkt het steiler en gevaarlijker dan gedacht. Ik houd me rechts in evenwicht met mijn stok en links zoek ik af en toe daarbij nog houvast aan de rotsachtige wand. Overal langs de weg hebben we verse hoopjes steenbokkeutels gezien. Het voor ons zo moeilijke begaanbare steile pad met tal van losse stenen moet voor die dieren een soort highway zijn. Als ik naar beneden kijk en ik zie daar onder me in de verte Benalmadena liggen en rechts van me steile rotswanden en onder ons ook een brug met langs razende auto’s, dan zakt me de moed in de schoenen. De koffie lijkt wel heel ver weg en eerlijk gezegd ‘schijt ik drie kleuren van angst’. Ik zie ook Ahmad voor mij worstelen met de afdaling. Hij bezeert zich ergens aan een scherp puntje.
We komen tot de conclusie dat verder afdalen gekkenwerk is en we besluiten terug te keren. Dit is geen wandelen meer maar afzien. ‘Eso no es un sendero pero un desastro,’ vindt Ahmad.
Helling op gaat makkelijker dan naar beneden, zoals altijd. Je hebt dan minder kans om uit te glijden. Als we weer langs het begin van het ‘weggetje naar Mijas’ lopen met nu links de afgrond (die er bij helder weer veel enger uit ziet dan bij bewolkt weer! Wat een diepte!) zie ik voor me ineens Ahmad heel opgewonden gebaren. Ik weet direct wat hij gezien heeft. Steenbokken! Een groep van wel acht steenbokken kwam vlak voor hem langs rennen, steil de berg af. Ik probeer snel naar hem toe te lopen, maar heb de imposante kudde helaas gemist. Ik hoorde wel het getrappel van hun hoeven als een soort geruis.
Ik ben blij voor Ahmad dat hij dit verrassende schouwspel heeft mogen zien. ‘Er was een hele grote bij,’ vertelt hij. ‘Ze hebben zulke sterke spieren in hun poten.’ Het is mij een raadsel hoe deze dieren met zulke slanke poten zo snel kunnen rennen over zulk moeilijk begaanbaar gebied. Niet alleen steile rotsen kunnen ze aan, maar ook steile heuvels met puntig uitstekende rotsblokken, losse stenen en struikgewas doorkruisen ze moeiteloos met grote snelheid.
Ik heb vandaag de grote camera niet meegenomen (Ahmad is alweer klaar met zijn fotohobby). Ik had weer zin om te filmen en te kijken hoe een filmpje wordt met het programma magix video pro x6. Niet veel soeps, hoor.

Meetellen

Dat is misschien iets dat ik gemist heb. Niet zozeer buitenshuis, bij mijn vriendjes en vriendinnetjes, maar thuis.
In huis was mijn broer numero uno voor mijn moeder. Dat was voor mij heel vanzelfsprekend en ik gunde hem dat ook, want als kleiner zusje zag ik ook enorm naar hem op en adoreerde ik hem evenzeer als mijn moeder. Voor mijn stiefvader was alleen mijn moeder belangrijk (althans in de tijd dat wij nog thuis woonden. Later was die liefde kennelijk niet meer zo sterk, al werd dat voor ons verborgen gehouden tot aan het sterfbed van mijn moeder). Zij werd door degene die voor ons eerst ‘oom Joop’ was en die later ‘pap’ genoemd moest worden ‘schatje’ en ‘snuf’ genoemd, terwijl mijn broer en ik alleen betiteld werden als ‘neetoren’, ‘langoren’ en ‘snotapen’. Mijn broer was soms een ‘zak van Laban’ en ik was ‘niet handig’, ‘zong vals’ en ‘liep als een eend’, ‘had onderkinnen’ en ‘zeiloren’, aldus mijn stiefvader.
Ik hield zielsveel van mijn broer en wij waren altijd samen in de tijd dat we nog klein waren. Door het enorme aantal verhuizingen en wisselingen van school en vanwege de vakanties die mijn stiefvader bij voorkeur doorbracht op verlaten plekken in de natuur waren Hansje en ik ook veel op elkaar aangewezen. Als ik bang was kroop ik bij Hansje in bed. Al gaf Hansje me totaal geen bescherming (hij was zelf te bang), ik vond bij hem wel troost en liefde.
Op school presteerde ik bovengemiddeld goed, ondanks de vele wisselingen van schoolprogramma. Ik kreeg waardering van de meesters en juffen en ook was ik geliefd bij andere kinderen die vochten om wie mij een handje mocht geven als we in rijen van twee moesten lopen. Toch besefte ik dat niet en voelde ik me altijd minder belangrijk en minder flink dan anderen. Ik liet me op mijn kop zitten, beet zelden van me af. Heb veel ervaringen van ‘beste vriendinnetjes’ die me in de steek lieten als er een andere kandidaat was om mee te spelen. En als ik al een trouwe vriendin had die me niet in de steek liet, dan verloor ik haar toch uit het zicht vanwege de verhuizingen. Telkens werd mijn stiefvader als beroepsmilitair overgeplaatst. Dan schreven mijn vriendinnetje en ik elkaar aanvankelijk nog een paar jaar brieven, waarna dat ook verwaterde door de afstand. Bijzonder is dat ik een vriendschap had met een meisje, toen ik in Duitsland woonde. En dat ik haar na een overplaatsing van mijn stiefvader naar Deelen (nabij Arnhem) later weer terugvond in Eindhoven. Daar zaten wij samen in de eerste klassen van het gymnasium. Toen zij tenslotte weer uit mijn leven verdween, omdat haar vader naar IJsland werd overgeplaatst, vond ik er niets meer aan op die streng protestante school en ging ik uit eigen beweging naar een ander gymnasium om daar de laatste twee klassen te doorlopen. Ik had me niet gerealiseerd dat het programma van die school totaal niet aansloot op dat van mijn voorgaande school, zodat ik in de laatste twee klassen hard heb moeten werken om mee te komen op die school.
‘Estas muy pensativa hoy’, zegt Ahmad mij vandaag. En ja, dat klopt wel een beetje. Ik zit vandaag wat meer na te denken dan normaal 😉 Wat heb ik overgehouden aan deze jeugd, die overheerst werd door afwijzing door wie in de regel de twee belangrijkste figuren in je leven horen te zijn en verder door wegens omstandigheden voortijdig afgebroken vriendschappen?

  1. Moeite om mij te binden en te geven in een vriendschap. Ik ben aardig tegen iedereen, maar als je vraagt ‘wie is je beste vriend of vriendin’ dan zou ik het niet weten. Natuurlijk, mijn kinderen zijn een stuk van mij en zijn mij het meest na van alles en Ahmad is mijn vriend en geliefde. Maar zelfs hij merkt dat ik het soms niet kan geloven dat dit allemaal echt nu gebeurt. Dat ik nu werkelijk een maatje heb die graag bij me is en bij wie ik graag ben. Het is dat hij al heel wat stukken van de muur heeft afgebroken die ik een leven lang zorgvuldig heb opgetrokken. Anders was het niets geworden. Zijn liefde overwint al die rotzooi. Hij verdient de ‘credits’ voor ons gelukkige samenzijn.
  2. Ik heb een soort drang om wat te willen ‘presteren’. En waarvoor dan? Niet voor geld en niet voor dat schouderklopje van mensen in mijn omgeving of vreemden. Ik heb nog steeds die ‘hangup’ van dat ik wil gezien worden door mijn moeder. ‘Kijk mamma, wat ik kan.’ Maar mamma is er niet meer. Mamma heeft me wel geprezen toen ze op sterven lag. Toen waren we heel hecht samen. Ik wilde alles voor haar doen. Bloemetjes voor haar plukken waarvan zij hield. Zij was toen zo zacht en zo dichtbij. Ze zei me zelfs dat als ik de kamer binnen kwam dat het dan voor haar net was of het lichter werd en de zon binnen kwam. Dat was voor mij een enorm compliment. Ze zag me toen en wilde me graag in de buurt hebben. Haar laatste woorden (tegen mij) waren ‘ik zal aan je denken’. En ik zei toen dat ik ook aan haar zou blijven denken.

En dat is ook zo, mamma. Ik denk aan jou en ik heb jou alles vergeven, omdat ik weet dat jij alleen maar luisterde naar mijn stiefvader. En dat jij het beste wilde maken van je huwelijk, dat al een tweede poging was om gelukkig met iemand te worden. Ik reken jou niets aan, omdat ik jou begrijp. Ook jij was ooit een eenzaam klein meisje, van wie de moeder de hele dag ging bridgen. Opgevoed door de baboe en de djongos. Je wilde nog een kindje met die tweede man, wat hij je niet wilde geven. Ook jij had je verdriet. Dat je mag vertoeven in blije sferen, samen met je geliefde zoon Hans.

Voordelen

Voordelen hier en daar

Spanje

  • Aardbeien in overvloed (nu)
  • Heerlijke meloenen (komen na de aardbeien)
  • Olijven (manzanillas, gekocht op water en zout basis en gekruid door Ahmad met rode peper, knoflook, citroen, oregano en tijm)
  • Een auto
  • Veel zon en licht
  • Mooi uitzicht uit alle ramen
  • Overal gratis schone toiletten
  • Mooie bergen om te wandelen
  • Strand op afstand van 15 minuten rijden
  • Wonen aan de rand van prachtig dorp nabij sierra met steenbokken.
  • Vrolijke Andalusiers
  • Rust
Nederland

  • Sambal in alle soorten
  • Tal van exotische ingrediënten voor het eten
  • Ontbijtkoek
  • Kroketten van An-nur
  • Fietsen zonder veel gevaar op de weg
  • Prachtige luchten en telkens verrassend weer
  • Zicht vanaf de woonkamer op tuin en vogeltjes
  • Mooie vogelrijke omgeving om te fietsen
  • Strand op afstand van 15 minuten fietsen
  • Wonen op de rand van prachtig Den Haag nabij natuurgebied en vogelreservaat
  • Multiculturele en kleurrijke omgeving
  • Nabijheid van mijn oogappeltjes

Aan deze tabel (met moeite verkregen in weblog met behulp van de plugin ‘Mammoth docx converter’) zou je op het blote oog kunnen aflezen dat de voordelen in Nederland groter zijn, maar dat is zeker niet waar. De rechterkolom is smaller in het weblog (valt ook niet aan te passen) en dan lijkt het meer tekst. ‘Elk voordeel heb zijn nadeel’ zei de grote Cruijff al en dat geldt ook voor waar je bent. Geluk zit tussen je oren. Maar als alles een beetje meezit komt dat geluksgevoel wel wat gemakkelijker (breek me de bek niet open, hou op schei uit!).

Ontmoeting

Sinds we hier zijn hebben we het verzuimd om de yoga te hervatten. We hebben er eigenlijk allebei niet zo een zin in. Het twee keer per week in de ochtend ergens heen moeten is nogal een inbreuk op onze vrijheid. Het is zo heerlijk om de dag te beginnen met geen enkele agenda. Heb ik altijd al gevonden.
Vandaag stelt Ahmad voor om ergens op een terras koffie te gaan drinken met een ‘empanadilla’ (dat is een in olie gebakken en daarna besuikerd deegkoekje met ‘cabello de angel’ erin. Dat laatste is een zoetigheid die komt uit een vrucht). Toevallig heb ik vandaag wel zin in een zoete hap en ik stem direct in om buiten te gaan consumeren.
Onderweg komen we onze taxichauffeur tegen, een groot stoer wijf. Ik heb bewondering voor hoe zij als enige vrouw zich staande houdt tussen de andere taxichauffeurs, enkel mannen. Bij voorkeur vragen wij altijd haar om ons te brengen en halen van en naar het vliegveld. (Alleen als zij niet kan, dan hebben we een andere chauffeur achter de hand, die wel weet dat hij tweede keus is.) Zij staat toevallig met de buurman te praten, die bij ons twee balkons verderop woont. Wij maken ook een praatje met die buurman over een ladder om het dak op te gaan.
Gearmd vervolgen wij onze weg in de stralende ochtendzon, als twee pas verliefden. Op het terras verorberen wij twee enorme stukken bladerdeeg, gevuld met cabello de angel, omdat de empanadilla’s niet op voorraad zijn. Als we onze koffie op hebben en juist willen weggaan zie ik ineens Marie Carmen aan komen lopen, onze yoga lerares. Enthousiast begroeten wij elkaar. Zij heeft toevallig geen les te geven tot 8 mei en zij heeft wel zin om even een kopje koffie met ons te drinken.
En dan ontstaat een heel openhartig gesprek van hart tot hart. We blijven zeker een uur zitten en wisselen persoonlijke ervaringen uit.
‘Jullie zijn een spiegel voor mij,’ zegt zij. ‘In jullie ontmoet ik mijn eigen liefde.’ De lieverd is net als ik ook juist aan staar geopereerd en zowel zij als ik zijn zo ontzettend blij met onze heldere visie na de operatie. ‘Het is een cadeau.’

Poreuze huizen

‘Vroegah’ werden de huizen hier nog stevig gebouwd. Want men had nog geen airconditioning en moest zich in de winter behelpen met houtkacheltjes. De huizen hadden dikke muren, opgetrokken van natuurlijk materiaal, die in de zomer de inwoners beschermden tegen de hitte en in de winter tegen de kou.
Maar nu is dat anders. Huizen worden razendsnel gebouwd van poreus en onnatuurlijk materiaal, zoals beton. Geen geïsoleerde spouwmuren hier, maar enkelvoudige wandjes. Vanbinnen zien de huizen er prachtig uit, evenals van buiten. Het tegelwerk in badkamers en sanitair is voortreffelijk en reikt van vloer tot plafond. Een aanrecht van graniet is hier geen bijzondere luxe, zoals in Nederland, maar iets doodgewoons. Een huis met meer dan één badkamer is hier ook niet vreemd en wel zo comfortabel. Oppervlakte van huis en van terrein worden ook met gulle hand toebedeeld aan huizenkopers voor relatief weinig geld.
Maar……..de huizen zijn niet erg degelijk te noemen. Of het nu gaat om een grote villa met zwembad of om een dakhuisje, zoals dat van ons. Het zijn wat je noemt ‘mooi weer huizen’. Het kan zijn dat de Spanjaard, evenals veel toeristen, lange tijd is blijven geloven in het sprookje dat het in Andalusië meestal zonnig weer is en overwegend droog. Dat blijkt al lang niet meer zo te zijn. Er zijn weleens achtereen vele ‘droge’ jaren, maar evengoed kan het hier hard regenen. En als het dan regent, dan regent het ook flink. Zoals de afgelopen maanden mocht blijken.
Bij aankomst hier hadden we waterschade aan de onderkant van enkele muren in de ‘salon’. De verf was afgebladderd en dat zag er niet fijn uit. De buren onder ons hadden geen schade aan de bovenkant van de muren onder ons, wat je wel zou verwachten. De buurman naast ons had schade aan de achterzijde van het huis (de slaapkamerkant), waar wij juist helemaal geen schade hadden.
De beschadigde muur in ons huis was wel opgedroogd en Ahmad heeft inmiddels de verfschade min of meer hersteld. Opnieuw striemden daarna helse buien langs ons weerloze dakhuisje. Hoge huisjes vangen veel wind. Opnieuw is er wat schade. Dit keer heeft water zijn weg gevonden langs de raamlijsten van de evenmin degelijke dubbelglas vensters van plastic in de beide slaapvertrekken. Dus dit keer moest de achterzijde van ons optrekje eraan geloven. ‘Volgende keer doe ik de rolluiken dicht als het regent,’ zegt Ahmad. Een goed idee.
Vandaag ging mijn ‘doe het zelf man’ even naar beneden om wat gereedschap te halen in onze ’trastero’ (de kelderbox naast onze parkeerplek). Ook daar had de regen huisgehouden. Net als enkele jaren terug. Dat was toen verholpen, dachten we. Nee dus. Niet helemaal.
Water kruipt waar gaan kan. En in poreuze huizen is het telkens weer een verrassing waar het tevoorschijn piept. ‘Het heeft geen zin ertegen te vechten’, zeg ik. ‘Zolang de muren het houden en we droog zitten moeten we het er maar mee doen.’ En af en toe wat bijverven. In de kelderbox wil Ahmad een soort dakgootje maken van oude plantenbakken, zodat eventueel overvloedig regenwater op de grond klettert en niet op onze spullen. ‘Weet jij dan waar het water vandaan komt?’ vraag ik. Ja, dat weet hij. Fijn, zo een man aan wie je dat soort dingen kunt overlaten. Heb ik nooit eerder gehad.