Lekker hangen in de wind

Vandaag besloot ik mijn brief met stem maar te gaan posten, want dat moest gebeuren voor de 12e maart. Ik keek op internet waar eventuele afgiftepunten zich bevonden, maar die waren nergens te vinden. Dus dan toch maar vertrouwen op Post NL.

Het was een leuke wandeling naar de brievenbus, zo hangend tegen de wind. De temperatuur was aangenaam. Tijdens het lopen naar de brievenbus passeerde ik de eindhalte van de tram en dat bracht me op een idee. Vandaag is het geen weer om te fietsen, want dat is gevaarlijk met zulke windstoten, maar een tochtje naar de Leyweg met de tram leek me wel wat voor vandaag. Ik wilde even naar ‘de Tuinen’, zoals de winkel vroeger heette. Om nu eens de bruine henna te proberen om mijn rode haren wat te ‘blussen’. Zo gedacht, zo gedaan en in een mum van tijd bevond ik me in een vrijwel lege tram.

Het was alweer een tijdje geleden dat ik in een tram zat. Het geluid van de tram op de rails had op mij een kalmerend effect en gaf me een vertrouwd gevoel. Veel dingen veranderen, maar het geluid van een tram is onveranderd gebleven sinds de tijd dat ik als kind bij mijn oma in Scheveningen ging logeren. Ik zat naar buiten te kijken, naar een grote groep witte vogels in de verte, die lekkere hapjes aan het pikken waren op de verlaten voetbalvelden.

Als vanzelf dacht ik terug aan de tijd in de negentiger jaren, toen ik elke dag met de tram naar mijn werk ging. Hoe heerlijk ik dat toen vond. De vaste figuren die je dan zag. In de ochtend fris gewassen mensen met gekamde haren op weg naar hun werk en in de middag (ik was vroeg klaar met mijn werk) een ander publiek. Een vrouw in Scheveningse klederdracht, die ik vaak zag zitten en die woonde in de bejaardenflat in mijn buurt. Een vrouwtje met een hoedje. Een Indische wat oudere dame met een opvallend mooie maar ook gepoederde huid en een haarnetje om haar schitterende nog zwarte haren. Allemaal mensen die ik nu niet meer zie in mijn buurt.

De oudere bewoners, die naar tevredenheid in mijn buurt woonden tot hoge ouderdom en hun kinderen daar hebben zien opgroeien hebben nu plaatsgemaakt voor jonge gezinnen, ook met kinderen maar met een mediterrane dan wel oosterse look. Zij voelen zich ook thuis in deze buurt. Ze participeren goed en zetten zich met hun kinderen in voor een betere buurt. Helaas zijn er ook wat mensen in de sociale woningen komen wonen, die zich minder aangepast gedragen. Patiënten van Parnassia, alcoholisten, mannen die hun vrouwen slaan. Dat is wat ik gisteren hoorde. Ook is er veel werkloosheid in mijn buurt en een grote armoede. En er zijn hangjongeren, die de buurt een slonzig aanzien geven door consumptie van snacks op straat en het zuigen aan gas-ballonnen met achterlating van rommel. Dat is jammer en dat zijn problemen die moeten worden opgelost. Maar het is in mijn ogen geen reden om deze mooie groene buurt met grote oude bomen te slopen. Daarmee worden al die mensen met problemen niet geholpen, maar alleen maar verplaatst.

Ik ben niet de enige die haar twijfels heeft over de ‘goede bedoelingen’ van de slopers en bouwers. Maar in hoeverre wordt er nog geluisterd als mensen winst ruiken. Wij wonen nu, in hun begerige ogen, met te veel groene ruimte rond onze woningen op een stuk grond dat zeer aantrekkelijk is voor de mensen met een dikkere portemonnee. Aan de rand van Den Haag, dichtbij alle uitgangswegen, op 10 minuten afstand van het strand en aan de rand van een natuurbeschermingsgebied.

Al deze zorgen verdwenen een beetje, toen ik mijn hoofd heerlijk even kon wenden naar de zalige zuidwesten wind. Lekker uitwaaien was dat. En tot mijn verrassing was er ook nog een nieuwe Surinaamse toko geopend op de Leyweg. Daar kon ik lekkere producten kopen om mee naar huis te nemen.

Sloop- en bouwplannen Vrederust

Eerder schreef ik over een onverwachte brief, die ik in de zomer van 2020 kreeg van mijn woningbouwvereniging, waarin stond dat mijn hele groene wijk grotendeels op de schop zal gaan.

de rode pijl geeft aan waar ik woon. Helemaal tussen het groen en pal naast een natuurgebied

Daarvoor in de plaats zouden ‘betere woningen komen en ook meer woningen’. Ik schrok daar toen zo van dat ik een schilderij verpestte. Ik stond een dag lang te trillen.

Nu hoorde ik laatst van de buurvrouw (die het ook weer van een buurman had gehoord) dat het plan niet door zou gaan wegens gebrek aan geld. Waarop ik direct ging hopen dat dit misschien waar zou kunnen zijn.

Vandaag was er een spreekuur bij mijn woningbouwvereniging, dat plaatsvond vlakbij mijn huis, waar bewoners vragen konden stellen. Mijn vraag was of het plan doorging en zo ja, of er dan een mogelijkheid was voor de bewoners om de plannen tegen te houden. Voor de wijkwinkel, waar de bewoners hun vragen konden stellen stond al een man te kleumen, die op zijn beurt moest wachten, omdat men één voor één naar binnen mocht. Al snel kwamen er nog twee bewoonsters aanlopen, die beiden, in tegenstelling tot mij, hoopten op een snelle sloop van hun huis. De ene woonde in een eengezinswoning, net als ik, maar zij was ontevreden over haar huis. Ze had vochtoverlast en schimmel, iets waarvan ik sinds renovaties enkele jaren geleden geen last meer heb. Er stonden ook twee vrouwen, die in portiekwoningen woonden en als ik hun moest geloven waren die in een zeer slechte staat en heel gehorig. Zij konden juist niet wachten tot hun huis aan de beurt zou zijn voor sloop. Als ik het goed begreep van de dames, dan waren de meeste mensen in de portiekwoningen blij met de sloopplannen, maar de de meerderheid van de mensen die huurder waren van een eengezinswoning waren juist tevreden en wilden absoluut geen sloop.

Ik meende dat ook al begrepen te hebben na het zien van een flink aantal ramen in mijn buurt met daarachter een pampflet met de tekst ‘Slopen? Bezopen’.

Ik was aan de beurt om naar binnen te gaan. Er zaten drie dames achter een tafel, van wie er één het woord voerde. ‘Ja, de plannen gaan door,’ liet ze me zelfverzekerd weten. Maar of de bewoners dat konden tegenhouden, tja, daarover had zij geen mening en zij glimlachte minzaam, toen ik vertelde dat ik erg tevreden ben met mijn onlangs gerenoveerde woning en daar niet uit weg wil. Dat kon zij zich goed voorstellen. ‘Geniet er maar van, zolang het duurt. U bent als laatste aan de beurt voor de sloop en dan zijn er al weer veel andere, beter huizen voor in de plaats gebouwd, dus dat is uw geluk.’

De pamfletten, die ik gezien heb voor de ramen van andere bewoners blijken van de SP te zijn, die de bewoners die tegen de sloop zijn een warm hart toedraagt. ’17 Maart kan u uw stem laten gelden,’ lachte de vrouw achter de tafel. Ik besloot het er maar bij te laten, zodat de andere dames buiten ook nog een kans kregen om hun vragen te stellen. Ik wist dat ik bij deze vrouw geen sympathie ga vinden voor mijn bezwaar. Hun plannen liggen klaar en die willen zij ten uitvoer brengen. Wat de bewoners daarvan vinden, laten zij daarbij buiten beschouwing.

Er is wel enig gemor bij de oppositiepartijen aangaande de snode plannen van de ‘bouwers aan een betere buurt’, zoals ik las. Maar daarnaar wordt tot op heden niet geluisterd. Ook enkele buurtbewoners hebben actie gevoerd tegen de geplande sloop. Ik was daar niet bij. Zij wonen in een wijk die eerder aan de beurt is dan de mijne. Zij zijn over 5 jaar aan de beurt en ik over 10 jaar. ?

Toch heb ik het idee dat het laatste woord hierover nog niet gezegd is, want er wordt nog vergaderd in het gemeentebestuur. De snode plannenmakers zijn over alle eventuele wensen van de bewoners heen gewalst. Ik wens hen geen succes ?.

Ik ga nu zelf een pamflet maken om voor mijn raam te hangen. Ik zie nergens waar ik zo een pamflet kan bestellen.

Hoe ‘woke’ zijn we en waaraan meten we dat af?

Net als veel anderen zit ik op het medium twitter. Ik schrijf er zelf nooit een bericht in. Heb dan ook maar 1 volger en ik volg zelf alleen mensen die ik leuk vind om te volgen, omdat ze grappig zijn of mooie foto’s plaatsen, enz. Ook volg ik enkele nieuwsmedia.

Vandaag las ik op twitter dat gisteren in het programma Nieuwsuur Lilian Marijnissen op een nogal aanvallende manier aan de tand werd gevoeld door de interviewers van het programma en enkele aanwezige kiezers. Dat wilde ik zien en daarom keek ik het programma terug in mijn telefoon.

Ik vond dat zij heel rustig bleef en dat zij heel goed reageerde op alle pogingen om haar en haar plannen onderuit te halen of in een onmogelijk daglicht te zetten.

Op een moment kwam de term ‘woke’ naar voren. Hoe woke was zij eigenlijk en hoe zou zij de westerse mens noemen, wit of blank? Ik vond dat zij daar goed op reageerde. Zij weigerde serieus in te gaan op de vraag of zij de westerse mens wit of blank noemt, alsof dat nu de graadmeter zou zijn om te bepalen hoe discriminerend je nog bent en hoe ‘woke’ je eigenlijk bent. Ze gaf wel tal van voorbeelden van hoe juist de SP altijd heeft gestreden voor gelijke behandeling van een ieder, ongeacht kleur of afkomst en hoe zij dat o.a. hebben laten zien door hun alerte reageren op de toeslagenaffaire.

Ikzelf betrapte me erop dat ik het woord woke nog niet kende. Wel is me natuurlijk opgevallen dat sommige berichtgeving ineens is overgegaan op het omschrijven van mensen als ‘wit’ in plaats van het kennelijk voor sommige mensen negatief beladen woord ‘blank’. Maar ik wist nog niet hoe streng nu kennelijk de regel is geworden om vooral het woord ‘wit’ te gebruiken als demonstratie van je niet discriminerende houding.

Ik zocht na de uitzending bekeken te hebben op internet het woord woke op en zag dat het was afgeleid van ‘stay woke’, wat een oproep is van de Black Lives Matter-beweging om alert te blijven op raciale ongelijkheid. Woke lijkt dus een verbastering te zijn van ‘awake’.

Zijn we nu allemaal papegaaien geworden, die in ons woordgebruik een sociale bewogenheid willen tonen of laten we in daden zien dat we de ander werkelijk accepteren als een gelijke? Mijn voorkeur gaat uit naar gedrag.

Ahmad heeft een veel bezocht weblog, ‘Diaspora Andalusí’

Zijn boek ‘Andalucia como Matria’, dat hij schreef in 2005 en dat ik onlangs vertaalde in het Nederlands, heeft voor zover ik kan zien nog geen lezers in ons land bereikt. Maar zijn weblog, dat hij pas heeft ontworpen en waarin hij samen met andere mensen schrijft, heeft nu al verrassend veel lezers in allerlei hoeken van de wereld.

Hij is het initiatief begonnen met een groep andere Andalusiërs. Zij zijn Andalusiër van oorsprong, maar wonen in Algerije, Tunesië, Griekenland, Egypte en Marokko. En ze schrijven allen artikelen in dit weblog, waarvan sommige in het Spaans, andere in het Engels, Frans of Arabisch.

Ikzelf heb voldoende informatie gekregen over de geschiedenis van Andalusië via mijn vertaalwerk van het boek van Ahmad en ik neem niet de moeite om zijn weblog te lezen. Maar misschien zijn er lezers van mijn weblog die wel geïnteresseerd zijn. Daarom hier de link naar zijn weblog. Ik vind het knap van Ahmad, de autodidact, dat hij in staat is om zulke weblogs te ontwerpen.

Voor de liefhebber van geschiedenis, die daarnaast ook een talenkenner is, want er is helaas geen woord Nederlands bij.

Ongelukken en bijna ongelukken in het verkeer

Het overkwam me gisteren én vandaag.

Gisteren het bijna ongeluk, toen ik in mijn auto op weg was van Hendrik Ido Ambacht naar mijn huis. Ik reed van de A13 de afrit naar de A4 op en was dus bijna thuis. Voor mij reed een VW polo. De man reed 70 km per uur op de snelweg (!) en bleef 70 km per uur rijden. Er was voor mij geen mogelijkheid om hem in te halen of ik had dat op de baan rechts naast hem moeten doen, wat voor mij niet gebruikelijk is en tegen de verkeersregels in. Dus ik bleef netjes achter hem, me verbijtend, omdat ik al zag dat de A4, die we moesten oprijden heel druk was en dat er allemaal vrachtwagens op de rechterbaan reden zonder veel tussenruimte. De polo voegde in met zijn sukkelsnelheid van 70 en vervolgens zag ik dat ik het einde van de oprijstrook bereikte, met links van me allemaal vrachtwagens. Geen enkele daarvan was van plan mij ruimte te geven om in te voegen. Helemaal aan het einde van de oprijstrook waagde ik het er maar op, want stoppen op een snelweg is geen optie. Ik gaf gas en voegde in en kreeg een uitbrander van de vrachtwagen achter me (die niet voor mij wat had willen afremmen, omdat hij me waarschijnlijk niet eens gezien had) in de vorm van een luid getoeter. Eind goed al goed, maar ik voelde aan den lijve dat je als automobilist het vermijden van ongelukken niet geheel in eigen hand hebt. Ik had geen andere keus dan me snel tussen de twee kolossen van vrachtwagens in te wurmen. De polo voor me had alles voor me verpest door 70 te blijven rijden, zodat ik niet mijn normale snelheid kon maken.

Vandaag moest ik wat boodschappen halen. Ik twijfelde even of ik de auto of de fiets zou pakken en koos voor de fiets. Ik rijd op het fietspad en plotseling bevind ik me voorover liggend op de motorkap van een auto. Een auto is rechtsaf geslagen zonder mij (rechtdoor rijdend verkeer) voorrang te geven. Gelukkig remt ze wel als ze mij op haar motorkap ziet liggen en waarschijnlijk de klap voelt. Ik hang dus half op de motorkap met mijn fiets nog aan de hand en ik kan gewoon weer gaan staan. Ik lijk niet veel te mankeren buiten een pijn aan mijn ellenboog, waarmee ik de klap heb opgevangen. ‘Dat was uw fout, mevrouw,’ zeg ik, terwijl ik haar streng aankijk door haar voorruit. Een jonge vrouw, die lopend passeert, heeft het voorval gezien en zegt ook tegen de vrouw dat het geen manier is en dat ze beter moet uitkijken. ‘Ik zag het niet door de zon,’ stamelt de vrouw.

Ik besluit er maar geen woorden meer aan vuil te maken en ga verder om mijn boodschappen te doen. Ik ben nu thuis en merk dat mijn ellenboog nog pijn doet. Ik hoop dat hij gekneusd is en niet gebroken. Ik heb de schrik nog een beetje te pakken. Waar doet een mens goed aan? Fietsen, autorijden, lopen….? Overal liggen risico’s op de loer. Ik ben er twee keer goed vanaf gekomen. Was dit een waarschuwing en wat voor conclusie moet ik hieruit trekken? Ik kan ook niet binnen blijven uit angst voor ongelukken. Bovendien gebeuren ongelukken ook in huis. Uitkijken dan maar.

Dank u, Allah, dat u mij beschermde tegen ellende en pijn ?

‘Ergens iets van vinden’

Het is een uitdrukking die ik de laatste tijd vaak hoor. Het is een nogal vage manier om te zeggen dat iemand ergens een mening over heeft. En meestal wordt dan bedoeld dat die mening een afkeuring is van iets. In plaats van dat ik dus iemand hoor zeggen: ‘hij/zij is het daar niet mee eens’ of ‘hij/zij keurt het af’ zegt iemand nu ‘hij/zij vind daar iets van’. Of als iemand je wil confronteren met een negatieve mening, waarvan hij/zij meent dat je die hebt zegt hij/zij: ‘Ik merk wel dat jij er iets van vindt’.

Dat is iets wat me opvalt en ja, belangrijk is dat niet. Er zijn zoveel manieren van uitdrukken die zomaar ontstaan en een tijd mode worden en waarin men elkaar dan lijkt na te praten. Een ander voorbeeld is de uitdrukking om te laten merken dat je het ergens mee eens bent. Dan zeggen veel mensen nu: ‘Echt, hè’.

Ach ja, de taal is een levend communicatiemiddel dat voortdurend verandert in de tijd.

Maar waar ik het over wil hebben is dat ‘ergens iets van vinden’. Ik betrap mezelf erop dat ik ook van te veel dingen iets vind en ik heb daar zo genoeg van. Ik heb dit al vaker geschreven in dit weblog. Ik wil af van mijn eigen meningen.

Maar zo eenvoudig is dat niet. Iedereen heeft een mening over van alles en sommigen leggen die overal op tafel en anderen zijn er wat terughoudender in om die uit te spreken, maar de mening zit dan wel in het het hoofd van die persoon en je kan dat ook merken en voelen. En ja, iedereen zoekt daarbij vaak ook nog bevestiging. ‘Vind jij dat ook? Ja, hè. Zo fijn dat we het eens zijn.’ Maar wat hebben we eraan? Heel twitter staat vol met meningen en ook in de kranten, op tv en overal waar je internet opent kom je meningen tegen. Ik vind het prima (haha, ook een mening), maar ik wil zelf niet meer meedoen. Lekker alleen maar alles op me af laten komen, indrukken, wat ik zie en hoor, wat ik merk en voel, alles laten binnenkomen…..maar de censuur wil ik eraf! Ik wil niet meer censureren! Omdat ik denk dat ik alleen daarvan doodmoe word en niet van de indrukken zelf. Ik wil gewoon alles doorlaten en het oordeel laat ik aan Allah over. Dat lijkt me zo rustig.

Makkelijk is het niet. Ook een 70 jarige heeft nog een hoop te leren. Maar alleen al het voornemen om ‘nergens meer iets van te willen vinden’ geeft me een weldadige rust. Is dat wat mensen beogen als ze het hebben over mindfulness?

Jeroen Pauw in gesprek over godsdienst, islam en de dood

Ik vond het mooi om te zien hoe goed Jeroen Pauw zijn gevoelens en gedachten kan verwoorden en ook erg fijn om te zien hoe beide heren, die erg verschillend denken over geloof in een hogere macht, op zo een ontspannen manier hun gedachten konden uitwisselen, zonder met elkaar in een een strijd om de ‘waarheid’ te geraken. Het bekijken waard misschien ook voor de lezer?

voor wie meer wil weten over hoe de profeet Mohammed sws heeft geleefd en wat hij betekent voor moslims

Ieder bekijkt alles vanuit een eigen hoekje

En dat hoekje van waaruit we kijken is bepaald door ons karakter dat we geërfd hebben en invloeden die we hebben meegekregen door ervaringen in het leven. We zijn allemaal uniek en er is zelfs geen enkel molecuul op de wereld dat identiek is aan een ander.

Toch zit het in ons dat we herkenning en warmte zoeken bij elkaar en dan is het fijn als we het gevoel hebben dat we even hetzelfde menen te zien en daarbij hetzelfde menen te ervaren, al is het maar beperkt tot een bepaald iets waarnaar we kijken. Dat geeft een gevoel van verbondenheid, dat warm aandoet en fijn is om te voelen.

Soms heb je het gevoel, als je iemand tegenkomt, dat je die persoon al jaren kent en dat je niet veel woorden nodig hebt om elkaar te begrijpen. En ook komt het voor dat je iemand ontmoet, van wie je onmiddellijk weet dat diegene heel ver van je afstaat en dat je, ook al spreek je 1000 woorden, elkaar nooit zal begrijpen.

Ik denk dat ik een persoon ben, die, soms tegen beter weten is, probeert met iedereen een goede verstandhouding te hebben. Voor mij bestaat de wereld uit allemaal mensen, dieren en planten die liefde verdienen, wie of wat ze ook zijn. Ik kan niet lang boos op iemand zijn en ik wil altijd begrijpen vanuit welk hoekje de ander denkt. Ik weet dat mijn hoekje, van waaruit ik kijk, ook maar een van de vele hoekjes is, van waaruit gekeken kan worden. Zoveel zielen, zoveel hoekjes. Dat is waarschijnlijk de reden dat ik gekozen heb voor de psychologiestudie. Het functioneren van het brein en de gevoelens van mensen vind ik mateloos interessant. Ik bekijk alles vanuit deze hoek. De mensen in mijn omgeving, films en series, boeken die ik lees, uitdrukkingen van mensen en dieren op foto’s, schilderijen, enzovoort. Vanaf mijn kindertijd bestudeerde ik het gedrag van de mensen om me heen.

Je kan er je brood mee verdienen, maar daarvoor heb ik nooit gekozen. Het is voor mij een liefhebberij en interesse. Soms doet het pijn, omdat ik soms het leed van anderen te veel voel als een door mij gedeeld leed en soms geeft het me heel veel vreugde en ontroering, als ik zie wat voor mooie dingen mensen doen voor elkaar en voor de wereld om hen heen. Dan huil ik ook, maar dan zijn het tranen van ontroering.

Ik ben ook zo iemand, die meent dat bidden voor een ander helpt. Ik heb ervaren dat dit zo is. Mijn stiefvader was een overtuigde ongelovige. Mijn moeder was evenmin gelovig of wellicht iemand die niet zeker wist of er een God bestond (of een hogere intelligentie, hoe je het maar noemen wilt, kosmische wetten, het oneindige). Maar zij zei vroeger wel vaak: ‘denk erom, gedachten zijn krachten’. Zij gaf me ook enkele maanden voor haar dood een boekje, dat ooit van haar moeder was geweest. Het boekje is geschreven in ouderwetse spelling. Het heet: ‘In harmonie met het oneindige’. Toen ik dat boekje las, herkende ik daarin beginselen, die in alle godsdiensten gelden en in allerlei filosofische wijsheid.

Als schoolkind begreep ik het al. Er zijn kosmische wetten en als je daarmee in tegenstelling of in overeenstemming besluiten neemt, maakt dat verschil voor wat er daarna plaatsvindt in je leven. Ik kon dat toen nog niet plaatsen en koppelen aan één bepaalde godsdienst of leer. Ook nu koppel ik het niet meer aan een bepaalde godsdienst. Ik heb toevallig gekozen voor de islam, maar ik weet dat in wezen alle godsdiensten uit dezelfde bron zijn ontstaan via diverse profeten. Door institutionalisering en een rigide regelgeving na verloop van eeuwen (helaas vaak door mensen later bedacht) ontwikkelden deze diverse godsdiensten zich tot onverdraagzame systemen. De oorsprong van alle godsdiensten is goed geweest, maar de uitwerking van de regels en de onderlinge strijd tussen de vele religies hebben afbreuk gedaan aan waar het eigenlijk om ging. Er is maar één God. En wij zijn niet meer dan dienaren op deze aarde en vertegenwoordigers. We hebben het vermogen gekregen tot reflectie, wat dieren niet hebben. Dieren handelen altijd goed, hun instinct volgend. Wij hebben op elk moment de mogelijkheid om na te denken en te kiezen voor gedachten, meningen of gedrag. En dan is het aan ons waarvoor we kiezen en of we het stemmetje van ons geweten volgen of de veel hardere stem van minder mooie intenties.

Is er nog iets om naar uit te kijken tijdens de epidemie?

Vanmorgen hoorde ik op radio 1 mensen praten over het al dan niet doorgaan van de olympische spelen en de kampioenschappen voetbal. Er kwam een sociaal psycholoog aan te pas om te vertellen hoe belangrijk de ervaring als toeschouwer van sport is voor het welbevinden van mensen. En zo zijn er veel meer positieve ervaringen te noemen die mensen nu missen vanwege de beperkende maatregelen. Er kwam ook even een vrouw aan het woord wier beroep het was om te musiceren. Ook zij kon nu even niet datgene doen wat zij gewend was te doen. Zij legde er echter de nadruk op dat het de kunst is je niet te richten op wat niet kan op dit moment, maar op wat wel kan. Zij hield zich nu bezig met het rondbrengen van maaltijden voor kwetsbare mensen en haalde daar haar voldoening uit.

Dat bracht me ertoe me te bedenken hoe dat zit voor mij. Ook ik kan bepaalde dingen niet doen, die ik normaal nu zou doen. Ik zou normaal me nu alvast voorbereiden om weer met mijn maat naar zijn ’tierra’ te gaan. Ik weet ook zeker dat hij heel graag zijn drie kinderen weer zou willen zien, zeker nu hij deze zomer opa hoopt te worden. Maar dat kan dus niet. Ook kunnen we voorlopig niet meer samen mijn kinderen opzoeken volgens de nieuwe maatregelen. Het zij zo. Ik denk dat ik in mijn leven erg gewend ben geraakt aan dingen die niet konden. En dat ik daarom van nature gewend ben om me te richten op wat wel kan. Dat heb ik mijn hele leven al gedaan.

Waar ik mij nu echt op kan verheugen is de komst van een nieuwe lente, als ik dat nog mag meemaken. Er zijn nu in mijn buurt minder meeuwen en meer kleine vogeltjes. Ik verheug me er nu al op als de lente aanbreekt de vogels te horen fluiten, de eerste zonnestralen op mijn gezicht te voelen en de natuur te zien opleven. Dat heb ik een tijd niet mogen meemaken, omdat ik dan steeds in Spanje zat, waar de wisseling van de seizoenen minder spectaculair is dan hier. Ik moet terugdenken aan mijn kindertijd, toen ik het geluk had altijd op mooie bosrijke plekken te wonen. Het was normaal voor mij om eekhoorns en konijntjes rond ons huis te zien en ik had zelfs een vogelnestje in een roostertje in de muur vlak achter het hoofdeinde van mijn bed. Als ik daar doorheen gluurde, zag ik de jonge vogeltjes in het nest zitten met opengesperde snaveltjes, wachtend op hun moeder, die via het roostertje in de buitenmuur voedsel kwam brengen. Dat zijn de mooie dingen, die me zijn bijgebleven uit mijn jeugd. De wisseling van de seizoenen en de mooie luchten en de veranderingen in de natuur zijn dingen, waar we tot op heden van kunnen genieten, als de mens dit niet ook voorgoed gaat verpesten met zijn vernietigende gedrag.

Misschien is dit virus een waarschuwing voor ons om te leren begrijpen dat de manier waarop wij nu omgaan met de natuur en met dieren een heilloze weg is, die uiteindelijk gaat leiden tot een natuurramp. Maar daarover hoor je helaas minder dan over dat mensen zoveel missen en dat de economie zoveel schade lijdt. We gaan waarschijnlijk nog meer virussen krijgen of andere rampen, want onze ogen zijn nog steeds niet ver genoeg geopend om te beseffen, dat de manier waarop we nu omgaan met elkaar en met onze natuurlijke omgeving een verkeerde manier is.

Over de legitimiteit van hadith en de documentaire over Khashoggi

Sommigen willen liever dat ik over mezelf schrijf dan dat ik de stukjes van Ahmad vertaal en hier plaats. Ik ben van plan om het beide te blijven doen.

Ik las vandaag een interessant artikel, The Secret History of Hadith: The Prophet Refused it and Abu Bakr Burnt It, waarin de legitimiteit van de hadith (opgetekende overleveringen uit het leven van de profeet) in twijfel wordt getrokken. Enkelen beweren zelfs dat de Profeet zelf tijdens zijn leven verboden heeft om over hem en zijn leven te schrijven en dat alleen de Koran zelf bewaard zou moeten blijven voor de mens als leidraad voor het leven. Ikzelf ben voor deze zienswijze en heb, toen ik nog op facebook zat, in een groep gezeten van gelijkgestemden. Nadat ik de de Koran had gelezen in 1978 was ik overtuigd van de waarheid in dit mooie boek. Zelfs ging ik zover dat ik mij bekeerde tot de islam en al mijn boeken en spullen achterliet in het pand waar ik toen woonde. Ik nam alleen mijn Koran, mijn kleding en een matras mee. Een heel drastisch besluit. Later heb ik me verder verdiept in de islam en het soefisme. Ook heb ik diverse werken met hadith gekocht en gelezen, waaronder alle delen van Buchari. Sommige hadith vormen een bevestiging van wat ook in de Koran te lezen staat of daaruit afgeleid kan worden. Andere kan ik absoluut niet verenigen met wat ik in de diverse vertalingen van de Koran heb gelezen. De Koran heeft mij in 1978 overtuigd om mij te bekeren. Het gevoel dat ik toen had was een gevoel van herkenning en meeleven met hoe het moet zijn geweest voor de Profeet een zijn sahabas (metgezellen). De hadith, die ik veel later las, hebben daar voor mij nooit wat aan toegevoegd. Integendeel brachten deze me aan het twijfelen door hun hardvochtigheid, schijnbare afwezigheid van genade en vooral hun vrouwonvriendelijkheid. Dus dit artikel (misschien wil de lezer het ook lezen? Het is geschreven in het Engels) geeft mij een soort bevestiging voor mijn twijfel over de legitimiteit van de hadith. En dat is altijd fijn.

Minder fijn was de documentaire die ik gisteren zag over het leven als journalist en de uiteindelijke wrede dood van Jamal Khashoggi, ‘Kingdom of Silence‘. Ik zag hem via NLZIet en ik zie dat hij morgen pas wordt uitgezonden op tv. Het is een aanrader om ernaar te kijken en te huiveren voor de manipulaties en huichelarij, die in deze documentaire belicht worden. Ik zei laatst in een stukje dat ik het politieke inzicht heb van een pinda. Ik denk dat ik daar bewust voor heb gekozen. Ik kan er namelijk niet tegen om zoveel onrecht te zien. En dat zie ik, elke keer als ik me toch een beetje verdiep in machtsstructuren. Wat ik gisteren weer zag, bracht mij helemaal van slag.

Hoezo horen en zien we nog zo weinig van de genocide in Jemen, die tot op de dag van vandaag nog voortduurt. En hoezo is het westen dan vriendjes met een natie, die zich schuldig maakt aan oorlogsmisdaden van een gigantische omvang? In hoeverre worden de media gemanipuleerd om bepaalde dingen te verzwijgen? Is die olie dan zo belangrijk? Waar is de ethiek? Waar is het rechtvaardigheidsgevoel?

Dus beter kijk ik naar programma’s zoals ‘de Wasstraat’. Dat is tenminste positief. Dat gaat over iemand die moeite doet om mensen die ver van de arbeidsmarkt afstaan te helpen aan werk. En hij begeleidt hen daarbij ook nog heel goed. Een muggenzifter zou daarvan weer kunnen zeggen dat de baas van de wasstraat ook niet minder wordt van deze goedkope en dankbare arbeidskrachten. Maar dan kan je overal wel wat negatiefs over zeggen. Ik word er blij van dat er nog mensen rondlopen met een goed hart.