Het lijkt vandaag af en toe lekker weer, als je uit het raam kijkt. Soms zie je een vriendelijk zonnetje. Maar schijn bedriegt. Als je je buiten de deur waagt, dan waai je bijna uit je broek en voel je een snijdende kou.
Wat doe je in zo een geval? Wij houden onszelf bezig in ons ‘atelier’, waar we toevallig allebei werken aan het afbeelden van een moskee.
Als ik vanboven even naar de tuin kijk en neerzie op de lichte hagel die neervalt op de plantjes en de kabouters, die bij elkaar zijn gaan kleumen voor hun huisje, dan hoop ik maar dat de plantjes deze barre kou gaan overleven.
Hij blijft bezig, waar hij ook is. Op een oud voetje uit Indonesië van mooi uitgesneden houdwerk maakte hij deze lampenkap van tiffany glas in lood. Het houten plakkaatje eronder was nodig om de lamp stevigheid te geven.
Ik heb de gezegende leeftijd van 70 jaar al mogen bereiken en alle jaren die nog mogen volgen zijn meegenomen. In leven blijven is niet meer zo strikt noodzakelijk als in de de tijd dat er nog vier kinderen van mij afhankelijk waren. Er wacht geen werkgever meer op mij en alle vaste lasten worden op tijd betaald, zonder dat ik daarvoor hoef te werken.
Ik kan wel verdwijnen uit dit leven, maar heb geen haast om te gaan. De vraag is voor ons allemaal hoe en wanneer we gaan. Ik ben erop voorbereid.
Als ik kijk naar de staat van mijn lichaam, dan mag ik niet klagen. Af en toe heb ik wel eens een pijntje hier of daar. Zoals ook vannacht. Na een nachtelijk plasje kon ik niet goed inslapen vanwege een vreemde pijn in mijn linkerdijbeen. De pijn kwam in golven en had niets te maken met spieren. Ik kon me gewoon goed bewegen, maar de pijn hield niet op, hoe ik ook ging liggen. Na een paracetamol sukkelde ik toch weer in slaap. Het been is nog steeds gevoelig op die plek, maar afleiding helpt. Zoals dat bij de meeste pijnen het geval is, voel je pijn het hevigst in de nacht, als er verder geen andere prikkels zijn.
Ik zie het even aan, deze pijn, en wil niet direct naar de dokter gaan. Misschien verdwijnt de pijn vanzelf weer, net als zoveel pijntjes. Gisteren en eergisteren had ik pijn aan de onderkant van mijn linker middelvinger, die toen ook blauw zag. Dat is nu over. Zo komen en gaan pijnen. Ik mag niet klagen, als ik besef dat veel mensen (die vaak jonger zijn dan ik) leven met chronische pijn.
Ik heb tussen de 10 en 20 operaties gehad in mijn leven en dankzij die operaties is mijn lichaam nog in goede conditie. Zonder die operaties zat ik hier nu niet achter mijn pc. Was ik geboren in een land met slechte of geen medische zorg, dan lag ik nu al onder zoden. Bepaalde operaties hebben mijn leven gered en andere hebben mijn leven zelfs beter gemaakt dan dat ervoor. Zoals de twee operaties aan mijn voeten en die aan de staar in mijn ogen. Mijn voeten zijn nu normaal en ik kan normale schoenen dragen en lopen zonder pijn. Sinds de staaroperatie ben ik niet meer bijziend en hoef ik geen contactlenzen meer te dragen. Daar geniet ik dagelijks van. Goed zien en lekker lopen zijn voor mij niet vanzelfsprekend, maar iets om bij stil te staan en dankbaar voor te zijn. Een chirurg in Malaga heeft mijn leven gered via een operatie aan mijn darmen, die volledig in de knoop lagen en mijn spijsvertering blokkeerden. Hij was er met veel geduld uren mee bezig. Een ander had misschien gedacht: ‘Laat maar zitten, die knoop. Ik haal gewoon het hele zooitje weg en geef deze oude dame een stoma’. Maar dat deed deze topper niet en dankzij hem functioneert alles weer naar behoren. Na een heupoperatie, waarbij mijn heup met pennen gerepareerd werd van een nare breuk, loop ik weer als normaal na veel oefenen en revalideren. Sinds die operatie fiets ik dagelijks op een hometrainer. Dat ben ik blijven doen en daardoor heb ik er geen last van dat ik minder zou bewegen dan normaal vanwege de corona-beperkingen.
Kortom, als ik de balans opmaak van de conditie van mijn lichaam via een ‘APK keuring’, dan ben ik heel tevreden. Een beetje pijn nu en dan hoort erbij op mijn leeftijd. Maar het is wel iets om in de gaten te houden. Ik denk dat het voor een ieder goed is om de conditie van zijn/haar lichaam goed in de gaten te houden. En goed voor het lichaam te zorgen door goede voeding, voldoende rust en beweging en het voorzichtig omgaan met stoffen die slecht zijn voor het lichaam, zoals alcohol en sigaretten. Van sigaretten mag je tegenwoordig wel wat zeggen, maar alcohol als slecht bestempelen is nog taboe. Ik weet het ?.
‘Hoe zit het nu met de plannen om in mijn mooie groene buurt huizen, die nog helemaal goed zijn, te slopen? En te vervangen voor dichter op elkaar gepakte woningen en flats? Hebben de bewoners daar nog inspraak in? Is het mogelijk voor de bewoners om ons hiertegen te verzetten? Ik woon heel erg naar tevredenheid in mijn buurt en zou voor geen goud weg willen. Mijn huis is al een paar keer gerenoveerd, geïsoleerd, beveiligd met goede sloten en drie dubbel glas. Er zijn onlangs nog nieuwe schuttingen geplaatst. Ik zie het afbreken van mijn huis dus als een grote verspilling. Er zijn genoeg andere buurten met werkelijk slechte woningen die vervangen kunnen worden.Ook lijkt mij het een beter idee om te zoeken naar andere bouwgrond dan die waar wij nu al wonen.’
‘Beste Shabnam, We hebben begrepen dat u Tanja van Staedion heeft gesproken over onderstaande punten, tijdens het spreekuur in de Dreven. We zien dat uw woning op dit moment ingepland staat na 2030. De plannen zijn nog niet definitief. Wij zullen u op de hoogte houden van de momenten waarop u inspraak heeft, mee kunt denken of bezwaar kunt maken. Heeft u meer vragen, dan horen we dat graag. Hartelijke groet, Het Betere Buurt Team’
‘Hartelijk dank voor uw antwoord en dat u toezegt mij op de hoogte te houden van de momenten van mogelijke inspraak in de toekomst. Ik wil nog toevoegen aan mijn bezwaar dat ik niet alleen de sloop van de huizen in het voorste gedeelte van de Riddersdreef zou betreuren, maar ook het kappen van de enorme bomen, wat daarbij ook noodzakelijk zal zijn. Ik denk dat we zuinig moeten zijn op zulke oude bomen. Wat betreft het achteruitgaan van de buurt. Ik denk dat het niet helpt om kansarme of onaangepaste mensen te verplaatsen naar andere buurten. Ik denk wel dat het zin heeft hulp te bieden en ik ben bereid me daarvoor in te zetten.’
Het bericht van de woningbouwvereniging geeft me een zekere hoop dat het zo een vaart misschien niet gaat lopen.
Vanmorgen hoorde ik op de radio verhalen van mensen die klagen over snel gebouwde prefab vinexwoningen. Iets wat volgens de deskundigen ‘geen algemeen probleem’ zou zijn. Maar als ik zulke berichten hoor, ben ik nog blijer met mijn degelijke woning uit de 50-er jaren met haar bijzonder originele indeling. We zullen zien…..
Zoiets zei mijn buurvrouw, voor wie ik de boodschapjes haal, laatst. Ze zei: ‘Weet je dat ik mijn buren dichterbij me voel staan dan mijn eigen familie? Je buren zie je meestal vaker dan je familie, Zoals jij bijvoorbeeld.’ Ik vond dat leuk om te horen. Het gevoel is wederzijds. In de tijd dat ik nu boodschappen voor haar doe en veel met haar praat, ben ik steeds meer van haar gaan houden. We begrijpen elkaar goed en reageren op veel dingen op dezelfde manier. Ik antwoordde haar: ‘Weet je dat ik vanmorgen tegen mijn man zei dat ik denk dat ik jou erg zou missen als jij ineens mocht komen te overlijden? Dat me dat gewoon oprecht verdriet zou doen?’ ‘Maar dat ben ik niet van plan, hoor,’ lachte ze. ‘Nee, dat moet je niet doen,’ zei ik toen.
Niet alleen doe ik graag haar boodschappen, maar ook geniet ik van haar gezelschap en de verhalen die ze vertelt. Ze kan bij mij haar hart uitstorten en mag dan gerust huilen, maar ik geniet ook van haar verhalen over haar belevenissen, toen ze nog goed ter been was en ook de verhalen van haar belevenissen nu. Het is een kranige vrouw met een goed hart. Zij heeft altijd veel gedaan voor anderen die hulpelozer waren, toen zij dat nog kon. Nu zit zij zelf in die positie en de voorzienigheid (Allah/God) heef mij in haar leven gebracht. Ik zit nu vast en kan niet naar Spanje, wat mij meer tijd geeft om haar te blijven helpen. Hoe mooi is dat. Boontje komt om zijn loontje. In het goede en in het slechte. Daar geloof ik in, omdat ik het om me heen zie gebeuren en zelf ervaar.
Sommigen zullen blij zijn en anderen voelen zich verslagen. Het volk heeft gekozen. Mijn toppertjes hebben niet hun gewenste resultaat bereikt. Ieder heeft gekozen voor zijn eigen belangen en een kleine minderheid heeft daarbij misschien ook nagedacht over een goede toekomst voor mens, dier en natuur. Misschien is de winst van D66 positief. We gaan het zien. Ik wil het allemaal vergeten en me, zoals ik gewend ben, weer afzijdig gaan houden van politiek. Eén stem is zo goed als geen stem in het grote geheel.
Verder met de ‘orde van de dag’. En dat is voor ons: rustig doorgaan met waar we doorgaans mee bezig zijn. En dat in heerlijke vrijheid. Zonder de deur uit te hoeven om te werken voor een ‘baas’. Het leven van een gepensioneerde is zo slecht nog niet, mits je gezond bent en geen last hebt van pijn en verdriet dat hindert.
Mijn leven is nog niet ‘voltooid’. Alleen de uitdrukking al geeft me de creeps. Wie zegt dat ik dat zou kunnen bepalen? Ik heb toch ook niet de beslissing genomen om geboren te worden. Het boek van mijn leven is nog niet uit. Alle gezonde mensen van ouder dan 75 jaar die overwegen om hun leven te beëindigen zou ik graag ‘een hart onder de riem willen steken’. Je weet nooit wat er nog op je pad komt. Ga niet bij de pakken neerzitten. Zoek een plekje in de zon. Maak een praatje met een buur. Kijk naar de vogeltjes, hoe ijverig zij zoeken naar eten of materiaal voor het bouwen van een nestje. Zij maaien niet, zij oogsten niet. Zij maken zich geen zorgen. Zij leven, omdat dit vanzelfsprekend is.
Het leven is kostbaar en kwetsbaar. Koester het. Wees niet treurig. Houd van jezelf en anderen.
Voltooid leven…..doodstraf…….. Ik wil het allemaal vergeten nu……Ik ga koeien tellen en val heerlijk in slaap. In mijn dromen bouw ik aan een betere toekomst.
Er zijn verschillende manieren waarop mensen kunnen huilen. Geluidloos, waarbij je tranen uit iemands ogen zie lopen. Hysterisch, waarbij gehuild wordt met loeiende uithalen, die soms ook boos klinken. Zachtjes snikkend. En sommig gehuil klinkt hartverscheurend.
Bij kinderen kan je vaak ook horen of het een ‘verwend huilen’ is, als van een boos kind dat zijn zin niet krijgt. Bij andere kinderen hoor je een hartverscheurende ondertoon in hun gehuil. Dan gaan bij mij direct alarmbellen rinkelen. Ik luister daarnaar met gespitste oren en een ellendig gevoel. Ik voel dan het verdriet van een eenzaam kind dat gewend is dat er niet naar hem of haar wordt geluisterd. Het is een onmachtig en intens verdrietig gehuil.
Soms hoor ik acteurs huilen in series en de één doet dat overtuigender en beter dan de ander. Er zijn erbij die bij mij alleen ergernis opwekken. Meestal is dat de hysterische versie van huilen. ‘Houd toch op,’ denk ik dan. Dat gejengel overtuigt me niet.
Gisteren hoorde ik huilen dat mij diep raakte in mijn hart. Ahmad belde de vrouw van zijn onlangs overleden broer Manolo. Hij overleed na een ziekbed aan leukemie. Wij konden helaas niet naar zijn begrafenis of op bezoek bij zijn lieve vrouw en kinderen om wat troost te bieden. Maar gisteren belde Ahmad Encarna, de vrouw van zijn overleden broer. Ik zat daarbij en hoorde haar huilen in de telefoon. Dat klonk zozeer vanuit haar hart en zo intens verdrietig dat ik ook tranen in mijn ogen kreeg. Ze sprak ook woorden die me raakten. Dat ze niet wist hoe verder te leven zonder de nabijheid van haar lieve man. Dat ze elke morgen, als ze wakker werd, die leegt voelde dat hij er niet meer was en dat ze nooit meer samen zouden zijn in dit leven. Ahmad reageerde heel liefdevol door stil te blijven en haar te laten huilen en alleen te bevestigen dat het zo erg was en zo verdrietig. Hij zei haar dat wij haar snel komen opzoeken, als we weer in Spanje zijn. Gelukkig heeft zij vier heel lieve kinderen en waarschijnlijk gaat haar jongste dochter bij haar wonen in Arrahal, zodat zij niet alleen zal zijn.
Ik heb de broer van Ahmad altijd heel graag gemogen en zijn vrouw en kinderen ook. Lieve mensen met heel goede manieren tegenover anderen.
Vandaag besloot ik mijn brief met stem maar te gaan posten, want dat moest gebeuren voor de 12e maart. Ik keek op internet waar eventuele afgiftepunten zich bevonden, maar die waren nergens te vinden. Dus dan toch maar vertrouwen op Post NL.
Het was een leuke wandeling naar de brievenbus, zo hangend tegen de wind. De temperatuur was aangenaam. Tijdens het lopen naar de brievenbus passeerde ik de eindhalte van de tram en dat bracht me op een idee. Vandaag is het geen weer om te fietsen, want dat is gevaarlijk met zulke windstoten, maar een tochtje naar de Leyweg met de tram leek me wel wat voor vandaag. Ik wilde even naar ‘de Tuinen’, zoals de winkel vroeger heette. Om nu eens de bruine henna te proberen om mijn rode haren wat te ‘blussen’. Zo gedacht, zo gedaan en in een mum van tijd bevond ik me in een vrijwel lege tram.
Het was alweer een tijdje geleden dat ik in een tram zat. Het geluid van de tram op de rails had op mij een kalmerend effect en gaf me een vertrouwd gevoel. Veel dingen veranderen, maar het geluid van een tram is onveranderd gebleven sinds de tijd dat ik als kind bij mijn oma in Scheveningen ging logeren. Ik zat naar buiten te kijken, naar een grote groep witte vogels in de verte, die lekkere hapjes aan het pikken waren op de verlaten voetbalvelden.
Als vanzelf dacht ik terug aan de tijd in de negentiger jaren, toen ik elke dag met de tram naar mijn werk ging. Hoe heerlijk ik dat toen vond. De vaste figuren die je dan zag. In de ochtend fris gewassen mensen met gekamde haren op weg naar hun werk en in de middag (ik was vroeg klaar met mijn werk) een ander publiek. Een vrouw in Scheveningse klederdracht, die ik vaak zag zitten en die woonde in de bejaardenflat in mijn buurt. Een vrouwtje met een hoedje. Een Indische wat oudere dame met een opvallend mooie maar ook gepoederde huid en een haarnetje om haar schitterende nog zwarte haren. Allemaal mensen die ik nu niet meer zie in mijn buurt.
De oudere bewoners, die naar tevredenheid in mijn buurt woonden tot hoge ouderdom en hun kinderen daar hebben zien opgroeien hebben nu plaatsgemaakt voor jonge gezinnen, ook met kinderen maar met een mediterrane dan wel oosterse look. Zij voelen zich ook thuis in deze buurt. Ze participeren goed en zetten zich met hun kinderen in voor een betere buurt. Helaas zijn er ook wat mensen in de sociale woningen komen wonen, die zich minder aangepast gedragen. Patiënten van Parnassia, alcoholisten, mannen die hun vrouwen slaan. Dat is wat ik gisteren hoorde. Ook is er veel werkloosheid in mijn buurt en een grote armoede. En er zijn hangjongeren, die de buurt een slonzig aanzien geven door consumptie van snacks op straat en het zuigen aan gas-ballonnen met achterlating van rommel. Dat is jammer en dat zijn problemen die moeten worden opgelost. Maar het is in mijn ogen geen reden om deze mooie groene buurt met grote oude bomen te slopen. Daarmee worden al die mensen met problemen niet geholpen, maar alleen maar verplaatst.
Ik ben niet de enige die haar twijfels heeft over de ‘goede bedoelingen’ van de slopers en bouwers. Maar in hoeverre wordt er nog geluisterd als mensen winst ruiken. Wij wonen nu, in hun begerige ogen, met te veel groene ruimte rond onze woningen op een stuk grond dat zeer aantrekkelijk is voor de mensen met een dikkere portemonnee. Aan de rand van Den Haag, dichtbij alle uitgangswegen, op 10 minuten afstand van het strand en aan de rand van een natuurbeschermingsgebied.
Al deze zorgen verdwenen een beetje, toen ik mijn hoofd heerlijk even kon wenden naar de zalige zuidwesten wind. Lekker uitwaaien was dat. En tot mijn verrassing was er ook nog een nieuwe Surinaamse toko geopend op de Leyweg. Daar kon ik lekkere producten kopen om mee naar huis te nemen.
Eerder schreef ik over een onverwachte brief, die ik in de zomer van 2020 kreeg van mijn woningbouwvereniging, waarin stond dat mijn hele groene wijk grotendeels op de schop zal gaan.
Daarvoor in de plaats zouden ‘betere woningen komen en ook meer woningen’. Ik schrok daar toen zo van dat ik een schilderij verpestte. Ik stond een dag lang te trillen.
Nu hoorde ik laatst van de buurvrouw (die het ook weer van een buurman had gehoord) dat het plan niet door zou gaan wegens gebrek aan geld. Waarop ik direct ging hopen dat dit misschien waar zou kunnen zijn.
Vandaag was er een spreekuur bij mijn woningbouwvereniging, dat plaatsvond vlakbij mijn huis, waar bewoners vragen konden stellen. Mijn vraag was of het plan doorging en zo ja, of er dan een mogelijkheid was voor de bewoners om de plannen tegen te houden. Voor de wijkwinkel, waar de bewoners hun vragen konden stellen stond al een man te kleumen, die op zijn beurt moest wachten, omdat men één voor één naar binnen mocht. Al snel kwamen er nog twee bewoonsters aanlopen, die beiden, in tegenstelling tot mij, hoopten op een snelle sloop van hun huis. De ene woonde in een eengezinswoning, net als ik, maar zij was ontevreden over haar huis. Ze had vochtoverlast en schimmel, iets waarvan ik sinds renovaties enkele jaren geleden geen last meer heb. Er stonden ook twee vrouwen, die in portiekwoningen woonden en als ik hun moest geloven waren die in een zeer slechte staat en heel gehorig. Zij konden juist niet wachten tot hun huis aan de beurt zou zijn voor sloop. Als ik het goed begreep van de dames, dan waren de meeste mensen in de portiekwoningen blij met de sloopplannen, maar de de meerderheid van de mensen die huurder waren van een eengezinswoning waren juist tevreden en wilden absoluut geen sloop.
Ik meende dat ook al begrepen te hebben na het zien van een flink aantal ramen in mijn buurt met daarachter een pampflet met de tekst ‘Slopen? Bezopen’.
Ik was aan de beurt om naar binnen te gaan. Er zaten drie dames achter een tafel, van wie er één het woord voerde. ‘Ja, de plannen gaan door,’ liet ze me zelfverzekerd weten. Maar of de bewoners dat konden tegenhouden, tja, daarover had zij geen mening en zij glimlachte minzaam, toen ik vertelde dat ik erg tevreden ben met mijn onlangs gerenoveerde woning en daar niet uit weg wil. Dat kon zij zich goed voorstellen. ‘Geniet er maar van, zolang het duurt. U bent als laatste aan de beurt voor de sloop en dan zijn er al weer veel andere, beter huizen voor in de plaats gebouwd, dus dat is uw geluk.’
De pamfletten, die ik gezien heb voor de ramen van andere bewoners blijken van de SP te zijn, die de bewoners die tegen de sloop zijn een warm hart toedraagt. ’17 Maart kan u uw stem laten gelden,’ lachte de vrouw achter de tafel. Ik besloot het er maar bij te laten, zodat de andere dames buiten ook nog een kans kregen om hun vragen te stellen. Ik wist dat ik bij deze vrouw geen sympathie ga vinden voor mijn bezwaar. Hun plannen liggen klaar en die willen zij ten uitvoer brengen. Wat de bewoners daarvan vinden, laten zij daarbij buiten beschouwing.
Er is wel enig gemor bij de oppositiepartijen aangaande de snode plannen van de ‘bouwers aan een betere buurt’, zoals ik las. Maar daarnaar wordt tot op heden niet geluisterd. Ook enkele buurtbewoners hebben actie gevoerd tegen de geplande sloop. Ik was daar niet bij. Zij wonen in een wijk die eerder aan de beurt is dan de mijne. Zij zijn over 5 jaar aan de beurt en ik over 10 jaar. ?
Toch heb ik het idee dat het laatste woord hierover nog niet gezegd is, want er wordt nog vergaderd in het gemeentebestuur. De snode plannenmakers zijn over alle eventuele wensen van de bewoners heen gewalst. Ik wens hen geen succes ?.
Ik ga nu zelf een pamflet maken om voor mijn raam te hangen. Ik zie nergens waar ik zo een pamflet kan bestellen.
Net als veel anderen zit ik op het medium twitter. Ik schrijf er zelf nooit een bericht in. Heb dan ook maar 1 volger en ik volg zelf alleen mensen die ik leuk vind om te volgen, omdat ze grappig zijn of mooie foto’s plaatsen, enz. Ook volg ik enkele nieuwsmedia.
Vandaag las ik op twitter dat gisteren in het programma Nieuwsuur Lilian Marijnissen op een nogal aanvallende manier aan de tand werd gevoeld door de interviewers van het programma en enkele aanwezige kiezers. Dat wilde ik zien en daarom keek ik het programma terug in mijn telefoon.
Ik vond dat zij heel rustig bleef en dat zij heel goed reageerde op alle pogingen om haar en haar plannen onderuit te halen of in een onmogelijk daglicht te zetten.
Op een moment kwam de term ‘woke’ naar voren. Hoe woke was zij eigenlijk en hoe zou zij de westerse mens noemen, wit of blank? Ik vond dat zij daar goed op reageerde. Zij weigerde serieus in te gaan op de vraag of zij de westerse mens wit of blank noemt, alsof dat nu de graadmeter zou zijn om te bepalen hoe discriminerend je nog bent en hoe ‘woke’ je eigenlijk bent. Ze gaf wel tal van voorbeelden van hoe juist de SP altijd heeft gestreden voor gelijke behandeling van een ieder, ongeacht kleur of afkomst en hoe zij dat o.a. hebben laten zien door hun alerte reageren op de toeslagenaffaire.
Ikzelf betrapte me erop dat ik het woord woke nog niet kende. Wel is me natuurlijk opgevallen dat sommige berichtgeving ineens is overgegaan op het omschrijven van mensen als ‘wit’ in plaats van het kennelijk voor sommige mensen negatief beladen woord ‘blank’. Maar ik wist nog niet hoe streng nu kennelijk de regel is geworden om vooral het woord ‘wit’ te gebruiken als demonstratie van je niet discriminerende houding.
Ik zocht na de uitzending bekeken te hebben op internet het woord woke op en zag dat het was afgeleid van ‘stay woke’, wat een oproep is van de Black Lives Matter-beweging om alert te blijven op raciale ongelijkheid. Woke lijkt dus een verbastering te zijn van ‘awake’.
Zijn we nu allemaal papegaaien geworden, die in ons woordgebruik een sociale bewogenheid willen tonen of laten we in daden zien dat we de ander werkelijk accepteren als een gelijke? Mijn voorkeur gaat uit naar gedrag.