Zoiets zei mijn buurvrouw, voor wie ik de boodschapjes haal, laatst. Ze zei: ‘Weet je dat ik mijn buren dichterbij me voel staan dan mijn eigen familie? Je buren zie je meestal vaker dan je familie, Zoals jij bijvoorbeeld.’ Ik vond dat leuk om te horen. Het gevoel is wederzijds. In de tijd dat ik nu boodschappen voor haar doe en veel met haar praat, ben ik steeds meer van haar gaan houden. We begrijpen elkaar goed en reageren op veel dingen op dezelfde manier. Ik antwoordde haar: ‘Weet je dat ik vanmorgen tegen mijn man zei dat ik denk dat ik jou erg zou missen als jij ineens mocht komen te overlijden? Dat me dat gewoon oprecht verdriet zou doen?’ ‘Maar dat ben ik niet van plan, hoor,’ lachte ze. ‘Nee, dat moet je niet doen,’ zei ik toen.
Niet alleen doe ik graag haar boodschappen, maar ook geniet ik van haar gezelschap en de verhalen die ze vertelt. Ze kan bij mij haar hart uitstorten en mag dan gerust huilen, maar ik geniet ook van haar verhalen over haar belevenissen, toen ze nog goed ter been was en ook de verhalen van haar belevenissen nu. Het is een kranige vrouw met een goed hart. Zij heeft altijd veel gedaan voor anderen die hulpelozer waren, toen zij dat nog kon. Nu zit zij zelf in die positie en de voorzienigheid (Allah/God) heef mij in haar leven gebracht. Ik zit nu vast en kan niet naar Spanje, wat mij meer tijd geeft om haar te blijven helpen. Hoe mooi is dat. Boontje komt om zijn loontje. In het goede en in het slechte. Daar geloof ik in, omdat ik het om me heen zie gebeuren en zelf ervaar.