Mijn gedachten over de pandemie en de daardoor opgelegde beperkingen

Er wordt veel over gesproken, over de pandemie die onze wereld teistert. Je kunt geen radio aanzetten, krant openslaan, praatprogramma bekijken of het gaat over corona. Ik weet dat er veel leed plaatsvind bij door corona getroffenen, thuis en in ziekenhuizen en dat het niet maar een ‘griepje’ is waarover we niet moeilijk moeten doen. Ik weet ook dat mensen, die voor hun broodwinning afhankelijk zijn van samenkomsten van meer dan 4 tot 30 mensen, zoals de horeca, de theaters, musea, enzovoort veel verliezen onder de huidige omstandigheden. En dat het vooral voor jongeren, die nog zoveel met elkaar willen beleven, een veel moeilijkere tijd zal zijn dan voor mij, als ‘boomer’ met een liefdevolle vaste relatie en geen maatschappelijke verplichtingen zoals school, werk en carrière.

Maar eerlijk is eerlijk, tot op heden heb ik als persoon er geen noemenswaardige last van. Mijn leven ziet er niet veel anders uit dan voor de pandemie. Wel word ik mogelijk nog bewuster dan voorheen dankbaar wakker dat er weer een dag is aangebroken voor mij in een tot op heden gezond lichaam. Ook in mijn familie en, overigens beperkte, vriendenkring is er tot op heden nog geen slachtoffer gevallen. Niemand van hen heeft tot op heden dit virus opgelopen. ‘Afkloppen op ongeverfd hout!’, zou mijn moeder nu roepen, als zij nog in leven was. Want hoewel ze niet erg gelovig was, hield ze zich trouw aan allerlei bijgeloof. Ik begin mijn dag met een gebed, waarin ik de Schepper dank voor weer een nieuwe dag, in gezondheid begonnen. En ik weet daarbij dat het leven eindig is en eens toch zal ophouden, wanneer of waar dan ook. Ik ben voorzichtig en loop al maanden zonder morren met een mondkapje op in winkels. Meer kan ik niet doen. Drukke plaatsen vermijden deed ik toch al, omdat ik niet houd van drukte en menigtes.

En nu is daar de kerst, die eraan komt. Mensen vinden het moeilijk om met niet meer dan drie mensen van een ander huishouden bij elkaar te mogen zitten. Terwijl ik denk: ‘wat heerlijk relaxed is dat’. Koken voor een klein gezelschap en aan tafel zitten met een overzichtelijk groepje mensen, zodat een betekenisvol gesprek mogelijk is. Want ik heb er altijd moeite mee gehad om te zitten aan een lange tafel, waarbij je aan de ene kant van de tafel niet kan volgen wat er aan de andere kan gezegd wordt. Al die subgroepjes in grote gezelschappen zorgen bij mij alleen maar voor onrust. Ik zou dan het liefst overal tegelijk zijn en dat kan niet.

Mensen missen het knuffelen en doen daar sentimenteel over. Maar ik knuffel nog steeds mijn man en kinderen, als ik weet dat ze niet ziek zijn. En wat betreft anderen, die ik in de ’tijd van normaal’ nog zoende op de wangen. Ik vond dat vaak een leeg gebaar en ook het handen schudden zegt mij niet zoveel. Ik zie meer in het buigen voor de ander als een Japanner of het elkaar begroeten met de vredesgroet met daarbij de hand op het hart, zoals dat gebruikelijk is in de islam. Respect voor het territorium van de ander. Vriendelijkheid en liefde voor je medemens kan je op veel manieren tonen en zit hem niet alleen maar in het aanraken van elkaar. Maar daarachter kan ook best meer zitten. Ik was nooit ‘aanrakerig’ van aard en dat heeft hoogst waarschijnlijk te maken met mijn verleden. Ik begrijp dat het voor een ander heel anders kan zijn.

Degenen die wel lijden onder de beperkingen die ons zijn opgelegd in deze tijd van opnieuw oplopende besmettingen wens ik sterkte.

Cornelis le Mair, een markant schilder, beeldhouwer en instrumentenbouwer

Vandaag keek ik via NLZiet naar Floortje blijft hier onder het fietsen op mijn hometrainer, een uitzending die pas 11 december op tv wordt uitgezonden. Ik raad mijn lezers aan te kijken naar al haar uitzendingen. Maar vooral naar die waarin een kijkje in het leven van Cornelis le Mair gegund wordt op 11 dec. a.s.

Wat een schilder is dat. Hij zegt terecht dat hij op schildergebied niets kan leren van anderen. Hij is al een vakman.

Kijk hier eens

Ik wacht al een tijd op pakketten, die niet bezorgd worden

Er is melding gemaakt van sinterklaasdrukte en bezorgers die niet op tijd pakketten zouden kunnen bezorgen. Ik wil daar best begrip voor opbrengen, ook na mijn vervelende ervaring met de sneakers, die nooit bezorgd werden.

Maar nu wacht ik al een tijd op drie pakketten. Twee daarvan zouden al een dikke week klaar liggen bij PostNL en één pakket zou al nog langer klaar liggen bij DHL. Ik word er een beetje bozig van. Als een kind, dat gerekend heeft op een cadeautje en het toch niet krijgt. Ik heb betaald voor de bestelde artikelen, maar ik krijg niks en dat plast me af. Ik kan er sacherijnig over beginnen tegen mij liefste, maar dat helpt natuurlijk niet.

Vandaag heb ik mails gestuurd naar de bedrijven bij wie ik besteld heb, met de ordernummers van de bestellingen, die alle zouden klaarliggen in het sorteercentrum. Wanneer worden deze pakketten bij mij bezorgd??? Grrrrrr.

Vandaag wordt er aangebeld. Het is een jongeman met een pakket. Blij doe ik open, maar het is niet voor mij, maar voor de buren. Natuurlijk wil ik dat wel aanpakken, maar waar blijven mijn pakketten? De jongen weet het ook niet, maar raadt me aan erachteraan te bellen. Ik heb nu gemaild naar de bedrijven. Bellen is lastig als er nergens telefoonnummers vermeld staan. En in gedachten zie ik dan ook een telefoniste die geduldig mijn klacht aanhoort en dan gewoon verder gaat met haar werk.

Qué mundo! In de 70er jaren was het begrip ‘vervreemding’ een modewoord. Maar nu is de vervreemding al zo ver gevorderd dat we zelfs niet meer in de gaten hebben dat we vervreemd zijn van de wereld om ons heen. We betalen met denkbeeldig geld voor spullen, die niet geleverd worden.

Ik wil niet meer bevangen naar de wereld kijken

Als baby’s net geboren zijn, kijken zij nog geheel onbevangen de wereld in. Ze kunnen al honger of pijn voelen, ofwel een gevoel van welbehagen in hun kleine lichaampje. En ze kunnen al zien, ruiken, voelen en horen. Maar ze hebben nog geen woorden om hun sensaties en datgene wat ze waarnemen te benoemen. Er worden nog geen etiketjes op de ervaringen geplakt. Dit is een staat van onbevangen zijn en voelen en waarnemen. Op hun gezichtjes kan je al verschillende uitdrukkingen onderscheiden. Een baby maakt allerlei grimassen van behagen en onbehagen en kan ook al glimlachen. ‘Stuipjes,’ heet dat in de volksmond. Niks te stuipjes, denk ik daarover. Een babygezicht geeft zonder censuur of masker weer wat het baby’tje voelt.

Naarmate we ouder worden leren we datgene wat we zien, horen, voelen en ruiken te benoemen. ‘Dat is een poes, dat is mamma,’ enzovoort. En ook leren we onze sensaties te benoemen en onze gedachten. In de opvoeding thuis en op school en door de ervaringen in de verdere wereld om ons heen leren we steeds meer te denken in begrippen en in kaders. We gaan steeds minder argeloos de wereld in kijken. We gaan steeds meer alles zien en ervaren door een filter. De filter van datgene wat we geleerd hebben en wat we denken te weten. En dat beperkt ons zo in het echt zien, voelen en ruiken en ervaren wat er is.

Ik vind dat zo jammer. Ik ben het zo zat bij mezelf. Dat bevangen de wereld inkijken. Bijna alles wat ik zie en meemaak herken ik wel ergens van. En direct heb ik er een betekenis aan gegeven en heb ik er een mening over. Zo vermoeiend, al die ballast van zogenaamde ‘kennis’ die ik meezeul. Al die meningen die ik overal en in elke situatie klaar heb liggen. Ik zou het zo graag van me afwerpen en weer onbevangen de wereld om mij heen en mijn eigen sensaties willen ervaren. Soms krijg ik een glimpje van die wereld zonder filter te zien, maar het is zo moeilijk om alle zintuigen altijd op scherp te hebben en alle gedachten en het gebabbel in je hoofd te stoppen. Laat de verwondering beginnen en zet dat ‘gedachtengoed’ opzij. Het is allemaal mindfuck! Lord, help me.

Genieten van de vogels in de tuin

In Spanje hebben we een mooi uitzicht op de heuvels rondom ons optrekje en vanuit onze slaapkamer kunnen we zelfs de zee aan de rand van Malaga in de verte zien en daarachter de Sierra Nevada, die een deel van het jaar ook echt besneeuwde toppen heeft. Maar…..om al dat moois te zien moet je wel gaan staan. Achter in het huis is dat voor het raam en voor het huis op het terras. Want als je gaat zitten op ons terras kijk je tegen de terrasmuur aan, die Ahmad weliswaar heel mooi heeft versierd met vakkundig aangebracht Andalusisch tegelwerk.

Het voordeel van Ahmad’s huisje in Alhaurin is dat we daar heel besloten en privé wonen. Er is echt geen mens die bij ons naar binnen kijkt.

Maar hier….in mijn gezellige huurhuis hebben we tijdens het eten aan de glazen ronde tafel, naast elkaar gezeten, een onbelemmerd uitzicht op de tuin. En dan zien we vogeltjes komen en gaan en knabbelen van het eten dat er voor ze hangt. Een speciale en geëerde gast is de bonte specht. Ik maakte wat opnamen van matige kwaliteit met mijn camera. Ik hoop dat de sfeer van ons genieten alsnog overkomt.

Vrijwilliger met het hart

Dat was ik een groot deel van mijn leven. Bijna al het werk dat ik deed en dat voor mij enige betekenis had was onbezoldigd. Ik heb nooit gezocht naar een flinke zak met geld. Misschien omdat ik het geluk had dat mijn ouders niet onbemiddeld waren en dat ik daarom het zoeken naar geld nooit heb gezien als een levensdoel. Maar mijn ouders waren uiterst zuinig als het ging om het verwennen van mij en mijn broer. Hun geld ging naar hun dure hobby’s en vakanties, die ze planden naar hun smaak en zonder veel rekening te houden met de verlangens van twee opgroeiende kinderen. Het waren Spartaanse vakanties in een tent bij een ijskoude beek op een berg midden in de natuur en met geen ander mens in zicht. Maar we zagen wel als kind een groot deel van Europa, terwijl de meeste andere kinderen toen nog hun vakanties binnen de grenzen genoten. Wij leerden er veel van. In hoofdzaak wisten we goed wat afzien was met een militair als vader, die heel goed wist hoe de wil van kinderen te breken. ‘Elk nadeel heb zijn voordeel’ en dat geldt ook hier weer.

Mijn broer en ik groeiden op tot wat timide wezens, die niet echt wisten zichzelf te verkopen. Ondanks dat we allebei academisch geschoold waren, beiden doctorandus in de psychologie, hebben we geen van beiden een carrière gehad in dat vak. Mijn broer werd uiteindelijk allround klusser en ik had vele baantjes, die geen van alle het niveau hadden van mijn studie. Maar zowel mijn broer en ik ontpopten ons als echte doordouwers als het ging om het volhouden. Het volhouden van zwaar werk onder zware omstandigheden. En wij konden heel goed leven van weinig middelen en waren daar dik tevreden mee. Tot vandaag de dag ben ik zo.

Ik ben een harde werker en alles wat ik aanpak doe ik met hart en ziel. Beloning voor het werk heb ik daarbij nooit echt in gedachten gehad. Vandaar dat het voor mij beter was te werken voor een baas dan als zelfstandige. Ik kan mijn marktwaarde niet bepalen en liet dat altijd bepalen door een cao. Dat was in de periodes dat ik betaald werk deed. Maar het grootste deel van mijn werkzaamheden, en juist het werk waar ik het meest trots op ben, deed ik zonder loon. Zoals het grootbrengen van vier kinderen.

En nu ben ik al een flinke tijd met pensioen, omdat ik ervoor koos mijn pensioen vroeger dan op de daar voor bestemde leeftijd te laten ingaan. Dan heb je wat minder geld voor de rest van je leven, maar je geniet er ook langer van. Ik ben nu 70, maar qua lichamelijke conditie voel ik me 35 jaar. Ik sprak laatst met mijn oude overbuurvrouw. Zij hoopt 2 december 86 jaar te worden, maar zij voelt zich, net als ik, veel jonger. En dat ondanks haar kwalen. Lichamelijk gaat het niet zo goed met haar op dit moment, maar wat een jonge geest heeft zij. En hoe helder en opmerkzaam is zij. Ik doe ongeveer twee keer per week boodschappen voor haar en ik doe dat met ongelooflijk veel plezier. Sommige mensen zuigen de energie uit je met hun gezeur en gezeik. Deze buurvrouw niet. Ik voel me zo prettig in haar gezelschap en ik vind haar zo mooi in alle opzichten. Zij ziet er altijd fris en schoon uit. Haar huis eveneens. Zij doet alles nog zelf, kookt, strijkt, houdt haar huis brandschoon. Ze kan alleen al een tijd niet zelfstandig de deur uit, sinds zij haar heup brak. Verder heeft zij nog steeds last van een doorligwond aan haar voet, die maar niet wil genezen. Maar nu, na ruim een jaar, lijkt dat de goede kant op te gaan. Ze heeft suiker en een pacemaker, maar ze is net een jonge blom als het gaat om mentale veerkracht.

Morgen mag ik haar verjaardagsboodschapjes doen. Ik wilde vrijwilligerswerk en het is als vanzelf naar me toe gekomen. Wat een zegen.

Het was tijd om geboren te worden

En wel gisteren om 14.42 uur. En dat was toch een dikke 10 dagen voor de uitgerekende datum. Deze baby wilde snel geboren worden. Wilde al vroeg de wijde wereld in.

En het is nog een stevig kindje ook. Een meisje met heel dikke wangen, dat gulzig drinkt bij haar mamma.

Hun andere dochtertje had ik gisteren opgehaald bij een familielid. Ze kon vanmorgen niet wachten om naar huis te gaan en haar vader, moeder en nieuwe zusje te zien. We brachten haar thuis rond 13 uur. We troffen daar twee heel vermoeide maar gelukkig ouders. We bleven niet lang, want het was druk voor hun met ons erbij en de kraamhulp.

‘Als ik nog wat kan doen voor jullie, zeg je het maar,’ zei ik bij het afscheid tegen mijn zoon. Dat zal hij doen. Waarschijnlijk zal om te beginnen één dezer dagen een pan met eten welkom zijn.

Een foto van de pasgeborene ga ik hier niet plaatsen. Ik ben niet zo een oma, die overal foto’s van haar kleinkinderen laat zien. De geboorte van een kind, zo normaal en vanzelfsprekend en toch steeds opnieuw een wonder…..

Baby’s worden geboren wanneer het hun tijd is

Mijn jongste zoon en zijn liefste verwachten een tweede kindje, een meisje. Tegenwoordig weten mensen dat meestal al voor de geboorte. Het maken van echo’s is heel gewoon, soms uit medische noodzaak, maar daarnaast kan je ook pretecho’s laten maken van je ongeboren kindje. Het groeiende wezentje is dan te zien op een groot scherm.

Dat was nog niet zo, toen ik moeder werd. De vroedvrouw beluisterde het hartje van de baby bij controles, nam de bloedruk op van de moeder en mat haar insulinegehalte en haar gewicht. Er werd wat aan de buik gevoeld om te bepalen of het kindje goed groeide en wanneer het eventueel was ingedaald. Ik baarde in totaal 5 kindjes. Tijdens de derde zwangerschap had ik een kolossale buik. Ik kwam ook meer kilo’s aan dan bij de eerdere zwangerschappen. In de laatste maand van de zwangerschap voelde ik me abnormaal vol, ‘overvol met baby’ zou je kunnen zeggen. ‘Is het echt geen tweeling?’ vroeg ik de vroedvrouw. Nee hoor, was het antwoord. Het zou dit keer een grote baby zijn, want zij hoorde maar één hartslag. Twee weken voor ik uitgerekend was om te bevallen, besloot men toch een echo te maken. En ja hoor. Er zaten twee kindjes in mijn buik. De ene had zich wat verscholen achter de andere.

Meestal worden tweelingen vroeger geboren dan de uitgerekende datum. Zo niet mijn kindjes. Ze bleven zitten tot 10 dagen na de uitgerekende datum. Toen wilden ze er pas uit. Eerst het meisje, dat onderop had gezeten met opgetrokken beentjes en daarna de jongen, die wat afgeplat opzij had gezeten. Het verschil in houding was nog een tijd te zien in hun slaaphouding. Het meisje sliep altijd als een kikkertje met opgetrokken stevige beentjes en de jongen vaak languit gestrekt met rechte beentjes. Wat was ik blij met die twee koters, vooral omdat mijn tweede kindje na 5 dagen overleden was in zijn slaap. Ik voelde me zeer gezegend.

Aanvankelijk sliepen ze in één ledikantje, maar al snel had ik de benodigde spullen voor twee aangeschaft. Dat was een voorwaarde, die de kraamzorg mij stelde. Als ik de spullen niet in orde had zouden ze niet komen helpen.

Maar nu is mijn schoondochter dus zwanger van haar tweede kindje. Ze is uitgerekend op 9 december. Maar nu al rommelt het in haar buik en het lijkt net of het kindje er wat vroeger uit wil dan gepland.

Vorig weekend leek het te gaan gebeuren en haar zusje werd bij mij gebracht, zodat vader en moeder zich samen konden concentreren op de bevalling. Het baby’tje kwam niet.

Vandaag is er weer activiteit in de moederbuik. Zou ze vandaag of morgen geboren worden? Ik zit klaar met mijn telefoon bij de hand. Als het zover is, rijd ik snel naar Pijnacker om het oudere zusje op te halen. Die zit alweer te popelen om uit logeren te gaan. Gaat het nu echt gebeuren?

Ik speelde een spelletje rummikub met mijn liefste. ‘De baby wil er nog niet uit,’ lach ik. Ze zit daar lekker warm in de moederbuik. Ze zegt: ‘Ik heb het recht om te blijven zitten tot minstens 9 december. Ik zit hier goed. Straks moet ik de kou in en huilen om melk en dan moet ik poepen en plassen. Hier is het fijn, zo dicht bij mamma. Ik hoef hier niets anders te doen dan lekker warm te blijven zitten. Eten komt vanzelf en ik hoef nog niet eens te ademen’. Baby’s worden geboren wanneer het hun tijd is ?