Als baby’s net geboren zijn, kijken zij nog geheel onbevangen de wereld in. Ze kunnen al honger of pijn voelen, ofwel een gevoel van welbehagen in hun kleine lichaampje. En ze kunnen al zien, ruiken, voelen en horen. Maar ze hebben nog geen woorden om hun sensaties en datgene wat ze waarnemen te benoemen. Er worden nog geen etiketjes op de ervaringen geplakt. Dit is een staat van onbevangen zijn en voelen en waarnemen. Op hun gezichtjes kan je al verschillende uitdrukkingen onderscheiden. Een baby maakt allerlei grimassen van behagen en onbehagen en kan ook al glimlachen. ‘Stuipjes,’ heet dat in de volksmond. Niks te stuipjes, denk ik daarover. Een babygezicht geeft zonder censuur of masker weer wat het baby’tje voelt.
Naarmate we ouder worden leren we datgene wat we zien, horen, voelen en ruiken te benoemen. ‘Dat is een poes, dat is mamma,’ enzovoort. En ook leren we onze sensaties te benoemen en onze gedachten. In de opvoeding thuis en op school en door de ervaringen in de verdere wereld om ons heen leren we steeds meer te denken in begrippen en in kaders. We gaan steeds minder argeloos de wereld in kijken. We gaan steeds meer alles zien en ervaren door een filter. De filter van datgene wat we geleerd hebben en wat we denken te weten. En dat beperkt ons zo in het echt zien, voelen en ruiken en ervaren wat er is.
Ik vind dat zo jammer. Ik ben het zo zat bij mezelf. Dat bevangen de wereld inkijken. Bijna alles wat ik zie en meemaak herken ik wel ergens van. En direct heb ik er een betekenis aan gegeven en heb ik er een mening over. Zo vermoeiend, al die ballast van zogenaamde ‘kennis’ die ik meezeul. Al die meningen die ik overal en in elke situatie klaar heb liggen. Ik zou het zo graag van me afwerpen en weer onbevangen de wereld om mij heen en mijn eigen sensaties willen ervaren. Soms krijg ik een glimpje van die wereld zonder filter te zien, maar het is zo moeilijk om alle zintuigen altijd op scherp te hebben en alle gedachten en het gebabbel in je hoofd te stoppen. Laat de verwondering beginnen en zet dat ‘gedachtengoed’ opzij. Het is allemaal mindfuck! Lord, help me.