Laatste warme nazomer-dag?

Vandaag hangt het grijs buiten. Wat een verschil met gisteren, toen het een zoele warme dag was met weinig wind. Ik wilde alle beschilderde houtschijven die in de tuin hangen gaan vernissen, omdat ik wist dat het vanaf maandag onstuimig en regenachtig weer zou gaan worden. Ik wil mijn geschilderde roofdieren daartegen beschermen. Ik had net mijn schilderschort aan toen er op de deur geklopt werd. Het was mijn kleinkind van 6 jaar met daarachter mijn zoon met de allerkleinste op de arm. Wat een verrassing! Zijn vrouw was bij de kapper en hij wilde het vlees dat hij had gekocht en de bloemen voor het feestje vanavond bij mij in de ijskast /het water zetten. Ik deed direct de schort uit. Het was zo leuk om die kleintjes in mijn tuin te zien scharrelen.

Kleine creatieveling maakt altijd wat moois
😍

En even later in het speeltuintje voor mijn huis, waar mijn kinderen vroeger ook nog gespeeld hebben.

Daarna was er om 16 uur een klein familiefeestje bij mijn oudste dochter. De groep nakomelingen wordt steeds groter. En mijn 3 grote kleinzonen hebben ook al verkering. Het was een heerlijk samenzijn met mijn kinderen en kleinkinderen. Oma heeft zelfs nog even gedanst. Wat een warm gevoel geeft het steeds weer om mijn (klein)kinderen vrolijk en zo lief met elkaar te zien.

Liefde is waar het om gaat.

Russisch roulette

Als oudje heb je veel tijd om overal over na te denken, te peinzen en te dromen, net als wanneer je nog een kind bent.

De laatste keer dat ik in die overvolle tram in het rond keek naar al die mensen in alle kleuren overviel me een gedachte uit het niets. Ze stonden en zaten daar zo argeloos, terwijl op diverse plekken in de wereld zich grote rampen voltrekken door natuurgeweld, dat door ons mensen mede is veroorzaakt. Ik voelde me alsof ik zat op een soort ark van noach. ‘Wij hier met zijn allen in deze tram zijn vooralsnog verschoond van onverwacht leed door een aardbeving, overstroming of oorlogsgeweld,’ zat ik te denken. ‘Het is als Russisch roulette. Een plotselinge ramp kan overal toeslaan. Tot nu toe is in ieder geval ellende al deze mensen hier in deze tram bespaard gebleven. Daar mogen we best dankbaar voor zijn.’

Rijden met die auto!

Omdat ik hem heb gekocht teneinde mijn kinderen te kunnen bezoeken en toch wil dat de auto goed blijft rijden heb ik me voorgenomen minstens elke week een ritje te maken. Vandaag was dat naar Hendrik-Ido-Ambacht en zaterdag ga ik naar Naaldwijk.

Ik ben een banger persoon geworden dan jaren geleden, toen ik overal naartoe karde zonder navigatie en me nooit druk maakte of ik wel kon parkeren waar ik moest zijn. Maar ik ben niet alleen voorzichtiger en banger om auto te rijden, ook op de fiets voel ik me minder zeker dan voorheen. Als ik terugdenk aan de tijd dat ik met mijn Tomos overal heen scheurde, door regen en sneeuw en hagel, zonder bang te zijn voor een uitglijder, dan kan ik me dat nu niet meer voorstellen.

Angsthaas die ik ben geworden met mijn broze lijfje. Maar ik blijf wel rijden! Ik heb het er zeer graag voor over dat ik de auto moet pakken om mijn kinderen op te zoeken. En ook op de fiets blijf ik rijden, maar ik ben wel voorzichtiger met op- en afstappen.

Angst is een slechte raadgever, maar voorzichtig zijn kan geen kwaad. Ik denk dat deze onzekerheid hoort bij het steeds ouder worden.

Toen ik nog geen kinderen had nam ik veel risico’s door overal op te klimmen en te duiken van een hoge duikplank. Na de geboorte van mijn kinderen werd ik voorzichtiger en nam ik minder risico, maar ik was nog steeds niet bang. Nu ben ik een angsthaas geworden. Maar daar wil ik niet te veel aan toegeven. Herkent de oudere lezer dat of ben ik de enige?

De meeuwen zijn vertrokken

Het viel me al op dat er minder op mijn auto werd gepoept door vogels, maar nu weten we het zeker. Er zijn ineens veel minder meeuwen in onze buurt. Ik hoor ze af en toe nog in de verte schreeuwen, maar het oorverdovende lawaai dat eerst in onze buurt klonk, midden in de nacht en overdag, hoor ik niet meer. Ik zie geen meeuwen op de platte daken zitten en de jonge meeuwen met hun bruine veren en kromme ruggetjes, die elke zomer overal op daken en in het gras om hun moeder riepen, zie ik ook niet.

Wat een rust. We weten niet waaraan dit plotselinge einde van de meeuwenplaag te danken is. We hebben niet gezien dat mensen op de daken klommen om nesten te vernielen of eieren weg te halen. De meeuwen die alle daken elke zomer bezet hielden zijn er gewoon ineens niet meer.

Ik weet nog dat er in de zomer van 2022 een grote groep handhavers met gele hesjes stond op de Stede, waar een aantal supermarkten te vinden zijn. Zij stonden daar met folders en spraken mensen aan om ze te waarschuwen dat ze geen overtollig eten en brood moesten weggooien rond de woningen, in verband met de rattenplaag die onze buurt toen teisterde. Het kan zijn dat mensen ernaar geluisterd hebben. Ik zie ook niet zoveel etensresten rondslingeren. Er is een broodcontainer in onze buurt, waarvan men misschien ook meer gebruik is gaan maken.

Ik ben er heel blij mee. Het is een stuk rustiger in de buurt zonder de meeuwen. Ook zien we gelukkig minder papegaaien. De duiven zijn wel gebleven. Zij scharrelen rond in onze tuin om te komen drinken en om de restjes voer die de kleinere vogeltjes laten vallen op te pikken. Dat is mooi geregeld.

Het asiel

Onze wandelingen in de Uithof zijn niet meer zo spectaculair als in de lente. Kleine vogeltjes zijn groot geworden en veel wilde bloemen zijn uitgebloeid. De rietkragen die de sloten een tijdlang overwoekerden zijn drastisch geknipt en dat geeft de sloten een saai uiterlijk. De futen en eendjes kunnen zich niet meer verstoppen.

Omdat het bovendien nog warm is besluiten we vandaag alle zon te mijden en alleen maar in de schaduw door lommerrijke paden te lopen.

We lopen langs het asiel. Ik kijk opzij en zie dat het flink is uitgebreid sinds ik daar voor het laatst een kat vandaan haalde. Het oogt als een enorm gevangeniscomplex. En we horen ook het gegil dat je normaal kan horen van gevangenen, maar dit keer zijn het geen mensen maar honden die blaffen in alle toonaarden. Het klinkt niet als geblaf van ‘ik waak hier’ maar het klinkt als hopeloos gehuilblaf. Het gaat door merg en been. ‘Weet je dat ik dit zoveel erger vind dan het gehuil en gegil van menselijke gevangenen?’ zeg ik tegen Ahmad. Van mensen kan je nog zeggen dat ze het ernaar gemaakt hebben om gevangen te zitten op enkele onschuldigen na, maar hier zijn alle gevangenen onschuldig.’ Wat zijn mensen toch wreed om een een hond aan te schaffen en deze daarna weg te doen alsof het een stuk speelgoed is. Op een paar mensen na die door ziekte of dood niet meer voor hun dier konden zorgen natuurlijk.

‘Weet je, als ik een hond was zou ik nog liever een zwerfhond zijn in Spanje dan een hond hier in dit asiel,’ zeg ik. In Spanje lopen die zwerfhonden tenminste vrij rond en mensen laten overal bakken water achter en bakjes met voedsel voor rondzwervende honden en katten. Zo hebben ze alsnog een beter leven dan deze opgesloten dieren. Om gek te worden!

We zijn blij als we het intrieste geblaf en gejank niet meer horen. Dan nog liever het dreunende geluid van de heipalen. Ze zijn flink aan het bouwen in onze aantrekkelijke groene buurt.

Kwik Fit

Vandaag in de vroege ochtend breng ik mijn auto naar Kwik Fit voor een APK en kleine beurt, die ik al vooruit betaald heb. Ik zal de auto vandaag nog kunnen ophalen.

Ik word gebeld door de monteur van Kwik Fit. Er zijn een aantal dingen die extra gedaan moeten worden aan mijn auto, waarvan sommige verplicht zijn volgens de regels van de APK en andere wenselijk. Hij noemt me alle punten en ik overleg met hem wat minimaal noodzakelijk is en wat nog uitgesteld kan worden. We komen uit op een bedrag van 500 euro dat ik straks zal moeten bijbetalen, maar dan is de auto ook weer piekfijn in orde.

Ik schrik er toch een beetje van. Het feit dat mijn dure accu vervangen moet worden verrast me ook, maar ik besef dat dit grotendeels te wijten is aan het feit dat ik zo weinig rijd. Waarvoor heb ik ik eigenlijk een auto? Alleen maar om af en toe naar mijn kinderen te kunnen rijden. Maar we kunnen ook de trein of de bus pakken of een dagje een auto huren. Ik betaal me nu blauw aan belasting, verzekering en benzine. Het is eigenlijk totaal niet rendabel! Bovendien rijd ik niet meer met plezier, zoals jaren terug.

Ik loop naar boven en vertel dit aan Ahmad die aan zijn pc zit. Hij is het helemaal met me eens. Het zit er dus dik in dat ik over een tijdje mijn auto zal wegdoen. Het leven zonder autorijden dat ik deed voor mijn 51e jaar was een zorgeloos leven waarnaar ik terugverlang. We hebben de tijd om met trein en bus te reizen. Waarom zou ik een auto moeten hebben?

Misschien blijf ik er nog even in rijden tot de volgende keuring….. of niet….

Op mijn donder

De Cruijff schoenen in maat 40 overtuigden me toch niet. Ik twijfelde zo over de maat dat ik ze een dag niet durfde aan te trekken. Vroeger had ik maat 37.5. Was het eigenlijk niet onwaarschijnlijk dat mijn voeten zouden zijn gegroeid naar maat 40? Het meisje in de winkel waarschuwde me nog dat ik echt voldoende had aan maat 39, maar ik was zo bang voor pijn in mijn voeten dat ik toch maat 40 meenam.

Gisteren trok ik ze toch maar aan. Ik merkte dat mijn hiel eruit slipte als ik ermee liep. Strakker de veters aantrekken hielp niet. Maar ja, ik had wel een gigantische ruimte voorin.

Vandaag wil ik vroeg boodschappen gaan doen. Ik trek de schoenen aan en wil er voor het eerst mee naar buiten gaan. Ik merk dat mijn hart als een gek tekeer gaat. Er klopt iets niet! Ik voel bij mijn hiel en merk dat ik er gemakkelijk een dikke vinger tussen kan steken. Het meisje in de winkel had gelijk. Ik moest 39 hebben.

Ik zeg het tegen Ahmad. Hij begrijpt dat onze ochtendwandeling vandaag niet zal doorgaan, omdat ik direct na de boodschappen voor de derde keer met de tram naar de stad wil om de schoenen te ruilen voor dezelfde in maat 39.

De tram raakt langzaam bomvol met mensen die naar Scheveningen gaan. Zittend tussen een menigte staande mensen ruik ik een walgelijke zweetlucht. Valt het de anderen die in mijn buurt zitten ook op? Kennelijk niet, want mensen zitten vredig in hun telefoon of om zich heen te kijken. Ik ben blij als ik kan uitstappen en loop met gezwinde pas naar the atletics foot. Er staan opnieuw twee andere verkopers in de winkel. Ik leg aan één van de jongens uit dat ik schoenen bij me heb in maat 40, maar dat ik ze wil ruilen voor maat 39. Hij gaat naar achteren, naar het magazijn. Het duurt een tijd voor hij terugkeert. ‘Hij kan het zeker niet vinden,’ lach ik naar de andere jongen. Dan komt de jongen tevoorschijn met achter hem dezelfde man met baard als die de vorige keer in de winkel was. Hij is kennelijk de filiaalmanager. Hij begint tegen me te preken. Dat het niet leuk is wat ik doe. ‘We hebben u goed geholpen, mevrouw, en eigenlijk had u de vorige keer niet eens de schoenen mogen ruilen die afgeprijsd waren. Dat staat ook op de bon. En nu komt u weer. Begrijpt u dat dat voor ons niet leuk is?’ Ik zeg dat ik het begrijp en dat het mijn fout is en dat ik ook zulke moeilijke voeten heb. ‘Maar snapt u dat dit voor ons niet leuk is?’ vraagt hij nog een keer streng. ‘Ja, dat begrijp ik zeker, en ik waardeer het dat jullie me de vorige keer hebben laten ruilen maar ik ga toch ook nu niet weg zonder schoenen? Ik koop toch alsnog dezelfde schoenen?’ zeg ik verbaasd. ‘O,’ zegt hij dan. ‘Dat wist ik niet. Ik dacht dat u uw geld kwam terugvragen.’ ‘Nee, ik wilde alleen de schoenen in een maat kleiner.’ De man maakt nu een biddend en buigend gebaar naar mij. ‘Sorry mevrouw, ik had het niet begrepen.’ En snel haalt hij de schoenen in maat 39 uit het magazijn. Blij trek ik ze aan en ze blijken inderdaad prima te passen. Als de jongen een nieuwe bon voor me maakt en ik de andere moet ondertekenen zeg ik hem dat ik geen tasje hoef, omdat ik de papieren tas van de andere schoenen nog in mijn hand heb. Alsnog pakt hij een nieuwe papieren tas. ‘Nee, dat hoeft niet,’ zeg ik nog eens. ‘O ja,’ lacht de jongen. ‘Nog even wakker worden,’ lach ik terug.

Ik heb net eindelijk de tas met de doos en de bon in de papierbak durven gooien en ik voel me opgelucht.

Nederland in Beweging heeft een boost gekregen

Sinds 4 september heeft het team dat in het programma Nederland in Beweging de oefeningen presenteert een nieuwe samenstelling. Olga Commandeur, voormalig atlete, is vervangen door voormalig schaatsster Barbara de Loor.

Het is een verandering waar ik heel blij mee ben. Ik doe al een tijd mee met deze workout van een kwartier via NLZiet, zowel hier als in Spanje. De oefeningen worden door veel mensen afgedaan als ‘bejaardengymnastiek’, maar dat dekt in mijn ogen niet de lading. De oefeningen die gegeven worden zijn goed voor jong en oud, zeker als je er dagelijks de tijd voor neemt.

Maar het enige waar ik me aan ergerde in de tijd dat Olga Commandeur nog in het programma zat was haar manier van presenteren. Ik vond dat ze de kijker toesprak alsof het een kleuter dan wel een demente bejaarde was.

Dat is nu anders. Zowel Duco als Barbara laten de oefeningen met uitleg zien op een rustige manier en zonder overbodige woorden. En waar ik nog blijer mee ben is dat de workout en de ontspanningsoefeningen minder gecompliceerd zijn, met minder onnodige en ingewikkelde bewegingen. Er wordt efficiënter gewerkt en met meer herhalingen, zodat je de gebruikte spieren meer gaat voelen.

Ik ben heel blij met dit vernieuwde programma, waarbij ik verder niets ten nadele wil zeggen van Olga Commandeur. Want het is dankzij haar dat men ooit begonnen is met dit tv programma, waarvan mensen die graag fit willen blijven gratis kunnen profiteren.

Schoenenleed

Met de meeste aankopen ben ik voorzichtig en heel kritisch voor ik iets aanschaf. Het komt niet zo vaak voor dat ik een miskoop heb. Miskopen gebeuren bij mij sneller bij aankopen op internet. Ik kan me een miskoop herinneren van opzetstukken voor tandenborstels, een ‘antisnurk-apparaat’ dat totaal niet werkte en een jurk van een goedkope modeaanbieder die er niet uitzag als op het plaatje.

Maar waar ik me heel vaak in vergaloppeer, dat zijn schoenen. Ik heb jaren te kampen gehad met moeilijke en zelfs enigszins misvormde voeten. Inmiddels zijn de voeten hersteld door middel van operaties, maar het blijven nogal brede voeten, waarvan de linker ook nog ietsje langer en breder is dan de rechter.

Gisteren ging ik naar de stad met de tram, omdat daar meer keus is in sportschoenen. Omdat het een hete dag beloofde te worden, verwachtte ik niet veel mensen in de doorgaans propvolle winkels, waar vooral jongeren zich staan te vergapen aan de laatste trendy modellen. Ik loop het beste op sportschoenen en daarom ben ik veroordeeld me om de zoveel jaar te begeven in dat soort winkels.

Ik wil altijd zwarte schoenen. Zoveel als ik verder van kleur houd, zo totaal niet houd ik van gekleurde, dan wel witte schoenen. Het valt niet mee om zwarte sportschoenen die niet lomp overkomen te vinden voor vrouwen, want vrouwen hebben vooral keus uit sportschoenen in allerlei pasteltinten, die men kennelijk ziet als vrouwelijk

Maar om een lang verhaal kort te maken. Ik kocht gisteren een paar zwarte Nikes, die bij het aantrekken onmiddellijk goed leken te zitten. Ik paste de linker, mijn lastigste voet. Ik liep er even op en voelde niks knellen. Blij kocht ik de peperdure schoenen met 20 % korting.

Bij thuiskomst besloot ik ze binnen in te lopen. Ik ging ermee op mijn hometrainer. Karamba, ze zaten eigenlijk niet zo lekker. Ik dacht ook dat het maat 39 was, maar zag, kijkend op de doos, dat het 38.5 was. Op de bon staat dat afgeprijsde artikelen niet geruild kunnen worden. Maar ik heb de schoenen net en nog niet buiten gedragen en ik wil dezelfde passen in een halve of hele maat groter. Vandaag bel ik de winkel. Ik krijg een antwoordapparaat, waarin ik mijn boodschap kan inspreken, wat ik doe. Ik bel nog een paar keer, maar krijg geen persoon aan de lijn.

Ik voel me een enorme sukkel. Zo vaak overkomt het mij dat ik (de eens in de zoveel jaar dat ik schoenen nodig heb) dat ik de verkeerde schoenen koop. Ik ben onzeker in schoenenwinkels en kappers. Van de zenuwen gedraag ik me dan raar en te gehaast.

Zucht. Als ik geen gehoor krijg vandaag, ga ik met mijn schoenen in de doos op goed geluk nog eens naar de winkel. Op hoop van zegen. Anders was het een dure vergissing.

Het is gelukt! De telefoon werd niet opgenomen bij ’the athlete’s foot’, omdat ze in een verbouwing zitten en de telefoon tijdelijk is afgesloten. Ik werd geholpen door een andere verkoper dan gisteren. Ze hadden de schoenen die ik gisteren kocht niet meer in het zwart in een grotere maat, maar ik mocht andere schoenen uitzoeken. Ik heb nu mooie schoenen van het merk Cruijff. Dit keer luisterde ik niet naar de verkoper, die me maat 39 adviseerde. Ik kocht maat 40. Op de terugweg in de tram zat ik weer te stressen of de schoenen dit keer niet te groot waren. In mijn fantasie werden ze alsmaar groter en zag ik mezelf erin van voor naar achter glijden als in een boot. Maar dat bleek bij thuiskomst toch niet zo te zijn. Ze zitten perfect en ik heb bovendien 55 euro teruggekregen. Het leed is voorbij en nu hoef ik hopelijk een paar jaar geen schoenen meer te kopen.

Cruijff was niet alleen een goede voetballer en trainer maar in mijn ogen ook een sympathieke man. Ik vind het niet erg om zijn naam op mijn schoenen te hebben staan. Het doet me wel pijn dat Indonesische handen deze vervaardigd hebben voor een klein beetje geld. Daarom koop ik niet meer schoenen dan noodzakelijk.

Alles verandert

Vanmorgen kon ik na het bidden (rond 5.30) niet meer slapen en ging ik nadenken over dat alles verandert en niks blijft. Het was de lijfspreuk van wijlen mijn broer Hans. En ik snap wel waarom. Hij had moeite met afscheid en verandering. Telkens opnieuw verhuisden wij en moesten we ons aanpassen in een nieuwe buurt en op een nieuwe school. Toen we een keer een dagje uit waren en mochten zwemmen aan een strandje langs een rivier, ging Hans een trommeltje met kleine voorwerpen begraven. ‘Als we later terugkomen, dan graven we dat op,’ zei hij. Elk afscheid van mooie momenten of dagen maakte ons weemoedig. Hans probeerde er iets van ‘vast te houden’ door dingen te begraven voor later, als we zouden terugkeren op dezelfde plek. Maar we kwamen nooit terug op eenzelfde plek.

Dat gevoel van dingen niet kunnen vasthouden, omdat alles nu eenmaal verandert, overviel me vanmorgen. Er kwam van alles in mijn gedachten. Dingen die lang geleden plaatsvonden herinner ik me als de dag van gisteren. Het is raar om jezelf te voelen als een constante in een steeds veranderende omgeving. Ik zou alles willen bewaren en in een doos stoppen. Het zijn niet zozeer de spullen of de kleding en andere materiële dingetjes, het zijn de herinneringen en de gevoelens die komen en gaan en die ik zou willen vasthouden. Ik weet niet wat ik daarmee dan zou moeten. Het is een gevoel van heimwee. Heimwee naar wat er niet meer is en heimwee naar wat nu is en er morgen niet meer zal zijn.

Maffe gedachten die ook voorbijgaan.