Op mijn donder

De Cruijff schoenen in maat 40 overtuigden me toch niet. Ik twijfelde zo over de maat dat ik ze een dag niet durfde aan te trekken. Vroeger had ik maat 37.5. Was het eigenlijk niet onwaarschijnlijk dat mijn voeten zouden zijn gegroeid naar maat 40? Het meisje in de winkel waarschuwde me nog dat ik echt voldoende had aan maat 39, maar ik was zo bang voor pijn in mijn voeten dat ik toch maat 40 meenam.

Gisteren trok ik ze toch maar aan. Ik merkte dat mijn hiel eruit slipte als ik ermee liep. Strakker de veters aantrekken hielp niet. Maar ja, ik had wel een gigantische ruimte voorin.

Vandaag wil ik vroeg boodschappen gaan doen. Ik trek de schoenen aan en wil er voor het eerst mee naar buiten gaan. Ik merk dat mijn hart als een gek tekeer gaat. Er klopt iets niet! Ik voel bij mijn hiel en merk dat ik er gemakkelijk een dikke vinger tussen kan steken. Het meisje in de winkel had gelijk. Ik moest 39 hebben.

Ik zeg het tegen Ahmad. Hij begrijpt dat onze ochtendwandeling vandaag niet zal doorgaan, omdat ik direct na de boodschappen voor de derde keer met de tram naar de stad wil om de schoenen te ruilen voor dezelfde in maat 39.

De tram raakt langzaam bomvol met mensen die naar Scheveningen gaan. Zittend tussen een menigte staande mensen ruik ik een walgelijke zweetlucht. Valt het de anderen die in mijn buurt zitten ook op? Kennelijk niet, want mensen zitten vredig in hun telefoon of om zich heen te kijken. Ik ben blij als ik kan uitstappen en loop met gezwinde pas naar the atletics foot. Er staan opnieuw twee andere verkopers in de winkel. Ik leg aan één van de jongens uit dat ik schoenen bij me heb in maat 40, maar dat ik ze wil ruilen voor maat 39. Hij gaat naar achteren, naar het magazijn. Het duurt een tijd voor hij terugkeert. ‘Hij kan het zeker niet vinden,’ lach ik naar de andere jongen. Dan komt de jongen tevoorschijn met achter hem dezelfde man met baard als die de vorige keer in de winkel was. Hij is kennelijk de filiaalmanager. Hij begint tegen me te preken. Dat het niet leuk is wat ik doe. ‘We hebben u goed geholpen, mevrouw, en eigenlijk had u de vorige keer niet eens de schoenen mogen ruilen die afgeprijsd waren. Dat staat ook op de bon. En nu komt u weer. Begrijpt u dat dat voor ons niet leuk is?’ Ik zeg dat ik het begrijp en dat het mijn fout is en dat ik ook zulke moeilijke voeten heb. ‘Maar snapt u dat dit voor ons niet leuk is?’ vraagt hij nog een keer streng. ‘Ja, dat begrijp ik zeker, en ik waardeer het dat jullie me de vorige keer hebben laten ruilen maar ik ga toch ook nu niet weg zonder schoenen? Ik koop toch alsnog dezelfde schoenen?’ zeg ik verbaasd. ‘O,’ zegt hij dan. ‘Dat wist ik niet. Ik dacht dat u uw geld kwam terugvragen.’ ‘Nee, ik wilde alleen de schoenen in een maat kleiner.’ De man maakt nu een biddend en buigend gebaar naar mij. ‘Sorry mevrouw, ik had het niet begrepen.’ En snel haalt hij de schoenen in maat 39 uit het magazijn. Blij trek ik ze aan en ze blijken inderdaad prima te passen. Als de jongen een nieuwe bon voor me maakt en ik de andere moet ondertekenen zeg ik hem dat ik geen tasje hoef, omdat ik de papieren tas van de andere schoenen nog in mijn hand heb. Alsnog pakt hij een nieuwe papieren tas. ‘Nee, dat hoeft niet,’ zeg ik nog eens. ‘O ja,’ lacht de jongen. ‘Nog even wakker worden,’ lach ik terug.

Ik heb net eindelijk de tas met de doos en de bon in de papierbak durven gooien en ik voel me opgelucht.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *