Rust

Ik geniet van de rust in de strenge lockdown, die in Spanje wordt gehandhaafd. In fase 1 wordt sinds een tijdje meer vrijheid verleend om de straat op te gaan. We mogen nu met zijn tweeën wandelen en ook met de auto rijden binnen de provincie Malaga. Maar ik merk dat ik nauwelijks behoefte heb om erop uit te gaan. Ik geniet van de ochtendwandeling, die we dagelijks maken. Ook al lopen we steeds dezelfde route, het verveelt me niet.

Maar ik merk dat ik niet meer goed tegen veel mensen om me heen kan; het lawaai van schelle stemmen, de onrust. Daarom probeer ik te vermijden om er in de namiddag op uit te gaan, het moment dat de Andalusiërs juist massaal de straten bezetten en de kindertjes even mogen ´luchten´, op hun fietsjes en stepjes. Want de speeltuintjes zijn nog verboden toegang. Soms moet het wel even, als ik een recept moet ophalen bij de apotheek. Het komt allemaal te hard bij me binnen, de conversaties op luide toon, de kindersmoeltjes achter een mondkapje. Schuldgevoel over een wereld, die wij volwassenen aan het verpesten zijn voor deze onschuldige kleintjes. Ik ga snel weer naar huis, in mijn hokje, waar ik me thuis voel. Wat moet ik verder buiten?

Ahmad vraagt of ik kleding wil gaan kopen in de Plaza Mayor. ´Nee, liefste. Ik heb genoeg kleding.´ Een paar kledingstukken, die ik al jaren graag draag. In de kast hangen een paar ´nette kleren´, die oud zijn, maar nu weer in de mode. Ik heb niets nodig en voel me perfect in ons coconnetje hier onder de blauwe lucht.

Ik denk dat ik het in Nederland niet veel anders ga doen. In de ochtend een wandelingetje in onze groene buurt. En verder alleen het nodige. De uitjes zullen zich beperken tot bezoekjes aan mijn kinderen.

En dat is niet alleen vanwege het corona-gevaar. Het leven, zoals het nu is tijdens deze lockdown, bevalt me meer dan ik ooit had gedacht. Het is zoveel relaxter om nergens heen te hoeven. Ik besef dat ik altijd al zo heb geleefd en altijd een vreemde eend in de bijt was als het ging om deelnemen aan ´vermaak´. Want vermaak zit voor mij in heel kleine hoekjes, die zich niet laten vertalen in plaats of tijd.

Muilkorfjes

In Nederland is het nog niet zo gewoon in het straatbeeld, maar hier wel. Mensen, jong en oud, met mondmaskers. Om de één of andere reden vertedert het me. Mensen krijgen er in mijn ogen een liever uiterlijk door.

Je ziet niet de mond van de mensen, die soms gemeen kan zijn of chagrijnig. Of lelijk, met siliconen-lippen. Dat alles wordt de toeschouwer nu bespaard. Je ziet alleen de ogen en die verraden veel meer van de ziel en zijn zelden zo wreed. Zonder al die gelaatstrekken, die getekend zijn door het leven, ziet iedereen er veel onschuldiger en minder bedreigend uit in mijn ogen. Als gemuilkorfde hondjes lopen mensen nu af en aan. Braaf.

Ook wij hebben onze muilkorfjes bij de hand, voor het geval dat we ergens zijn waar veel mensen lopen of wanneer we een gesloten ruimte betreden. Prettig is het niet. Je krijgt het er wat warmer van dan normaal en het voelt wat benauwd, ook al heb je wel voldoende lucht. Het is even wennen, maar het kan echt wel. Hoe langer je het masker op hebt, hoe meer je eraan went. Ik denk dat het goed is om een mondmasker te dragen.

Maar dan wel de goede versie en niet een oude sok of lap die geen nut heeft. Ik hoop dat ze in Nederland ook leverbaar gaan zijn. Voor mij is het onbegrijpelijk dat in een betrekkelijk arm land als Spanje de goede ffp2 mondkapjes gewoon verkrijgbaar zijn bij elke apotheek, terwijl ze in Nederland beweren dat ze niet voldoende leverbaar zijn en dat ´gewone mensen´ (mensen die niet in de zorg werken) het maar moeten doen met de minder veilige of zelfs totaal niet veilige variant. Maar ik snap wel meer niet 😉

Panta rei ouden menei

Ofwel ´Alles stroomt en niets blijft´ was de lijfspreuk van mijn helaas lang geleden overleden broer Hans. De woorden stonden boven zijn voordeur in de ruit gegraveerd en in zijn horloge gegraveerd.

Hans had een neiging tot nostalgie. En ik denk te weten hoe dat komt. Telkens verhuisden wij vanwege de militaire baan van mijn stiefvader. Steeds moesten we wennen aan een nieuwe omgeving, een nieuwe school en andere kinderen in de buurt om mee te spelen. Als je net ergens gewend was aan de kinderen om je heen, dan kon je weer inpakken en wegwezen. Daarbij kwam dat mijn stiefvader niet hield van overbodige spullen. Als we verhuisden moesten we ook vaak veel van onze bezittingen wegdoen of achterlaten. We hadden zo weinig spullen in ons huis staan, dat sommige kinderen, als ze bij ons binnen kwamen in de woonkamer, vroegen of we aan het verhuizen waren. Nee, dus. Maar de inrichting was altijd strak en sober en gemaakt van handig te reinigen en praktisch materiaal zoals formica.

Als we met vakantie gingen of een dagje weg, dan gingen onze ouders nooit twee keer naar dezelfde plek. Dus ook van die plekken moesten we altijd afscheid nemen alsof het voor ´eeuwig´ was. Ik weet nog dat we een keer een dagje naar de Maas gingen. Met een oude groene morris, die regelmatig stil bleef staan langs de weg. Bij de Maas konden Hans en ik lekker spelen in het zand en bij het water. Op een goed moment zag ik Hans een kuil graven en daarin begroef hij een trommeltje met wat spulletjes. ´Als we hier dan een keer terugkomen, dan graven we dit op,´ zei hij. Zo was mijn broer. Hij wilde iets behouden van elke plek waar hij kwam en als hij gelukkig was wilde hij dat in een doosje stoppen en bewaren. Ik begrijp dat zo goed en nu ik ouder word steeds beter. Hij bewaarde ook graag dingen die hij vond. ´Dat kan nog wel van pas komen,´ zei hij dan. Mijn lieve broer, die maar 47 jaar mocht worden.

Ik merk de laatste tijd dat ik me kan hechten aan rare dingen en mensen die soms niet eens te maken hebben met mijn eigen leven. Zo mis ik de zwerver die een tijd lang in dit dorp een belangrijke sociale plaats innam en door veel dorpsbewoners met eten en liefde en een deken werd ondersteund. Hij is al jaren overleden en werd herdacht met een roos in een vaasje op de plek in het nisje waar hij altijd sliep. En ik mis nu de benedenburen, het jonge gezin met de twee lieve kinderen, dat beneden ons woonde en nu verhuisd is. Ik had niet eens contact met die mensen, maar ik werd blij als ik het stemmetje hoorde babbelen van hun dochtertje beneden in de ojo de patio. Ik genoot ervan als ik hun mooie herdershond zag. Ze zijn verhuisd en nu woont er een oud echtpaar. Niks mis mee, maar ik mis op onverklaarbare wijze dat lieve gezin. En ik mis de zwerfhond met zijn varkenspoot, die ik maar eenmaal tegenkwam en die me even heeft aangekeken. Kortom ik mis de meest maffe dingen. En ik besef nu dat ook al blijf je wonen in een en dezelfde omgeving, dat ook dan de dingen niet hetzelfde blijven. Ik mis al een hele week ´el aristocrata´, die we vrijwel dagelijks een sigaretje zagen paffen op een bankje in het centrum van het dorp. Waar is hij? Hij zal toch niet ziek zijn of overleden? Ik ken de man verder helemaal niet, maar ik maak me nu al zorgen. Ik wil hem ook niet missen. Kortom ik hecht me aan de meest rare dingen en onwaarschijnlijke mensen, met wie ik dus eigenlijk niets te maken heb. En ik hecht me aan bepaalde kleding, ook al zitten er gaten in.

Maar ik moet ermee dealen. Dat alles stroomt en dat niets blijft. Alles verandert voortdurend.

Moet schilderen

Ik had alles al opgeruimd. Kwasten schoongemaakt, schilderspullen op een hoopje gezet. Maar het schilderen blijft aan me trekken. Dus nog een werkje in de planning gezet. Omdat ik al een Andalusisch straatje heb geschilderd, bedacht ik me dat ik nog een laatste schilderij kan maken om een Ikea-lijst met een in mijn ogen niets zeggende reproductie erin opnieuw te vullen. Daarna is het echt afgelopen met de schilderijen die ik in dit huis kwijt kan.

Er zijn ontiegelijk veel afbeeldingen van patio´s in Cordoba. Ik bekeek ze allemaal tot mijn ogen gingen branden. En het gekke was dat de afbeeldingen die ik eruit pikte als de mooiste toevallig al schilderijen waren. Dat bevestigde voor mij het idee dat het naschilderen van een foto wel zin heeft. Het schilderij heeft altijd een dimensie meer dan de foto (mits het mooi geschilderd is). Hoe realistisch een schilderij ook is, het is nooit hetzelfde als de werkelijkheid of een foto. Er ligt altijd iets van de interpretatie van de schilder in. Dat maakt het voor mij interessant. Maar een schilderij naschilderen is niets voor mij. Een foto die ik niet zelf gemaakt heb, maar van internet gehaald kan nog, maar een schilderij dat al gemaakt is naschilderen voelt voor mij als plagiaat. De afbeelding hierboven is een foto en dus mag ik van mezelf ermee aan de gang, met dank aan de fotograaf.

Ik ben weer teruggekeerd naar mijn YouTube-leraar van het begin van mijn schuchtere stappen op het schilderpad. En dat is is Mike Carder. Op zijn website kan ik alles vinden aangaande het opzetten en schilderen van een olieverfschilderij. Helemaal gratis. Mike Carder is erg gedetailleerd en nogal een pietje precies in het mengen van kleuren e.d. Hij werkt met een klein palet en laat zien hoe je met 5 basiskleuren vrijwel elke kleur kan mengen. Ik was een tijdje ontrouw aan deze leraar. Hopte van de ene onlineschilder naar de andere. Bedenk me nu dat het beter is om vast te houden aan één methode.

Ik heb mijn canvas al geprepareerd met een grondlaag. Nu kijken wat ik er dit keer van bak. Ik neem me voor om zorgvuldiger mijn kleuren te checken dit keer en niet meer op het doek te mengen. Ik ga mezelf meer tijd gunnen. Want laten we eerlijk zijn. Wie zit er te wachten op mijn werkjes. Er zit niemand achter me aan. De eerste opdracht (buiten die van familieleden) moet nog komen, als die ooit gaat komen ;-). Ik schilder, omdat ik het heerlijk vind om te doen.

We zitten hier nog even gevangen

We dachten 4 juni naar huis te vliegen. Het stond zelfs in de krant, dat Transavia vanaf 4 juni weer vloog op, onder andere, de bestemming Malaga. Ik was er dan ook vrij zeker van en verheugde me al. Ik stond gisteravond niets vermoedend was te vouwen, toen Ahmad een mail liet zien, waarin stond dat onze vlucht van 4 juni geannuleerd is. Dat is de derde keer dat een door ons geboekte vlucht niet doorgaat!

Het was even slikken. Ik wist dat ik op niemand boos kon worden. Meegaan met de flow is in dit soort situaties geboden. Boekte direct een nieuwe vlucht, dit keer op 18 juni. Dan zouden er weer vluchten beschikbaar zijn.

Vandaag had Ahmad een afspraak in een kliniek in Malaga, in dezelfde chique buurt als waar 2.5 jaar geleden mijn gebroken heup geopereerd werd. De afspraak was voor zijn ogen, die cataract vertonen. Ik ging mee om hem terug te rijden, omdat autorijden bijna onmogelijk is met de pupil-verwijderende druppels die men in je oog druppelt voor bestudering van het oog. Die druppels blijven uren nawerken en maken het onmogelijk scherp te zien in schel licht. Omdat we wisten dat er in de buurt van de kliniek niet te parkeren valt, zetten we de auto bij een bushalte en namen we het verdere stuk naar de kliniek de bus. Daar kon ik wat gluren en een klein filmpje maken van de anders zo drukke stad.

We hoorden in de kliniek dat hij op 5 juni geopereerd gaat worden aan zijn rechteroog, het slechtste van de twee. Tja, en dat maakt me dan toch weer blij. Het is fijn voor Ahmad dat hij binnenkort weer scherp kan zien met dat oog. Dus ook hier heeft elk nadeel weer zijn voordeel. We houden het hier nog best even uit.

De kust is verlaten

In fase 1 mag er gewandeld worden langs de kust en er mag gesport worden langs en op het strand. De terrassen mogen open met respect voor afstand. We gingen even kijken hoe de zee erbij lag en hoe het ervoor staat lang de kust van Benalmadena. We schrokken er een beetje van. Omdat er weinig mensen permanent wonen langs de kust, oogden de straten en de boulevard verlaten. De kolossen van hotels waren leeg, de straten waren leger dan normaal en langs de boulevard geen toeristen maar een enkele sporter of wandelaar, sommigen met mondkapje. Op het strand wat sporters, hier en daar een surfplank op de spiegelgladde zee. Zelfs de wind leek zijn adem in te houden. Alle bars dicht, omdat er hier niemand komt voor een kopje koffie of een glaasje. Een dooie boel. Anders dan ons dorp, waarin de lokale bevolking zich als vanouds weer te goed doet aan een ontbijtje op een terras. Zo niet in het toeristenoord. Het geheel maakte een trieste en verlaten indruk. De bloemetjes en het gras zijn in deplorabele staat van onderhoud.

Natuurlijk kan dit alles weer opleven als het toerisme weer op gang mag komen, maar op dit moment wordt je niet vrolijk van deze omgeving. We gingen snel naar de Marokkaanse slager en daarna direct naar huis, waar ik blij was weer in ons gezellige optrekje te zijn.

mijn chillhoek

Mijn schilderij is af. Dit keer zonder frustratie en hapering. Groot formaat werkt echt gemakkelijker. Geen idee wat ik nu zal schilderen. Zolang dat zo is schilder ik niets. Tekenen kan ook. Of even alleen maar lekker lezen. Heb Alex Boogers´boeken nu voor de helft uit. Wat een schrijver. Zeldzaam. Ik hoop dat hij blijft schrijven.

Van fase 0 naar fase 1

De provincie Malaga is nu ook beland in fase 1. D.w.z. dat men mag reizen binnen de hele provincie en dat je voorzichtig weer familie en vrienden kan gaan zien. Hier in de straat was goed te merken dat men blij is met de nieuwe situatie. Na een lange stilte op straat horen we nu blije stemgeluiden. Dat klinkt dan zo:

Wij houden ons nog steeds vrij rustig. Maken dagelijks ons ochtendwandelingetje langs de campo beneden ons huis en via het dorp weer terug. We komen altijd de 3 muilezels tegen. Vandaag was er één bereid voor me te poseren met een glimlach.

Of liet hij zijn tanden zien? Gelukkig zat er een hek tussen

Soefisme en islam

Er zijn veel stromingen in de islam en eveneens in het soefisme. Onderling begrijpt men elkaar niet altijd en er is zelfs onderlinge strijd en uitsluiting. Zo zeggen sommige mensen die zichzelf als moslim zien dat het soefisme niet de naam islamitisch verdient. En waarom niet? Omdat volgens hen in het soefisme te veel wordt afgeweken van de islam. Het zijn allemaal meningsverschillen die te maken kunnen hebben met het niet duidelijk definiëren van begrippen of gewoon een weigering om zich te verdiepen in de ogenschijnlijk andere wijze van geloof beleven en belijden.

Ik wil me niet mengen in deze discussie die je overal kan vinden, binnen de diverse geloven en tussen de verschillende geloven onderling. Zoals sheikh Nazim (moge zijn ziel in vrede bij Allah zijn) al zei: ´discussion kills iman (geloof)´.

Ik wil wel iets zeggen over mijn eigen geloofsbeleving en het lange pad dat ik daarin volg vanaf mijn kindertijd. Ik heb er al eerder over geschreven in dit weblog en ik ga niet alles herhalen. Laat ik beginnen met hoe ik mijn geloof nu beleef vanaf, laat ik zeggen de afgelopen 6 of 7 jaren. Na mijn bekering tot de islam in 1978 en jarenlang mijn geloof alleen beleefd te hebben, kwam ik in 1996 in aanraking met de Naqhsbandi soefiweg en deed ik bayat (een eed van trouw aan deze weg). Ik trok een aantal jaren op met andere leerlingen op het pad, deed met een grote groep van hen de hadj, gedurende een weken durende reis door Syrië, Jordanië en Medina en Mecca en terug. Ik leerde daar deze internationale groep leerlingen goed kennen en distantiëerde me vervolgens gedurende 7 jaar van hen. Daarna nam ik weer deel aan deze gemeenschap, zowel in Nederland als in Spanje. De naqhsbandi weg gaat er o.a. vanuit dat zegen ligt in het samenkomen met anderen en het gemeenschappelijk gedenken van Allah. Ik voelde me uiteindelijk toch niet thuis in de groep en Ahmad, die inmiddels ook bayat had gedaan voelde hetzelfde. Ik heb mijn geloof altijd heel individueel beleefd en koos juist voor de islam, omdat het in de islam gaat om de verbintenis tussen een persoon en de Schepper. Zonder tussenpersonen. Dat wil echter niet zeggen dat je geen leraar kan hebben. Ik heb veel geleerd van mijn leraar, sheikh Nazim. Ik luisterde graag naar zijn sohbets (geïnspireerde toespraken) en ik keek graag naar sheikh Nazim. Hoe hij zich gedroeg, wat hij zei. Ik lette op alles. Toen ik hem zag en naar hem luisterde, was het of alles wat ik had willen weten en leren op zijn plek viel.

Sheikh Nazim leeft niet meer, maar ik zal niet vergeten wat ik van hem geleerd heb. Zijn wijsheid heeft hij overgedragen op zijn zoon Mehmet. Nog steeds is de Naqhsbandi dargah in Lefke in Cyprus, waar het graf van sheikh Nazim te vinden is op zijn eigen grond. Maar het hele gedoe dat ik zie gebeuren met de leerlingen die nu nog bezig zijn met samenkomsten trekt mij in het geheel niet. Er zijn dansworkshops, waar mensen kunnen leren draaien als de derwish Rumi, er zijn concerten met soefimuziek. Alles tegen betaling van intree. Er zijn websites, er zijn soefi-attributen te koop, zoals tulbanden, traditionele soefikleding, tasbihs. Een grote folkloristische markt. Het zegt me allemaal niets meer en het heeft niets meer te maken met de tijd dat wij in de 90er jaren tijdens de ramadan sheikh Nazim opzochten. We sliepen op de grond in rijen naast elkaar. Het deerde ons allemaal niet. We wilden de woorden van sheikh Nazim horen en tot ons laten doordringen en achter hem bidden.

Ik kan me voorstellen dat sommige moslims de soefi´s betichten van idolatrie. Dat zag ikzelf ook op veel momenten. Mensen die zich verdrongen om de hand of zelfs de voeten van sheikh Nazim te kussen en de restanten van een kopje koffie van de sheikh aan elkaar doorgaven, alsof daarin alle zegen en wijsheid zou zitten. Mensen die zich kleedden als de sheikh en misschien dachten dat ze hiermee op hem gingen lijken. Maar ik zie dat meer als de naïviteit van de volgers. Sheikh Nazim heeft hier nooit om gevraagd. Hij zei altijd dat islam naseeha (advies) is. Je kunt luisteren en gehoorzamen of niet. Hij beschouwde zichzelf als een nederige dienaar van Allah en nam nooit het woord soefi in de mond. Hij was een echte moslim, iemand die zijn wil ondergeschikt had gemaakt aan die van zijn Schepper en daardoor een voorbeeld voor ons.

Maar zo zijn er meer. Zoals de imam in de video die ik in mijn vorige stukje deelde. In zijn manier van praten en met al zijn wijsheid doet hij me denken aan sheikh Nazim. Ik zie nur (licht) op zijn gezicht en veel kalmte. Hij noemt zichzelf vast geen soefi. Misschien is hij wel een salafi. Maar dat zijn allemaal maar etiketten. Het gaat om de intentie van een persoon en het gedrag. Hij benadrukt dat de mens hier is met een taak. Dat het belangrijk is om je nuttig te maken. Dat kan op wat voor manier dan ook. En dit (maar dat zijn mijn woorden) overstijgt alle godsdiensten en alle etiketten die de mens daaraan geeft. Iedereen kan goed zijn. Sommige mensen behagen God zonder erbij stil te staan. Misschien beschouwen ze zich zelfs als ongelovig. Het gaat allemaal om intentie en gedrag.

´Een goede moslim (lees mens) is iemand die niemand en niets pijn doet, niet met zijn tong en niet met zijn handelen,´ zei sheikh Nazim vaak. Of ook weleens (en daarbij keek hij mij glimlachend aan): ´Als je iets van plan bent om te doen of te zeggen, vraag je dan af of Allah er blij mee zal zijn. Als het antwoord ´ja´ is, doe het dan en zo niet dan doe het niet´.

Simpel toch. Zo zie ik dus nu mijn geloof. Ik heb me 30 jaar verdiept in de islam. Er zijn zoveel boeken te vinden over islam en soefisme. Maar ik kijk ze niet meer in. Het zit allemaal in mijn hart.