Rust vinden

Ahmad en ik zijn nu bijna 16 jaar samen. In het begin van deze periode werkte ik nog en was Ahmad bezig met een cursus Nederlands. Als ik van mijn werk kwam rond drie uur in de middag stond het door Ahmad klaargemaakte warme eten al klaar en ’s avonds aten we nog eens warm. Allengs kregen we een ritme, gebaseerd op de mediterraanse gewoonten van eten en drinken, waarbij een goede verdeling ontstond tussen ons wat betreft wie er kookte en wat er gegeten werd.

Vanaf mijn 62e had ik geen werk meer en waren we de hele dag samen en op mijn 65e jaar ging ik met vervroegd pensioen. We verveelden ons nooit en waren altijd wel bezig met een projectje, hetzij samen hetzij ieder voor zich. We kregen hobbies die we nooit eerder hadden. Ik kon me uitleven in dit weblog, dankzij het feit dat Ahmad verstand had van het opzetten van een website en Ahmad ontdekte dat hij het leuk vond om met zijn handen dingen te vervaardigen. Ik begon aarzelend met tekenen, eerst nog alleen in zwart wit en met een simpel HB potlood en later begon ik met olieverf te penselen. Ahmad deed aanvankelijk aan pyrografie, maar vond later tiffany toch leuker. We gingen ook regelmatig op reis. Wat waren we lekker bezig. We voelden ons nog altijd nuttig.

Ahmad heeft heel wat mooie dingen gemaakt van glas en ik heb veel schilderijen gemaakt, voor mezelf en voor anderen. Ik heb ook nu nog altijd wel een canvas dat ik aan het beschilderen ben. Op dit moment is dat een pauw, maar hoe mooier het weer is, hoe minder ik achter de schildersezel te vinden ben. Sowieso schilder ik in de regel maar een half uur achter elkaar. Als ik net bij mijn doek sta zie ik duidelijk wat ik moet doen, maar na een half uur is die flow weg en moet ik weglopen bij het schilderij om niks te verpesten. Zo hiphop ik af en toe aan het schilderij voorbij, maar alleen bij slecht weer. Anders ben ik liever buiten met een boek. Ahmad is helemaal gestopt met zijn cristales. Hij heeft al zoveel gemaakt. Vrijwel iedereen, ikzelf incluis, is voorzien van één of meerdere mooie glas in lood werken van hem. Ik heb zowel hier als in Spanje veel schilderijen hangen van mijn eigen hand en mijn kinderen hebben ook allemaal wel een tekening of schilderij en zelfs verdere familie en vrienden hebben een schilderij. Ik zou van nu af kunnen werken in opdracht, maar dat deed ik eerder en dat is me slecht bevallen. Ik moest het doen met slechte foto’s via whatsapp en maakte ook de fout met de opdrachtgever te overleggen tijdens het proces. Dan kon het gebeuren dat ik een gezicht al had geschilderd, maar dat de opdrachtgever me vroeg of ik het hoofd hog wat meer kon laten overhellen of draaien of dat die hand op de schouder van de partner kon rusten, enzovoort. Onmogelijke eisen. Dus dat vind ik heel onprettig werken.

De laatste tijd doen Ahmad en ik weinig, behalve het wandelen met de twee oppashondjes en af en toe sporten op de hometrainers. Een groot deel van de dag kan je ons luierend zien liggen op de tuinbank met onze e-readers. We genieten wel van deze rust, maar moeten er erg aan wennen. Gisteren liet ik me ontvallen tegen Ahmad dat ik in de ochtend steeds meer moeite heb met fris en fruitig wakker te worden. Ik voel me na een hele nacht slapen soms alsof ik veel te weinig rust heb gehad en sta dan op met een hoofd vol watten. Na een grote bak koffie en de eerste wandeling met de hondjes trekt dat wel bij en voel ik me iets fitter, maar ook weer niet dat ik de energie door mijn lijf voel stromen. Ik beken dat ik soms denk dat als ik in mijn slaap zou overlijden ik dat niet erg zou vinden. Natuurlijk kan ik verder leven en besef ik dat ik me gelukkig mag prijzen gezond en wel oud te zijn, maar echt heel lollig vind ik het nu ook weer niet. Ik voel me een ‘inutil’ (nogal nutteloos) en heb moeite dat van mezelf te accepteren. Ahmad heeft dat gevoel ook vaak, bekent hij. Maar we besluiten dat dit is ‘lo que hai’ (wat er is). We moeten er het beste van maken.

Aangezien je de windrichting niet kunt veranderen, moet je leren de zeilen bij te stellen‘, (een citaat van James Dean). Ik zeg dit citaat hardop tegen Ahmad en hij knikt. We moeten de zeilen bijstellen. Dat wil zeggen: accepteren dat ons energiepeil niet meer zo hoog ligt als vroeger en zelfs als de energie die we nog maar enkele jaren geleden volop hadden. En accepteren dat er niet meer zoveel van ons verwacht wordt, dat we ‘inutiles’ zijn. We zijn zo gewend nuttig te willen zijn voor anderen, dat het voor ons nu soms moeilijk is te accepteren dat we er ook gewoon mogen zijn, zonder die nuttigheidsdrang. Dat we mogen genieten van elk moment dat we leven. Het lijkt soms wel of we het onszelf niet gunnen om er zomaar te zijn. We moeten die rust nog zien te vinden en niet langer stiekem maar openlijk genieten van deze vrijheid.

Mindfulness

Mindfulness is een modewoord waar ik nogal op afknap. Er wordt te veel mee geadverteerd door allerlei goeroe-achtige coaches. Door al deze reclame zou je bijna vergeten dat het woord weldegelijk een betekenis heeft, al houd ik niet van verengelste woorden. Het moet toch mogelijk zijn om dit soort begrippen ook in het Nederlands weer te geven? Een vertaling die het het beste de betekenis weergeeft zou kunnen zijn ‘achtzaamheid’ of ‘opmerkzaamheid’.

Voor kinderen is het bijna vanzelfsprekend dat zij leven in het nu en daardoor beelden, geluiden, smaken, geuren en andere details van het moment goed kunnen opmerken. Vooral van heel kleine kinderen wordt nog niet zoveel verwacht en beslissingen worden veelal voor hen genomen door volwassenen, zodat zij hun gedachten daar niet aan hoeven te besteden. Gaandeweg raken mensen dit vermogen om volledig in het nu te zijn kwijt, doordat ze veel dingen moeten en steeds meer moeten vertrouwen op de herinnering van wat ze hebben geleerd door ervaring en hun verwachtingen en doelstellingen voor de toekomst. Anders dan een dier kan de mens nadenken over wat er gebeurd is en wat misschien nog zal plaatsvinden, de mens kan nadenken over zijn daden en zich voornemen dingen anders te doen. Een mens handelt niet zuiver vanuit instinct, zoals een dier. Dat maakt ook dat de mens in staat is tot veel en constant keuzes moet maken.

Het leven kan zo ingewikkeld worden naarmate een kind opgroeit dat deze als (jong)volwassene steeds meer verstrikt raakt in zijn eigen denkpatronen. Vandaar dat allerlei coaches adverteren met workshops (nog zo een Engels woord), waarin zij rust beloven via meditatieoefeningen. Er zijn boeken vol geschreven over methodes om meer ‘in het nu’ te leven en alle ballast van zinloze gedachten overboord te kieperen.

In de roman die ik nu aan het lezen ben (al het blauw van de hemel) wordt een personage beschreven die de kunst van het mindful mediteren goed beheerst. Zij hoeft daarvoor niet op een yoga-mat te gaan zitten met haar benen in kleermakerszit. Zij kan op elk moment, waar zij ook is, even tijd nemen om zich geheel te concentreren op alles wat er om haar heen is aan geluiden, beelden en geuren en wat dit doet met haar innerlijk. Al is het maar voor even. Zij zegt in het boek dat wanneer je deze methode vaker op een dag toepast het een routine wordt. Het wordt dan steeds gemakkelijker dit soort momenten op te roepen. Je hoeft er niet voor naar een cursus van een paar duizend euro.

Vandaag lag ik lekker lui op de tuinbank te lezen met de hondjes aan mijn zij. Ik besloot de proef op de som te nemen. Ik legde mijn e-reader even weg en ging luisteren en kijken. Ik hoorde de meeuwen naar elkaar roepen in verschillende toonhoogtes en ik zag de tuin in het zonlicht. Even later stapte Ahmad de tuin in en plukte koriander, munt, oregano en tijm. Hij had een hele bos kruiden in zijn handen.

‘Nu nog even wat goede laurierblaadjes plukken van de boom,’ zegt hij. ‘De blaadjes zijn niet zo geurig, hè,’ merk ik op. Hij houdt de laurierblaadjes onder mijn neus en ik ruik duidelijk de lauriergeur. ‘Maar ik ruik alle andere geuren van de kruiden die je geplukt hebt erdoorheen. De geur zit aan je handen,’ lach ik. Hij loopt weg en ik ruik nog steeds de geuren. Het is een explosie van geuren. Ik ruik de korander, de munt, maar ook de tijm en en de oregano en de laurier, jawel. De plezierige geur blijft een tijd in mijn neus hangen en dat is heerlijk. Ik neem me voor vaker deze oefening in ‘mindful mediteren’ (‘excuse le mot’) te doen, hoe je het ook maar wil noemen. Het is nuttig en verhelderend.

De hondjes beleven een tweede jeugd

Ze zijn leuker met elkaar dan een vorige oppasperiode. Dat kan komen omdat het ene hondje toen last had van haar tandjes en niet goed kon eten. Dat maakte haar wat humeurig en lusteloos. Logisch. Zij is aan dat probleem geholpen en we merken dan ook dat ze nu geen problemen heeft met eten en een heel stuk levendiger is. Vandaag zagen we ze voor het eerst lange tijd met elkaar dollen en achter elkaar aanrennen, zoals ze dat vroeger ook graag deden in hun jongere jaren. De hondjes van respectievelijk 12 en 10 jaar leken vandaag jonger dan hun leeftijd. Het is te zien aan het einde van dit inmiddels negende filmpje dat ik maakte van onze wandelingen in de Uithof.

Heerlijke rust en mooie citaten

Omdat een groot deel van de mensen in onze buurt met vakantie is en de rest waarschijnlijk veel erop uitgaat, genieten wij van een heerlijke rust. Het weer werkt ook goed mee om aangenaam in de tuin te kunnen zitten op onze zachte tuinbank. Ik ben een heel fijn boek aan het lezen met de titel ‘Al het blauw van de hemel’. Het boek is maar liefst 505 pagina’s dik, maar het is zo onderhoudend en prettig om te lezen dat ik zou willen dat het er nog meer waren. Het gaat over een jongeman die hoort dat hij lijdt aan een vroege vorm van dementie. Verwacht wordt dat al zijn hersenfuncties in een niet te voorspellen tempo zullen achteruitgaan en hij heeft een levensverwachting van niet meer dan 2 jaar. Hij besluit er met een camper op uit te gaan en plaatst een advertentie voor een reisgenoot. Hierop reageert slechts één persoon, een jonge vrouw met een (zoals zal blijken) interessant karakter.

Als volslagen onbekenden voor elkaar vangen zij hun reis aan, die om te beginnen gaat in de richting van de Pyreneeën. De relatie die langzaamaan ontstaat tussen de twee is heel mooi beschreven. Ze zoeken beiden een reis die hun zal brengen in de ongerepte natuur. Het is een boek om van te smullen. Ik kwam in het boek twee mooie citaten tegen afkomstig van de vrouwelijke reisgezel, die ik hier met de lezer van dit weblog wil delen:

‘Een werkelijke ontdekkingsreis ligt niet in het zoeken naar nieuwe landschappen, maar in het kijken met andere ogen’, een citaat van Proust.

En nog één: ‘De ware reiziger is degene die een rondreis in zichzelf heeft weten te maken’, een citaat van Confucius.

Beide citaten spreken mij enorm aan. Ik denk niet dat bedoeld wordt dat reizen in letterlijke zin geen waarde zou hebben. Naar onbekende oorden gaan en uit je routine treden kan zeker helpen met de ‘reis naar binnen’. Met name het afzien tijdens reizen is vaak een grote hulp daarbij, zoals ik heb mogen ervaren. Zowel de binnenwereld als de buitenwereld kent verrassende vergezichten en ontroerende momenten.

Hondjes

Ik zou nooit een hond in huis nemen, maar eens per jaar één of twee hondjes te logeren krijgen vind ik wel leuk. Het geeft ons een excuus om drie of vier keer per dag te gaan wandelen en zo zien we ook andere dieren, planten en bloemen die we normaal niet zo vaak op een dag zouden zien.

De wandelingen geven mij veel rust en ik heb door middel van dit filmpje geprobeerd daarvan iets te laten zien.

Genieten van snuffelmomenten

Deze reiger landde in een boom en bleef daar een tijd staan op een tak. Het was voor mij de eerste keer dat ik een reiger in een boom zag staan. Misschien heeft de reiger daar een nest. Mooi gezicht was het.

Ik geef het hondje alle tijd om overal te snuffelen en die tijd neemt zij ook, ervan genietend dat deze pensionado alle tijd heeft om telkens stil te staan met haar verstand op nul. Vooral als het zonnetje aangenaam schijnt, zijn dat voor mij heerlijke rustmomentjes. Laatst maakte ik het nog gekker door even te gaan zitten op een bankje in de zon, uitkijkend op het water. Toen bleek dat het hondje ook bereid was op mij te wachten en bleef ze rondom mijn bankje een hele tijd rondsnuffelen. Ik had toen even een zeldzaam geluksgevoel, terwijl ik over het water staarde en eendjes en meerkoeten voorbij zag zwemmen. Toen het hondje klaar was met haar gesnuffel ging ze naast mijn bankje zitten en keek me alleen aan, wachtend tot ik klaar was om verder te lopen. Schattig om te zien was dat.

Vandaag belde mijn jongste dochter dat zij onverwacht toch vakantieplannen heeft. Ze gaat volgende week naar Italië waar ze samen met haar broertje en zijn gezin een huis heeft gehuurd voor twee weken. Heel leuk voor haar en ook voor mijn jongste zoon. Ze hadden eigenlijk geen vakantieplannen, maar dat hebben zij spontaan gewijzigd. Dat mag ook best na een jaar hard werken.

Voor mij betekent het dat er nog een hondje komt logeren. Volgende week woensdag wordt Lola gebracht. Ik ben benieuwd hoe Loulou, die een stuk ouder, is gaat reageren op de komst van de kleine druktemaker. Ze kennen elkaar goed, dus het wordt vast wel gezellig met die twee. Verschil is dat Lola gewend is snel haar behoeften te doen en dan terug te keren van een wandeling, terwijl Loulou graag haar tijd neemt. Maar ik verwacht dat Lola het niet erg vindt zich aan te passen aan haar oude kameraadje. Ze moet wel.

Een 84 jarige was me te snel af

Men zegt dat je om een schatting te maken van hoe oud een hond is vergeleken met een mens, dat je dan de leeftijd van de hond met 7 moet vermenigvuldigen, Dus een hond van 2 jaar zou 14 jaar zijn in mensenjaren, enz.

Loulou, mijn logeerhondje is 12 en zou dus vergeleken met een mens 84 jaren tellen. Je kan aan haar merken dat ze al wat ouder is. Was ze vroeger een hondje dat heel hard kon rennen en veel kon spelen, nu is ze een stuk rustiger en is haar grootste genoegen al snuffelend een wandeling te maken. Ze kan een flinke tijd blijven plakken op één plek en krijgt er dan maar geen genoeg van om blaadjes, boomstammen en andere objecten te besnuffelen. Uiteindelijk sluit ze haar onderzoek dan af met een piepklein plasje, waarbij ze een achterpoot de lucht in steekt alsof ze zich een reu waant.

Ze luistert heel goed naar mij en hoeft dan ook niet aan een lijntje te lopen. Als we een straat oversteken blijft ze netjes naast me staan en steekt ze pas over als ik het zeg. Ik houd haar de hele wandeling goed in de gaten. Ik kijk wat ze doet op elk moment, of ze niet gaat rollen in een overblijfsel van een kadaver en of ze geen rommel eet van de straat. Haar drolletjes raap ik netjes op met de daarvoor bestemde zakjes om ze vervolgens weg te gooien. Blij constateer ik dat de dagelijkse buit in de zakjes aanzienlijk is. Ze eet goed en heeft mooie stevige drollen die er makkelijk uit komen. Dat was anders toen ze hier net was. Toen zag ik haar te lang persen op te uitgedroogde keutels. Ik ben er trots op dat het zo goed met haar gaat en dat zij dagelijks met gemak haar brokjes eet en goed drinkt, meestal uit de drinkbak van de de vogels. In het begin zag ik nog ribbetjes op haar slanke kleine lijfje, maar nu ziet zij er wat steviger uit. Ze loopt ook met meer zelfvertrouwen, alsof de buurt een beetje van haar is. Af en toe komt haar jeugd even terug en zie ik haar achter een groepje duiven aan rennen.

Vandaag op de terugweg naar huis zie ik haar ineens met iets in haar bek. Het lijkt op een stuk hout, maar ik begrijp dat het dat zeker niet is. Het is een halve frikandel! Waarschijnlijk op straat achtergelaten door iemand die er geen trek meer in had. Ik wil het vette en gezouten stuk vlees onmiddellijk weghalen uit haar bek, maar zij is mij te snel af en rent langs me heen met de frikandel tussen haar kaken. Ik ren achter haar aan, maar zij is veel te snel. Met wapperende oortjes snelt ze voor me uit. Af en toe blijft ze even staan om een flink stuk van de frikandel te verorberen. Zodra ik haar bijna te pakken heb sjeest ze weer weg. Ik heb het nakijken. Ik zie de frikandel steeds kleiner worden. Als ze mijn huis bereikt rent ze er een stukje voorbij, het hoekje om. Ik weet dat ze daar stiekem het laatste restje van de frikadel zit te verorberen. Ik berust erin en laat het maar zo. Ik heb deze strijd verloren. Even later zie ik haar aan komen lopen. Haar bekje is leeg en ze likt haar lippen af. Bij binnenkomst kijkt ze me aan, wachtend op haar hondensnoepje. ‘Je krijgt geen snoepje,’ zeg ik, ‘want je bent stout geweest. Je hebt niet geluisterd naar mij’. Intussen bedenk ik me dat zij de dag van haar leven heeft gehad vandaag. Je kan het een dier niet kwalijk nemen dat het geen afstand doet van een eenmaal gevonden ‘prooi’.

Vroeger was het in veel huishoudens gewoon dat mensen geen speciaal hondeneten hadden. De hond kreeg gewoon restjes van wat was overgebleven in de pot. Gezond voor de hond was dat natuurlijk niet. Loulou heeft vandaag een topdag gehad. Een hond ziet dat anders dan ik. Maar dit moet niet te vaak gebeuren.

Hondje

Mijn oudste dochter is met vakantie en nu mag ik een maand lang op haar hondje passen. Het is een heel lief minihondje en ik doe dat oppassen met veel liefde. Het hondje kent me inmiddels goed na eerdere oppasperiodes en begint al te kwispelen als ze voor mijn voordeur staat.

Ik vind het leuk om vier keer per dag met haar een wandelingetje te maken in mijn groene buurt en ik neem dan de tijd om haar overal rustig te laten snuffelen, waarbij ze vervolgens met piepkleine plasjes haar geur achter laat. Die wandelingen zijn haar momentjes van relatieve vrijheid waarin zij rustig de tijd kan nemen om al het hondennieuws via haar neusje tot zich te nemen.

Ze is al wat ouder, 12 jaar inmiddels, en mijn dochter zei dat ze een groot deel van de dag zal liggen te slapen. Daar merk ik weinig van. Ik zie haar de hele tijd naar mij kijken en waarheen ik ga, daarheen gaat zij ook. Nu ik hier zit te typen ligt zij in haar mandje binnen. Ga ik naar buiten, dan posteert zij zich daar met een constant zicht op mij. Van Ahmad wil ze niet zoveel weten.

De afhankelijke blik waarmee zij me de hele dag zit aan te staren maakt me ongemakkelijk. Zij is zo volledig afhankelijk van mij. Ik bepaal dat er eten en water in haar bakjes zit en wanneer zij eruit mag om haar behoeften te doen. Het baas zijn over een ander is een rol die slecht bij me past. Als ik eet en ik zie haar elk hapje dat in mijn mond gaat volgen, dan vind ik dat lastig. Ik zou mijn eten best met haar willen delen, maar weet dat mijn eten voor haar niet goed is. Dat ze aandoenlijk kwispelt en blij is als ik ’s morgens de trap af kom maakt me verlegen. ‘Lief eenzaam en aanhankelijk hondje’, denk ik dan, terwijl ik haar knuffel. Ze hoort in een roedel te leven met soortgenoten.

Ik weet dat honden en katten in wezen prooidieren zijn die oorspronkelijk zelfvoorzienend waren via de jacht. De mens heeft deze dieren gedomesticeerd met wederzijds voordeel. Honden als waakdier, beschermers van kuddes en als huisvriend, ja zelfs als hulphond voor gehandicapten of blinden. De hond hoeft niet meer te jagen en heeft gegarandeerd een portie eten en een beschutte plek om te slapen. Ook de kat is gedomesticeerd en bewijst zijn nut door muizen en ratten op afstand te houden van de woningen en wordt door de mens ervaren als een gezellige en sierlijke huisgenoot.

Ik begrijp het allemaal wel, maar ik merk dat ik er toch wat moeite heb met mijn tijdelijke maar o zo belangrijke rol in het leven van dit kleine hulpeloos gemaakte wezentje. Ik zie dieren het liefst in hun natuurlijke habitat.

Zelfbenoemde coaches

Zoals waarschijnlijk meer mensen tegenwoordig, ben ik terecht gekomen in een buurtapp. In de app kunnen bewoners van buurten met elkaar berichten uitwisselen en dat kan over van alles gaan. Ik heb mezelf niet aangemeld in deze buurtapp, maar ben erin verzeild geraakt via een introductie door een buurman.

De berichten blijken niet alleen afkomstig te zijn van mensen uit mijn directe buurt, maar ook uit andere buurten in Den Haag, zodat je niet kan spreken van een echte buurtapp, maar meer van een Haagse App.

Ik stuur via die app zelf nooit berichten te ether in, zoals ik dat ook niet doe via andere media als X of Instagram, maar ik lees wel sommige berichten uit nieuwsgierigheid naar wat er leeft onder de mensen in mijn omgeving.

De berichten kunnen over van alles gaan, zoals ‘wie is er getuige van de schade die iemand heeft toegebracht aan mijn auto’ tot ‘ervaren klusjesman biedt zich aan’ of ‘wie heeft een woning voor mij beschikbaar’ of ‘wil degene die zijn hond laat poepen voor mijn deur dit voortaan opruimen’. Er worden soms overtollige spullen aangeboden en er zijn mensen die reclame maken voor iets wat zij verkopen.

Vandaag zag ik een verwijzing naar een website. Er werd een artikel uit die website gepromoot met als titel ‘waarom doet mijn moeder zo tegen mij’. Het bleek te gaan over een 100 % narcistische moeder. Mijn haren gingen direct al een beetje overeind staan, omdat ik weet dat het begrip narcisme momenteel in de mode is bij amateurpsychologen en zichzelf ‘coach’ noemende zielenknijpers, een nog altijd onbeschermd ‘beroep’.

Het is gemakkelijk om mensen die in de knoop zitten met zichzelf een slachtofferrol aan te bieden. ‘Je moeder was een narcist’ of ‘je partner was een narcist’. Alles ligt dan natuurlijk aan de ander die als een karikatuur wordt weergegeven: een extreem egocentrisch persoon.

Al tijdens mijn studie begreep ik dat het niet aangaat mensen in te delen in categorieën en van etiketten te voorzien. Het maakt het misschien gemakkelijk voor de psycholoog of psychiater, maar niemand is 100 % het één of het ander. Niemand is helemaal autistisch of helemaal depressief of helemaal borderline om maar enkele etiketten te benoemen. We kunnen alleen speken van schalen waarop iemand verschijnselen en gedragingen vertoont die verwijzen naar bepaalde karakterkenmerken. Die gedragingen zijn bovendien nog veranderlijk en afhankelijk van omgevingsinvloeden. Iedereen heeft een beetje van dit en een beetje van dat en al die kenmerken en eventueel ziektebeelden (zoals schizofrenie) zijn slechts pogingen om bepaalde gedrags- en gevoelskenmerken van mensen een naam te geven.

De psyche van de mens is veel te gecompliceerd om er zomaar een etiket op te plakken en de persoon weer te geven als: ‘dat is de definitie van het karakter van die persoon en niets anders’. Helaas zijn er veel mensen die dit wel doen en dat bovendien gebruiken om van alles wat ze zelf doen of laten een ander de schuld te geven. Een nieuw modewoord daarbij is narcisme. Natuurlijk is de persoon die daar dan over mijmert niet zelf de narcist maar is dat dan altijd de ander. Zo hoeft die persoon niet stil te staan bij de eigen tekortkomingen en verhindert het deze dus juist om tot de kern van zijn probleem te komen.

Ik vind dat heel jammer. Ik denk namelijk dat onze liberale maatschappij met de nadruk op individualisme en vrijheid om alles te nemen en te pakken wat je kan, al gaat dat ten koste van een ander, narcisme aanmoedigt bij een ieder. Daarom is het heel makkelijk om mensen in te delen als narcist, aangezien onze maatschappij deze eigenschap beloont en het een trek is die je bij veel mensen in enige mate zal aantreffen.

Het etiket narcisme gebruiken als duizend dingen doekje om alle problemen die mensen ervaren weg te poetsen en ze aldus te verhinderen om werkelijk bij hun eigen aandeel in de problematiek te komen vind ik zorgelijk.

Frisse neus

Het was vandaag wat beter weer dan de dagen hiervoor. We konden buiten ontbijten en we wandelden onze ochtendwandeling in de Uithof. We zagen weinig watervogels en andere dieren. We hoorden wel het lieflijke gefluit van een merel, een vogel die we dit jaar niet veel zien in onze tuin. Er staat nu meer in bloei. De bloei is dit jaar laat. Er waaide een lekker zacht windje. Aldus kregen wij een frisse neus.