Ik was een tijdje stil hier in dit weblog. Soms denk ik dat ik misschien maar beter kan schilderen dan hier schrijven. Veel kan niet in woorden worden uitgedrukt en waar woorden tekortschieten komen beelden van pas.
olieverf 40 x 40. Helemaal tevreden ben ik nooit, maar op een gegeven moment moet je het ´loslaten´en er niet meer aan zitten prutsen.
Het heeft hier nu eindeliijk flink geregend, dagen achtereen. Vandaag was er ineens een droge dag, maar het weerbericht liet ons zien dat het morgenochtend om 4.00 uur weer gaat regenen. Dus ik besloot te wassen zoveel ik kon zodat de kleding zoveel mogelijk kan wapperen in de wind. Terwijl ik nog een was uithing werd ik gadegeslagen door één van de katten van Miguel, de kattenman. Hij heeft er inmiddels 7! De katten die ons al kennen zien we niet, maar de nieuwkomers zijn nog nieuwsgierig
Dit lieverdje bleef rustig naar me kijken en schrok niet van mijn camera of mijn gedoe met de was. Ze kijkt een beetje zielig, vind ik
Laatst vroeg de vriendin van Miguel ons vanaf het dak of wij een kat van hun wilde hebben. We hebben bedankt, omdat het halfjaarlijks heen en weer slepen van een kat voor ons geen optie is.
En verder gebeurt er niet veel. We zitten hier goed.
Hier wordt een Sinterklaas gevierd. Men is hier al weken terug begonnen met de straten te versieren met kerstversiering. Veel lampjes boven de wegen.
Maar ook zijn vrijwel alle planten in de vele bloembakken en plantsoenen vervangen door kerststerren. Toen we hier pas waren vond ik het fleurige van de straten hier met al hun bloeiende planten in perken en in de vele plantenbakken prachtig. Maar sinds ik heb gezien dat al deze planten vervangen worden naar gelang het jaargetijde of een toevallige feestelijke gebeurtenis, heb ik bedenkingen. Het doet nogal kunstmatig en geforceerd aan. ´Wat doen ze met de planten die ze weghalen om ze te vervangen door andere?´ vraag ik Ahmad. ´Weggooien,´ is zijn antwoord.
Daar heb ik moeite mee. Los van de verspilling vind ik het sneu voor de planten die zo worden afgedankt. Ik zie planten als levende wezens die je niet zomaar moet laten sterven. Vroeger nam ik vaak planten mee naar huis die mensen bij het vuilnis hadden gezet, op sterven na dood. Ik wilde die planten dan redden en dat lukte me vaak. Eigenlijk ben ik zo een gek die alles ziet als levend. ´Alle spullen die wij zien en alle ogenschijnlijk dode dingen leven ook,´ oreer ik tegen Ahmad. ´Denk maar aan de bewegende moleculen in alles, die wij niet met ons blote oog kunnen waarnemen.´ Ahmad glimlacht en knikt. ´Of denk maar aan de mensenhanden die bezig geweest zijn om die spullen te vervaardigen of de grondstoffen die ervoor gebruikt zijn. Alles heeft waarde,´ blijf ik drammen.
Maar goed, ik kan kletsen wat ik wil, het gebeurt gewoon hier in dit dorp. Planten worden vervangen, omdat ze de kleur moeten hebben van een feestelijke gelegenheid of omdat ze horen bij een bepaald seizoen. En nu zie je dus overal kerststerren. Het leek me leuk om wat foto´s te maken van de kerstversiering hier en al die kerststerren overal, als een soort ´verslaggever´.
Dus gisteren maakten we een wandelingetje door de verregende straten van dit dorp, zodat ik wat foto´s kon maken. Ik zag naast de kerststerren ook ´geraamtes´ met lampjes. Overdag oogt dat niet. Eigenlijk moet je dat zien in donker, als de lampjes branden. We besloten nog een wandeling door het dorp te maken na zonsondergang.
Wat onwennig, omdat we niet gewend zijn de deur uit te gaan in donker, liepen we naar buiten. Ik maakte weer wat fotootjes, niet bijzonder geslaagd, maar maakte er toch een klein filmpje van…..Feliz Navidad.
Steeds weer blijkt dat Ahmad het idee van een huisje in de campo nog niet heeft losgelaten. Een tijd terug had hij het over een finca in Cartama die bij opbod werd verkocht, omdat het is ingenomen door de bank wegens achterstallige betaling van kosten door de bewoners. Ik wuifde toen het idee direct weg, omdat ik juist opgelucht was dat hij zijn optrekje hier, met alle voordelen eraan verbonden, niet ging verkopen. ´Wat moet je in Cartama? Dan woon je nog niet bij je dochter in de buurt.´ Ik hoorde er niks meer over.
Maar een paar dagen terug had hij weer op internet gezien dat er een finca bij opbod werd verkocht, maar nu in Pizarra. ´Wat wil je daar dan doen?´ vroeg ik hem niet erg enthousiast. ´Af en toe daar gaan zitten voor een korte vakantie en het eventueel verkopen daarna met grote winst.´ De finca´s die via de bank bij opbod worden verkocht gaan weg voor een prikkie, terwijl ze veel meer waard zijn. Hij zou dat dan van zijn spaargeld kopen en zijn atico hier ook gewoon houden.
Hij liet me een foto zien van een best leuk wit huisje met een schoorsteen midden in de campo. Je kon via internet bieden vanaf 9000 euro. ´Ik wil het huisje in ieder geval gaan bekijken,´ zei hij. ´Dat is ook een leuk uitje.´
Gisteren was het grijs en regenachtig weer, maar vandaag scheen er een zonnetje. Dus wij op weg met de coördinaten van de plek van het huisje in zijn google navigator. Al rijdende werd het landschap steeds lieflijker en gevarieerder. Ik zag veel vogeltjes, vooral kwikstaartjes. De weg slingerde zich door een, zelfs in de kurkdroge toestand, schitterende omgeving. Ik was onder de indruk. De navigator bracht ons bij een punt waar de weg ophield juist voor de oprit naar een woning, waar een hondje kwispelend blafte naar ons vanachter het hek. De kat van het huis kwam ook even kijken naar de ongewone bezoekers.
We lieten de auto voor het hek van die woning staan en liepen verder langs het voor de auto onbegaanbare steile pad (met enorme stenen) naar beneden. Dat gebeurde op mijn aandringen, want Ahmad had er al lang geen zin meer in. ´Hier ga ik niet wonen,´ mopperde hij. Maar ik stelde voor om in ieder geval even te kijken naar het huisje, nu we hier toch eenmaal waren. ´Dit is een weg die stamt uit de Romeinse tijd,´ liet Ahmad weten. Arm in arm en allebei met een bamboestok in de andere hand kwamen we beneden langs een huisje dat er in mijn ogen anders uitzag dan het huisje op de foto op internet. ´Is dit het huisje wel?’ twijfelde ik. ´Ja, het had een schoorsteen,´ zei Ahmad. Op het erf blaften twee Duitse herders naar ons. Gelukkig konden ze ons niet bereiken vanachter het hek, want ze waren woedend dat wij daar kwamen storen. ´Dit huis is veel te moeilijk bereikbaar,´ vond Ahmad. Maar het steile pad, waarlangs wij naar beneden waren gelopen liep nu vlakker en beter begaanbaar verder.
´Misschien moeten we kijken waar het pad in deze richting op uitkomt. Er is vast een andere weg naar dit huis,´ zeg ik hoopvol. ´Nu ben jij enthousiaster dan ik,´ lacht Ahmad die het nog steeds niet ziet zitten. Ik ben inderdaad helemaal betoverd door de schitterende omgeving. Ondanks zijn weerzin loopt Ahmad toch een stuk met mij verder en wij zien dat het pad inderdaad gaat in de richting van een andere weg. Het huisje is dus vanaf de andere kant beter bereikbaar.
We lopen terug naar de auto. De hond en de kat staan nu rustig naar ons te kijken, alsof ze ons nu kennen en we goed volk zijn. Met moeite keert Ahmad de auto op het smalle en steile weggetje en dan rijden we voor de zekerheid even richting de andere toegang naar het huisje om te kijken of we werkelijk vanaf die andere kant het huisje met een auto bereikbaar is. Dat blijkt wel zo te zijn, maar de weg die leidt naar het pad van de andere kant is heel smal en loopt in bochten helling op en af. Het rijdt overdag al eng, laat staan als je onverhoopt in donker deze weg zou moeten rijden.
Ondanks de schoonheid van de omgeving komen we tot de conclusie dat dit huisje voor ons geen optie is.
Thuisgekomen maak ik een filmpje van alle opnames die ik enthousiast maakte van ons uitstapje. Naast mij zoekt Ahmad op zijn laptop nog een keer de foto op van het huisje dat te koop stond bij opbod. Het blijkt helemaal niet het huisje te zijn dat wij hebben bezocht vandaag. Dat huisje had een metalen schoorsteen, terwijl het huisje op internet witter was en een stenen schoorsteen had ?.
Maar Ahmad is al eerder op de middag tot te conclusie gekomen dat hij vanaf nu alleen maar gaat zoeken naar fincas bij opbod of huizen bij opbod in Guadalcanal en omgeving.
Het is altijd weer een uitdaging. Als ik een schrijver die ik goed vind helemaal heb ´uitgelezen´, d.w.z. alle voor mij gratis beschikbare boeken van die schrijver heb gelezen, dan moet ik telkens weer zoeken naar een nieuwe schrijver of schrijfster die me aanspreekt.
Eén van mijn laatste favorieten was Jeroen Brouwers. Ik las ´bezonken rood´ en ´de zondvloed´. Beide boeken vond ik erg goed, maar toen ik daarna meer boeken van hem leende bij de digitale bibliotheek, vielen die boeken mij heel erg tegen. Ik zag interviews met hem op YouTube (uit de tijd dat hij jonger was en nog leefde). Daarin zei hij zelf dat de twee boeken die ik toevallig gelezen heb (één over zijn jongste jaren in het Jappenkamp) en één over hoe het verder ging (maar dan verpakt in fictie), dat die twee boeken eigenlijk alles samenvatten van wat hij te vertellen had. Dus ik had de twee belangrijkste boeken al gehad en ik liet hem verder dan ook links liggen. Ik had het gehad met zijn navelstaarderij, hoe goed zijn proza ook was.
Daarna las ik twee boeken van Arthur van Amerongen, ´Mambo Jambo´ en ´Brussel: Eurabia deel 1 en 2´. Ik vond beide boeken goed, maar had daarna wel weer genoeg van deze schrijver.
Nu ben in ik verdiept in het schrijfwerk van Henk van Straten. Na wat zijwegen. Remco Campert en Hugo Claus waren niks voor mij. Het fijne van lid zijn van een bibliotheek is dat je boeken die je niet boeien na een paar bladzijden kan negeren. Na drie weken zijn ze vanzelf niet meer te lezen op je e-reader. Je mag op elk moment 10 boeken op je boekenplank hebben. Meestal heb je dan dus alsnog voldoende leesvoer.
Maar om terug te komen op Henk van Straten. Ik had nog niet van deze schrijver gehoord, maar ik vind hem erg goed. Ik las eerst ´Bidden en vallen´. Ik las dat boek in een paar dagen uit. Het verhaal vind ik zo goed dat ik er ook na het lezen over ben blijven nadenken. In dit boek komt in mijn ogen heel goed naar voren dat mensen niet altijd zijn wat ze lijken. Dat ´slecht´ of ´goed´ zijn geen vastliggend gegeven is, maar heel sterk afhangt van omstandigheden en ervaringen. Nu ben ik zijn autobiografie aan het lezen met de titel: ´Wij zeggen hier niet halfbroer´, een eerlijk relaas van herinneringen uit zijn jeugd. Als ik dat boek straks uit heb, kan ik verder smullen van ´Berichten uit het tussenhuisje´.
Het is heerlijk als je een schrijver tegenkomt die je goed vindt en in wiens boeken je helemaal kunt opgaan. Ik heb over mezelf opgemerkt dat het voor mij belangrijk is dat iemand een verhaal heeft en daarnaast goed kan schrijven zonder veel tierlantijnen en toeters en bellen. Ik heb niks met intellectuele mooischrijverij.
Het is alweer bijna een week geleden dat ik naar de kapper ging. De afspraak stond gepland op 10.30. Het is heerlijk dat je hier overal te voet naartoe kan. Wandelend erheen groette ik iedereen die ik tegen kwam. Dat is hier heel normaal, zoals dat in Nederland ook gewoon is in wat kleinere gemeenschappen. Veel mensen ken ik nu van gezicht. Het is leuk elkaar zo te groeten, maar ik weet ook dat het verder nooit zal komen. De relaties liggen meestal al vast als je wat ouder bent en nieuwe vriendschappen zitten er dan niet meer in. Ik vind dat niet erg, want ik ben tevreden met het kleine groepje bekenden om me heen.
Ik stap de kapperszaak binnen op de afgesproken tijd en zie twee vrouwen in de kappersstoelen zitten van het eenmansbedrijf. De ene wordt geknipt en de andere zit met natte (ogenschijnlijk geverfde) haren in een stoel te wachten, strak voor zich uit kijkend. Patricia (de kapper) zegt dat ik een ´minuutje´ moet wachten en wijst naar een stoel. Ik knik en ga zitten. Patricia en de gast die zij aan het knippen is zijn in een levendig gesprek verwikkeld over een huis in de campo waarin de klant is gaan wonen. Watertoevoer, placas de sol en beplanting, van alles komt ter sprake. Intussen knipt Patricia rustig verder alsof er niemand op haar wacht. Na een half uur is ze eindelijk klaar met knippen en ik haal opgelucht adem. Tot mijn schrik zie ik dan dat zij nog niet klaar is. Ze zet een badmuts op het pas kortgeknipte hoofd, een badmuts met gaten. Uit die gaten trekt Patricia plukken haar. Die moeten geverfd worden (coupe soleil). Patricia loopt even weg om verf te pakken en dan ziet ze mij zitten. Vraagt of ik ook geverfd moet worden. ´Nee, alleen geknipt,´ zeg ik. ´Maar als je geen tijd hebt, dan kom ik wel een andere dag terug.´ ´Jawel jawel,´ haast zij zich te zeggen. Er is nu meer dan een half uur voorbij. Ik zie ook op het gezicht van de strak voor zich uit kijkende dame met het natte haar een verbeten uitdrukking.
Ik app naar Ahmad dat ik geen zin heb om nog langer te wachten. Dat ik zin heb om ertussenuit te knijpen. Het lijkt wel of Patricia mijn gedachten kan raden. Ineens wenkt ze me. Ik loop in haar richting en ga in een stoel voor een spiegel zitten. Maar zij staat achter de bak waar haren gewassen worden. Ik kijk naar haar op en zie haar naar me lachen. Ik schrik van haar lach. Wat is er met haar lippen gebeurd? ´Mijn haar hoeft niet gewassen,´ zeg ik. Maar op zijn minst wel nat gemaakt vindt zij. Ik loop braaf naar de bak en terwijl ik dat doe hoor ik de vrouw met het natte haar protesteren. Zij was toch eerder dan ik? ´Jij bent zo.´ zegt Patricia streng. Dan laat ze me zitten met mijn hoofd voor de bak en een handdoek om mij heen. Ze gaat nu verder met de plukken haar van de vrouw met de badmuts. Shit! Nu zit ik hier gevangen en kan niet meer weg. Ik app dit naar Ahmad en die moet erom lachen.
Het duurt niet te lang voordat ze terugkomt en snel mijn haar natmaakt en er een spul in doet. Ik denk een conditioner. Ze kamt mijn haar uit en zij doet dat vakkundig zonder de helft eruit te trekken. Daarna mag ik plaats nemen in de stoel voor de spiegel. Maar ze begint me nog niet te knippen. Eerst mag het boze dikkerdje met de natte haren voor de wasbak komen zitten en worden haar haren uitgewassen. Intussen kijk ik naar mijn eigen spiegelbeeld en vind ik mezelf best meevallen. De andere twee vrouwen van mijn leeftijd hebben bolle koppen en ik ben blij met mijn eigen gezicht waarin meer reliëf zit.
Eindelijk komt Patricia mij knippen. Ik kan lekker mijn mond houden want zij blijft kletsen met de vrouw met de badmuts. Ik kijk intussen naar Patricia en zie dat zij heel vakkundig bezig is. Nu ik haar goed kan bekijken via de spiegel, zie ik dat zij haar lippen heeft laten opspuiten. Had ze dat maar niet gedaan. Zij knipt en laat mijn haren wapperen alsof ze het al jaren doet. Dat is de reden dat ik meer vertrouwen heb in eenmanskapperszaken dan in grotere kapperszaken. Iemand die een eigen kapperszaak begint, heeft in de regel zoveel ervaring dat hij of zij en risico van een eigen zaak aandurft. In een groter bedrijf weet je nooit wie je knipt. Misschien wel iemand die nog maar net de kappersschool heeft afgemaakt.
Uiteindelijk föhnt ze mijn haar heel luchtig en ga ik tevreden de deur uit, na 20 piek contant te hebben betaald. Bij haar kan je niet met je betaalpas betalen, maar wel met een visakaart. Heb je geen ´viso´, vraagt ze me. ´Nee, ik heb geen viso.´
Ik ben na een week redelijk tevreden met mijn haar. Heb er zelf nog wat in zitten knippen, omdat een piek me stoorde.
Maar voortaan ga ik weer in Nederland naar mijn vertrouwde kappertje Petra. Zij is de enige die weet hoe mijn haar te knippen opdat het goed om mijn hoofd valt. En zij doet niet aan flauwekul. Gewoon even nat maken met de plantenspuit en knippen. En dan vertrek ik gewoon met half nat haar. Ik hoop dat haar bedrijfje nog bestaat. Ze heeft inmiddels afscheid moeten nemen van een hond waarvan ze veel hield en haar moeder was ernstig ziek. Ik hoop dat Petra nog o.k. is.
Ik heb het niet goed bijgehouden. Wat we gefabriceerd hebben de laatste tijd . Met name het glaswerk van Ahmad heb ik niet genoeg bijgehouden. Hij maakte ooit een potloodhouder voor mij en heeft er daarna nog een paar gemaakt voor zijn dochters. Die kozen voor een wat moderner ontwerp dan het klassieke bloemetje wat ik zo prachtig vond.
Het houdertje van Z heb ik niet gefotografeerd voor zijn galerij en nu moet ik wachten tot ik in haar huis ben om dat alsnog te doen. Maar van die van V heb ik wel een foto.
Nu heeft hij er net één af die hij voor zichzelf maakte.
Hij houdt ook meer van klassiek
Tenslotte is nu mijn schilderijtje ook af. Ik kleurde een oud pyrografiewerkje van Ahmad in met olieverf. Ahmad is er heel blij mee. Het was snel klaar. Nu kan ik verder met het schilderij van P, mijn klasgenoot van lang geleden.
pyrografie en olieverf op hardboard. 19,5 x 25 cm
Ik vind niet dat wij echte artiesten zijn, maar ik moet wel zeggen dat het een heel voldaan gevoel geeft bij ons allebei als wij weer iets hebben kunnen afmaken. Het is zo een lekker tastbaar resultaat.
Ik heb nu het allerbeste hoekje voor mijn schilderwerk in het huis tot nog toe (en ik heb al veel hoekjes uitgeprobeerd). Ik kan nu zittend schilderen, gezeten op mijn bureaustoel, die ik desgewenst naar achteren kan rollen, en het licht is fantastisch.
Geen glim en geen direct (zon)licht. Vooral in de namiddag schildert het lekker. Ik ben bezig met een klein plankje te beschilderen dat Ahmad had bewerkt met pyrografie. Het zag er zonder kleur wat saai uit en het bleef ergens in een kast slingeren. Ik ben al enigszins tevreden over de lucht, het water en het huisje. De rest moet nog aandacht krijgen.
Ik ben blij dat ik ondanks dat er nu weer een bed staat toch gewoon weer kan schilderen. Om te schilderen is een klein hoekje in een kamer voldoende. Het gaat er wel om dat je goed licht hebt en dat er geen direct licht op en langs je canvasje of paneeltje valt.
Helaas heb ik al mijn goede kwasten in Nederland laten liggen. Dat is niet erg voor dit kleine werkje, maar voor het schilderij van mijn terminale vriend heb ik betere kwasten nodig. Straks even op Amazon kijken en anders even langs de schilderwinkel. Ik schilder graag met zgn. ´kattentongen´ van stug haar in twee verschillende groottes. Je kan er zowel smalle als brede steken mee maken.
Het plan om les te nemen heb ik laten varen. Ik blijf gewoon klodderen op mijn manier.
Ik had al een dik half jaar geen kapper meer bezocht. Mijn haar hing inmiddels halverwege mijn rug. Ik besloot naar kapsalon Hollywood te gaan, waarover ik de laatste keer tevreden was.
Ik werd weer in een massagestoel gezet, terwijl mijn haar 3 keer gewassen werd. Het was dit keer niet zo een topervaring als de eerste keer, omdat het meisje hard aan mijn haar trok telkens als zij het uitwrong. Om eens wat anders te proberen vroeg ik de kapster die mocht knippen om mijn haar niet in lagen te knippen op één lengte en alsjeblieft niet rond van achteren maar helemaal rondom recht. Er moest een stuk af van zeker 9 cm.
Ik moet zeggen dat het meisje precies deed wat ik vroeg. Daarna kwam het meisje dat mijn haar gewassen had mijn haar föhnen, wat ik altijd een verschrikking vind. Ik laat het liever gewoon opdrogen maar ik ben altijd te schijterig om dat te zeggen, omdat het dan lijkt of ik hun de verdiensten niet gun. Ik telde 35 euro neer (karamba, die Spanjolen weten nu ook de prijzen wel te op te voeren! De vorige keer betaalde ik iets van 20 piek).
Ik wist al dat ik niet tevreden was over het recht afgehakte haar, waar ik zelf om gevraagd had. Thuisgekomen en kritisch kijkend in de spiegel werd dat bevestigd. ´Ik ben net Jeanne d´Arc op weg naar de guillotine,´ zei ik tegen Ahmad. Hij vond het wel meevallen
Ik probeer nu al drie weken te leven met het kapsel dat in een pyramidevorm om mijn hoofd hangt. Van onderen dik en naar boven taps toelopend. Ik krijg er een punthoofd van.
Vandaag heb ik Patricia Vega, de zwarte tor met de bromstem door wie ik eerder een paar keer mijn haar liet knippen, gebeld. Zijzelf beweert dat iedereen haar opzoekt vanwege haar knipkwaliteiten. Ik heb goede en slechte ervaringen met haar. Ze moet haar dag hebben. De laatste keer dat zij me knipte heeft ze enorm in mijn haar zitten hakken, maar toen had ik gevraagd om flink de lagen erin te zetten.
Woensdag a.s. om 10.30 heb ik een afspraak voor een knipbeurt bij haar. Ik zal haar dit keer vragen lange lagen te knippen. Niet te kort, zoals het haar van Rod Stewart, met een matje en korte piekjes vanboven, maar in lange lagen die niet korter mogen zijn dan de onderkant van mijn neus. Ik ben benieuwd wat het wordt. Nu loop ik met mijn haar naar achteren. Dat kan altijd. Verbloemt veel.
´La donna e mobile´ en de man evenzo! Een week geleden zaten we nog vol plannen om Ahamds mooie stulpje hier te verkopen en te verruilen voor een huis in de campo, in de nabijheid van Guadalcanal. We lieten ons totaal meeslepen door het mooie idee en zagen ons al helemaal zitten daar, midden in de natuur. Ik zag Ahmad al in de ochtend bezig zijn met de groenten in zijn ´huerta´ en zijn kippen voeren. Ik zag mezelf zitten mijmeren in het zonnetje, uitkijkend over de heuvels, genietend van het vogelgefluit om me heen.
We zagen ons al verhuizen. Ahmad wilde een busje huren, waar ik niks van wilde weten. Nee, we huren gewoon een verhuizer met busje die ons ook helpt met sjouwen en wij rijden voor hem uit met ons autootje, waarin we de breekbare spullen vervoeren.
Tot er twee jongens van het makelaarskantoor Aris kwamen kijken en zijn huisje naar ons idee veel te laag taxeerden. Het kwam ineens wel heel dichtbij dat we alles hier zouden moeten verlaten en dat we het een ander zouden gunnen om te genieten van wat Ahmad met zijn handjes heeft mooi gemaakt aan dit optrekje. Ik kreeg de lelijke gedachte dat ik dat eigenlijk helemaal niemand gun. Hoe meer ik dacht aan wat we hier allemaal zouden gaan missen en zomaar zouden afstaan aan een ander, hoe minder ik zin had in het plan. Ik duwde die gedachte weg, omdat ik Ahmad een leven in de campo gun en ikzelf ook wel verlang naar rust.
Gelukkig ontwaakten we allebei tegelijk uit onze droom. Het verruilen van ons luxe stekje hier voor een verblijf in de campo, gegeseld door gure winterse winden die daar door de bergen razen, leek ons ineens niet meer zo aantrekkelijk. Voor producten die we graag eten zouden we kilometers moeten rijden in ons autootje en de reis naar Nederland zou een dikke 14 uur duren in plaats van 3 uurtjes. Maar wat de doorslag gaf voor Ahmad was dat het financieel niet handig was en misschien zelfs niet haalbaar. Zo rijk is hij nu ook weer niet. Ook zag hij zichzelf vanwege zijn leeftijd niet het land bewerken zoals dat in zijn ogen wel nodig was.
Dus bam! In één keer lieten we het hele plan ook weer varen.
We zijn nu van plan om zijn dochter wel regelmatig op te zoeken, want we komen heel graag in Guadalcanal en zijn altijd blij het jonge gezin te zien. En als we dat doen, kunnen we een paar dagen een huisje in de campo huren. Het huis in het dorp dat we de afgelopen keer huurden was prachtig, maar wel erg duur. Het heeft twee badkamers en drie slaapkamers met veel slaapplaatsen. Het is geschikt voor een grote familie. We hebben een ander huisje gezien dat te huur is en dat heeft maar één slaapkamer. Het is groot genoeg voor ons twee en uiteraard veel goedkoper.
Van 16 tot 19 december hebben we dit huisje gehuurd. Het is 2.5 km lopen naar het huis van zijn dochter. Dat is goed voor ons. Ik verheug me erop en ik ben zielsgelukkig dat we toch hier blijven wonen. Pas als je je indenkt hoe het is om iets te missen ga je het waarderen.
Ahmad en ik praten met elkaar in het Spaans. Dat is een ingesleten gewoonte. Toen we elkaar pas kenden, 14 jaar geleden, heb ik mijn best gedaan om zo snel mogelijk Spaans te leren. Ik had daarbij wat voordeel van mijn gymnasium-achtergrond, want veel Spaanse woorden zijn te herleiden tot het Latijn, waar ik wekelijks op school zo´n 16 lesuren aan moest besteden. Ik moest gedurende die lessen in mijn puberogen doodsaaie boeken over oorlog en achterklap vertalen uit het Latijn. Ik vertaalde het Latijn zin voor zin, zonder me ooit echt te verdiepen in het verhaal dat ik las. In mijn schooltijd zag ik het nut van de vakken Latijn en Grieks niet in, maar later merkte ik dat het toch wel handig was in mijn verdere leven, omdat zelfs in de Nederlandse taal veel woorden zijn te herleiden tot het Grieks of Latijn. Bijvoorbeeld de namen van planten, dieren en medische termen (het ´potjeslatijn´).
Ik ben van nature een mens die graag praat met andere mensen en op die manier informatie vergaart. Ahmad is dat veel minder. Hij is geen prater en hij is in de korte periode dat hij op school zat nooit gestimuleerd om een vreemde taal te leren. Zo is het gekomen dat ik sneller Spaans sprak dan hij Nederlands en dat het voor ons beiden gemakkelijker was om ons te bedienen van de Spaanse taal. In het begin was Ahmad heel geduldig en sprak hij extra langzaam opdat ik hem kon begrijpen. In de loop der jaren ging ik steeds meer verstaan, ook al is mijn Spaans niet geleerd in lessen uit boekjes. Het is wat ik oppikte in gesprekken met hem en ook met anderen, zoals zijn kinderen.
De laatste tijd hadden we een paar keer een botsinkje. Dan heeft hij het over iets en dan praat hij in rap Andalusisch. Soms ken ik dan in zijn verhaal een paar woorden niet, waardoor ik niet voldoende begrijp wat hij zegt. Dan vraag ik daarnaar of ik trek een gezicht alsof ik het niet snap en dat kan hem dan weer irriteren. Als hij dan geïrriteerd doet, dan word ik nog pissiger en dan begin ik ik in het Nederlands te foeteren dat ik verdulleme mijn best heb gedaan om Spaans te leren, maar dat hij maar eens moet voelen hoe het is om mij te verstaan in mijn taal. Vandaag gebeurde dat weer en op zulke momenten voel ik me dan direct rot. Ik haat het om ruzie te hebben met mijn liefste. Dus ik liep even weg naar het ander eind van het huis (we hebben hier een lange gang). Even later was ik in de keuken en riep ik hem. Ik zei hem dat hij vroeger heel geduldig met me was en heel rustig tegen me sprak zodat ik het kon begrijpen. Maar dat hij nu vaak heel snel praat en dan kennelijk denkt dat ik hem wel kan volgen. Alsof hij vergeet dat mijn Spaans niet perfect is en dat ik sommige woorden gewoon nog niet ken. Hij gaf me direct een kusje. Wij willen echt geen ruzie. Ik zei: ´heb alsjeblieft geduld met mij en weet dat ik het Spaans niet goed genoeg beheers om alles altijd direct te begrijpen´. We omhelsden elkaar en ik wist dat hij me begreep.
´Ik zou willen dat ik dezelfde moedertaal had als jij,´ zei ik tegen hem. ´Dan konden we op een veel dieper niveau met elkaar praten en begrepen we elkaar nog beter.´ ´Ik ook,´ zei hij. Maar ondanks dit taalverschil dat soms als stoorzender werkt begrijpen wij elkaar toch bijzonder goed. Ik zei hem dat en dat was hij met me eens.
Ahmad heeft gelezen dat veel oudere echtparen onnodig ruzie maken. Kleine ruzies over triviale zaken die er niet toe doen. Hij zei dat wij ervoor moesten oppassen om niet in die valkuil te vallen. Ik antwoordde dat ik daar niet bang voor was. ´Daarvoor zijn we te goed met elkaar,´ zei ik. Die mensen hebben hun hele leven misschien hun dag grotendeels niet samen doorgebracht vanwege werk en andere beslommeringen. Als ze dan ineens een leven leiden van altijd bij elkaar in huis zijn, dan kunnen ze geïrriteerd raken. Wij kunnen goed samen in één huis wonen en we weten dat we geen ruzie willen. Al na 5 minuten zijn we zo een ruzie zat en willen we het goed maken. We houden veel van elkaar. Maar op je hoede zijn moet je altijd. De liefde is een kostbaar goed, dat je moet koesteren. Respect voor de ander is het sleutelwoord. En open zijn in de communicatie.