De dierenambulance

Mamma kat was wel even komen kijken vanaf de schutting, maar daarna verdwenen. Ik had geen rust en maakte me zorgen over de kleintjes. Wat nu als moeder niet meer kwam en we morgen drie dode katjes zouden aantreffen?

Ik besloot de dierenambulance te bellen om advies. Die legden me een goed plan voor. Zij hebben trucs om de moederkat te vangen. Zij willen de katjes en de moeder opnemen, maar het liefst wel bij elkaar. Ik zei dat dit moeilijk zou worden, omdat moederpoes nergens te bekennen was. Geen probleem. Dan zouden zij de jonge katjes alvast meenemen en een vangkooi achterlaten voor moeder kat.

Binnen een half uur stond er een aardige vrijwilliger van de dierenambulance in onze achtertuin. Hij zag dat de jonkies er goed uitzagen en dat ze ongeveer 10 dagen oud waren. Pas na 10 dagen schijnen de oogjes open te gaan en deze hadden hun oogjes net open, twee katertjes en één poesje. Hij deed de diertjes in een leuk draagmandje met een dekentje erin. Hij zette de kooi neer waarin wij moeder poes zouden moeten vangen.

Het is een heel effectieve kooi, die vanzelf sluit als de kat er eenmaal in zit. Op de bodem van de kooi gooide hij wat voer van het merk Sheba. Ik had er weinig vertrouwen in dat de kat erin zou trappen en de kooi zou betreden. Ze kwam (als ze al zou komen) immers voor haar kinderen en niet voor een hap eten.

Maar jawel hoor. Het is nog geen 21 uur en we hebben mamma poes al in de kooi. We hebben er ook een deken bij gekregen om de kooi daarmee te verduisteren, zodat zij wat rustiger wordt. Ik moest direct de dierenambulance bellen als we de kat in de kooi hadden, wat ik natuurlijk gedaan heb.

Het zijn benauwde momenten voor deze arme mammie. Ze moet wachten tot ze wordt opgehaald. Ik hoor haar nog steeds morrelen om uit de kooi te komen.

Ah, terwijl ik dit schrijf hoor ik de bel. Dezelfde vrijwilliger komt de kooi met poes halen. Eenmaal bij de dierenambulance aangekomen, zal zij verenigd worden met haar kindjes en een groot hok krijgen met haar kindjes samen. Een soort ‘moederhotel’. Als de jonkies geen moederzorg meer nodig hebben, zal zij gesteriliseerd worden. Is ze tam geworden, dan wordt ze ergens geplaatst of gaat ze naar het asiel. Blijft ze bang en is ze niet te socialiseren, dan wordt ze teruggezet in de omgeving waar ze vandaan komt. Wie weet komen we haar dan tegen en dan zal ik zeker voer voor haar zetten in onze tuin.

De man zag dat mamma poes nog jong is, hooguit een jaar oud. Ze zit vol met teken. Nu wordt ze goed verzorgd en kan ze rustig in een groot hok verblijven met haar jongen.

Ik ben heel blij en opgelucht. Ik zal deze lieve mamma kat met haar mooi gezichtje missen en ook de kleintjes, maar wij konden ze niet verder verzorgen. Dus ik ben blij dat ze ‘van de straat zijn’ en nu verblijven in een veilig onderkomen.

Verrassing in de tuin

We wonen in een waterrijke buurt. Er zijn veel sloten rond ons huizen. Dat betekent helaas ook veel ratten, waar niemand op zit te wachten. En muizen komen hier ook veel voor. Ratten zie ik gelukkig niet veel, niet in mijn tuin en niet in mijn buurt, maar ik hoor anderen er veel over klagen.

Een aantal jaren geleden had ik een andere hoes over over de kussens van mijn tuinhoekbank. Het regende toen een tijd, zodat we de hoes er niet afhaalden. Toen het eindelijk weer mooi weer werd en wij de hoes van de bank verwijderden, wachtte ons een onaangename verrassing. Er zaten gaten in de kussens. Muizen hadden in de hoezen geknaagd en wat vulling gebruikt voor hun smoezelige nestjes. Daarna ruimden we voortaan de kussens op bij slecht weer.

Maar nu heb ik een nieuwe hoes en regelmatig halen we deze eraf om de tuinbankkussens wat lucht te geven. Zo niet de afgelopen weken. Het was te lang wisselvallig weer. Maar vandaag brak er eindelijk een mooie stralende zon door en we haalden de kussens eraf. Helaas waren de kussens enigszins vochtig, omdat de hoes kennelijk niet zo waterdicht is als wij dachten. Maar wat zagen we? Twee hele kleine pasgeboren zwarte katjes en een moeder kat die schichtig wegrende, al mauwend.

Er bleek er later nog één te zijn, verscholen in de spleet tussen de kussens in de hoek.
Moeder kat durfde niet dichterbij te komen. Ze vertrouwde ons voor geen meter
stapje voor stapje dichterbij

Ik had nog wat kattenvoer in huis en legde wat voor moederpoes op een schoteltje met daarnaast een bakje water voor de mamma.

Dat smaakte wel

De kleintjes en hun moeder kunnen niet blijven wonen op onze bank. Daarom maakten we een ander huisje voor hun in de hoek van de tuin. We legden haar drie babykatjes in het huisje. Terwijl moeder dat bekeek vanaf een positie achterin de tuin.

huisje naast de schuur

Moeder kat ging daarna de tuin uit door over de schutting te klimmen. We wachten nu tot moeder kat terugkomt om voor haar kleintjes te zorgen. We hebben haar net even gezien op de schutting van onze buren. Het lijkt erop dat ze wel weet waar haar kleintjes zich nu bevinden. Ik maak me wat zorgen dat moeder niet terugkomt. Maar Ahmad is ervan overtuigd dat dit zeker wel goed komt. We wachten in spanning af. Een schoteltje eten en een bakje water staan voor haar klaar naast haar nieuwe onderkomen.

Lief dagboek

Waarom schrijf ik eigenlijk? Waarom zet ik mijn wel en wee op het internet? Waarom niet in een papieren dagboek met een slotje? Wil ik dan dat men mijn stukjes over mezelf en anderen leest?

Zo ben ik wel begonnen aan dit weblog. Met de gedachte dat mensen het misschien leuk vonden om mijn schrijfsels te lezen en er wellicht zelfs iets in zouden herkennen van zichzelf. Ook wilde ik toen nog graag delen hoe ik mijn geloof beleef en info geven over de islam als godsdienst, waarin ik me een dertigtal jaren intensief heb verdiept. Maar daarvan is de lol er voor mij al lang af. De beleving van de islam als godsdienst is langzaam maar zeker overgenomen door salafisten, die gesubsidieerd door olielanden als Saoedi Arabië, hun versie van de islam prediken in moskeeën overal ter wereld en mensen de stuipen op het lijf jagen met dreiging van hel en verdoemenis. Ik merk dan ook dat mijn artikelen over islam steeds minder gelezen worden, omdat mensen mij al lang niet meer zien als iemand die enige kennis van de islam als godsdienst zou kunnen hebben. Ze kunnen immers een foto van mij zien in de reacties: een Nederlandse vrouw zonder hoofddoek. Wat zou zo iemand nu kunnen vertellen over islam, als zij niet eens het fatsoenlijke ‘uiterlijke kleed van de moslima’ (zoals zij menen dat dat is voorgeschreven) draagt. Dus nu klikken de meeste lezers snel weg uit de artikelen van deze ‘nepmoslima’. Het is me om het even. Ik heb mijn zegje over godsdienst gedaan en houd verder voor het grootste deel mijn mond over dit onderwerp. Ik hoef er niet zo nodig meer iets over kwijt. Ik ben tot de conclusie gekomen dat het uiteindelijk gaat om daden en intenties. Alle heilige boeken kan je, volgens mij, zien als een leidraad voor het leven. Maar het gaat uiteindelijk om het in praktijk brengen van alle goede raad. En daarin heeft een ieder zijn of haar eigen weg te gaan en daarbij heeft iedereen de hulp van het stemmetje van zijn of haar geweten.

De regels zijn zo simpel en liggen al verborgen in oude gezegden. ‘Wat u niet graag geschiedt, doe dat ook een ander niet’. De tien geboden die Mozes aantrof zijn al een goede aanwijzing van do en don’ts. En daar heeft de bijbel de mooie bergrede van Jezus en andere leerzame voorbeelden aan toegevoegd. De Koran is de ‘ontbrekende steen’, die alle oudere godsdiensten verbindt. Hoeveel instructies heeft een mens nodig? Er is voldoende wijsheid voorhanden. Maar het gaat om de praktijk. En het ‘kleed van devotie’ zit hem niet in een lange boernoes of baard of een hoofddoek van een meter, maar zit hem echt in intentie en gedrag.

Dus daarover ben ik uitgepraat. Er zijn bibliotheken met boeken die meer kunnen vertellen dan ik.

Soms denk ik erover met dit weblog te kappen. Het schilderen (met name van portretten) boeit me veel meer en geeft me nu meer voldoening. Ik houd van concrete resultaten en woorden zijn vluchtig, tenzij ze gedocumenteerd worden. Dit weblog zal sowieso verdwijnen met mijn dood. Woorden die vervliegen in de wind des tijds.

Toch ga ik nog even door met schrijven, omdat het mij goed doet mijn hart te luchten in de ether. Ik heb echt niets te verbergen en dus mag iedereen het lezen. Dat ik het op internet zet geeft mij het gevoel dat ik misschien hier of daar een onbekende vriend of vriendin heb, die het wel leuk vindt af en toe wat van mij te lezen. Een verbindingsdraadje naar de buitenwereld. Want verder zit ik het grootste deel van de dagen in mijn binnenwereld of in mijn kleine kring van geliefden, buren en zeldzame vriendschappen.

Hemelvaartsdag en eid ul fitr (het suikerfeest/einde van de maand ramadan) vielen vandaag samen.

Dat vond ik een mooie samenloop van omstandigheden. Toevallig is mijn zoontje Imran geboren op 4 mei (de dag van de dodenherdenking) en overleden op 8 mei (de datum die in 1986 samenviel met hemelvaartsdag). Op de dag van eid ul fitr is het gebruikelijk graven te bezoeken van overledenen. Aangezien deze dag vandaag ook nog samenviel met hemelvaartsdag kon het geen betere dag zijn om naar Utrecht te gaan om het grafje van mijn zoontje te bezoeken en hem te eren met nieuwe plantjes en gebeden.

Al vroeg vertrokken we naar de begraafplaats Kovelswade, waar Imran begraven ligt op het islamitische gedeelte. Ik vind de Kovelswade een schitterende begraafplaats met een prachtige bosrijke beplanting. De begraafplaats is goed onderhouden en overal zijn kranen met gieters en grafvazen en schepjes voor een ieders gebruik. Het islamitsiche gedeelte is een zonnige weide met een plek om de rituele wassing te verrichten en eveneens gieters en andere benodigdheden voor een ieder. Het was nog heerlijk rustig op de begraafplaats en je hoorde de vogels vrolijk fluiten. Het moet voor hen ook een fijne plek zijn. Aan diverse bomen zag ik nestkastjes hangen.

We bekleedden het grafje met de plantjes die wij gisteren kochten en zetten, zoals altijd, wierrook. Het was heerlijk om even daar te zijn. Al on 11.30 waren we weer thuis.

Moederdag

Waarom het bestaat weet ik niet. Maar er is ook een vaderdag, een dierendag en zelfs een secretaressedag. Het lijkt onzinnig en cynische stemmen beweren dat het alleen maar in het leven is geroepen om de commercie te spekken, maar ik zie er toch iets moois in.

Toevallig was het vannacht ook de Laylat ul Qadr. Dat is een bijzondere nacht, die veel moslims aangrijpen om de hele nacht veel te bidden. Eigenlijk is de nacht verborgen. Hij zou zich bevinden in de oneven dagen van de laatste 10 dagen van de maand Ramadan. Maar de meeste moslims houden het erop dat het de 27e nacht is van de Ramadan.

Ik heb niet extra gebeden en zelfs ben ik door de tijd voor het ochtendgebed heen geslapen. Maar ik ben opgestaan met een zowel suffig als heel blij en kalm gevoel. Dat heb je soms. Dat je helemaal rustig bent vanbinnen en dat je alles met kalmte doet en dat alles lijkt te kloppen. Vrede in je kop.

Ik weet dat mijn kinders vandaag niet op bezoek gaan komen. Ze hebben het te druk binnen hun eigen gezin en ze worden zelf in de watten gelegd door hun partners en kinders. Heerlijk vind ik dat. Maar we hebben contact gehad via telefoon en app en dat is ook heel wat. Van Miep kreeg ik gisteren twee gebakjes van een goede banketbakker, omdat zij vindt dat ik die verdien. Die gaan de man in mijn leven en ik straks lekker oppeuzelen bij de koffie. ‘Zou jij ook een ontbijt op bed willen?’ vroeg mijn lieverd vanmorgen. Nee, dat hoef ik niet. Ik houd niet van eten in mijn bed en ik voel me al genoeg verwend, zowel door hem (en ik ben niet eens zijn moeder) als door mijn lieve kinderen.

Ik ben gelukkig. En tegelijkertijd dondert het een beetje buiten. Het is 9.40 uur en het onweer dat was aangekondigd voor 11 uur begint hier al. Een zonnige dag gaat het niet worden. Laat de zon dan maar schijnen in je hart. ??

Over moederdag gesproken. Lees dit leuke artikel over een groot, gelukkig gezin.

Niets is heilig meer

Al een tijdje denk ik erover om te stoppen met dit weblog. Het wordt nauwelijks gelezen en waarom doe ik het dan? Maar iets maakt dat ik er toch mee doorga. Ik blijf columns schrijven in mijn digitale privé krantje. Ik kan me voorstellen dat wat ik schrijf niet voor iedereen even interessant is. Ik ben een vrouw van 70 en ik kom uit een ‘andere tijd’. Ook al heb ik me altijd al een een vreemde eend in de bijt gevoeld, nu is dat gevoel alleen maar sterker geworden.

Mensen die boeken schrijven over hun bevrijding uit een godvrezend milieu worden op handen gedragen. Er is een nieuwe god die de oude heeft vervangen. De god van het neoliberalisme: ‘vrijheid’. En vrijheid wil dan zeggen: doe wat je wilt, al is het ten koste van mens, dier en milieu. De mens waant zich nu meester van zijn lot. Een mooi uiterlijk is maakbaar. Geld is een virtueel iets geworden, dat onafhankelijk van arbeid verzameld kan worden. Het is in handen van een kleine minderheid. Slavernij is niet afgeschaft, maar heeft nu de vorm gekregen van ‘loonslaaf zonder bescherming met plichten, maar weinig rechten’. De happy few is op tijd op de ‘boot naar welvaart’ gestapt. Degenen die deze boot misten zijn de ‘losers’. Gezondheid, medicijnen, water, de bebossing, landbouw, energie, een dak boven je hoofd, het vervoer per trein of bus, dit alles en nog meer zijn nu in handen van particuliere ondernemers. Winst maken mag en kwantiteit en (over)consumptie worden steeds belangrijker ten koste van kwaliteit.

Ik zie alles wat er nu gebeurt als een ontheiliging. Als niets meer heilig is, dan is alles geoorloofd. Als je het individu voorop stelt en succes, roem en macht belangrijker zijn dan medemenselijkheid en liefde, dan leef je in een jungle van egoïsme.

Klein voorbeeldje (een minivoorbeeldje): mijn buurvrouw (Miep) gebruikt vaak de kleine potjes groente van HAK. Ik kan me nog de reclame herinneren waarin Martine Bijl zei dat je de groenten van HAK moet hebben. Dat zou eerste kwaliteit zijn. Niet meer dus. Miep merkt nu dat de boontjes en worteltjes draden hebben, de bruine bonen te rauw zijn. Dat was een tijd terug nog niet zo. ‘Met lijkt wel of het niet meer met liefde gedaan wordt,’ zucht ze. Inderdaad. Producten met oude vertrouwde merknamen verliezen hun kwaliteit.

Groter voorbeeld. Turkije meent het alleenrecht te hebben op Gods water. Ze hebben een dam aangelegd in de rivieren die vanuit Turkije Syrië instromen. Dat geeft Turkije macht om te bepalen hoeveel water Syrië krijgt. En dat is te weinig. Turkije waant zich de bezitter van deze rivieren.

Zo gaan mensen nu met elkaar om. En er is geen halt aan toe te roepen, omdat ‘vrijheid’ de nieuwe god is. En als je dan zegt: is er geen andere god? Dan vraagt men: welke andere? Net zoiets als die reclame van Heinz ketchup.

Nog een opdracht

Ik had mijn canvas al voorzien van een onderlaag en ik wist al welke achtergrond ik zou kiezen voor het schilderij dat ik in opdracht ga maken. Maar gisteren kreeg ik een nieuwe opdracht. Of ik eerst haar vader wil schilderen op zijn kantoor. Dat schilderij zal in haar kantoor komen te hangen met een lijst. Of ik dat eerst wil maken en daarna pas het schilderij van haar beide ouders.

Ja, dat kan. Ik moet het doen met een foto via de whatsapp, maar de foto is redelijk duidelijk. Het schilderij moet in een vrij groot formaat, 50 x 70.

Ik heb de opdracht natuurlijk aangenomen, omdat ik het de klant gun om een mooie herinnering te hebben aan haar helaas overleden vader. Ik wil het vertrouwen dat ze in me heeft niet beschamen en er echt iets van maken dat zo mooi mogelijk is. En dat geeft toch wel enige gezonde (is het wel gezond?) spanning.

Vanmorgen stuurde ik direct na het ontbijt een mail naar drukkerij Morgenstond om te vragen of de kantoorfoto van vader in A3 formaat kon worden afgedrukt. In de titel van het bericht schreef ik in haast ‘PDF bestand afrukken in kleur’. Ik kreeg als antwoord: ‘Ik zou het wel willen, maar er zit geen bestand bij’. Ik was dus de bijlage vergeten mee te sturen. Dat heb ik alsnog gedaan. Tot zover over ‘een beetje nerveus zijn voor deze opdracht’. Maar goed, ik heb het grote canvas van 50 x 70 inmiddels voorzien van een onderlaag en ga vanmiddag of morgenochtend de fotoafdruk ophalen om na te schilderen.

Waarom doe ik mezelf dit aan? Niet voor het geld in ieder geval. Ik wil echt graag dat iemand blij is met een herinnering aan een overleden persoon of een anderszins geliefd persoon. Daarom ga ik mijn uiterste best doen.

Zelf zou ik wel willen dat ik zo een herinnering had aan mijn overleden zoontje Imran. Geboren op 4 mei 1986 en overleden op 8 mei 1986. Ik heb niet eens een foto van hem en moest uit mijn herinnering dit portretje van hem tekenen om nog een beeld van hem te bewaren. Voor mij zal vier mei altijd in het teken staan van het herdenken van de dood van dit kleine mannetje, dat maar vier dagen in dit leven was.

Imran

We gingen voor een prikkie voor mij

Zoals gewoonlijk gingen we veel te vroeg. De reden was dat ik altijd enige angst heb dat ik niet direct een parkeerplek kan vinden. De route naar de priklocatie wist ik inmiddels, omdat ik die al eens eerder gereden had om de route alvast te kennen. Dit soort dingen deed ik nooit toen ik jonger was. Ahmad ging met me mee, voor het geval dat ik slapjes zou worden van de prik en hij misschien moest terugrijden.

Meer dan een half uur voor de afgesproken tijd arriveerden we op de locatie in ’s Gravenzande. Ik parkeerde 100 meter voor de plaats van bestemming langs de weg, omdat ik al gezien had (bij mijn eerdere verkenningstocht) dat het parkeerplaatsje voor het buurtcentrum (of vroegere kerk?) erg vol was. We moesten langs verschillende controleposten in een niet al te lange rij. Vriendelijke medewerkers van de GGD richtten zich direct tot Ahmad. Kennelijk zag hij er ouder uit dan ik. De rij liep lekker door en niemand vroeg hoe laat onze afspraak was. Dat weten we dan voor de volgende keer.

De prikzuster stelde direct Ahmad op zijn gemak. ‘Gaat u maar zitten, meneer’. Terwijl ik daar toch stond met papieren in mijn hand en gekleed in een shirtje met korte mouwen. ‘Och ja, sorry,’ zei ze. ‘Ik had dat moeten zien. Maar wat gek dat ze niet een afspraak hebben gemaakt voor u allebei tegelijk.’ Dat kon niet meer,’ zei ik. ‘Die tijd was al bezet.’ ‘Meestal doen ze wel een oogje dicht,’ zei de vriendelijke zuster. Aha. Dat weet ik dan ook weer. Vrijdag gaat Ahmad voor zijn eerste prik en op die dag ga ik vragen of we de tweede prik samen kunnen krijgen.

Het prikje stelde niets voor. Het naaldje is zo dun dat het niet eens gaat bloeden. Voor de zekerheid kreeg ik toch een pleistertje. Na het prikje moesten we een kwartier wachten in een wachtkamer. Om te kijken of ik niet beroerd zou worden. Er kwam een rode kruis medewerker langs, die met iedereen een praatje maakte om te vragen hoe men zich voelde. Hij sprak direct Ahmad aan. ‘Hoe gaat het, meneer?’ ‘Goed,’ zei Ahmad.

Eenmaal thuis waren we ruim op tijd voor ons tweede kopje koffie.