Logeeradres

Soms vraag ik me af waarom ik een logeerkamer heb met een tweepersoonsbed, terwijl daar zo weinig gebruik van wordt gemaakt. Mijn kinderen wonen niet meer in Den Haag, maar ook weer niet zo ver dat ze bij mij zouden moeten blijven slapen. Gasten van verre mogen wij zelden verwelkomen hier. Een enkele keer komt er een kleinkind logeren.

Maar nu doet zich toch weer een gelegenheid voor, die mij blij maakt dat ik die logeerkamer nog in de oude staat heb gelaten. (NB Ik had eerst drie logeerkamers, waarvan ik in twee daarvan de bedden al heb verwijderd). Mijn oudste kleinzoon van 23 jaar komt hier een week logeren. Niet dat ik hem veel zal zien, denk ik, want hij is gewend veel uit huis te zijn en hij heeft ook zijn werk. Maar gezellig vind ik het toch om hem weer eens te zien. Ik zal eraan moeten wennen om weer wat meer eten te koken, maar dat is iets wat ik in het verleden vaak genoeg heb gedaan. Ik woonde een aantal jaren in dit huis met zeven man.

Bovenstaande schreef ik eergisteren en nu zijn er alweer twee dagen voorbij dat deze jongeman in ons huis logeert. Ik zie hem weinig, zoals ik al verwacht had. Alleen de eerste dag hebben we even bijgepraat. Ik was heel blij te horen hoe goed het nu met hem gaat. Hij heeft nu werk wat hij erg leuk vindt en waarin hij ook kan groeien en hij heeft een vriendin. Dat zijn zaken die stabiliteit brengen in het leven van een jongmens.

Maar na eergisteren heb ik hem niet meer gezien, behalve even in de ochtend voor hij vertrekt. Hij komt in de regel pas thuis als wij al slapen.

Wat ik wel gemerkt heb is dat ik me verkeken heb op de hoeveelheid eten die hij behoeft. Ik ben gewend aan het vullen van de maag van een adolescent, maar deze jongen is inmiddels een man en eet niet meer zulke enorme porties ?.

Hondje eet haar brokjes niet

Toen het hondje gebracht werd, kreeg ik te horen dat zij gewend is overdag brokjes te krijgen in haar eetbakje. En als zij die dan ’s avonds opgegeten heeft, dan krijgt zij een bakje met zacht voer uit een knijpzakje. ‘Het hele zakje?’ vraag ik nog, kijkend naar het minuscule hondje. ‘Ja, wel een heel zakje.’ De eerste dag doe ik wat me is gezegd. Er ligt de hele dag een bakje met brokjes voor haar klaar. Maar als het avond is, heeft ze daar niets of misschien heel weinig van gegeten. Ik haal de brokjes weg. Ik denk bij mezelf dat zij misschien weinig brokjes heeft gegeten, omdat ze nog moet wennen bij mij. Bovendien ziet zij er nogal weldoorvoed uit. In plaats van een ingetrokken buikje heeft ze een mollig lijfje. Ik geef haar toch het zachte voer, omdat ze dat kennelijk gewend is. Dat voer schrokt ze binnen een halve minuut op.

De volgende dag zet ik weer wat brokjes voor haar neer. Voor overdag. Nu wel wat minder. Ze snuffelt even aan de brokjes, maar eet er niet één. Opnieuw geef ik haar in de avond toch het zachte voer, hoewel zij de brokjes heeft laten liggen.

De volgende dag zie ik haar overal gras eten. Het lijkt erop zij misselijk is. Als zij haar minipoepje doet, kan ik dat niet oprapen, omdat het diarree is. Kennelijk is dat zachte voer helemaal niet zo goed voor haar.

De dagen erna probeer ik haar te foppen door telkens wat brokken door het zachte voer te mengen in kleine porties. Zij blijkt heel behendig in het opslobberen van het zachte voer met achterlating van de brokjes. Dus die truc werkt niet!

Dan besluit ik wat strenger te worden. Ze moet echt brokken gaan eten. Dat zachte voer is slecht voor haar gebit. Inmiddels merk ik dat ze slanker begint te worden, ook door de lange wandelingen die we met haar maken. Ik was haar bordje en geef haar in de ochtend, als ik net uit bed ben en zij me kwispelend komt begroeten, een schoon bordje met een handjevol verse brokjes. Ik aai haar en vraag haar vriendelijk de brokjes te eten. Als ik even later kijk, zie ik dat haar bordje leeg is. Ik prijs haar uitvoerig.

Ik neem me nu voor om haar vanaf nu verspreid over de dag kleine hoeveelheden brokjes aan te bieden. En alleen als zij de brokjes heeft gegeten krijgt zij in de avond een gedeelte van het zachte voer, maar niet de hele portie.

Dit gebeuren doet me denken aan een verhaal dat mijn moeder vroeger vertelde: Er kwam een vrouw bij de dierenarts: ‘Dokter, mijn hond eet de laatste tijd het voer niet meer wat ik hem aanbied. Welk voer ik ook voor hem neerzet, hij weigert te eten. Ik ben ten einde raad. Ik weet niet meer welk voer ik nog voor hem kan kopen, zodat hij tenminste wat eet. Weet u wat ik hieraan kan doen?’ ‘Geen probleem mevrouw,’ zegt de dierenarts. ‘Laat de hond maar hier en kom hem over een week maar ophalen. U zult zien dat hij dan wel eet.’ Zo gezegd zo gedaan. Als de vrouw na een week terugkomt is zij blij verrast als zij ziet dat de hond met smaak eet van een bak hondenvoer. ‘Maar hoe kan dit?’ roept de vrouw uit. ‘Hoe heeft u dat voor elkaar gekregen, dokter?’ ‘Heel simpel, mevrouw. Gewoon een paar dagen niets anders te eten geven.’

Dit vrouwtje is streng voor mij en de ontmoetingen buiten zijn ook niet allemaal even leuk
Ja zwaan, jij bent de baas

We mogen weer op een hondje passen

Dat is altijd leuk om te doen. Vooral als het zo een lieverd is. Wat mij betreft is het vooral leuk, omdat het een excuus geeft om 4x per dag een wandeling te maken. En als je loopt is het gemakkelijker om af en toe stil te staan om een foto te nemen. Dat doe je dan sneller dan wanneer je op de fiets of in je auto ergens naar onderweg bent.

Ik zie zo vaak mooie tafereeltjes, die vragen om een plaatje. Ook op de fiets. Dan baal ik altijd dat ik mijn camera niet bij me heb. Het zijn van die momentjes die je het gevoel geven dat de tijd even stil staat. Zo zag ik laatst naast een woning in mijn buurt een oud Turks vrouwtje, in het zwart gekleed, de grond, waarop zij waarschijnlijk vruchtbare aarde had gestort, aanharken. In mijn gedachten waande zij zich misschien op haar eigen stukje land in Anatolië (of weet ik waar) en bereidde zij haar grond voor op het planten van groenten en kruiden. Het was zo een mooi en vredig gezicht. Maar…..uiteraard had ik geen camera en misschien zou ik ook schromen om haar te fotograferen (ik zou het haar natuurlijk kunnen vragen, maar dan is de spontaniteit van het moment weg).

En weer een dag later zag ik, terwijl ik door een parkje in mijn buurt fietste een zwarte eend. Zij was een tijdlang aan het wapperen met haar vleugels, staande aan de rand van het water. Ook dat was zo een mooi gezicht en ik had dat graag willen vastleggen. Die vreemde eend in de bijt van de andere, gewonere, gekleurde eenden. Zij was alleen. Ahmad vertelde me dat dit normaal is, omdat zwarte eenden, anders dan hun gekleurde soortgenoten, niet in groepen leven maar vaak alleen.

Maar dit fotografeerde ik dus allemaal niet. Omdat ik het niet meer gewend ben om mijn cameraatje overal mee naartoe te nemen. Zelfs als we het hondje uitlaten en ik dikwijls schitterende doorkijkjes zie, dan besef ik dat ik de camera alweer vergeten ben. Ik neem me nu voor om er voortaan aan te denken voordat ik de deur uit ga.

P.S. Een uurtje geleden ging ik dan toch op pad met het hondje en mijn cameraatje, terwijl de man naast me lekker aan het koken was voor mijn kinderen. Dit keer hoefde ik geen rekening met een ander te houden om te stoppen en foto’s en video’s te nemen vanuit allerlei hoeken. Overigens merkte ik dat de vogel, die ik op de fiets in het voorbijgaan had aangezien voor een zwarte eend helemaal geen eend was, maar een aalscholver. Ik zag er in totaal drie op mijn route door de buurt.

Na drie weken wandelen in onze buurt, zal ik zeker materiaal genoeg hebben voor een filmpje ?.

Fietstochtje

Het was de eerste keer in al de tijd dat we hier nu alweer zijn (vanaf 10 november 2020) dat we weer eens een fietstochtje maakten. Tot nu toe had ik er weinig zin in. Als ik eraan dacht, kreeg ik beelden van veel bejaarde fietsers op e-bikes (die graag stug naast elkaar willen blijven rijden) en fietsers op racefietsen, die kost wat kost vaak geen vaart willen minderen en op onverantwoorde wijze zonder aankondiging langs je heen racen. Ik zag in mijn verbeelding overvolle fietspaden met dagjesmensen. Daarom had ik er meestal geen zin in.

Maar vandaag was het maandag en ik merk al een tijdje dat het rustiger is, in mijn buurt, in de winkels en op de weg. Maandag is de ideale dag voor een tochtje op de fiets, als je daartoe in de gelegenheid bent. Ook het weer zou vandaag droog blijven.

Dus wij stapten vandaag op onze fietsen. We hadden een missie. Dat heb ik ook graag. Niet doelloos maar wat rondkarren, maar daarbij een bestemming hebben. We gingen naar Intratuin in ’s Gravenzande. Daar wilde Ahmad zaden kopen voor bloemen en groenten. De groenten voor zijn dochter, die voldoende grond heeft om te verbouwen en al een aardige biologische tuin heeft gecreëerd. Voor haar en voor ons wat bloemzaden voor bloemen die vlinders en bijen aantrekken en wat zaaibakjes.

Op de heenweg kwamen we langs schitterende huizen in allerlei bouwstijlen met mooi aangelegde tuinen. Het Westland op zijn properst. Ik vond het jammer dat ik mijn camera niet bij me had (dat zit niet meer zo in mijn ‘systeem’ helaas). Ik zou graag een fotoreportage hebben willen maken van alle mooie en bijzondere woningen en buurten die ik zag. Maar op de heenweg had ik alleen mijn mobiel, die ik eventueel kon gebruiken als camera en deze diende nu als navigator. Ik wist ook dat de man die achter me fietste geen geduld heeft voor een fotootje hier en daar als hij eenmaal uit is op een missie. En dat was nu: met frisse kracht vooruit naar de mooie winkel.

Ik wil de tocht graag nog eens overdoen met mijn camera en dan alsnog de foto’s maken die ik nu niet maakte.

Terug fietsten we door de duinen en dat was qua luchtinname een stuk gezonder dan langs de weg met voorbij zoevende auto’s. Ik vond het een heerlijk tochtje en zou het liefst snel weer gaan. In de duinen maakte ik toch nog wat foto’s met de mobiel. Van de prachtige en bijzondere gele veldbloemen en de heerlijk geurende rozebottelbloesems.

Iedereen kan wat

Dat was mijn motto, toen ik langdurig werklozen, die moeilijk bemiddelbaar waren voor werk, moest activeren. En dat bleek ook vaak zo te zijn. Mensen kunnen door wat voor omstandigheden dan ook de moed verliezen en geen vertrouwen meer hebben in zichzelf. Maar ga je goed naar ze luisteren en vraag je waar ze echt warm voor lopen, dan blijken ze toch talenten te hebben. Niet altijd zijn die relevant voor betaald werk, maar het is een begin. En hebben mensen eenmaal energie en meer lol in het leven, dan kan het één wel tot het ander leiden en krijgen ze uiteindelijk toch betaald werk. Vrijwel iedereen kan zich wel ergens nuttig maken. Al prik je papiertjes en plastic langs de weg, dan verdien je mijn respect! Misschien wel juist dan.

Maar ook hebben veel mensen een artistiek talent. En dat zijn niet alleen diegenen, die een podium hebben gekregen in de publieke wereld. Er zijn ook tal van onbekende mensen met talent. De een zingt als een nachtegaal, de ander kan dansen en de ander creëert iets moois om naar te kijken.

Ook in de familie van de man naast me is talent. Zijn oudste dochter beschilderde de buik van haar zusje met dit mooie sprookjesachtige tafereel.

Voor het eerst echt tevreden met schilderij

Op instagram en You Tube volg ik veel schilders. Daar leer ik van, maar ik wordt er ook weleens moedeloos van. Er zijn zoveel goede schilders die het veel beter doen dan ik. Zij zijn vaak al begonnen op jonge leeftijd, terwijl ik een autodidact ben, die pas begon te schilderen toen zij al 68 jaar was, zonder enige ervaring of kennis van het het vak.

Ik bood mijn schilderwerk een tijdje aan op marktplaats, maar ben daarmee gestopt, omdat er weinig tot geen belangstelling is voor wat ik maak en het me ook niet te doen is om wat te verkopen. Wel wil ik dat mensen graag naar mijn werkjes kijken en er een beetje blij van worden. Maar zelfs dat is niet altijd het geval. Vanuit diverse hoek krijg ik naast complimenten kritiek en wordt er soms zelfs lacherig gedaan over de gelijkenis die ik probeer op het doek te krijgen (portretten hebben mijn voorkeur). Dus laatst besloot ik rigoureus te kappen met mijn werk te plaatsen op marktplaats en ook voor niemand meer te schilderen dan voor mezelf. Als ík er maar goesting in heb.

En toen maakte ik in slechts enkele uurtjes dit zelfportret, waar ik zowaar tevreden over ben. Het is me opgevallen dat tekeningen of schilderijen die snel lukken meestal de beste zijn. In het begin van het karwei is er nog spontaniteit bij het zetten van de penseelstreken. Hoe meer je begint te knoeien met verhoudingen en dergelijke, hoe moeizamer het wordt. Als het niet direct lukt, wordt het meestal daarna ook niks.

Deze vind ik goed gelukt.

Ik heb besloten me er weinig of niets meer van aan te trekken wat een ander ervan vindt. Schilderen is beslissingen nemen en daarachter blijven staan. Ik ben ook gestopt met eerst de figuur te tekenen. Ik schilder direct de contouren met penseel en daarna kijk ik naar de vlakken van donker en licht. Dan kom ik pas op het laatst toe aan de details. Dit heb ik niet van mezelf, maar van YouTube geleerd. En het blijkt te werken en het proces te versnellen.

De foto is een oudje. Hij dateert uit 2006. Ik was toen in Cyprus bij mijn leermeester sheikh Nazim (moge Allah zijn mooie ziel voor eeuwig zegenen) en ik was heel gelukkig. Wat ik daar in mijn hand heb is een miswak.

Trots op Alhaurin de la Torre

Het dorp, waar wij een deel van ons leven doorbrengen, kent veel vrolijkheid en creativiteit. In de zomer worden de looproutes in het oude centrum afgedekt met zonnewering. Deze zomer is dat in een straat in ‘onze buurt’ gebeurd met door de bewoners zelf geweven en bewerkte doeken. Ahmad en ik, ook behorend tot zelfdoeners, waren blij dit bericht tegen te komen. Wat een leuk en kleurrijk initiatief.

In Alhaurin de la Torre in Spain, seven women textile artists, plus their crochet teacher, Eva Pacheco, have spent months weaving new sunshades for the town centre…

womensart #summer https://t.co/cFLEaJmLpW’

Bravo! Toma!!!!!!!!!

Gelukkig

De laatste tijd schrijf ik weinig of eigenlijk niet in mijn weblog. Er valt weinig te schrijven. Behalve het feit dat Ahmad en ik zielsgelukkig zijn. Maar dat lijkt me erg saai en misschien zelfs irritant voor de lezer.

Bijna elke dag zeggen we tegen elkaar dat we maar niet kunnen bevatten hoe gelukkig we zijn. Wie had kunnen denken dat twee mensen, die een groot deel van hun leven zo ver verwijderd van elkaar hebben doorgebracht, elkaar nu zo nabij zijn en zich zo op hun gemak voelen bij elkaar.

Op jonge leeftijd (ik was een jaar of 24) maakte ik een tekening met een gedicht erbij. De tekening stelde een vlakte voor met twee bomen, die ver van elkaar verwijderd stonden. Het gedichtje erbij had ongeveer de volgende inhoud: dat wij (de bomen) ver van elkaar af stonden, maar dat onze wortels al samen vergroeid waren en dat onze takken ook naar elkaar toe zouden groeien.

Nu denk ik achteraf: dat waren wij!

We genieten elke dag van alle kleine dingen samen. Opstaan en dan ontbijten met uitzicht vanaf de eettafel op de tuin, waar we vogeltjes zien af en aan vliegen om te genieten van de diverse feestmalen, die aan de bomen hangen. Vervolgens hebben we een soort routine van ‘ieder voor zich bezig zijn’, soms bij elkaar in het ‘atelier’, dan weer afzonderlijk van elkaar. Maar altijd delen we samen de koffie- en maaltijd momentjes. Als we met elkaar praten, hoe verschillend onze taalachtergrond ook is, verstaan we elkaar heel goed. We zijn nog altijd verliefd en daar lijkt nooit een einde aan te komen. We kennen elkaar steeds beter. Elke dag is een geschenk.

Sorry lezer. Meer is er niet te zeggen. Behalve dat ik vervuld ben van een diepe dankbaarheid. Soms zie ik flarden van mijn leven terug en bekruipt me het bijbehorende beklemmende gevoel van gevangen zitten in een heel nare situatie, waaruit ik dacht me nooit te kunnen bevrijden. Dan besef ik dat ik gered ben door een onzichtbare hand.

Al beluister ik de video’s van Krishnamurti en anderen, die niet in een god geloven, niemand kan mij ervan overtuigen dat God niet bestaat. Ik geloof niet alleen maar in God/Allah. Ik wéét dat Allah er is. Dat heb ik op veel momenten in mijn leven mogen ervaren. En dat ervaar ik elke dag. Nu in mijn gelukkig zijn en vroeger in mijn ongelukkig zijn. Toen was Allah troost voor mij. Allah is er altijd, was er altijd en zal nooit sterven.

Hier volgt een saai filmpje bij een saai bericht. Maar iets hoeft niet heel spannend te zijn om gelukkig te maken. Geluk zit in kleine dingen, zoals het horen van een merel die fluit of het ruiken aan een geurige roos, een glimlach van een persoon of een hondje dat kwispelt, wanneer het je herkent. Geluk zit hem in het gewone voor mij. Een leven mogen leiden zonder angst, stress of pijn is al geluk.

Mijn broer is herdacht in Moskou

Na zoveel jaren is er een bijeenkomst geweest in Moskou, waarin mijn broer en andere Rode Kruis medewerkers (die in december 1996 een stierven door geweld) werden herdacht. Er waren niet veel aanwezigen. Wel een mooi initiatief te midden van een wereld waarin zoveel mensen een zinloze dood sterven. Zoveel mensen verdienen deze aandacht, maar krijgen die niet ?.