Tijd niet meer geschreven

Tja, en hoe komt dat. Geen tijd! Dat mag gek klinken voor een gepensioneerde, die immers overal tijd voor zou moeten hebben. Maar de werkelijkheid is anders.

De dagen lijken om te vliegen. Daarbij komt dat we steeds langere nachten maken, dus later opstaan. Zaten we vroeger fris aan het ontbijt om een uur of 7, nu is dat geregeld een uur of 9 of gisteren zelfs 9.30. We slapen en dromen wat af. En als de dag dan begonnen is, dan hebben we een vrij strak programma. Na het ontbijt een wandeling in de Uithof. Daarna is er nog een beetje tijd om wat anders te doen voor de tweede koffie. Dat kan zijn boodschappen doen of, zoals nu, even schrijven in dit weblog. Na de koffie (rond 11.30) heb ik weer wat tijd tot het middagmaal om 15.00 uur. Maar soms moet ik dan koken of naar Specsavers voor een nieuwe bril. Of ik heb even tijd om wat te schilderen, wat ik nooit langer dan een uur achter elkaar doe. Of ik plak een filmpje van foto- en filmmateriaal. Dat zijn mijn twee andere hobby’s naast leuteren in dit weblog

Na het middagmaal is het vaste prik dat we een spelletje rummikub doen. Dat zijn altijd twee of drie spelletjes, zodat er uiteindelijk een ‘winnaar van de dag’ is. Dat rummikub gaat ons nooit vervelen, omdat elk spel anders is.

Na het spelen is het tijd voor thee of een ijsje. En daarna stap ik op de hometrainer met mijn tablet, waarop ik intussen tv en series kijk. Dat doe ik met pauzes, waarin ik languit op het logeerbed lig tot het avondeten. Na het avondeten gaan we in ons bed liggen, waar we lezen e.d. en vervolgens gaan slapen En zo vliegen de dagen om, met af en toe een uitzondering, als dat de dag anders verloopt, omdat we een afspraak hebben met familie.

Zo zit dat. Ik heb verder niet zoveel te melden.

We hadden nog wat houtschijven liggen, die Ahmad nooit bewerkte met pyrografie, omdat ze nogal donkerbruin waren en je daarom de gebrande tekening niet zou kunnen zien. Ik kreeg het idee om daarom de schijf te bewerken met een geverfde achtergrond, zodat Ahmad die daarna zou kunnen bewerken met pyrografie. Maar dat bleek niet te kunnen. Pyrografie kan kennelijk alleen met succes gebeuren op onbewerkt hout.

Omdat ik het zonde vond om verder niks te doen met de houtschijven, heb ik het karwei maar afgemaakt door verder te schilderen op het hout:

Olieverf op houtschijf 30 x 26

Vandaag wordt het hondje opgehaald

Ze kunnen elk moment hier zijn, want we hebben afgesproken om 12 uur. Ze hebben het hondje gemist. Zij vinden zelf ook dat Lola een zoet en bijzonder lief hondje is en ook al zijn zij gisteravond pas teruggekomen van vakantie, zij kunnen ook niet wachten om Lola op te halen.

Ik ga haar missen en zij mij ook. Net kroop ze op mijn schoot, alsof ze al voelt dat ze zo zal worden opgehaald. Zij trekt naar mij en begroet mij altijd enthousiast. Hoe Ahmad ook zijn best doet, door haar vlees te geven en ook met haar te gaan wandelen, ik blijf haar nummer 1.

Ik ga nog even met haar een blokje om, zodat haar baasjes dat niet hoeven te doen, als ze straks komen om haar mee te nemen naar Hendrik Ido Ambacht. Wat ga ik dat kleine stinkerdje missen!

Mijn kinderen komen bijna thuis

Ze verbleven in Toscane en hebben alle regen en wind hier gemist. Als ze thuiskomen staan hun tuintjes er fris en sappig bij. Ik hoop dat zij een goede reis terug hebben in de auto met kinderen op de achterbank. En ik ben benieuwd naar de vakantieverhalen. Behalve een heleboel foto’s die ze me toestuurden via de app (waarvan ik een filmpje maakte voor hun, ter herinnering) heb ik niet veel gehoord. Ik wilde ze ook niet lastigvallen met ‘hoe is het daar?’, maar intussen was ik wel heel benieuwd.

Wij bleven hier met twee hondjes en na een week 1 hondje. Het lijkt zo een lange tijd. Lola (zo heet ze nou eenmaal) lijkt zich prima thuis te voelen bij ons. Wij zijn ook aan het ritme van uitlaten gewend en kijken met regelmaat vertederd naar het kleine schattige beest. Doordat we er vier keer per dag uitmoeten met Lola, zien wij onze groene omgeving dus ook veel meer dan normaal. Naast de wandelingen in de Uithof die we ook al maakten zonder hondje, wandelen we nu ook een paar keer per dag in onze eigen buurt en dat is ook heel mooi. Het groene gras, de beplanting en de sloten, de eenden, futen en ganzen, we zien ze een paar keer per dag en steeds weer ander licht maakt dat telkens opnieuw interessant.

Ik heb me voorgenomen wat kritischer te zijn met fotograferen en filmen. Laatst ging ik zelfs zonder camera op stap. En je zal net zien: juist die avond was er een schitterende schemering en zag ik veel plaatjes die ik had willen vastleggen. Ik wil mijn camera voortaan altijd weer meenemen. Foto’s die niet geslaagd zijn kan je immers verwijderen.

Ik herinner me nu de fotograaf van het huwelijk van mijn dochter. Hij heeft van de ochtend tot de late avond foto’s genomen. Hij bleef maar rondrennen met zijn camera. Daarna maakte hij een selectie uit al zijn foto’s en stelde een schitterende reportage samen, zowel digitaal als in een mooi album. Dat is één van de voordelen van het digitale tijdperk, gewoon veel foto’s schieten, omdat het kan, en dan de goede bewaren.

‘Overload’

We leven in een welvaartsland waarin er van alles veel is. Veel snoep, veel soorten eten, veel soorten toetjes, veel soorten vakanties, auto’s die steeds groter worden, een land dat gemakkelijk ‘rupsjes nooit genoeg’ creëert.

Dan komen de woorden van wijlen mijn moeder in mijn gedachten. Zij leerde mij dat alles waar ’te’ voor staat vermeden moet worden. Je kan genieten van alles: suiker, vet, alcohol, luieren en dat mag gerust als het maar niet te veel wordt. Alles met mate richt geen schade aan, maar zodra je de maat overstijgt dan gebeurt dat wel.

Alles ligt in onze maatschappij zo voor het grijpen, dat het verleidelijk is je eraan te buiten te gaan.

Vanmorgen bedacht ik dat dit ook geldt voor zoiets simpels als foto’s maken. Vroeger ging je voor een foto naar een fotograaf en een enkeling had zelf een camera waarmee foto’s konden worden gemaakt. In de camera zat een filmrolletje dat ontwikkeld moest worden. Mijn ouders deden dat zelf, maar de meeste mensen lieten dat doen door een fotowinkel. Het was een dure hobby. Je leverde het filmpje in en hoopte dat de foto’s goed gelukt waren.

Tegenwoordig kan je lukraak foto’s schieten met digitale camera’s of zelfs met je mobiel, waarvan de camera steeds beter wordt. Het kost geen cent om de foto’s te uploaden en als een foto niet goed gelukt is dan kan je deze verwijderen. De camera’s zijn gemakkelijk te bedienen, omdat ze automatisch het beeld zo scherp mogelijk weergeven. Iedereen kan dus foto’s maken. En dat doen we ook.

Ik bedacht me dat ik zelf ook een fotojunk ben geworden, die zelden zonder camera op stap gaat. Maar hoe belangrijk en mooi zijn de foto’s zie ik maak nu eigenlijk? Elke foto van mij vertegenwoordigt een poging het gevoel dat ik had bij het zien van iets over te brengen. Maar lukt dat ook? Zelden, denk ik.

Ik sprak er gisteren over met Ahmad. ‘Ik denk dat ik minder foto’s moet maken,’ zeg ik. ‘Er zijn er te veel en zo verliest elke foto zijn betekenis. Ik wil me beperken tot beelden die speciaal zijn en niet zomaar wat in het rond schieten. Er zijn te veel foto’s in de clouds, heb ik gelezen, en dat schijnt ook nog belastend te zijn voor het milieu.’ (N.B. Zelf heb ik niks in clouds staan. Ik heb alle foto’s op mijn laptops staan, maar misschien is dat ook belastend voor het milieu. Ik snap dat soort dingen niet. Maar ik vind in ieder geval dat al die nietszeggende en op elkaar lijkende foto’s op den duur nergens goed voor zijn. Het is een overload en wie heeft nog tijd of geduld om dat allemaal te gaan bekijken?). Een fotoalbum is nog overzichtelijk, maar duizenden digitale foto’s….wat moet je daarmee?)

Ahmad reageert op de rustige manier die ik van hem ken: ‘Je moet je niks aantrekken van wat je leest en wat men zegt, maar foto’s maken als je daar zin in hebt.’ Ja, dat is waar. En dan vertel ik hem over een serie in de Volkskrant, waarin men fotografen presenteert die op een heel speciale en poëtische manier foto’s hebben gemaakt. Dat maakt veel indruk op mij en dat zijn foto’s die wel bijblijven. Zo zou ik graag willen fotograferen, maar dat is een kunst en dat is niet voor iedereen weggelegd.

Hondjes

Ik praat niet meer zoveel over de hondjes die bij ons logeren, terwijl mijn kinderen zich vermaken in Toscane. Het is ook niet zo vermeldenswaardig. Eén van de hondjes, de kleinste, is al vertrokken sinds afgelopen zaterdag. Degenen die aan huis zouden oppassen op dit minihondje en een kat kwamen het hondje ophalen zodra zij terugkwamen van hun vakantie.

Het andere hondje, de bollerd, is een stuk gemakkelijker dan het kleine fragiele hondje dat nog altijd wat schrikachtig is en kwetsbaar vanwege een trauma in haar vroege jeugd. Zij was mijn ‘zorgenkindje’ en nu zij weg is valt die zorg weg. Het is ook gemakkelijker om op één hondje te passen dan op twee.

Ik noem de hondjes in dit weblog niet bij naam, omdat ik eigenlijk niet zo gek ben op hun namen. De bollerd heet Lola en het fragiele hondje heet Loulou. Ik vind de namen niet passen en heb zitten denken welke namen ik wel bij ze vind passen.

Vandaag schoten me ineens de namen binnen die ik ze zou geven, nu ik ze al jaren ken.

May I introduce:

Dit is Bobby
En dit is bambi

Maar ja, zo heten ze niet ?.

Subliminale reclame

Ooit vertelde iemand mij dat in bioscopen mensen tijdens het kijken naar het filmprogramma advertenties kregen voorgeschoteld van frisdranken. En daarmee bedoelde deze niet de ‘normale’ reclame die je tussen de het voorprogramma en de film door krijgt te zien. Nee, hij had het over beelden (van bijvoorbeeld een flesje cola) die tussen de opnamen door in miniseconden zouden worden vertoond. Ze waren zo kort dat de toeschouwer het niet opmerkte, maar het zou intussen wel zo zijn dat de hersenen die beelden registreerden en onthielden. Intussen werd de kachel tijdens de voorstelling flink opgestookt zodat mensen dorst kregen. Als het dan pauze was, dan snelde menigeen naar het verkooppunt, waar pepsi en andere frisdranken werden verkocht.

Ik weet niet of het een flauwekulverhaal was.

Maar wat ik al enige jaren wel opmerk is dat in boeken, films en series openlijk enige propaganda wordt gemaakt voor het gebruik van alcohol. Als mensen iets te vieren hebben, troost nodig hebben of gewoon het gezellig willen hebben zie je ze met een een glas in de hand of een flesje naar elkaar proosten. Datzelfde lees je ook in boeken. Het is geen openlijke reclame, maar ik zie het wel als beïnvloeding en zelfs aanmoediging. Op die manier wordt drankgebruik tentoongesteld als een sociaal geaccepteerd gebruik, terwijl het toch gaat om een toxische stof die je oordeelsvermogen beïnvloedt en aantoonbaar niet goed is voor je lichaam.

Wat sigaretten betreft is er een nieuw bewustzijn sinds decennia. Roken is slecht voor de gezondheid en hangt samen met veel ziekten. Er mag geen reclame meer voor worden gemaakt. Maar drinken is nog steeds o.k. En in boeken en series wordt het vaak gepresenteerd als een waar troostmiddel dat bovendien nog zou verbroederen en vriendschappen in stand zou houden. Geen goed gesprek of gezelligheid zonder een glaasje! Ik overdrijf nu een beetje.

Het is iets dat mij dus opvalt aan hedendaagse films, series en boeken. Ik stoor me er niet aan. Ik hield vroeger (dat is nu bijna 50 jaar geleden) ook wel van een alcoholische versnapering, vooral van lekkere drankjes. En ik weet hoe het voelt als je een beetje aangeschoten raakt en dat warme gevoel vanbinnen krijgt. Ik begrijp dus de hang naar alcohol bij mensen heel goed.

In de Koran staat o.a. dat de nadelen van het gebruik van alcohol groter zijn dan de voordelen. In een later stadium van de onthullingen in de Koran (de Koran werd opgetekend gedurende een periode van 23 jaar) werd alcoholgebruik helemaal ontraden.

Zelf ben ik sinds ik moslim ben (nu 45 jaar en 4 maanden plus 7 dagen) geheelonthouder, net als Ahmad. ‘Wij hebben geen alcohol nodig,’ zegt Ahmad. ‘Wij kunnen zonder die drank genieten.’ En dat is waar. We zijn bovendien op een leeftijd dat we zo mogelijk nog bewuster met ons lichaam omgaan dan voorheen, omdat we graag zo lang mogelijk gezond willen blijven. Ik gun dat eigenlijk iedereen en daarom vind ik de nonchalance waarmee de eventuele schade van drankgebruik wordt weggewuifd zorgelijk. Mensen praten over vleestaks, suikertaks, enzovoort, uit zorg voor de te dik wordende welvaartsmens en het welzijn van dieren, maar over de schadelijke effecten van regelmatig drankgebruik hoor je niet zoveel, al wordt daar af en toe wel mondjesmaat aandacht aan besteed. Er zijn, denk ik, te veel mensen die graag alcohol drinken en dat ook zo willen houden. En er wordt goed aan verdiend.

Ik weet dat ik met dit stukje het risico loop dat de lezer me een zeikerd vindt ?.

Bio Moringa

Dit is geen reclame.

Ahmad had anderhalf jaar terug nog problemen met stenen in zijn blaas en een vergrote prostaat waardoor hij vaker moest plassen dan normaal. Dat laatste is een normale kwaal voor mannen op zekere leeftijd. Hij nam daarvoor op eigen houtje homeopathische ‘medicijnen’ in de vorm van voedingssupplementen.

Maar nu is hij geopereerd aan beide ongemakken tegelijk en plast hij weer als een jonge vent. Toch gebruikt hij nog steeds één van die voedingssupplementen. ‘Hoezo gebruik jij dat supplement nog?’ vroeg ik hem laatst. ‘Je hebt toch nergens last meer van? Wat is het voordeel?’ Het supplement dat hij dagelijks gebruikt heet bio moringa en hij koopt het bij Bol.

‘Ik heb het idee dat het me goed doet en energie geeft,’ legt hij uit. Er schijnen heel veel goede eigenschappen te zitten in het middel. Het zou goed zijn voor de botten en nog veel andere zaken Dagelijks eet hij er 3 tabletten van. Ik kijk op het potje. Er staat op: ‘dagelijks 1 tablet en de aanbevolen dosering niet overschrijden’. Wauw, Ahmad gebruikt al jaren een ‘superboost’! Ik waarschuw hem en zeg dat er op het potje staat dat hij er maar één per dag moet nemen.

‘Waarom neem jij het ook niet?’ zegt Ahmad. Ik bekijk de vele goede werkingen waarover men rept op internet en het lijkt me wel wat. Ik koop ook een potje en begin ze ook te nemen, 1 per dag. Dat is nu ruim een week geleden. ‘Merk je al wat van de werking?’ vraagt Ahmad een paar keer. In het begin merkte ik niet zoveel maar de laatste dagen begin ik echt wat te voelen. Het lijkt alsof ik veel meer energie heb. Ik loop met ferme tred, alsof ik ineens een paar jaartjes jonger ben. Ik ben minder moe, heb meer zin in activiteiten en ik heb mijn oude gewoonte opgepakt om weer spontaan met mensen te kletsen op straat, wat ik een hele tijd niet meer deed, omdat ik er gewoon geen inspiratie voor had en geen fut. Ik ben uitgelatener thuis en zing weer (al is het niet als een nachtegaal). Goed middel die moringa!

En dat terwijl we het een tijd terug nog veel hadden over ‘wat te doen bij overlijden van één van ons’. We maakten een protocol voor elkaar. Ik ordende mijn documenten, digitaal en qua papierzooi. En ten leste paste ik ook mijn begrafeniswensen weer eens aan bij DELA. Ik koos al eerder voor een natuurgraf, maar werd toen ontmoedigd door een medewerker van DELA die zei dat het lastig was en duur en dat er mogelijk niet genoeg plaats was. Vervolgens koos ik voor een islamitisch graf, maar dat heb ik nu weer gewijzigd, omdat ik zag dat er weldegelijk natuurbegraafplaatsen beschikbaar zijn op de Brabantse heide, een plek waar ik me verwant mee voel. Ik heb gekozen voor snel begraven, geen kaartjes, geen advertenties, geen bloemen, geen muziek, geen rouwauto’s, geen toespraken, geen koffie. Dat scheelt een hoop geld (waar DELA misschien niet blij mee is). Maar ik denk ‘cut the crap’ en stop me gewoon zo snel mogelijk in de grond in een biologisch afbreekbare kist of zonder kist. Dat zal mijn lichaam dienen als voedsel voor nieuw leven en mag ik lekker blijven liggen. Dit is natuurlijk en zeker ook volgens islam, maar dan zonder wassing en gebed. De wassing zal me niet schoonwassen van zonden en het gebed van anderen voor mij zal me ook niet redden. Ieder neemt zijn daden mee in zijn graf en er is geen mens die je na de dood nog kan helpen. Zo zie ik dat.

Zwakke botten

Vandaag is het droog en niet meer zo winderig. Ik ga op de fiets de boodschappen halen die ik gisteren liet liggen bij de Jumbo. Van het meisje bij de kassa hoor ik dat de storing gisteren ongeveer 3 kwartier heeft geduurd. Mensen waren boos, vertelt ze. Ik zeg dat ik ervan geleerd heb dat ik voortaan altijd zorg dat ik naast mijn pinpas contant geld bij me heb.

Dan ga ik nog even naar de Lidl ernaast. Ik koop daar meer dan ik van plan was. Onder andere een drieliterfles olijfolie. Ik maak gebruik van alle aanbiedingen met de gedachte dat de olijfolie weleens heel duur kan gaan worden vanwege de enorme droogte in de landen rond de mediterranee.

Buiten staat dezelfde jongeman als gisteren om geld te vragen. ‘Ik gaf jou gisteren al wat,’ zeg ik. ‘Ja toch,’ antwoordt de jongen lachend. Dan vraag ik hem op de man af wat er met hem ‘aan de hand is’ dat hij hier zo staat. Hij is daar niet door verrast, maar antwoordt me gewoon. Hij vertelt dat hij niet mag werken, omdat hij zwakke botten heeft. Het enige wat hij wel mag doen is een dagbesteding, maar daar vindt hij niks aan. ‘Zwakke botten,’ zeg ik. ‘Dat heb ik ook. Maar het is in de regel een oude mensenkwaal en jij bent nog jong. Heb jij ook gebrek aan vitamine D en calcium?’ ‘Ja, precies,’ zegt de getinte jongen. Hij heeft wel een huis. Althans hij woont met meerdere anderen in een gebouw en wacht tot hij een huis krijgt. Hij krijgt een uitkering van 300 per maand. Maar dat is zo weinig, klaagt hij. ‘Ik wil uitgaan en chillen en dat kan ik niet,’ lacht hij. ‘Weet je dat ik soms gewoon in vuilnisbakken loop te zoeken naar blikjes?’ ‘Dat is niet zo gek,’ vind ik en dat beaamt hij dan. Heeft hij een opleiding? (mens, wat ben ik nieuwsgierig!) Ja, dat wel, elektro, maar die opleiding heeft hij niet afgemaakt. ‘Net als mijn zoon,’ lach ik. ‘Die heeft alleen VMBO theoretisch en daarna deed hij ook elektro wat hij nooit afmaakte. Maar nu werkt hij als verkoper en verdient daar veel geld mee zonder dat hij er zich lichamelijk voor hoeft in te spannen. Misschien kan jij dat ook. Jij kan aardig praten en als je ook nog goed kan luisteren naar wat mensen willen, dan kan je misschien wel telefonisch verkoper worden en zo je geld verdienen.’ Ik weet in mijn hart wel dat ik mijn voorstel waarschijnlijk geen gevolgen gaat hebben voor deze jongen. Noem het beroepsdeformatie. Voor mijn pensioen was mijn werk het activeren van mensen met een uitkering en een grote afstand tot de arbeidsmarkt en kennelijk komt mijn arbeidsethos nu even bovendrijven: een roepende in de woestijn.

We nemen hartelijk afscheid, nadat de jongen in de zon is gaan staan op mijn aanraden. Vitamine D, is goed voor zijn botten…..

Storing

We zitten in ‘zwaar weer’. Er waait een flinke puist wind en de lucht wisselt doorlopend van kleur en licht. Af en toe vallen er stevige buien. Wij proberen de breekbare hondjes in de tijd tussen de regenbuien door hun behoeftetjes te laten doen en dat lukt aardig. Voor noodgevallen, als de nood echt hoog is maar het blijft regenen, hoeven wij slechts de voordeur te openen en dan gaan de hondjes één voor één aarzelend naar buiten om hun plasje te doen. Gelukkig zijn wij gezegend met een groot grasveld voor onze deur. Drolletjes dienen opgeraapt te worden en te verdwijnen in de daarvoor bestemde zakjes. Geen probleem, want het poepzakhoudertje is al gearriveerd en de groenkleurige biologisch afbreekbare zakjes van de Action blijken er mooi in te passen.

Vandaag moeten er boodschappen gedaan worden. Meestal doe ik dat op de fiets, maar met de enorme rukwinden van deze dagen ben ik bang om met fiets en al weg te waaien. Bovendien vallen de buien onaangekondigd en willekeurig. Daarom ga ik vandaag heel luxe in mijn mooie auto. Tot mijn tevredenheid zie ik dat deze vogelpoepvrij is en lekker schoongewassen door de regenbuien.

Voor de Lidl staat een jongeman met zachte stem geld te vragen. Hij heeft een zak met lege blikjes in zijn hand. Ik geef hem twee eurootjes uit het buideltje met kleingeld dat aan de ketting van mijn nieuw tasje bungelt. Voor de kassa staat achter mij in de rij een man in een scootmobiel. Het is een grappenmaker en we grappen en grollen over en weer. Ik merk dat ik tegenwoordig weer meer op mijn praatstoel zit als ik mensen tegenkom, zoals ik altijd al gewend ben geweest. Overal begin ik gewoon wat te zeggen tegen mensen en de meeste mensen vinden dat leuk en geven ook antwoord. Bij de eieren staat een jongeman naast mij, evenals ik, eieren te bekijken. ‘Je moet op de datum letten,’ geeft ik hem ongevraagd advies. Hij kijkt me een beetje verbaasd aan en bekijkt dan het doosje scharreleieren dat hij in zijn hand heeft. Er staat 27 juli op. ‘Dat is al lang voorbij,’ lacht hij en hij pakt een ander doosje dat meer naar achteren staat. 17 Augustus staat daarop. ‘Dat is beter,’ vindt hij en hij bedankt me voor de tip. Intussen heb ik zelf ook de meest verse vrije uitloopeieren gepakt.

Als ik bij de kassa wil pinnen doet het pinapparaat het niet. Het meisje achter de kassa vertelt me dat dit ook al gebeurde bij de man voor mij. Maar bij hem lukt het de tweede keer wel. Ze vraagt mij het nog eens te proberen, maar weer lukt de betaling niet. Ik doe dit wel 5 keer. Intussen zie ik dat er aan alle kassa’s nu lange rijen staan. Alle kassa’s blijken dezelfde storing te hebben. Nergens kan gepind worden. Helaas heb ik geen contant geld bij me. De mensen die dat wel hebben mogen afrekenen. Ik krijg toestemming van het meisje om mijn boodschappen te laten liggen en weg te gaan. Gelukkig waren de vier boodschappen niet dringend.

Thuis doe ik direct wat papiergeld in mijn mooie pasjesmapje. Voor de volgende keer als er weer een storing optreedt bij de pinautomaat van een winkel. Wat zou het een puinhoop worden als het hele digitale betalingsverkeer overal zou vastlopen, bedenk ik me. We zijn daarvan enorm afhankelijk geworden evenals van al datgene wat verder nog digitaal gebeurt.