Alles verandert

Vanmorgen kon ik na het bidden (rond 5.30) niet meer slapen en ging ik nadenken over dat alles verandert en niks blijft. Het was de lijfspreuk van wijlen mijn broer Hans. En ik snap wel waarom. Hij had moeite met afscheid en verandering. Telkens opnieuw verhuisden wij en moesten we ons aanpassen in een nieuwe buurt en op een nieuwe school. Toen we een keer een dagje uit waren en mochten zwemmen aan een strandje langs een rivier, ging Hans een trommeltje met kleine voorwerpen begraven. ‘Als we later terugkomen, dan graven we dat op,’ zei hij. Elk afscheid van mooie momenten of dagen maakte ons weemoedig. Hans probeerde er iets van ‘vast te houden’ door dingen te begraven voor later, als we zouden terugkeren op dezelfde plek. Maar we kwamen nooit terug op eenzelfde plek.

Dat gevoel van dingen niet kunnen vasthouden, omdat alles nu eenmaal verandert, overviel me vanmorgen. Er kwam van alles in mijn gedachten. Dingen die lang geleden plaatsvonden herinner ik me als de dag van gisteren. Het is raar om jezelf te voelen als een constante in een steeds veranderende omgeving. Ik zou alles willen bewaren en in een doos stoppen. Het zijn niet zozeer de spullen of de kleding en andere materiële dingetjes, het zijn de herinneringen en de gevoelens die komen en gaan en die ik zou willen vasthouden. Ik weet niet wat ik daarmee dan zou moeten. Het is een gevoel van heimwee. Heimwee naar wat er niet meer is en heimwee naar wat nu is en er morgen niet meer zal zijn.

Maffe gedachten die ook voorbijgaan.

Belevenissen van een consument

Het is mooi weer en vandaag ga ik na de tweede koffie op de fiets naar de Leyweg. Ik heb een drieledig doel: bij de HEMA een paar slipjes kopen, kijken naar sportschoenen bij Nelson en van Haren. En daarna lamsachterbout kopen.

Onderweg passeer ik de islamitische basisschool. De school gaat zodadelijk uit en ik zie een hele rij moeders op weg naar de school lopen. Er zijn veel jonge vrouwen die in zeer wijde gewaden met daaroverheen grote sluiers gekleed gaan. Het is een betrekkelijk nieuwe dracht, die het modebeeld in mijn buurt sterk begint de bepalen. Droegen de meeste vrouwen in mijn buurt voorheen al een hoofddoek en op zijn minst een jakje dat hun achterste bedekte, nu zie ik ineens veel islamitische vrouwen, en met name de jongere vrouwen, gekleed in zeer wijde gewaden in beige, grijze en zwarte tinten. Het viel me gisteren ook al op toen ik eventjes naar AH fietste. Het is een kledingstijl, die in deze buurt plotseling sterk aan het opkomen is. Ik zie zelfs een vrouw lopen met een nikab. Ze is geheel in het zwart en vanaf de zijkant zie ik dat ze haar mond ook bedekt heeft. Wat een kuisheid ineens. Waar zou die toch vandaan komen? Zou het een nieuw geluid zijn vanuit de moskee, waar mogelijk gesteld wordt de beste en meest deugdzame vrouwen nu diegenen zijn die zich hullen in deze wijde kledij die hen doet lijken op nonnen? Ik weet het niet, maar ik heb mijn vermoedens.

Ik fiets rustig verder in mijn spijkerbroek met bloesje. Ogen op steeltjes, dat wel, want het verkeer is enorm veel drukker geworden sinds de grote vakantie voorbij is. Het lijkt wel een verdriedubbeling. Ik weet dat ik kwetsbaar ben met mijn broze botjes en dus kijk ik wel uit mijn doppen.

Bij Nelson zie ik geen sportschoenen die me bevallen. Ik zoek simpele lichtgewicht schoenen met een goede profielzool, die mijn zwarte Nikes waarin nu een gaatje zit kunnen vervangen. Ik zie heel zware en lompe schoenen en de meeste hebben naar mijn smaak te veel kleuren en tierelantijnen. Voor de zekerheid loop ik nog even naar van Haren, maar ik verwacht daar niet veel behoorlijks te vinden. En dat is ook zo. Tijdens het zoeken raak ik aan de praat met een vrouw van ongeveer mijn leeftijd. Zij zoekt ook en beweert dat de schoenen heus wel van kwaliteit zijn. ‘Niet als je één voet hebt die wat breder is dan de andere,’ zeg ik somber. Ik kijk naar haar voeten, enorme maar vrij smalle voeten in slippers. ‘U heeft lekkere smalle voeten,’ complimenteer ik haar. ‘Ja, het enige dat ik groot heb zijn mijn borsten en heupen,’ klaagt de vrouw. ‘Dat is toch iets wat we allemaal willen?’ lach ik. ‘Nee hoor, als het kon dan hakte ik ze eraf.’ ‘Krijgt u er rugpijn van?’ vraag ik bezorgd. ‘Nou! Verschrikkelijk,’ zegt ze en ze gunt me ongevraagd een blik in haar inderdaad gigantische decolleté. Ik zie dat ze een sport-BH draagt. ‘Dit is de enige BH die ik kan hebben,’ zegt ze. ‘Een normale BH verdraag ik niet met dit gewicht. Maar als we denken dat het ziekenfonds iets voor ons kan doen dan hebben we het mis. Alleen omdat we te wit zijn.’ Ik kijk haar even aan om te peilen of ze dit echt meent. ‘Nou….nou,’ zeg ik dan maar, om haar toch een beetje terug te fluiten. ‘Nee, echt waar, hoor,’ zegt ze nog een keer. Ik wens haar een fijne dag verder en veel succes met verder zoeken naar schoenen en ik taai snel af.

Weer ‘in de lucht’

Zoals de paar oplettende lezers die ik heb opmerkten was mijn website een tijdje niet te vinden of er kwamen rare mededelingen tevoorschijn.

De website was gecrasht. Over het waarom en de moeizame weg van het herstellen ervan zal ik niet in detail treden. Dat is een saai en technisch verhaal. Wel wil ik hier vertellen hoe het begon en hoe de website uiteindelijk ‘gered’ kon worden.

Het begon met een mail van WordPress. In de mail stond dat het hen dit keer niet gelukt was om de website te updaten naar de laatste versie en dat ik het zelf handmatig kon doen in enkele minuten door een paar klikken. Dat deed ik, eerst via mijn telefoon, wat je volgens mij nooit moet doen. De update bleef hangen en ik sloot alle open pagina’s af.

Daarna probeerde ik het nog een keer in mijn laptop. Opnieuw bleef de update hangen tijdens het proces. Het lukte gewoonweg niet en zeker niet in enkele minuten. Het ging van kwaad tot erger. Het was een nachtmerrie die 2 dagen duurde, waarvan ik me herinner dat ik geen nieuwe berichten meer kon schrijven, geen foto’s meer kon uploaden en ook een tijdje dat ik helemaal niet meer in mijn website kon komen en dat de website gewoon onbereikbaar was voor iedereen. Goede raad was niet aanwezig.

Er volgden twee dagen van puzzelen door de knappe kop naast me, die naast vele andere rollen ook de rol van webmaster speelt. Hij is degene die weet hoe je de database die Strato om de zoveel tijd voor je bewaart als backup en de foto’s en andere attachments die te vinden zijn in filezilla kan combineren tot een goedlopende website.

Maar de databases in de backup van Strato bleken niet te werken. Er zat een grote fout in, maar waar die fout nu precies zat was Ahmad onduidelijk! Ahmad zat met een krom ruggetje uren te zoeken achter zijn en mijn laptop. De stoom kwam uit zijn oren. Ik piekerde met hem mee, maar ik heb er weinig verstand van.

Uiteindelijk, na veel pogingen, had hij de website in orde in een nieuwe WordPress installatie. Maar dat kon hij alleen voor elkaar krijgen met de kloon van mijn website in de local host, die hij enkele dagen voor de crash had geïnstalleerd.

‘Als ik je website niet had bewaard in de local host, was je alles wat je tot nu toe geschreven hebt kwijt geweest,’ zegt Ahmad. ‘Misschien wilde Allah dat ik het voor je bewaarde en deed ik dat, zonder te weten wat er enkele dagen later zou gebeuren met je website.’ ‘Zitten de berichten dan niet in filezilla?’ vraag ik, domme leek. ‘Nee, in filezilla vind je alleen de attachments, links en foto’s die horen bij de berichten, de pagina’s en plugins e.d. De berichten zijn alleen te vinden in de database van je webhost (Strato) en die was in ons geval gecrasht.’

Wat een toeval. De wonderen zijn de wereld nog niet uit. Ik ben blij dat ik weer schrijven kan, als ik daar zin in mocht krijgen.

Eerlijk gezegd vond ik het ook wel even rustig. Ik bedacht me dat ik mijn hosting bij Strato kon beëindigen en gewoon voor mezelf zou kunnen schrijven, zonder het telkens op het internet te gooien. Zoiets als ‘oma’s dagboek’ of een ander boek, wat misschien spannender zou zijn om te lezen, zoals mijn veelbewogen levensverhaal.

Terwijl Ahmad zat te puzzelen op een oplossing en het niet zeker was of dat zou lukken, besloot ik dat ik zou doorgaan met schrijven als het zou lukken om de website te herstellen. Als het niet zou lukken zou ik kiezen uit twee opties: een nieuwe website beginnen onder dezelfde domeinnaam of mijn hosting bij Strato opzeggen en niet meer voor een ieder leesbaar schrijven maar alleen maar voor mezelf, net als ik nu al doe met mijn schilderwerk.

Maar het lot heeft beslist dat ik hier nu verderga met deze ellenlange website, die al dateert van 2011.

Er komt nu een idee in mij op om er een tweeledig geheel van te maken. Een actueel gedeelte, waarin ik zoals tot nu toe erop los babbel en vertel over mijn wel en wee van nu. En een herinneringen-gedeelte, waarin ik terugga in de tijd en mijn leven beschrijf.

Ik vind dat laatste heel eng om te doen en nu neem ik me voor om dat gedeelte nog maar even voor mezelf te houden (door het in word te schrijven) en het pas als paginalink in dit weblog te zetten als ik het helemaal af heb en als ik vind dat het door mijn eigen keuring kan. Het is voor mij moeilijk om de dingen die ik meemaakte zwart op wit neer te typen en zelf te lezen, laat staan dat ik dat direct zou durven delen met anderen. Ik zou dat laatste alleen doen als ik denk dat dit zin heeft en herkenning zou kunnen oproepen en troost zou kunnen geven aan anderen.

Knappe koppen

Vorige week was de zoon (I) van Ahmad een week in Nederland. Dit in verband met de formule 1 race die afgelopen zondag gereden werd. De ingenieurs die zorgen dat al die raceauto’s goed rijden zijn altijd vanaf de maandag tevoren present op de plaatsen overal ter wereld waar de race op zondagen gereden wordt. Sinds in ieder geval de laatste drie jaar vindt het spektakel ook jaarlijks plaats in Zandvoort. Alle keren dat I hier was voor een weekje maakte Ahmad van de gelegenheid gebruik om hem even te gaan zien.

De eerste keer was dat in Zandvoort, waar we heel lekker met I gingen eten in een Thais restaurant, de tweede keer was het ergens op een plek aan het water niet ver van Schiphol en dit jaar zagen we elkaar in een restaurant in Noordwijk. Het ligt er altijd aan in welke plaats en welk hotel I gestationeerd wordt. Altijd leuk om Ahmads lieve zoon I te zien, die dezelfde leeftijd heeft als mijn jongste zoon. Ik denk dat ik alleen maar een auto bezit om deze te gebruiken voor dat soort gelegenheden. De auto geeft mij de kans om naar mijn en Ahmad’s kinderen te rijden. Verder heb ik het mooie ding niet nodig. Ik fiets liever.

I vertelde ons tijdens het eten over het huis dat hij onlangs heeft kunnen kopen met zijn vriendin, op wie hij helemaal gek is. ‘Nu je zo een fijn leven hebt met je vriendin, vind je het nog wel leuk om zo vaak de hele wereld te moeten afreizen achter de formule 1 aan?’ vraag ik. Dan vertelt hij ons dat hij nu al jaren zo een 28 reizen per jaar moet maken, maar dat hij van plan is vanaf het komende jaar er maar 10 te gaan doen. Verder gaat hij dan thuis werken. ‘Waaraan?’ vragen wij. Dan vertelt hij dat, eigenlijk altijd al, de ingenieurs van de formule 1 zich niet alleen maar bezig houden met de races en de auto’s die daar rijden. Ze ontwerpen ook applicaties voor in auto’s. Zo is hij de medebedenker van het lampje dat gaat branden op het dashboard van auto’s als de bandendruk niet meer in orde is en de banden opgepompt dienen te worden. Nu is hij bezig met het ontwerpen van een nieuw navigatiesysteem voor in de auto. Als ik dit hem hoor vertellen, dan denk ik: ‘Wat een knappe kop is hij toch. Echt een slimme jongen, net als overigens ook de andere twee kinderen van Ahmad, die beiden in het onderwijs werken. Het zijn alle drie studiebollen.

Mijn lieve Ahmad is ook een studiebol. Hij heeft niet veel school mogen genieten, maar hij is, zoals ik misschien te vaak in dit weblog vertelde, een autodidact. Hij weet veel van geschiedenis, planten, dieren en hij heeft een goede algemene ontwikkeling. En hij weet heel veel van websites. Ik zit hier maar wat te kletsen in mijn weblog, maar dat dit weblog zo goed blijft draaien is mede te danken aan mijn lieve computernerd.

Gisteren vroeg hij mij hoe ik het zou vinden als ik dit weblog kon bewaren voor mijn kinderen als ik kom te overlijden. Dat zou ik graag willen. Nu is het zo dat dit weblog uit de lucht verdwijnt als ik kom te overlijden en geen contributie meer betaal aan mijn webhost (Strato). Maar Ahmad weet een manier om mijn hele weblog op te slaan in mijn pc. De pc fungeert dan als local host. Mijn website is dan niet meer te vinden op internet, maar wel in mijn laptop of desnoods, als ik dat vlak voor mijn overlijden zou kunnen regelen op een externe schijf. Het weblog in de local host zou je kunnen zien als een kloon van mijn echte weblog. Als ik nieuwe stukjes schrijf in mijn op internet te vinden weblog, dan kan ik (bijvoorbeeld maandelijks) de nieuw geschreven stukje met foto’s, links en filmpjes en al transporteren naar mijn weblog in de local host.

Waarom zou ik dit willen? Omdat ik denk dat het misschien leuk kan zijn voor mijn kinderen of kleinkinderen om dit heel veel later te lezen. Zoals je een kijkje neemt in een oud dagboek. De tijden zullen veranderen en dan is het misschien leuk dingen terug te lezen uit een heel andere tijd.

Ahmad legt me uit hoe hij het heeft gedaan. Dat weblog klonen en transporteren naar de local host. Het is voor mij echt abacadabra. Ik kan nog net begrijpen hoe ik kan inloggen in beide weblogs en gebruikmakend van xampp als administrator berichten kan exporteren van het echte weblog en vervolgens kan importeren in het gekloonde weblog in de local host. Maar ik blijf het wonderlijk vinden en bijzonder knap van Ahmad.

Wat een knappe koppen!

Spinnen

Al jaren ben ik gewend spinnen in huis te hebben, vooral als de r in de maand zit. Meestal waren dat van die langpootspinnen die verder geen kwaad doen maar wel webben weven in hoeken en achter gordijnen. Ze hebben hun nut, omdat ze andere insectjes eten die je liever niet om je heen hebt.

Ik heb altijd respect voor de spin, die zo kundig is in het weven van een web. Ik zal ze nooit doden of opzuigen.

Dit jaar zie ik nog geen langpootspinnen verschijnen in mijn huis. Maar laatst, toen ik klaar was met bidden, viel er een grote zwarte spin op de grond. Was hij uit mijn bidkleedje gevallen of uit mijn hoofddoek? Ik wist het niet, maar ik zag de griezel heel onelegant wegkruipen en zich platmaken in de lengte naast een zware kast, waar hij kennelijk helaas voor hem niet onder kon kruipen. Ik wilde het beest met een plumeau (zo een ding waarmee mensen dingen afstoffen, maar die ik alleen gebruik voor het pijnloos naar buiten dirigeren van ongewenste insecten in mijn huis, zoals vliegen en nu deze spin). Ik riep Ahmad erbij omdat ik wilde dat hij dit enorme exemplaar zou zien.

Ahmad nam het heel serieus, serieuzer dan ik. ‘Niet met de plumeau,’ gebaart hij naar me. ‘Dan kan de spin erlangs kruipen en je misschien bijten.’ Hij heeft een paar tuinhandschoenen tevoorschijn gehaald en met die handschoenen pakt hij de spin met een stuk keukenrol en hij gooit hem met papier en al uit het raam in de tuin. Hij vindt deze spin maar niks. ‘Het staat me helemaal niet aan,’ zegt hij. ‘Ik weet niet of deze spin giftig is.’ Nee,’ zeg ik. ‘Dat valt wel mee in Nederland. Hier heb je niet zoveel giftige dieren als in warmere landen.’ Wij kijken op internet en zien daar diverse spinnen afgebeeld die wel wat lijken op ‘onze spin’. De meeste daarvan zijn niet giftig en doen je geen kwaad als je ze maar niet stoort of per ongeluk plet.

Na dit incident zien we nog een keer eenzelfde zwarte dikzak van een spin. Hij zit notabene aan de binnenkant van ons muskietennet, pal boven ons hoofd. De hele nacht hebben we misschien geslapen met deze spin in ons gezelschap. Ahmad verwijdert de spin en gooit hem weer met papier en al in de tuin. Gisteren hoorde ik Ahmad naar me roepen. Hij lag al onder het muskietennet met zijn telefoon en e-reader. ‘Er zit weer een spin,’ zegt hij. En ja hoor, recht boven hem zit opnieuw een grote spin, aan de binnenkant van het muskietennet. Aan de buitenkant op het net ernaast, zit een mug, die ik wil doodklappen. ‘Nee neen,’ roept Ahmad. Eerst die spin. Ik geef hem een paar vellen keukenrol en hij pakt de spin. Dit keer is het een iets ander model. De spin is wat roodachtiger van kleur. Ik vind hem er venijniger uitzien. Ook deze spin wordt door Ahmad in de achtertuin geworpen met papier en al.

Waar komen al die dikke spinnen dit jaar vandaan, vragen wij ons af. ‘Morgen gaan we het hele bed vanboven, van onderen en vanbinnen stofzuigen,’ kondigt Ahmad aan. In onze verbeelding zien we een heel nest spinnen dat zich mogelijk bevindt onder en achter ons bed.

Vanmorgen hebben we deze operatie uitgevoerd. De hele enorme boxspring ging matras voor matras op zijn kant en we stofzuigden overal, de vloer en de matrassen van alle kanten. Ook gingen we met de stofzuiger onder de kasten. ‘Heb jij een spin gezien?’ vraag ik Ahmad. Nee, niet één. En de hoeveelheid stof onder het bed viel ook wel mee. Het stofzuigen heeft echter geen kwaad gekund. Als er al bedwantsen waren, dan hebben we die nu verwijderd.

En de spinnen? Die komen waarschijnlijk gewoon door het open raam naar binnen. Onze voortuin is rijkelijk begroeid met struiken. Tussen de stenen van de muren van ons huis zijn voldoende schuilplekken voor spinnen. Zolang wij graag onze ramen openen zullen we ermee moeten leven dat spinnen vrij toegang hebben tot de slaapkamer en de bidruimte. Jammer dat de spinnen van dit jaar niet zo vriendelijk ogen als de langpootexemplaren van eerdere jaren. Opletten dan maar.

ING bericht

Ik sta op het punt in mijn bed te stappen. Voordat ik het muskietennet optil om onze doorzichtige tent binnen te gaan kijk ik nog even op mijn mobiel. Ik zie dat er een sms is binnengekomen. Van de ING. In de sms lees ik: ‘Uw pinpas is succesvol aangevraagd. Was u niet degene die deze aanvroeg, bel dan ……….’ Wat is dat? Ik heb geen pinpas aangevraagd. Het nummer dat ik moet bellen is een op het oog betrouwbaar nummer (geen 06). Ik bel. In mijn gedachten gaat iemand er straks vandoor met een pinpas die zogenaamd van mij is en rooft al mijn centjes.

Er wordt direct opgenomen door een jongeman en ik vertel met enige zenuwen in mijn stem dat ik zojuist het bericht heb gezien en dat ik helemaal geen pinpas heb aangevraagd. Het is goed dat u belt, reageert de jongen en hij vraagt ter controle naar mijn postcode en huisnummer. Daarna naar mijn geboortedatum. In mijn zenuwen vind ik dat heel professioneel van hem. Hij zegt ook te zien dat ik nog onlangs een nieuwe pas heb gekregen, wat klopt. Dan begint hij een verhaal dat de ING een onderzoek zal starten naar deze vermoedelijke fraude. Ik benadruk dat ze in ieder geval geen pinpas moeten sturen. Dan volgt een vrij lang verhaal dat zij gedurende het onderzoek naar de fraude preventief mijn pinpas zullen blokkeren voor de komende 12 uur. Na 12 uren zal mijn pas dan vanzelf door hun weer gedeblokkeerd worden. Ik zal dan tijdelijk geen betalingen kunnen verrichten. Is dat een probleem? Nee, ik heb mijn pas niet nodig de komende12 uur. In mijn achterhoofd begint een klein lampje te branden dat het vreemd is dat ze mijn pas zouden moeten blokkeren ten behoeve van een onderzoek naar een pas die ten onrechte zou zijn aangevraagd. Maar omdat de man zich verder zo begripvol opstelt laat ik de gedachte nog even op de achtergrond sudderen.

Dan zegt hij dat er een sms naar mij onderweg is. Heb ik die ontvangen? Ja. ik zie inderdaad een nieuwe sms met ook de letters ING als avatar. De sms bestaat uit een link en verder niets. ‘U ziet daar een link en die moet u even aanklikken,’ zegt de man nu. Het lampje in mijn achterhoofd verandert nu onmiddellijk in een alarmbel. Ik voel mijn hart bonzen in mijn kleine borstkastje. ‘Ik ga helemaal niks aanklikken,’ zeg ik streng. ‘De sms zegt mij niets en bevat alleen maar een link.’ ‘Het is voor uw toestemming om tijdelijk de pas te blokkeren. Als u deze niet wil aanklikken kunnen wij u niet helpen en zal u naar een ING- kantoor moeten gaan’ ‘Ik ga deze link niet aanklikken. Ik weet niet wie u bent en ook niet of u van de ING bent. Ik zie ook niet in waarom mijn pas tijdelijk geblokkeerd zou moeten worden om tegen te gaan dat er nog een pas naar me wordt toegestuurd. Dus ik ga niet klikken.’ Op dat moment hoor ik een klik. De man heeft opgehangen.

Nog na bibberend vertel ik het hele verhaal aan Ahmad, die rustig in bed ligt te lezen. ‘Bijna was ik erin getrapt,’ stamel ik. ‘Ik vond het al gek,’ zegt Ahmad. ‘Vergeet het verder maar snel.’ Maar dat lukt me niet direct. Ik blokkeer het nummer dat ik net heb gebeld en verwijder het uit mijn telefoongeheugen. Ik zie dat dit telefoonnummer, evenals de sms die mij verstuurd werd met de link afkomstig is van een 06-nummer. En dat is niet hetzelfde nummer als het nummer dat op de link stond in de eerste SMS (waarin werd melding gemaakt van het zogenaamd succesvol aanvragen van een nieuwe pinpas).

Ik voel me of ik aan een groot monster (gevaar) ben ontsnapt en moet een tijdje lezen in mijn e-reader om met succes de slaap te kunnen vatten. Lezer van dit stukje, wees gewaarschuwd voor dit soort enge poging tot diefstal. Mensen vinden het niet meer de moeite waard om in te breken in huizen en daarna spullen te moeten verkopen. Stelen door te hacken en telefoons dan wel computers ‘over te nemen’ is zoveel handiger.

Oud zeer

Ieder heeft er wel mee te maken, met oud zeer. Het kan een nare gebeurtenis zijn in je leven, een jeugd die niet fijn is verlopen, een sterfgeval van een dierbare, geestelijke of lichamelijke mishandeling of vernedering. Het leven bestaat uit prettige en minder prettige ervaringen. Door sommige ervaringen lopen we mentale schade op, waarvan we ons helaas niet altijd bewust zijn. Of waarvan we ons pas vele jaren later bewust worden.

Ik ben een boek aan het lezen van ex-psychiater Bram Bakker met de titel ‘oud zeer’. Normaal gesproken lees ik al lange tijd geen non-fictie meer. Maar de titel van het boek en het feit dat Bram Bakker zijn beroep als psychiater vrijwillig vaarwel heeft gezegd maakte me nieuwsgierig.

Ik herken veel in de kritiek die hij heeft op de reguliere geestelijke gezondheidszorg en het onderverdelen van mentale problematiek op schalen in de DSM, de onwenselijkheid van verslavende psychofarmaca, die het onderliggende probleem niet verhelpen, maar slechts werken als een pleister op een wond. Deze ‘medicijnen’ laten je alleen je ellende via chemische weg vergeten, lossen niets op en hebben bovendien bijwerkingen.

Ook ik had kritiek op de geestelijke gezondheidszorg, toen ik er tijdens en na mijn studie psychologie mee kennismaakte. Ik werkte op een crisiscentrum op de gesloten psychiatrische afdeling van een algemeen ziekenhuis, waar psychotische mensen gillend binnenkwamen, als begeleider van een groep chronische patiënten in de Willem Arntzhoeve en ik werkte met tbr-gestelden met zware psychische afwijkingen in de van der Hoeven Kliniek. Daar werd me direct al duidelijk dat ik het totaal niet eens was met hoe mensen in geestelijke nood behandeld werden. Anders dan Bram Bakker besloot ik al vóórdat ik een loopbaan begon als psycholoog in de ggz, om af te haken. Ik liep zo een ongetwijfeld mooie carrière mis, maar bleef wel trouw aan mezelf.

Ik vind het fijn om te horen en te lezen dat vandaag de dag meer psychologen en psychiaters vraagtekens durven te zetten achter de gangbare hulpverlening aan mensen die het het niet redden in onze maatschappij vanwege hun mentale problematiek.

Ik ben zelf iemand met veel oud zeer, waarin ik langzamerhand steeds meer inzicht krijg. Ik heb nooit therapie gehad, nooit psychofarmaca ingenomen. Behalve de hasj waarmee ik me de jaren tijdens mijn zeer traumatische eerste huwelijk trachtte te verdoven. Totdat ik inzag dat deze verdoving me niet uit mijn benarde situatie kon halen en ik ermee stopte.

Beetje bij beetje heb ik me op eigen kracht kunnen ontworstelen aan de geestelijke schade die ik overhield aan mijn jeugd en twee eerdere huwelijken. Ik ben niet de enige die verkeerde partners uitzocht, omdat ik meende dat ik ‘niet beter verdiende’, hetgeen samenhing met mijn jeugd.

Maar ik was er tot voor kort nog niet helemaal uit, ondanks het gelukkige leven dat ik nu leid met mijn huidige partner, en dat voelde ik regelmatig. Er zat nog woede in mij en verwarring over de details van een leven vol misbruik. Ik bagatelliseerde de impact daarvan nog steeds, wat invloed had op mijn leven van nu, terwijl ik inmiddels nu bijna 73 jaar tel.

Dankzij het boek van Bram Bakker kwam ik achter bepaalde feiten in mijn leven die ik serieuzer moet nemen dan ik tot nu toe heb gedaan. Ik besloot de angst die in mij ontstaan is onder ogen zien en mijn kwetsbaarheid te durven voelen. Het is alsof er sinds gisteren een last van me af is gevallen. Ik voel me bevrijd en verbittering en een zure kijk op gebeurtenissen en mensen lijken nu plaats te maken voor zachtheid.

Ik wil met het schrijven van dit stukje zeggen dat het lezen van een boek en het herkennen van dingen daaruit therapeutisch kan werken. Elk mens is verschillend en wat iemand nodig heeft om dichter bij zichzelf te komen en de ballast van negatieve ervaringen kwijt te raken is voor een ieder anders.

Ik heb er op grond van mijn eigen ervaring tot nu toe vertrouwen in dat het leven zelf mensen of ervaringen op je pad brengt die je nodig hebt om inzicht te krijgen in jezelf en je eigen handelen. Dat kan voor de één een opmerking zijn die toevallig geplaatst wordt, voor de ander een ontmoeting zijn, voor de ander een film of serie. Of het lezen van een boek, zoals in dit geval mij overkwam.

Wandelen in de Uithof

We doen het nog elke morgen, wandelen, soms een klein rondje en meestal een grotere ronde. Wat we daar zien en horen is niet meer zo spectaculair als in de lente. Toen hoorde je, vooral als je onder de bomen liep, een concert van vogelgezang. Het was paartijd en broedtijd. Overal doken watervogels met kuikens op.

Nu is het nog steeds mooi. Maar de kuikens zijn groter geworden of verslonden door prooidieren. De vogels lokken elkaar niet langer met hun mooiste gezang. De bloeitijd van veel planten loopt op haar einde. Maar alsnog genieten wij van elke wandeling. Ik heb er een vijfde filmpje van gemaakt.