We doen het nog elke morgen, wandelen, soms een klein rondje en meestal een grotere ronde. Wat we daar zien en horen is niet meer zo spectaculair als in de lente. Toen hoorde je, vooral als je onder de bomen liep, een concert van vogelgezang. Het was paartijd en broedtijd. Overal doken watervogels met kuikens op.
Nu is het nog steeds mooi. Maar de kuikens zijn groter geworden of verslonden door prooidieren. De vogels lokken elkaar niet langer met hun mooiste gezang. De bloeitijd van veel planten loopt op haar einde. Maar alsnog genieten wij van elke wandeling. Ik heb er een vijfde filmpje van gemaakt.
“Maar de kuikens zijn groter geworden of verslonden door prooidieren.”
Deze zin behoeft enige correctie.
Volgens de nu geldende biologische indelingen zijn prooidieren de creaturen die opgevreten worden, maar het is niet erg dat je anders denkt.
In een ver verleden bedacht ik eens dat paddestoelen in de herfst paarden. Welnu, dat blijkt niet het geval te zijn.
Bedankt voor de correctie, beste vriend. Ik had moeten schrijven prooijagers. Als dat woord tenminste bestaat. Nu ik het hier typ ziet het er een beetje raar uit. Roofdieren is beter, denk ik nu.
Zeer goed ?