Schaamte

Mensen kunnen zich schamen voor de gekste dingen. Zo ook ik. Dat me schamen was erger toen ik nog een puber was dan tegenwoordig, maar dat betekent niet dat ik nu helemaal zonder schaamte door het leven ga.

Van vroeger kan ik me herinneren dat ik een keer op school kwam met mijn brommer en dat toen mijn motor afsloeg voordat ik de fietsenstalling bereikte. In de fietsenstalling stonden groepjes scholieren te kletsen met elkaar en ik liep met een rode kop met mijn brommer langs de andere pubers. Ik meende dat het een enorme afgang was dat mijn motor was afgeslagen en dat iedereen me erom uitlachte, maar het kan zijn dat de druk pratende jongeren dat voortijdig afslaan van de motor niet eens hadden opgemerkt. Schaamte om niks dus waarschijnlijk.

Laatst ging ik uit lunchen met mijn oudste dochter, een niet al te origineel cadeau van mij aan haar. Ik was blij dat ik een nieuw tasje en had en een nieuw mapje voor mijn kaarten, zodat ik niet voor schut zou staan als ik afrekende. Mijn kind had een vrij eenvoudige uitspanning uitgekozen in Voorburg, omdat zij daar toevallig moest zijn voor iets anders. Het was een leuke gelegenheid met een groot terras dat uitkeek op water. We zaten gezellig te eten en te keuvelen en toen we weg wilden gaan, waren de meeste anderen op het terras vertrokken. Daarom besloot ik naar binnen te gaan om te plassen en een ober te zoeken bij wie ik kon betalen. Met één van de meisjes die daar werkten liep ik richting ons tafeltje, waar de kelnerin die ons bediend had toevallig al stond bij ons tafeltje. Ik vroeg haar om de rekening en zij noemde het bedrag. Het was 49 euro zoveel. ‘Maak er maar 44 van,’ zei ik ‘royaal’. Dat was een enorme vergissing. Ik had 54 moeten zeggen. De kelnerin, een vrouw met een streng gezicht vond de vergissing niet grappig. ‘Nee, dat kan niet want het bedrag is 49 zoveel,’ zei ze afgemeten. ‘O ja, ik bedoel 54,’ hakkelde ik beschaamd. Daarna ging ik pinnen met mijn bankpas uit het mooie mapje dat zat in mijn mooie tassie. Ik was inmiddels zo van slag dat ik van de zenuwen mijn pincode niet goed intoetste. ‘Foute pincode,’ klonk het dreigend uit de mond van de vrouw. Ik kon mezelf niet zien maar waarschijnlijk steeg het schaamrood nu naar mijn kaken. Ik typte nog een keer in en dit keer was het gelukkig goed. De vrouw bedankte me niet voor de fooi en taaide af.

Ik moest achteraf nog een paar keer terugdenken aan het voorval en schaamde me erover, een schaamte die gelukkig langzaam verdween.

Religie

Vanmorgen kwam aan de ontbijttafel godsdienst ter sprake en hoe dat een maatschappelijke cultuur beïnvloedt. We hadden het over gastvrijheid en hoe ik die mis in Andalusië. Toen we een keer in Arrahal waren, het dorp waar Ahmad geboren en getogen is, liet Ahmad mij het huis zien waarin hij was opgegroeid. We kwamen toen zijn overbuurvrouw tegen die hij zijn hele leven gekend heeft. Ze maakten een praatje op straat en vervolgens liet de vrouw ons trots haar huis zien. Dat was vreemd voor Spanje, want in Spanje plegen mensen elkaar niet uit te nodigen in hun huizen. Ze ontmoeten elkaar veelal in de talrijke bars. Het is zeldzaam dat iemand die géén familie is een kijkje wordt gegund in het huis van een ander.

De vroegere buurvrouw liet ons dus haar hele huis en patio zien, maar ze bood ons niets aan, nog geen glas water, terwijl ze wist dat we vanuit Malaga waren komen rijden, wat meer dan 200 km zuidelijker ligt. Ik verbaasde me daarover.

‘Dat is zo anders in Pakistan,’ zeg ik tegen Ahmad. ‘Daar is een gast bijna een heilige. Hij wordt met open armen ontvangen. Mensen delen hun laatste eten en staan zo nodig hun bed af en slapen zelf op de grond, als de gast maar niets te kort komt. In de islam staat gastvrijheid hoog in het vaandel’.

‘Volgens mij is dat gebrek aan gastvrijheid niet de typisch Andalusische cultuur,’ zegt Ahamd, ‘maar is dit opgelegd door het katholicisme. Hetzelfde is het geval in Italië. Daar is men ook niet gastvrij voor mensen buiten de familie’. ‘Maar in Griekenland zijn (of waren ze in ieder geval) wel heel gastvrij, zeg ik. ‘Ook daar is men katholiek, maar orthodox en niet rooms. Dat is weer een heel andere cultuur.’ ‘Ja inderdaad,’ zegt Ahmad. ‘Ik ben er steeds meer van overtuigd dat religie, zodra het een machtsbolwerk wordt, steeds meer een hoeveelheid van beperkende en benauwende regels wordt, die mensen verstikken.’ ‘Dat is zo en dat zie je in alle godsdiensten gebeuren,’ zeg ik, ‘en vandaar dat zoveel mensen zich afkeren van elk geloof. Eigenlijk is hetzelfde nu ook aan het gebeuren in de islam. Er zijn een aantal intolerante en liefdeloze imams die mensen bang maken in de moskeeën.’ ‘Bij het ontstaan van de islam was de islam een spirituele realiteit zonder naam en nu is het een naam zonder spirituele realiteit,’ zegt Ahmad. ‘Mooi gezegd,’ antwoord ik.

En dan begin ik over mijn Marokkaanse buurvrouw die laatst aan mijn deur kwam om iets te bespreken over de glazenwasser. Zij vertelde me dat ze met vakantie ging naar Marokko en had het over de betaling van de glazenwasser terwijl zij weg zou zijn. ‘Eigenlijk zouden we hadj gaan doen,’ zegt ze spijtig, maar met alle voorwaarden die men nu stelt en hoe ingewikkeld het is om erheen te mogen was het hun dit jaar niet gelukt toegang te verkrijgen en aangezien ze wel al vakantie hadden genomen gingen ze nu naar Marokko. Ik zei haar dat ik het jammer vond voor haar dat de hadj niet doorging en vertelde dat ik hadj gedaan had in 1999, toen het nog niet zo ingewikkeld was om dat te regelen. Ze was verbaasd. Daar stond zij met haar hoofddoek en keek me aan, terwijl ik daar stond in mijn spijkerbroekie en misschien wel met korte mouwen. ‘Dus je bent eigenlijk hadji,’ zei ze vol ontzag, alsof het een titel betrof of een diploma van goed gedrag. (NB Ik weet dat sommige moslims veel respect hebben voor mensen die hadj hebben gedaan, omdat dit gezien wordt als een soort wedergeboorte, maar voor mij betekent het feit dat iemand die op hadj gaat alleen dat deze het geluk heeft de gelegenheid ervoor te hebben en het geld ervoor over heeft.) Naar haar gezicht kijkend zeg ik: ‘Ik zie er niet zo uit en dat weet ik wel, maar ik wil niet opvallen’. ‘Dat is ook goed,’ haast zij zich te zeggen.

Ik weet dat met name in mijn buurt veel mensen een statement maken dat ze moslim zijn door bepaalde kleding te dragen. Ik heb ook een tijd in mijn leven een hoofddoek gedragen en wijde bedekkende kleding. Ik meende toen (en dat had ik vooral van ‘horen en zeggen’ van de moslims in mijn omgeving) dat dit goed zou zijn en ik ben een pleaser die alles zo goed mogelijk wil doen. Maar na het herhaaldelijk lezen van de Koran in diverse vertalingen heb ik geen bewijs kunnen vinden van de noodzaak van een hoofddoek of wijde kleding voor een vrouw of man. Ik meen dat het vooral gaat om een verzameling ethische regels die universeel zijn en feitelijk in vrijwel alle godsdiensten hetzelfde zijn en zelfs buiten een godsdienst voor elk logisch denkend mens vanzelfsprekend. Dat ik koos voor de islam om mijn religieuze gevoelens vorm te geven is met name omdat ik ontroerd werd door het lezen van de Koran en dat de islam geen paus kent of andere tussenpersoon tussen mij en de Almachtige. Dat imams nu optreden als experts en mensen schrik aanjagen met donderpreken, die hel en verdoemenis als afschrikmiddel gebruiken om allerlei regels aan mensen op te dringen vind ik jammer. Hetzelfde gebeurde en gebeurt nog in de de kerken.

Bloed prikken

Ahmad en ik hebben allebei osteoporose en slikken daarvoor dagelijks calcium en vitamine D, aangezien we van beide een tekort hebben. Maar naast dit voedingssupplement slikte ik op voorschrift van de specialist nog een ander pilletje dat de osteoporose een halt moet toeroepen. Dat pilletje is een vrij heftig pilletje dat je niet jarenlang kan innemen zonder controle om de 5 jaar. Omdat ik alweer 5 jaar dat pilletje innam vroeg ik de huisarts om een verwijzing.

Dat was in april. Daarop kreeg ik van het ziekenhuis 3 afspraken in het ziekenhuis, die zouden plaatsvinden in juli. Een afspraak voor 2 röntgenfoto’s en een scan, een afspraak voor het prikken van bloed en een afspraak voor de specialist. De afspraak voor het bloedprikken moest ik zelf maken. Dat deed ik ook.

Tot mijn verrassing kreeg ik een brief dat er een zuster aan huis zou komen om mijn bloed te prikken. Karamba! Wat een luxe! Netjes zei ik daarom de afspraak af die ik zelf gemaakt had bij de bloedafname in het ziekenhuis.

Vandaag zou de zuster komen. Van 7.30 tot 14.00 uur kon ik haar verwachten. Dus ik zette voor de zekerheid mijn wekker op 7 uur, zodat ik op tijd beneden zou zijn om de bel te horen.

Om een uurtje of 9.30 ging de bel. Naar binnen liepen twee zusters in witte jassen met een koffer, die eruit zag als een beklede koelbox. De ene was leerling, vertelden ze me. Wat een eer. Twee zusters die speciaal komen voor dit oudje, dat nog goed ter been is en best de fiets had kunnen pakken. De leerling prikte en ze deed dat prima. Eigenlijk is dat bij mij nooit een probleem, omdat de aderen op mijn arm duidelijk te zien zijn.

Ik voelde me een beetje schuldig dat ik hun tijd had laten besteden aan mij, terwijl ik weet dat de zusters van de thuiszorg het al zo druk hebben. ‘We waren toch in de buurt,’ stelden ze me gerust.

Het boerenbestaan in de vorige eeuw

Dat een boer van nu niet te vergelijken is met de boeren uit mijn kindertijd wist ik wel. Toen ik vroeger een tijd in Vught woonde en ook later in Duitsland en op de vliegbasis Deelen zag ik veel kleine boerenbedrijfjes, met zowel vee als landbouw. Ik speelde veel met kinderen van die boeren. Nu zijn boeren zakenmensen met veel vee of enorme lappen landbouw, al dan niet in kassen. Het lijkt niet meer op de boerderijen zoals ik die kende in mijn jeugd en een boer met paard en wagen zie je ook niet veel meer, terwijl dat vroeger een gewoon straatbeeld was.

Zo is dat ook in de rest van Europa en dus ook in Spanje.

Ahmad heeft een wat kromme rug. Als hij rechtop staat vormt zijn lichaam geen rechte lijn, maar zie je dat zijn rug in een lichte boog staat. Dat heeft een reden. Hij werkte vanaf jonge leeftijd met zijn vader, zijn broer en andere familie op het land. Dat land lag 14 kilometer van hun huis. De weg erheen en terug legde hij af op een muilezel of per fiets. Als kleine jongen werkte hij alleen buiten de schooltijden mee, maar vanaf zijn 14e jaar ging hij niet meer naar school maar werkte hij dagelijks op het land. Het werk was zwaar en hij moest daarbij veel in voorovergebogen houding werken. Omdat hij op dat moment nog in de groei was is zijn rug hierdoor wat krom gegroeid. Na het werken op het land deed Ahmad veel ander werk, zoals in de bouw, in fabrieken, op een schip, in restaurants en als tuinman. In dat laatste beroep behaalde hij enkele diploma’s, zodat hij uiteindelijk als ‘functionario’ (ambtenaar) een aanstelling kreeg in dat beroep. Als hij terugkijkt op zijn leven en al het werk dat hij gedaan heeft om als ‘ongeschoolde’ brood op de plank te krijgen en al zijn kinderen te laten studeren, dan kijkt hij met heimwee terug op het werk in de campo in zijn jeugdjaren. Hoe zwaar het werk ook was in ondraaglijke hitte of gure kou, hij was met geen enkel werk zo gelukkig als met de het boerenwerk dat hij verrichtte tot 20jarige leeftijd. Soms bleef hij slapen op het land onder de blote sterrenhemel en op die momenten voelde hij zich volmaakt gelukkig. Ook nu nog zie ik dat Ahmad enorm geniet van de natuur en alles wat groeit en bloeit.

olieverf op hardboard (15 x 20) Ik maakte dit schilderijtje in 2019, waarbij ik me voorstelde dat Ahmad zo terugkeerde van het werken op het land. Hij herkende zichzelf er wel in.

Gisteren stuurde Ahmad’s zus hem twee oude filmpjes die het werk op het land afbeeldden in de vorige eeuw. Omdat de filmpjes haar herinnerden aan haar jeugd. Ahmad vond de filmpjes ook leuk en liet mij enthousiast zien hoe hij het zelfde werk deed als de mensen op dat filmpje. Hij heeft de filmpjes aan elkaar geplakt en naar mij toegestuurd. Ik heb ze op YouTube gezet om ze hier te kunnen delen.

‘Toevallig’

Zoals de oplettende lezer weet heb ik 4 kinderen. Eigenlijk 5, als je mijn lieve mooie zoontje Imran ook meetelt. Hij werd helaas niet meer dan een aantal dagen oud (geboren 4 mei 1986 en overleden 8 mei 1986).

Mijn oudste dochter was onlangs jarig. Nou ja onlangs, het is alweer een tijdje terug. Ze verjaarde op 20 april. Als cadeau gaf ik haar o.a. een lunch of diner met mij op mijn kosten in een restaurant naar haar keuze. Een ’tegoedbon’ die onbeperkt geldig was.

Zij zou met met afspreken om haar cadeau te ‘verzilveren’ op een tijdstip dat het deze druk bezette vrouw uitkwam. Ik wachtte en wachtte en het kwam er maar niet van. Twijfelaar die ik ben, ging ik al denken dat ze er misschien niet zo een zin in had om wat voor reden dan ook. Of had ze het echt zo druk dat er geen gaatje in haar agenda was? Ik besloot geduld te hebben.

Maar omdat ik heel veel van deze dochter houd, met wie ik zoveel heb meegemaakt in mijn leven, moest ik vaak aan haar denken. Ik noemde haar altijd mijn spreeuwtje, omdat zij het meest aandacht vroeg van alle ‘vogels’ in het nest, waarmee ik mijn kinderen bedoel. Gisterochtend schreef ik haar een lief berichtje, waarin ik haar vertelde veel aan haar te denken. Ik kreeg snel antwoord. Ze zei ook vaak aan mij te denken de laatste tijd. Ook maakte zij direct een afspraak voor de lunch. Donderdag aanstaande. Ik zat op dat moment bij mijn andere dochter, bij wie ik haar verjaardagscadeau had gebracht (zij was 4 juli jarig).

Toen ik thuis kwam en in de tuin zat te eten met Ahmad zagen we een spreeuw. De vogel had het duidelijk warm en kwam in onze tuin water drinken en vervolgens zat ze een tijdlang onbeweeglijk in de aarde uit te hijgen, haar snaveltje geopend. ‘Ze komt hier al de hele dag,’ vertelde Ahmad. ‘Ze blijft dan onbeweeglijk in de aarde zitten.

Hij had er eerder ook een foto van gemaakt met zijn telefoon.

met telefoon genomen

Vandaag ging ik boodschappen doen en terwijl ik weg was zag Ahmad nog iets opmerkelijks. De spreeuw was weer terug en zat op de schutting. Ze riep naar haar soortgenoten en prompt kwamen er een stuk of 6 andere spreeuwen in de laurierboom zitten.

Noem het toeval of wat je wilt, maar ik vind het een schitterende samenloop van gebeurtenissen.

Trieste beelden

Tijdens onze dagelijkse wandelingen in de Uithof zien we veel mooie dingen, elke dag weer wat anders. Maar niet alles wat we zien maakt blij.

Ik weet dat er in Nederland veel daklozen zijn. En dat lang niet het hele aantal daarvan bekend is, omdat veel daklozen zich niet laten registreren als zodanig en aan niemand hulp vragen. Ook zijn er tijdelijke daklozen. Mensen die een probleem hebben, ergens voor op de vlucht zijn, door hun partner uit huis gezet of jongeren die weggelopen zijn van huis om wat voor reden dan ook.

Gisteren zagen we tijdens onze wandeling een jongeman op een bankje zitten. Het beeld, zoals hij daar zat, straalde zoveel eenzaamheid uit dat ik er even voor stilstond. Hij was zo te zien bezig een sigaretje te draaien of een jointje, maar hij zag er niet uit of hij daar zomaar even zat om te relaxen.

Na de tweede koffie ging Ahmad nog een keer op pad, dit keer op de fiets, om wat koele lucht te vangen onder de bomen van de Uithof. Ik ging niet mee, omdat ik zin had om met mijn verfkwasten in de weer te gaan.

Vanmorgen zagen we tijdens onze wandeling opnieuw de jongen, ditmaal slapend achter zijn fiets. Het beeld maakte me intens verdrietig. ‘Deze jongen heeft ook een moeder,’ zeg ik tegen Ahmad. ‘Wat triest om een jongen van zijn leeftijd zo te zien slapen. Wat voor probleem zou hij hebben?’ ‘Inderdaad heel naar om te zien,’ vindt ook Ahmad.

En dan vertelt Ahmad dat hij gisteren tijdens zijn fietstocht de jongen ook op datzelfde bankje zag zitten. Hij zat toen met zijn hoofd helemaal naar beneden, als een slappe pop. Een mevrouw van ongeveer onze leeftijd die de jongen ook zag zitten liep naar de jongen toe en tikte hem op zijn schouder en vroeg of het wel goed met hem ging. Maar de jongen schudde haar hand van zich af en zei dat ze hem met rust moest laten.

Misschien was het ‘gewoon’ een jongen die drugs gebruikte, maar dat vind ik op zich al triest genoeg.

Lekker poetsen

Vandaag is het warm, erg warm. In de tuin valt niet te zitten, zelfs niet onder de parasol. We hebben alles afgesloten en de gordijnen op de bovenverdieping zijn gesloten, om naar Spaans voorbeeld de warmte buiten te houden. Dat lukt aardig, zolang het niet dagen achtereen zo warm blijft.

Net ben ik spontaan de keuken gaan schoonmaken. De plekken waar ik niet vaak kom kregen een beurt, zoals bovenop de afzuigkap en andere hoge oppervlakken en het kastje met de kruiden. Ik verwijderde ook op andere plekken veel stof met een natte lap. Ik doe dat weinig en het is heerlijk om een grote opbrengst te zien verschijnen op je doekje. Dan weet je dat je niet voor niets poetst. Daarna ging ik stofzuigen, iets wat ik ook maar eens in de zoveel tijd doe, want ik ben doorgaans meer van het vegen. Hoe minder machines ik gebruik, hoe liever het me is. Ouderwets wijfie…

En nu zit ik hier te typen in de koele kamer. Er is niet veel nieuws behalve dat het leven heerlijk rustig is. En dat wij intens genieten van een uitzonderlijk mooie zomer.

Bloemen die Ahmad voor zijn verjaardag kreeg van zijn kinderen

Weer twee werkjes

Soms vraag ik me af wat er gebeurt met al onze huisvlijt als wij een hoge leeftijd gaan bereiken. We hebben nu al veel werkstukje liggen, zowel hier als in Spanje. De tiffany en pyrografie van Ahmad heeft nu al veel producten opgeleverd, zowel in ons huis hier en daar als in dat van anderen. En ook mijn schilderijen beginnen talrijk te worden, zowel hier als in Spanje. Als we zo doorgaan en we worden oud, wat zal er dan gebeuren met al dat werk na onze dood. Verdwijnt het op de vuilnisbelt of bij de Kringloop of zullen er nog mensen zijn die er plezier van hebben? Ik weet het niet. Zeker is dat we allebei veel plezier hebben in het maken ervan en geen ambitie vertonen om het werk te verkopen. We zijn allebei slecht in zaken doen.

Pyrografie op hardboard 33 x 24. Tweede decoratie voor zijn kleindochter (naast het andere uiltje). In september krijgt zij er een broertje bij. Beide werkjes zullen worden ingelijst door onze lijstenmaker in Spanje
Pyrografie van Ahmad die is ingevuld met olieverf door mij. Op houten schijfje van 26 x 18 (tuindecoratie)

Achter de maskers

Mensen presenteren zich niet altijd zoals ze zich werkelijk voelen. Dat is niet gek maar logisch. Als je je om wat voor reden ongelukkig of bezorgd voelt kan je dat niet overal etaleren. Je moet bijvoorbeeld naar je werk, waar je privéproblemen moet achterlaten omdat je anders je werk niet naar behoren kan doen. Of je ontmoet andere mensen die je niet wilt opzadelen met je sores. Het is op zich ook niet verkeerd om je problemen en zorgen ‘binnen’ te houden. Want behalve dat je de ander niet belast geef je dan ook jezelf wat lucht en je kan door de afleiding van datgene wat je aan het doen bent of meemaakt afstand nemen van je zorgen. Dat kan het gevolg hebben dat je de zorgen later met een frissere blik in een ander licht ziet en deze daardoor beter aankan.

Maar men kan ook te ver doorslaan in het verbergen van zijn werkelijke gevoelens. Zoals op media als instagram, facebook en tiktok (enz.), waar mensen een perfect plaatje van zichzelf presenteren. De mensen die dat lezen of zien krijgen dan een vertekend beeld van die mensen en dat beïnvloedt hun werkelijkheid. Ze kunnen dan gaan denken dat zij de enigen zijn met een leven dat minder succesvol en gelukkig is. Ook op feestjes en andere gelegenheden waar mensen samenkomen plegen mensen een al te positief beeld van zichzelf en hun leven te presenteren, al dan niet geholpen door een flinke slok op of een andere drug.

Toch heeft vrijwel iedereen behoefte aan een plek waar hij echt zichzelf mag zijn, met al zijn beperkingen en problemen. En ieder heeft weleens behoefte aan een luisterend oor. Dat oor kunnen mensen bieden die wat betreft hun leven in rustig vaarwater verkeren, zoals de oudere mens. In het kolkende en bruisende leven van alledag met alle mooie momenten, maar ook problemen en zorgen en angsten, kan de oudere mens een praatpaal zijn voor de jongere mens.

Daarom zeg ik: schrijf de oudere mens met zijn fysiek zwakker wordende lichaam niet af in onze maatschappij. Zij kunnen nog een belangrijke rol spelen in het leven van jongeren, omdat zij tijd hebben om te luisteren.