Religie

Vanmorgen kwam aan de ontbijttafel godsdienst ter sprake en hoe dat een maatschappelijke cultuur beïnvloedt. We hadden het over gastvrijheid en hoe ik die mis in Andalusië. Toen we een keer in Arrahal waren, het dorp waar Ahmad geboren en getogen is, liet Ahmad mij het huis zien waarin hij was opgegroeid. We kwamen toen zijn overbuurvrouw tegen die hij zijn hele leven gekend heeft. Ze maakten een praatje op straat en vervolgens liet de vrouw ons trots haar huis zien. Dat was vreemd voor Spanje, want in Spanje plegen mensen elkaar niet uit te nodigen in hun huizen. Ze ontmoeten elkaar veelal in de talrijke bars. Het is zeldzaam dat iemand die géén familie is een kijkje wordt gegund in het huis van een ander.

De vroegere buurvrouw liet ons dus haar hele huis en patio zien, maar ze bood ons niets aan, nog geen glas water, terwijl ze wist dat we vanuit Malaga waren komen rijden, wat meer dan 200 km zuidelijker ligt. Ik verbaasde me daarover.

‘Dat is zo anders in Pakistan,’ zeg ik tegen Ahmad. ‘Daar is een gast bijna een heilige. Hij wordt met open armen ontvangen. Mensen delen hun laatste eten en staan zo nodig hun bed af en slapen zelf op de grond, als de gast maar niets te kort komt. In de islam staat gastvrijheid hoog in het vaandel’.

‘Volgens mij is dat gebrek aan gastvrijheid niet de typisch Andalusische cultuur,’ zegt Ahamd, ‘maar is dit opgelegd door het katholicisme. Hetzelfde is het geval in Italië. Daar is men ook niet gastvrij voor mensen buiten de familie’. ‘Maar in Griekenland zijn (of waren ze in ieder geval) wel heel gastvrij, zeg ik. ‘Ook daar is men katholiek, maar orthodox en niet rooms. Dat is weer een heel andere cultuur.’ ‘Ja inderdaad,’ zegt Ahmad. ‘Ik ben er steeds meer van overtuigd dat religie, zodra het een machtsbolwerk wordt, steeds meer een hoeveelheid van beperkende en benauwende regels wordt, die mensen verstikken.’ ‘Dat is zo en dat zie je in alle godsdiensten gebeuren,’ zeg ik, ‘en vandaar dat zoveel mensen zich afkeren van elk geloof. Eigenlijk is hetzelfde nu ook aan het gebeuren in de islam. Er zijn een aantal intolerante en liefdeloze imams die mensen bang maken in de moskeeën.’ ‘Bij het ontstaan van de islam was de islam een spirituele realiteit zonder naam en nu is het een naam zonder spirituele realiteit,’ zegt Ahmad. ‘Mooi gezegd,’ antwoord ik.

En dan begin ik over mijn Marokkaanse buurvrouw die laatst aan mijn deur kwam om iets te bespreken over de glazenwasser. Zij vertelde me dat ze met vakantie ging naar Marokko en had het over de betaling van de glazenwasser terwijl zij weg zou zijn. ‘Eigenlijk zouden we hadj gaan doen,’ zegt ze spijtig, maar met alle voorwaarden die men nu stelt en hoe ingewikkeld het is om erheen te mogen was het hun dit jaar niet gelukt toegang te verkrijgen en aangezien ze wel al vakantie hadden genomen gingen ze nu naar Marokko. Ik zei haar dat ik het jammer vond voor haar dat de hadj niet doorging en vertelde dat ik hadj gedaan had in 1999, toen het nog niet zo ingewikkeld was om dat te regelen. Ze was verbaasd. Daar stond zij met haar hoofddoek en keek me aan, terwijl ik daar stond in mijn spijkerbroekie en misschien wel met korte mouwen. ‘Dus je bent eigenlijk hadji,’ zei ze vol ontzag, alsof het een titel betrof of een diploma van goed gedrag. (NB Ik weet dat sommige moslims veel respect hebben voor mensen die hadj hebben gedaan, omdat dit gezien wordt als een soort wedergeboorte, maar voor mij betekent het feit dat iemand die op hadj gaat alleen dat deze het geluk heeft de gelegenheid ervoor te hebben en het geld ervoor over heeft.) Naar haar gezicht kijkend zeg ik: ‘Ik zie er niet zo uit en dat weet ik wel, maar ik wil niet opvallen’. ‘Dat is ook goed,’ haast zij zich te zeggen.

Ik weet dat met name in mijn buurt veel mensen een statement maken dat ze moslim zijn door bepaalde kleding te dragen. Ik heb ook een tijd in mijn leven een hoofddoek gedragen en wijde bedekkende kleding. Ik meende toen (en dat had ik vooral van ‘horen en zeggen’ van de moslims in mijn omgeving) dat dit goed zou zijn en ik ben een pleaser die alles zo goed mogelijk wil doen. Maar na het herhaaldelijk lezen van de Koran in diverse vertalingen heb ik geen bewijs kunnen vinden van de noodzaak van een hoofddoek of wijde kleding voor een vrouw of man. Ik meen dat het vooral gaat om een verzameling ethische regels die universeel zijn en feitelijk in vrijwel alle godsdiensten hetzelfde zijn en zelfs buiten een godsdienst voor elk logisch denkend mens vanzelfsprekend. Dat ik koos voor de islam om mijn religieuze gevoelens vorm te geven is met name omdat ik ontroerd werd door het lezen van de Koran en dat de islam geen paus kent of andere tussenpersoon tussen mij en de Almachtige. Dat imams nu optreden als experts en mensen schrik aanjagen met donderpreken, die hel en verdoemenis als afschrikmiddel gebruiken om allerlei regels aan mensen op te dringen vind ik jammer. Hetzelfde gebeurde en gebeurt nog in de de kerken.