Achternaam

Mijn kinderen hebben geen achternaam gekregen bij hun geboorte. Dat heeft de volgende reden. Hun vader komt uit het grensgebied van Afghanistan en Pakistan en heeft de Pakistaanse nationaliteit. Dit hoewel hij er zelf prat op gaat dat hij een Pathan is en dat het graf van zijn overgrootpa zich in Kabul bevindt en daar wordt geëerd als het graf van een sufi-heilige ofwel ‘pir’. Het was voor het nageslacht van deze pir (door de pir zelf tijdens zijn leven) verboden dit graf, dat door mensen gezien wordt als als een bedevaartsoord, te bezoeken. De opa van mijn kinderen gehoorzaamde niet en bezocht het graf van zijn vader toch. Hij werd kort daarna verlamd en lag vanaf dat moment in bed zonder nog te kunnen spreken. Kort daarna stierf hij, toen mijn ex nog een baby was.

Na de dood van opa vertrok de jongste van zijn 4 vrouwen (de oma van mijn kinderen dus) met drie kinderen naar Karachi in het zuiden van Pakistan. Zij was bang voor de drie andere vrouwen, die in Peshawar allemaal op hetzelfde terrein woonden met een gemeenschappelijke binnenplaats. De andere vrouwen waren jaloers op haar en konden haar nu wat aandoen.

Een indrukwekkend verhaal, maar de clou van het verhaal is dat er in het gebied waar mijn ex geboren is geen achternamen zijn. Je bent die en die, zoon van die en die, maar een voor- en achternaam bestaat daar niet.

Toen mijn kinderen geboren werden was ik wel op de hoogte van het feit dat mijn ex geen achternaam had. Maar ik dacht dat ik in Nederland gewoon zijn naam kon kiezen als achternaam voor al mijn kinderen. Dat is ook gebeurd. Al mijn kinderen hebben hun vaders naam als tweede naam. Maar wat blijkt nou? (En ik kwam daar pas achter toen mijn kinderen al volwassen waren) Mijn kinderen hebben geen achternaam, maar wel allemaal dezelfde tweede voornaam. Hiermee zijn ze zonder problemen groot geworden. Voor de meisjes, die zelf weer kinderen kregen was het geen probleem, als zij de naam van hun partner gaven als achternaam voor hun kinderen. Voor mijn zoon is het echter wel een probleem. Hoe kan hij zijn kinderen een achternaam geven, als hij die zelf niet heeft? Gelukkig is er een oplossing. Mijn kinderen kunnen allemaal desgewenst hun tweede roepnaam alsnog bij de gemeente laten registreren als achternaam. Ik wil graag dat zij dat ook doen.

Mijn zoon twijfelde nog even of hij de naam zou kiezen van mijn vader (mijn achternaam) of die van zijn vader. Hij neigde ernaar om mijn naam te kiezen. Mijn naam is Theunissen, maar ik voel me net zo min een Theunissen (de naam van mijn biologische vader) als een Elkerbout (de naam van mijn stiefvader). In mijn ogen is er maar één realiteit. Je heet naar de persoon die je vader is (of moeder). Hoezeer je je verwant voelt met of gekoesterd voelt door die persoon doet niet ter zake. Het is de realiteit. Ik ben blij dat hij nu heeft gekozen voor de naam van zijn vader, zoals ik dat heb bedoeld vanaf zijn geboorte.

Het blijft voor mij een ‘dingetje’, die namen. Voor mijzelf zegt mijn eigen naam me niets en deze bepaalt zeker niet mijn identiteitsgevoel. Ik ben te vaak van naam gewisseld om er nog waarde aan te hechten, evenals aan mijn ‘roots’.

De overbodigheid van klokken en horloges

In het digitale tijdperk waarin we nu leven is het gemakkelijker dan voorheen om te weten hoe laat het is. Men hoeft maar op zijn smartphone, tablet, computer, tv-kastje, fornuis of magnetron te kijken om daar achter te komen. Een horloge of een klok is daarmee overbodiger geworden dan voorheen.

Ik ben iemand die graag weet hoe laat het is. Mijn hele leven heb ik dan ook in vrijwel elke kamer een klok hangen. Ook mijn moeder was dol op klokken. Zij had op latere leeftijd in haar hele huis ouderwetse klokken hangen, die je handmatig moest opwinden door een gewicht omhoog te trekken. Het waren bovendien klokken, die op elk heel en half uur geluid gaven. Op straat zag je ‘vroegah’ nog vaak klokken hangen. Soms met een wijzerplaat en soms al digitaal, met afwisselend een aanduiding van de tijd en de actuele temperatuur. Die klokken mis ik. Het zien van die tijdsaanduiding op straat gaf me een geruststellend gevoel. Bovendien vond ik het interessant om te zien hoeveel graden het was. Een soort service aan de burger, die we nu missen.

Horloges zijn een luxe artikel geworden. Bij de vitrines van horloge-afdelingen in winkels zie je nog steeds mensen zich vergapen aan de ‘bling bling’ van horloges van dure merken. Het is nu een statussymbool geworden, net als een dure tas. Maar steeds minder zie je mensen daadwerkelijk lopen met horloges om hun pols. Ikzelf heb nog een viertal horloges, erfstukken en cadeaus van mijn kinderen, die ik niet veel draag. Momenteel is er niet één van met een batterij die het doet.

Laatst gaf ik mijn kleindochter een horloge cadeau voor haar verjaardag. Ik zie het schattige kind nooit met dat horloge. En ik begrijp dat heel goed. Oma is op de proppen gekomen met een heel ouderwets en gedateerd cadeau. De jaren die volgen ga ik dit pientere meisje geld geven, net als mijn andere kleinkinderen. Zij kan dan zelf bepalen wat ze graag wil kopen van haar verjaardaggeld.

Schilderij af en prikken

Hala sultan Tekke moskee in Larnaca (Cyprus)

Inmiddels heb ik het schilderij van mijn kinderen weer op de ezel gezet om het portret van mijn kleindochter bij te werken. Ik ben ontevreden over hoe ik haar heb afgebeeld. Zij is nu 5 jaar en drie maanden. Haar gezichtje verandert met de dag, lijkt het wel. Zo lastig om het gezichtje van een kind in beeld te krijgen. Maar olieverf is geduldig. Je kan vegen, krassen en opnieuw schilderen. Van mijn fouten leer ik het meeste.

En ik heb een afspraak voor 2 Covid inentingen. Ahmad nog niet, want voor hem moet het telefonisch gebeuren, omdat hij niet kan inloggen met zijn digiD. De lijn is zo druk bezet dat men ‘mij niet te woord kan staan’. Ik moet het op een ‘later tijdstip’ opnieuw proberen. Dat blijf ik doen, als een hond die zich ergens in vastbijt en niet los wil laten ?.

En….het is gelukt, ook de man naast me krijgt zijn prikken. Dat is een opluchting…..

N.B. Mensen die in 1951 of daarvoor geboren zijn en bovendien een digiD hebben kunnen op internet een afspraak maken voor een Covid vaccinatie via de volgende link. (Met dank aan iemand die mij hierop attent maakte via haar weblog).

Gekopieerd uit het AD van vandaag:

09:56

Wie in 19491950 en 1951 is geboren – de volgende groep die aan de beurt is – kan vanaf vandaag online alvast een prikafspraak inplannen. Het gaat om ruim 500.000 mensen  die het vaccin van Pfizer en BioNTech krijgen. Binnenkort krijgen zij een brief met uitnodiging in de bus. Voor een prik kunnen zij terecht bij één van de ruim tachtig GGD-vaccinatielocaties.

Koepelorganisatie GGD GHOR Nederland vraagt om afspraken zoveel mogelijk online te doen, omdat de komende weken het vaccinatietempo omhoog gaat. Naar verwachting komen er meer vaccins beschikbaar. GGD’s en huisartsen vaccineerden vorige week bijna een half miljoen mensen. In de loop van mei moeten per week meer dan een miljoen mensen worden gevaccineerd.

Wachten op lente en een prikkie of twee

Terwijl het buiten het buiten winderig en af en toe sneeuwerig is (arme planten), zit ik hier achter mijn pc in ons ‘huisje weltevree’. Af en toe hoor ik boven het motortje ronken van de glasslijper van bezige Ahmad.

Het leven is goed met een warm vestje en de centrale verwarming op 20. Maar o o, wat zien we uit naar meer dagen als die twee warmere dagen in de afgelopen week. De lente zal er toch eens komen, maar neemt haar tijd.

Evenals veel anderen kijken wij ook uit naar de prikkies die ons hopelijk meer vrijheid gaan geven. Dat Ahmad er ook één zou krijgen was allerminst zeker en zelfs onwaarschijnlijk. Krijgen Nederlanders die op dit moment in Spanje verblijven de het Covid-vaccin zonder probleem, hier is dat niet zo vanzelfsprekend. Ahmad is weliswaar wettelijk getrouwd met mij, maar hij heeft zijn domicilie in Spanje. En daarom staat hij hier niet geregistreerd als inwoner. En in dat geval kom je in Nederland ook niet zonder meer in aanmerking voor een inenting.

Na een hele ochtend mailen en bellen naar allerlei instanties kwam ik erachter dat hij geregistreerd moet zijn als ‘niet ingezetene’.

Dus vandaag gingen we op afspraak naar het stadhuis op het Spui, waar zich een loket ‘registratie niet ingezeten’ (RNI) bevindt. Daar bleek dat hij al een BSN nummer heeft, omdat hij ooit (in 2008) een paar jaar geregistreerd is geweest als ingezetene van Nederland. Daarna is hij uitgeschreven en zelfs zijn adres in Spanje is bekend. Hij is dus al geregistreerd als niet ingezetene! Hij kon daar tegen betaling ook een bewijs van krijgen. Dat hebben we maar gedaan. Alles voor het begeerde prikkie. Want zonder BSN-nummer geen prikkie.

Wat ik ervan geleerd heb is dat je in Nederland maar één keer een BSN-nummer krijgt toegewezen. Dat nummer blijft je nummer gedurende je verdere leven, of je nu geregistreerd bent als ingezetene of als niet ingezetene.

Wat doen wij in ons paasweekend

Het lijkt vandaag af en toe lekker weer, als je uit het raam kijkt. Soms zie je een vriendelijk zonnetje. Maar schijn bedriegt. Als je je buiten de deur waagt, dan waai je bijna uit je broek en voel je een snijdende kou.

Wat doe je in zo een geval? Wij houden onszelf bezig in ons ‘atelier’, waar we toevallig allebei werken aan het afbeelden van een moskee.

Als ik vanboven even naar de tuin kijk en neerzie op de lichte hagel die neervalt op de plantjes en de kabouters, die bij elkaar zijn gaan kleumen voor hun huisje, dan hoop ik maar dat de plantjes deze barre kou gaan overleven.

Ieder bezig met zijn eigen dingetje
wandversiering van de Mesquita de Cordoba in tiffany, waarachter een ledverlichting zal komen. ‘Mi artesano meticuloso’.

Reiziger of toerist

Toen mijn vriend Theo mij herinnerde aan onze kennismaking op de boot naar Suriname, besefte ik hoe lang dat geleden was en hoe helder die reis en ook mijn verblijf daar me nog voor ogen staat, alsof het niet 50 jaar geleden zou zijn. Ik was toen pas 20 en ik heb wat afgereisd in die jaren.

En nu realiseer ik me dat het toen nog heel anders was om te reizen door andere landen dan nu. Toen was het nog niet zo heel gewoon dat mensen zo ver van huis op vakantie gingen. Ik heb dat echter wel mogen meemaken vanaf heel jonge leeftijd. Mijn stiefvader placht elk jaar met ons af te reizen naar allerlei landen die toen nog niet zo frequent bezocht werden door toeristen als nu, zoals Noorwegen, Zweden en Denemarken. Maar ook in de rest van Europa, meer naar het zuiden, waren er nog voldoende plekken die ongerept waren en waar je wild kon kamperen. Want kamperen was het voor ons wel altijd. Hij hield niet van luxe vakanties, maar bracht ons het liefst naar plekken in de vrije natuur. Toen mijn broer en ik pubers waren, was het niet onze grootste wens om met lompe bergschoenen zwetend bergpaden op en af te klauteren. Liever waren we op de camping gebleven, dobberend op een luchtbed in het water, maar daar was nooit sprake van. Hup, rugzakje om en lopen maar. Maar achteraf ben ik blij dat ik kan terugkijken op deze vakanties en de bijzondere plekken die ik nog heb kunnen zien, voordat het overal ging wemelen van andere toeristen.

In Spanje logeerden we bij twee oude vrouwtjes, die in het zwart gekleed waren en voor hun huis zaten te kantklossen. ’s Avonds liepen we langs de boulevard van Blanes, met om ons heen vrijwel alleen maar Spanjaarden en aten churros uit een zakje. Er was nog geen massatoerisme toen ik 7 jaar was in 1957. Mijn ouders lieten me in mijn eentje wegvaren in de roeiboot van een visser, die mij zo een schattig meisje vond en me meenam de zee op. Hij deed niets verkeerds met mij. Dat is nu ondenkbaar dat ouders hun kleine kind zouden laten meegaan met een wildvreemde.

Ook leerde ik zeilen op het IJsselmeer in een gehuurde zeilboot, waarin we een maand met het hele gezin sliepen. Eigenlijk zijn dat wel de mooie dingen uit mijn jeugd waarop ik kan terugkijken, de vakanties elk jaar en de wandelingen door het jaar heen in het bos, zoekend naar cantharellen en eekhoorntjesbrood. Het was heerlijk om omringd door natuur te wonen op een vliegbasis, waarvandaan ik met mijn vriendinnetje door het bos naar de school in Schaarsbergen fietste. Het vele verhuizen had zijn nadelen maar ook het voordeel dat je op zoveel verschillende plekken kwam en steeds andere mensen leerde kennen en altijd diertjes om ons heen.

Toen ik eenmaal uit huis was op mijn 18e jaar, bleef ik gek op reizen. Dat deed ik toen liftend. Zo heb ik nogmaals heel Europa kunnen verkennen. Met mijn vriendje van toen liftte ik, met alleen maar een gestreepte plastic boodschappentas met het hoognodige over onze schouder, helemaal tot Griekenland en via Italië en Zuid Frankrijk weer terug. We sliepen gewoon onder de blote hemel. En in Zuid Frankrijk sliepen we aan de Rivièra in huizen die nog in aanbouw waren en douchten we op het strand.

Waar ik me wel voor schaamde was de gastvrijheid die ons ten deel viel in Griekenland. We werden onthaald als welkome vreemdelingen met eten en drank en dansen rond een kampvuur. Toen het tijd was om te gaan slapen werd oma uit haar bed gehaald om plaats te moeten maken voor ons. Ik denk niet dat toeristen in Griekenland dit nu nog meemaken.

De reizen waren soms afzien en opgevreten worden door muggen of uren wachten op een lift op een verlaten bergweg. Maar wat vond ik het heerlijk om op die manier de wereld in te gaan.

Dat reizen, zoals ik dat toen ervaren heb, is nu niet meer mogelijk. Overal ter wereld, tot de Chinese muur en verder, is het nu bomvol met toeristen. Overal staan grote hotels met zwembaden. Waar je ook komt, overal ziet de kustlijn er identiek uit. In de bergen en op mooie plekjes in bossen struikel je over hordes toeristen, en rijden bussen af en aan met schoolklassen en dagjesmensen, die op excursie zijn vanuit hun hotels. Het is best leuk, maar het heeft niet meer die bekoring van ‘vroegah’. Ik ben blij dat ik het allemaal nog heb mogen meemaken: een reiziger zijn in plaats van een toerist.

Zoveel hectiek en dan stilte

Vandaag had ik het weer. Een beetje dat melancholische gevoel als een soort achtergrondmuziek. Ik dacht aan al die mensen die al geleefd hebben op deze aardbol en er nu niet meer zijn. En ook de dieren en diertjes. Kijk die vogels hun best doen om nestmateriaal te zoeken en daarmee hun nestje te bouwen. Een nieuwe generatie vogeltjes is in aantocht. En die jonge vogels gaan dan weer hetzelfde doen. De oudere generatie legt een keer het loodje. En de jonge vogeltjes leven verder en zoeken enthousiast naar eten. Wat zijn ze er druk mee. Ze denken er niet aan dat dit leven tijdelijk is. Er is voor hen geen morgen, maar alleen nu.

En zo gaat het ook bij mensen. Ook wij denken er weinig aan dat dit leven eindig is, ook al weten wij wel dat dit zo is. Het is vervelend om daar constant aan te denken, dus doen we dat meestal niet veel. We zijn druk met van alles en maken ons druk over van alles. Veel dingen lijken heel belangrijk, om een jaar later volkomen vergeten te zijn en vervangen door andere dingen, die dan ineens alle aandacht vragen. Wie weet er nog dat er een eeuw geleden een Piet of Marie was die erg bezig was met dit of dat. Het leek toen zo belangrijk, maar dat was toen. En nu zijn er weer anderen en ieder is druk bezig met de invulling van zijn eigen leven. Het ontroert me ook. Mensen vechten om geld, bezittingen, een positie of een erfenis. Maar ze gaan uiteindelijk met lege handen hun graf of de haard in.

Heel veel drukte, emotie, opwinding, blijdschap, verdriet, voldoening, spijt, woede, liefde, ergernis, enz enz. En uiteindelijk…..stilte.

Wat geeft mij een goed gevoel en waaruit bestaat mijn geluk? Mijn geluk zit zeker niet in het verwennen van mijzelf, waarover ik schreef in mijn vorige stukje. Het is leuk om dingen te kunnen doen of te kopen en je kan van spullen genieten. Je kan genieten van zoveel. Het is voor mij echter geen doel en ik zal nooit bevrediging vinden in het najagen van leuke dingen voor mezelf. Ik ben graag bezig voor een ander. En nu dat minder nodig is in mijn omgeving, blijven er maar een paar mensen over voor wie ik iets kan doen. De rest van de tijd is voor mij. Om in te vullen naar eigen wensen.

Als ik niet zou schilderen of bezig zou kunnen zijn met een andere hobby, dan zou ik kunnen vervallen in te veel gemijmer. Ik ben graag bezig, want de hele dag netflix kijken of de krant lezen of een boek, dat zou ik niet kunnen. Als ik schilder of teken, dan vergeet is alles. Ik weet dat het geen ander doel heeft dan het even bezig zijn met alleen kijken en experimenteren met lijnen en verf. Het heeft geen ander doel dan mij bezig houden op een voor mij heerlijke manier. Ik bevind me in de herfst van mijn leven en veel dingen worden nu minder belangrijk voor mij dan ze voorheen leken.

Ik ben blij als ik geen pijn of angst voel. Dat is al geluk. Dat vredige gevoel dat ik zelf mag weten wat ik doe en wanneer ik dat doe. Dat is weleens anders geweest in mijn leven. Ik ben elke dag dankbaar voor deze rust. En voor een lichaam met geen of weinig pijn. Daarvoor dank ik de Schepper elke ochtend. Het leven is kort, zo kort…….

Ik verwen mezelf

Normaal gesproken ben ik niet iemand die veel koopt. Maar als ik iets echt graag wil hebben dan koop ik dat wel. De tijd is voorbij dat ik eerst aan mijn kinderen dacht en dan pas dacht aan wat ik zelf wel zou willen hebben, want mijn kinderen hebben het gelukkig allemaal goed en redden zich uitstekend.

Zo haalde ik bijvoorbeeld pas mijn rijbewijs op mijn 52e. Dat was omdat er altijd andere zaken waren die dringender waren om mijn geld aan uit te geven. Ik heb daar eigenlijk nooit mee gezeten, want ik ben een mens met weinig behoeften. Ik heb wat afgefietst met kleine kinderen voor en achter op mijn fiets, terwijl mijn oudste dochter er ook eentje achterop had. Bakfietsen bestonden nog niet, althans niet om kinderen in te vervoeren, maar wel om mee te verhuizen. Niet elke jongere had een auto in ‘mijn tijd’ als jonkie.

Uit de tijd dat ik zuinig aan moest doen met mijn geld heb ik overgehouden dat ik nog altijd goed met mijn geld kan omgaan. Ik verspil nooit geld, maar als ik wat nodig heb, zoals een camera of een laptop, dan kijk ik niet op een centje en is kwaliteit voor mij vooral belangrijk. Met apparaten maak ik geen grapjes, maar andere spullen koop ik net zo lief tweedehands.

Qua kranten lezen ben ik tot nu toe altijd zuinig geweest. Ik lees ze stiekem in de ‘incognito modus’, voor zover mogelijk. Ik had nooit in mijn leven een abonnement. Heb wel diverse malen in mijn leven geprofiteerd van proefabonnementen. Ik dacht vervolgens dat het voor mij niet rendabel is om een krant te nemen, omdat ik er vaak niet ben. Maar nu doet al een tijdlang de mogelijkheid zich voor om alleen een digitaal abonnement te nemen op een krant. Dat lijkt me nu wel wat en ik heb alvast digitale proefabonnementen genomen op twee kranten, Trouw en de Volkskrant. Ik ga kijken of er een krant zal zijn die ik zou gaan missen als hij ophoudt. Geen idee. Voor alsnog merk ik dat ik het meeste nieuws dat ik lees al heb opgepikt via andere kanalen, zoals de radio. En dat kranten uiteraard komen met veelal hetzelfde nieuws. Gelukkig maar, want anders zou je niet weten wie je moest geloven. Beperkt is het wel. Er lopen natuurlijk niet overal journalisten op de wereld rond om verslag te doen. En niet alles wordt als ‘nieuwswaardig’ gezien. Dus je komt maar een klein stukje te weten van wat er gebeurt in de wereld. Maar blij ben ik wel met mijn krantjes en dat ik mezelf dat gun.

En dan zijn er de plantjes voor de tuin, die ik vandaag kocht. Ook zo een blij-maker. Vorig jaar kocht ik een flink aantal ‘vaste planten’, die helaas niet bestand bleken tegen de vrieskou, de sneeuw en de hagel van afgelopen winter. Dus dit jaar kijk ik niet naar vast of eenjarig, maar naar kleur en fleur. Het leven is kort en het is fijn om te genieten van fleurige kleuren in mijn tuintje.

Dat vind ik dus pure verwennerij. Morgen ga ik misschien voor meer. Mijn maat, de tuinman, vindt het ook best en hij is degene die lucht in de aarde prikt, alles aanharkt en egaliseert, de plantjes plant en zo nodig ontdoet van knellende bandjes rond hun wortels, zodat ze kunnen groeien. Ik geef hem alle vrijheid om de plantjes te planten waar hij dat wil.

En intussen probeer ik met het programma ‘fireworks’ een foto te bewerken en te mengen met stukken van andere foto’s om zo een compositie te krijgen voor weer een nieuw schilderijtje. Want ik heb er net weer één af en dat ging wel erg snel.

doorkijkje in olieverf 30 x 40. In drie uurtjes geschilderd. Hij staat op marktplaats, maar het loopt nog geen storm?.

Ik wil nu de hala sultan tekke moskee op Cyprus naschilderen met op de voorgrond katten, die ik daar veel zag, toen ik die in onbruik geraakte moskee een paar keer lopend in de hitte ging bezoeken vanuit Larnaca. Die moskee heeft veel indruk op mij gemaakt, naast de vele wilde katten die er omheen liepen. Katten voelen zich thuis in moskeeën. In de moskee in Mecca, vlakbij de kaaba, heb ik ook katten gezien!

Helaas zag ik op internet geen foto’s van de hala sultan tekke moskee met katten en nu moet ik zelf een fotocompositie maken van hoe ik me deze moskee herinner. In de tijd dat ik daar was, stond het zoutmeer dat daar vlakbij is droog, maar op veel foto’s die je op internet nu nu ziet van deze moskee, zie je het meer gevuld met water en bovendien daarop flamingo’s. Zo herinner ik het mij echter niet. Toen ik daar kwam was deze moskee geheel verlaten en was er alleen een conciërge aanwezig om toezicht te houden. Verder zag ik alleen die katten rondlopen en kon ik helemaal alleen zijn bij het graf van Um Hala Sultan.

Nu is het een museum geworden met een hek eromheen en de katten zie je niet meer. Ik ben blij dat ik de moskee heb mogen zien in de staat zoals ik die toen aantrof. Een verborgen parel tussen de palmen naast een zoutmeer. Ik had de wandeling in de hitte van dat jaar er graag voor over. Ook mijn oudste zoon, die toen als 14-jarige met me meeliep, kan zich deze ervaring nog goed herinneren.