Nou gaat het gebeuren, hoor

Waarschijnlijk was ik bij het schrijven van mijn vorige post enigszins verslapt door de warme dagen daarvoor. Ahmad en ik merken allebei dat wij niet meer zo goed tegen de warmte kunnen als weleer en kennelijk heeft dat niets te maken met waar je bent opgegroeid. Je zou denken dat iemand die opgegroeid is in het in de zomer snoeihete Andalusië beter tegen hitte kan dan iemand die opgegroeid in het noorden van Europa, maar dat klopt niet. Ik merkte vroeger in Pakistan al dat mijn ex minder goed tegen de hitte kon dan ik en toen ik in Suriname op het heetst van de dag door Paramaribo rond fietste wekte dat verbazing bij de bewoners. Ik kon vroeger extreem goed tegen hitte, maar nu dus totaal niet meer.

De laatste dagen, nu het weer hier weer wat afgekoeld is, voelen Ahmad en ik ons alweer een stuk energieker. Zozeer zelfs dat ik gister het stoutmoedige voorstel deed aan mijn kinderen, kleinkinderen en aanhang om op 23 augustus met zijn allen bij ons te komen eten. Ik wil een rijsttafel voor ze bereiden. Vier personen kunnen niet komen op die datum maar dan blijft er nog altijd een aantal eters over van 16 in totaal. Ik heb er zin in. Het voorbereiden, het berekenen hoeveel ik nodig zal hebben van alle ingrediënten, enzovoort. Dat wil wel wat zeggen! Wat een explosie van goesting in het leven! En aanstaande dinsdag rijd ik naar Abcoude om daar mijn oude vriend Theo op te zoeken. ‘Qué aléo’!

Zo zie je maar weer dat ‘alles verandert en niets blijft’. Sheikh Nazim placht al te zeggen dat hoe iemand zich voelt en over het leven nadenkt afhankelijk is van heel simpele dingen, die zuiver te maken hebben met je fysieke toestand. Is je buik vol? Heb je nergens pijn? Ben je uitgerust? Enz, enz. Nu voel ik me een beetje sterk 💪.

Gisteren kwam een vriendin bij me langs die me vroeg om hulp bij het aanvragen van een aanpassing in haar huis bij de WMO. Er wordt best nog weleens een beroep op mij gedaan door mensen en niet in de laatste plaats mijn kinderen, dus hoezo ‘inutil’? We zijn allemaal af en toe nodig voor een ander, maar er zijn daartussen ook weleens perioden van rust waarin je aan jezelf mag denken. Soort komkommertijd. Je moet gewoon de zeilen bijstellen en je aanpassen aan de situatie. En genieten van elk moment. Simpel toch 😉.

Rust vinden

Ahmad en ik zijn nu bijna 16 jaar samen. In het begin van deze periode werkte ik nog en was Ahmad bezig met een cursus Nederlands. Als ik van mijn werk kwam rond drie uur in de middag stond het door Ahmad klaargemaakte warme eten al klaar en ’s avonds aten we nog eens warm. Allengs kregen we een ritme, gebaseerd op de mediterraanse gewoonten van eten en drinken, waarbij een goede verdeling ontstond tussen ons wat betreft wie er kookte en wat er gegeten werd.

Vanaf mijn 62e had ik geen werk meer en waren we de hele dag samen en op mijn 65e jaar ging ik met vervroegd pensioen. We verveelden ons nooit en waren altijd wel bezig met een projectje, hetzij samen hetzij ieder voor zich. We kregen hobbies die we nooit eerder hadden. Ik kon me uitleven in dit weblog, dankzij het feit dat Ahmad verstand had van het opzetten van een website en Ahmad ontdekte dat hij het leuk vond om met zijn handen dingen te vervaardigen. Ik begon aarzelend met tekenen, eerst nog alleen in zwart wit en met een simpel HB potlood en later begon ik met olieverf te penselen. Ahmad deed aanvankelijk aan pyrografie, maar vond later tiffany toch leuker. We gingen ook regelmatig op reis. Wat waren we lekker bezig. We voelden ons nog altijd nuttig.

Ahmad heeft heel wat mooie dingen gemaakt van glas en ik heb veel schilderijen gemaakt, voor mezelf en voor anderen. Ik heb ook nu nog altijd wel een canvas dat ik aan het beschilderen ben. Op dit moment is dat een pauw, maar hoe mooier het weer is, hoe minder ik achter de schildersezel te vinden ben. Sowieso schilder ik in de regel maar een half uur achter elkaar. Als ik net bij mijn doek sta zie ik duidelijk wat ik moet doen, maar na een half uur is die flow weg en moet ik weglopen bij het schilderij om niks te verpesten. Zo hiphop ik af en toe aan het schilderij voorbij, maar alleen bij slecht weer. Anders ben ik liever buiten met een boek. Ahmad is helemaal gestopt met zijn cristales. Hij heeft al zoveel gemaakt. Vrijwel iedereen, ikzelf incluis, is voorzien van één of meerdere mooie glas in lood werken van hem. Ik heb zowel hier als in Spanje veel schilderijen hangen van mijn eigen hand en mijn kinderen hebben ook allemaal wel een tekening of schilderij en zelfs verdere familie en vrienden hebben een schilderij. Ik zou van nu af kunnen werken in opdracht, maar dat deed ik eerder en dat is me slecht bevallen. Ik moest het doen met slechte foto’s via whatsapp en maakte ook de fout met de opdrachtgever te overleggen tijdens het proces. Dan kon het gebeuren dat ik een gezicht al had geschilderd, maar dat de opdrachtgever me vroeg of ik het hoofd hog wat meer kon laten overhellen of draaien of dat die hand op de schouder van de partner kon rusten, enzovoort. Onmogelijke eisen. Dus dat vind ik heel onprettig werken.

De laatste tijd doen Ahmad en ik weinig, behalve het wandelen met de twee oppashondjes en af en toe sporten op de hometrainers. Een groot deel van de dag kan je ons luierend zien liggen op de tuinbank met onze e-readers. We genieten wel van deze rust, maar moeten er erg aan wennen. Gisteren liet ik me ontvallen tegen Ahmad dat ik in de ochtend steeds meer moeite heb met fris en fruitig wakker te worden. Ik voel me na een hele nacht slapen soms alsof ik veel te weinig rust heb gehad en sta dan op met een hoofd vol watten. Na een grote bak koffie en de eerste wandeling met de hondjes trekt dat wel bij en voel ik me iets fitter, maar ook weer niet dat ik de energie door mijn lijf voel stromen. Ik beken dat ik soms denk dat als ik in mijn slaap zou overlijden ik dat niet erg zou vinden. Natuurlijk kan ik verder leven en besef ik dat ik me gelukkig mag prijzen gezond en wel oud te zijn, maar echt heel lollig vind ik het nu ook weer niet. Ik voel me een ‘inutil’ (nogal nutteloos) en heb moeite dat van mezelf te accepteren. Ahmad heeft dat gevoel ook vaak, bekent hij. Maar we besluiten dat dit is ‘lo que hai’ (wat er is). We moeten er het beste van maken.

Aangezien je de windrichting niet kunt veranderen, moet je leren de zeilen bij te stellen‘, (een citaat van James Dean). Ik zeg dit citaat hardop tegen Ahmad en hij knikt. We moeten de zeilen bijstellen. Dat wil zeggen: accepteren dat ons energiepeil niet meer zo hoog ligt als vroeger en zelfs als de energie die we nog maar enkele jaren geleden volop hadden. En accepteren dat er niet meer zoveel van ons verwacht wordt, dat we ‘inutiles’ zijn. We zijn zo gewend nuttig te willen zijn voor anderen, dat het voor ons nu soms moeilijk is te accepteren dat we er ook gewoon mogen zijn, zonder die nuttigheidsdrang. Dat we mogen genieten van elk moment dat we leven. Het lijkt soms wel of we het onszelf niet gunnen om er zomaar te zijn. We moeten die rust nog zien te vinden en niet langer stiekem maar openlijk genieten van deze vrijheid.

Mindfulness

Mindfulness is een modewoord waar ik nogal op afknap. Er wordt te veel mee geadverteerd door allerlei goeroe-achtige coaches. Door al deze reclame zou je bijna vergeten dat het woord weldegelijk een betekenis heeft, al houd ik niet van verengelste woorden. Het moet toch mogelijk zijn om dit soort begrippen ook in het Nederlands weer te geven? Een vertaling die het het beste de betekenis weergeeft zou kunnen zijn ‘achtzaamheid’ of ‘opmerkzaamheid’.

Voor kinderen is het bijna vanzelfsprekend dat zij leven in het nu en daardoor beelden, geluiden, smaken, geuren en andere details van het moment goed kunnen opmerken. Vooral van heel kleine kinderen wordt nog niet zoveel verwacht en beslissingen worden veelal voor hen genomen door volwassenen, zodat zij hun gedachten daar niet aan hoeven te besteden. Gaandeweg raken mensen dit vermogen om volledig in het nu te zijn kwijt, doordat ze veel dingen moeten en steeds meer moeten vertrouwen op de herinnering van wat ze hebben geleerd door ervaring en hun verwachtingen en doelstellingen voor de toekomst. Anders dan een dier kan de mens nadenken over wat er gebeurd is en wat misschien nog zal plaatsvinden, de mens kan nadenken over zijn daden en zich voornemen dingen anders te doen. Een mens handelt niet zuiver vanuit instinct, zoals een dier. Dat maakt ook dat de mens in staat is tot veel en constant keuzes moet maken.

Het leven kan zo ingewikkeld worden naarmate een kind opgroeit dat deze als (jong)volwassene steeds meer verstrikt raakt in zijn eigen denkpatronen. Vandaar dat allerlei coaches adverteren met workshops (nog zo een Engels woord), waarin zij rust beloven via meditatieoefeningen. Er zijn boeken vol geschreven over methodes om meer ‘in het nu’ te leven en alle ballast van zinloze gedachten overboord te kieperen.

In de roman die ik nu aan het lezen ben (al het blauw van de hemel) wordt een personage beschreven die de kunst van het mindful mediteren goed beheerst. Zij hoeft daarvoor niet op een yoga-mat te gaan zitten met haar benen in kleermakerszit. Zij kan op elk moment, waar zij ook is, even tijd nemen om zich geheel te concentreren op alles wat er om haar heen is aan geluiden, beelden en geuren en wat dit doet met haar innerlijk. Al is het maar voor even. Zij zegt in het boek dat wanneer je deze methode vaker op een dag toepast het een routine wordt. Het wordt dan steeds gemakkelijker dit soort momenten op te roepen. Je hoeft er niet voor naar een cursus van een paar duizend euro.

Vandaag lag ik lekker lui op de tuinbank te lezen met de hondjes aan mijn zij. Ik besloot de proef op de som te nemen. Ik legde mijn e-reader even weg en ging luisteren en kijken. Ik hoorde de meeuwen naar elkaar roepen in verschillende toonhoogtes en ik zag de tuin in het zonlicht. Even later stapte Ahmad de tuin in en plukte koriander, munt, oregano en tijm. Hij had een hele bos kruiden in zijn handen.

‘Nu nog even wat goede laurierblaadjes plukken van de boom,’ zegt hij. ‘De blaadjes zijn niet zo geurig, hè,’ merk ik op. Hij houdt de laurierblaadjes onder mijn neus en ik ruik duidelijk de lauriergeur. ‘Maar ik ruik alle andere geuren van de kruiden die je geplukt hebt erdoorheen. De geur zit aan je handen,’ lach ik. Hij loopt weg en ik ruik nog steeds de geuren. Het is een explosie van geuren. Ik ruik de korander, de munt, maar ook de tijm en en de oregano en de laurier, jawel. De plezierige geur blijft een tijd in mijn neus hangen en dat is heerlijk. Ik neem me voor vaker deze oefening in ‘mindful mediteren’ (‘excuse le mot’) te doen, hoe je het ook maar wil noemen. Het is nuttig en verhelderend.

De hondjes beleven een tweede jeugd

Ze zijn leuker met elkaar dan een vorige oppasperiode. Dat kan komen omdat het ene hondje toen last had van haar tandjes en niet goed kon eten. Dat maakte haar wat humeurig en lusteloos. Logisch. Zij is aan dat probleem geholpen en we merken dan ook dat ze nu geen problemen heeft met eten en een heel stuk levendiger is. Vandaag zagen we ze voor het eerst lange tijd met elkaar dollen en achter elkaar aanrennen, zoals ze dat vroeger ook graag deden in hun jongere jaren. De hondjes van respectievelijk 12 en 10 jaar leken vandaag jonger dan hun leeftijd. Het is te zien aan het einde van dit inmiddels negende filmpje dat ik maakte van onze wandelingen in de Uithof.

Heerlijke rust en mooie citaten

Omdat een groot deel van de mensen in onze buurt met vakantie is en de rest waarschijnlijk veel erop uitgaat, genieten wij van een heerlijke rust. Het weer werkt ook goed mee om aangenaam in de tuin te kunnen zitten op onze zachte tuinbank. Ik ben een heel fijn boek aan het lezen met de titel ‘Al het blauw van de hemel’. Het boek is maar liefst 505 pagina’s dik, maar het is zo onderhoudend en prettig om te lezen dat ik zou willen dat het er nog meer waren. Het gaat over een jongeman die hoort dat hij lijdt aan een vroege vorm van dementie. Verwacht wordt dat al zijn hersenfuncties in een niet te voorspellen tempo zullen achteruitgaan en hij heeft een levensverwachting van niet meer dan 2 jaar. Hij besluit er met een camper op uit te gaan en plaatst een advertentie voor een reisgenoot. Hierop reageert slechts één persoon, een jonge vrouw met een (zoals zal blijken) interessant karakter.

Als volslagen onbekenden voor elkaar vangen zij hun reis aan, die om te beginnen gaat in de richting van de Pyreneeën. De relatie die langzaamaan ontstaat tussen de twee is heel mooi beschreven. Ze zoeken beiden een reis die hun zal brengen in de ongerepte natuur. Het is een boek om van te smullen. Ik kwam in het boek twee mooie citaten tegen afkomstig van de vrouwelijke reisgezel, die ik hier met de lezer van dit weblog wil delen:

‘Een werkelijke ontdekkingsreis ligt niet in het zoeken naar nieuwe landschappen, maar in het kijken met andere ogen’, een citaat van Proust.

En nog één: ‘De ware reiziger is degene die een rondreis in zichzelf heeft weten te maken’, een citaat van Confucius.

Beide citaten spreken mij enorm aan. Ik denk niet dat bedoeld wordt dat reizen in letterlijke zin geen waarde zou hebben. Naar onbekende oorden gaan en uit je routine treden kan zeker helpen met de ‘reis naar binnen’. Met name het afzien tijdens reizen is vaak een grote hulp daarbij, zoals ik heb mogen ervaren. Zowel de binnenwereld als de buitenwereld kent verrassende vergezichten en ontroerende momenten.

Vakanties

Drie van mijn kinderen zijn momenteel met vakantie en ik leef vanhier met ze mee. Zij zijn in tegenstelling tot mij, niet gewend veel met vakantie te gaan in hun jeugd en dat zij daarvan nu wel kunnen genieten en bovendien op een luxe manier gun ik ze van harte. Zij hebben dat allen te danken aan hun harde werken gedurende de rest van het jaar. Gisteren was mijn oudste dochter even bij me tussen twee reizen door. Ze kwam vrijdag terug van een vakantie met haar (al wat grotere) kinderen en ging vandaag opnieuw weg voor twee weken met haar man. Een soort tweede honeymoon, lekker met zijn tweetjes. Het feit dat al mijn kinderen totaal niet verwend zijn en oprecht kunnen genieten van reizen naar nieuwe mooie plekjes op de wereld en dat nog met heel hun hart weten te waarderen stemt mij heel gelukkig.

Veel kinderen groeien nu op in grotere luxe dan mijn kinderen gewend waren en de vraag is ten eerste of zijzelf in staat zullen zijn ditzelfde niveau van luxe te betalen als zij zelfstandig hun leven gaan leiden en ten tweede of zij de luxe die ze nu ervaren niet als te vanzelfsprekend ervaren en er het bijzondere niet meer van inzien. Maar dat is van latere zorg. Mijn moeder is een goed voorbeeld van een rijkeluismeisje dat opgroeide met bediendes, maar dat zich in haar leven als echtgenote in Nederland heel goed wist aan te passen en zich ontpopte als een zeer handige huisvrouw die heerlijk kon koken en bovendien zelf kleding kon naaien. Zij nam genoegen met de Spartaanse vakanties, kamperend aan een ijskoude beek in de wildernis van Noorwegen en andere ruige plekken, terwijl ze eigenlijk veel meer hield van een zonnetje op haar bolletje.

Mijn broer en ik hadden ook te dealen met dit soort vakanties, hoewel ik moet zeggen dat we ook weleens gingen naar een camping aan een of andere kust, waar je ’s avonds kon dansen in de disco op het strand en verliefd kon worden op een andere jonge badgast. Dat waren voor ons natuurlijk de leukere vakanties, een stuk heerlijker dan met zware bergschoenen wandelen in de Alpen. Maar al met al mogen wij blij zijn dat wij al vanaf jonge leeftijd elk jaar een maand lang naar een land ver weg gingen, wat toen nog niet gebruikelijk was voor alle gezinnen. Het waren nooit luxe vakanties, maar we leerden veel.

Ook toen ik al uit huis was gaf ik er de voorkeur aan om met weinig geld al liftend door Europa te reizen en op die manier beleefde ik de nodige avonturen met mijn vriendje. Op mijn 21e jaar ging ik in mijn eentje met de boot heen en terug naar Suriname en ook dat was een belevenis. In 1977 boekte een trip voor mezelf alleen naar Las Palmas, toen ik mijn bul behaald had. Ik zat in dat jaar voor een prikkie in een zeer luxe hotel met een grote kamer en suite, vlakbij het strand en ik werd twee maal per dag bediend door obers in het zwart. Dat soort luxe kost nu, denk ik, 900 euro per nacht, maar in die tijd wist men die prijzen nog niet te berekenen op Gran Canaria. Ik bezocht met mijn eerste man Pakistan twee keer voor lange tijd. Het was eigenlijk meer daar even wonen met schoonfamilie en mijn kinderen. En ik bezocht met mijn tweede man Syrië, Jordanië en tenslotte Medina en Mecca. Nog later Cyprus, Turkije en Tunesië. Met Ahmad heb ik veel van Spanje gezien en van Portugal. Ik ben een beetje uitgereisd. Mijn zoon zegt vaak: ‘Ma, waarom ga je niet lekker naar Thailand?’ Gewoon, omdat het kan.

Maar zowel Ahmad als ik hebben daar niet echt goesting in. We zijn gelukkig in ons miniparadijsje hier met de bloemetjes en de hondjes. Plaatsvervangend leef ik mee met mijn kinderen en voel ik een lichte reiskoorts terugkomen, maar tegelijk bedenk ik dat het voor mij niet echt hoeft. In Spanje wordt door de bevolking op veel plaatsen gedemonstreerd tegen het massatoerisme daar. De toeristen maken zichzelf wijs dat zij ‘goed werk’ doen door hun geld daar uit te geven. Maar de werkelijkheid is dat degenen die het hardste werken in de toeristenindustrie er het minste aan verdienen. De boodschappen, de huizen en alle vaste lasten worden daarentegen wel steeds onbetaalbaarder voor de doorsnee burger, omdat de prijzen worden opgeschroefd. Het is rendabeler om een huis tijdelijk te verhuren aan een toerist dan het te verhuren aan een mede-inwoner. Om maar niet te spreken over de vervuiling die de enorme massahotels uitstoten en de aanslag die gepleegd wordt op het toch al grote watertekort. Ahmad is nog drastischer dan ik. Hij wil niet meer in zo een hotel, hoewel hij moet toegeven dat hotel Barcelo in Isla Canela een geweldige ervaring was. Wij gingen daar twee keer heen. Als ik nu zou vragen of we er weer eens heen konden zou hij dat zeker voor mij over hebben, maar ik zie ervan af. Het was daar heerlijk, maar ik vind het even leuk om een nachtje in een hotel ergens in de natuur te overnachten voor een nachtje en daar lekker te wandelen in de omgeving. Of thuisblijven kan ook. Het geluk zit in jezelf en je neemt het overal mee naartoe.

Hondjes

Ik zou nooit een hond in huis nemen, maar eens per jaar één of twee hondjes te logeren krijgen vind ik wel leuk. Het geeft ons een excuus om drie of vier keer per dag te gaan wandelen en zo zien we ook andere dieren, planten en bloemen die we normaal niet zo vaak op een dag zouden zien.

De wandelingen geven mij veel rust en ik heb door middel van dit filmpje geprobeerd daarvan iets te laten zien.

Genieten van snuffelmomenten

Deze reiger landde in een boom en bleef daar een tijd staan op een tak. Het was voor mij de eerste keer dat ik een reiger in een boom zag staan. Misschien heeft de reiger daar een nest. Mooi gezicht was het.

Ik geef het hondje alle tijd om overal te snuffelen en die tijd neemt zij ook, ervan genietend dat deze pensionado alle tijd heeft om telkens stil te staan met haar verstand op nul. Vooral als het zonnetje aangenaam schijnt, zijn dat voor mij heerlijke rustmomentjes. Laatst maakte ik het nog gekker door even te gaan zitten op een bankje in de zon, uitkijkend op het water. Toen bleek dat het hondje ook bereid was op mij te wachten en bleef ze rondom mijn bankje een hele tijd rondsnuffelen. Ik had toen even een zeldzaam geluksgevoel, terwijl ik over het water staarde en eendjes en meerkoeten voorbij zag zwemmen. Toen het hondje klaar was met haar gesnuffel ging ze naast mijn bankje zitten en keek me alleen aan, wachtend tot ik klaar was om verder te lopen. Schattig om te zien was dat.

Vandaag belde mijn jongste dochter dat zij onverwacht toch vakantieplannen heeft. Ze gaat volgende week naar Italië waar ze samen met haar broertje en zijn gezin een huis heeft gehuurd voor twee weken. Heel leuk voor haar en ook voor mijn jongste zoon. Ze hadden eigenlijk geen vakantieplannen, maar dat hebben zij spontaan gewijzigd. Dat mag ook best na een jaar hard werken.

Voor mij betekent het dat er nog een hondje komt logeren. Volgende week woensdag wordt Lola gebracht. Ik ben benieuwd hoe Loulou, die een stuk ouder, is gaat reageren op de komst van de kleine druktemaker. Ze kennen elkaar goed, dus het wordt vast wel gezellig met die twee. Verschil is dat Lola gewend is snel haar behoeften te doen en dan terug te keren van een wandeling, terwijl Loulou graag haar tijd neemt. Maar ik verwacht dat Lola het niet erg vindt zich aan te passen aan haar oude kameraadje. Ze moet wel.

Een 84 jarige was me te snel af

Men zegt dat je om een schatting te maken van hoe oud een hond is vergeleken met een mens, dat je dan de leeftijd van de hond met 7 moet vermenigvuldigen, Dus een hond van 2 jaar zou 14 jaar zijn in mensenjaren, enz.

Loulou, mijn logeerhondje is 12 en zou dus vergeleken met een mens 84 jaren tellen. Je kan aan haar merken dat ze al wat ouder is. Was ze vroeger een hondje dat heel hard kon rennen en veel kon spelen, nu is ze een stuk rustiger en is haar grootste genoegen al snuffelend een wandeling te maken. Ze kan een flinke tijd blijven plakken op één plek en krijgt er dan maar geen genoeg van om blaadjes, boomstammen en andere objecten te besnuffelen. Uiteindelijk sluit ze haar onderzoek dan af met een piepklein plasje, waarbij ze een achterpoot de lucht in steekt alsof ze zich een reu waant.

Ze luistert heel goed naar mij en hoeft dan ook niet aan een lijntje te lopen. Als we een straat oversteken blijft ze netjes naast me staan en steekt ze pas over als ik het zeg. Ik houd haar de hele wandeling goed in de gaten. Ik kijk wat ze doet op elk moment, of ze niet gaat rollen in een overblijfsel van een kadaver en of ze geen rommel eet van de straat. Haar drolletjes raap ik netjes op met de daarvoor bestemde zakjes om ze vervolgens weg te gooien. Blij constateer ik dat de dagelijkse buit in de zakjes aanzienlijk is. Ze eet goed en heeft mooie stevige drollen die er makkelijk uit komen. Dat was anders toen ze hier net was. Toen zag ik haar te lang persen op te uitgedroogde keutels. Ik ben er trots op dat het zo goed met haar gaat en dat zij dagelijks met gemak haar brokjes eet en goed drinkt, meestal uit de drinkbak van de de vogels. In het begin zag ik nog ribbetjes op haar slanke kleine lijfje, maar nu ziet zij er wat steviger uit. Ze loopt ook met meer zelfvertrouwen, alsof de buurt een beetje van haar is. Af en toe komt haar jeugd even terug en zie ik haar achter een groepje duiven aan rennen.

Vandaag op de terugweg naar huis zie ik haar ineens met iets in haar bek. Het lijkt op een stuk hout, maar ik begrijp dat het dat zeker niet is. Het is een halve frikandel! Waarschijnlijk op straat achtergelaten door iemand die er geen trek meer in had. Ik wil het vette en gezouten stuk vlees onmiddellijk weghalen uit haar bek, maar zij is mij te snel af en rent langs me heen met de frikandel tussen haar kaken. Ik ren achter haar aan, maar zij is veel te snel. Met wapperende oortjes snelt ze voor me uit. Af en toe blijft ze even staan om een flink stuk van de frikandel te verorberen. Zodra ik haar bijna te pakken heb sjeest ze weer weg. Ik heb het nakijken. Ik zie de frikandel steeds kleiner worden. Als ze mijn huis bereikt rent ze er een stukje voorbij, het hoekje om. Ik weet dat ze daar stiekem het laatste restje van de frikadel zit te verorberen. Ik berust erin en laat het maar zo. Ik heb deze strijd verloren. Even later zie ik haar aan komen lopen. Haar bekje is leeg en ze likt haar lippen af. Bij binnenkomst kijkt ze me aan, wachtend op haar hondensnoepje. ‘Je krijgt geen snoepje,’ zeg ik, ‘want je bent stout geweest. Je hebt niet geluisterd naar mij’. Intussen bedenk ik me dat zij de dag van haar leven heeft gehad vandaag. Je kan het een dier niet kwalijk nemen dat het geen afstand doet van een eenmaal gevonden ‘prooi’.

Vroeger was het in veel huishoudens gewoon dat mensen geen speciaal hondeneten hadden. De hond kreeg gewoon restjes van wat was overgebleven in de pot. Gezond voor de hond was dat natuurlijk niet. Loulou heeft vandaag een topdag gehad. Een hond ziet dat anders dan ik. Maar dit moet niet te vaak gebeuren.

Hondje

Mijn oudste dochter is met vakantie en nu mag ik een maand lang op haar hondje passen. Het is een heel lief minihondje en ik doe dat oppassen met veel liefde. Het hondje kent me inmiddels goed na eerdere oppasperiodes en begint al te kwispelen als ze voor mijn voordeur staat.

Ik vind het leuk om vier keer per dag met haar een wandelingetje te maken in mijn groene buurt en ik neem dan de tijd om haar overal rustig te laten snuffelen, waarbij ze vervolgens met piepkleine plasjes haar geur achter laat. Die wandelingen zijn haar momentjes van relatieve vrijheid waarin zij rustig de tijd kan nemen om al het hondennieuws via haar neusje tot zich te nemen.

Ze is al wat ouder, 12 jaar inmiddels, en mijn dochter zei dat ze een groot deel van de dag zal liggen te slapen. Daar merk ik weinig van. Ik zie haar de hele tijd naar mij kijken en waarheen ik ga, daarheen gaat zij ook. Nu ik hier zit te typen ligt zij in haar mandje binnen. Ga ik naar buiten, dan posteert zij zich daar met een constant zicht op mij. Van Ahmad wil ze niet zoveel weten.

De afhankelijke blik waarmee zij me de hele dag zit aan te staren maakt me ongemakkelijk. Zij is zo volledig afhankelijk van mij. Ik bepaal dat er eten en water in haar bakjes zit en wanneer zij eruit mag om haar behoeften te doen. Het baas zijn over een ander is een rol die slecht bij me past. Als ik eet en ik zie haar elk hapje dat in mijn mond gaat volgen, dan vind ik dat lastig. Ik zou mijn eten best met haar willen delen, maar weet dat mijn eten voor haar niet goed is. Dat ze aandoenlijk kwispelt en blij is als ik ’s morgens de trap af kom maakt me verlegen. ‘Lief eenzaam en aanhankelijk hondje’, denk ik dan, terwijl ik haar knuffel. Ze hoort in een roedel te leven met soortgenoten.

Ik weet dat honden en katten in wezen prooidieren zijn die oorspronkelijk zelfvoorzienend waren via de jacht. De mens heeft deze dieren gedomesticeerd met wederzijds voordeel. Honden als waakdier, beschermers van kuddes en als huisvriend, ja zelfs als hulphond voor gehandicapten of blinden. De hond hoeft niet meer te jagen en heeft gegarandeerd een portie eten en een beschutte plek om te slapen. Ook de kat is gedomesticeerd en bewijst zijn nut door muizen en ratten op afstand te houden van de woningen en wordt door de mens ervaren als een gezellige en sierlijke huisgenoot.

Ik begrijp het allemaal wel, maar ik merk dat ik er toch wat moeite heb met mijn tijdelijke maar o zo belangrijke rol in het leven van dit kleine hulpeloos gemaakte wezentje. Ik zie dieren het liefst in hun natuurlijke habitat.