Vakanties

Drie van mijn kinderen zijn momenteel met vakantie en ik leef vanhier met ze mee. Zij zijn in tegenstelling tot mij, niet gewend veel met vakantie te gaan in hun jeugd en dat zij daarvan nu wel kunnen genieten en bovendien op een luxe manier gun ik ze van harte. Zij hebben dat allen te danken aan hun harde werken gedurende de rest van het jaar. Gisteren was mijn oudste dochter even bij me tussen twee reizen door. Ze kwam vrijdag terug van een vakantie met haar (al wat grotere) kinderen en ging vandaag opnieuw weg voor twee weken met haar man. Een soort tweede honeymoon, lekker met zijn tweetjes. Het feit dat al mijn kinderen totaal niet verwend zijn en oprecht kunnen genieten van reizen naar nieuwe mooie plekjes op de wereld en dat nog met heel hun hart weten te waarderen stemt mij heel gelukkig.

Veel kinderen groeien nu op in grotere luxe dan mijn kinderen gewend waren en de vraag is ten eerste of zijzelf in staat zullen zijn ditzelfde niveau van luxe te betalen als zij zelfstandig hun leven gaan leiden en ten tweede of zij de luxe die ze nu ervaren niet als te vanzelfsprekend ervaren en er het bijzondere niet meer van inzien. Maar dat is van latere zorg. Mijn moeder is een goed voorbeeld van een rijkeluismeisje dat opgroeide met bediendes, maar dat zich in haar leven als echtgenote in Nederland heel goed wist aan te passen en zich ontpopte als een zeer handige huisvrouw die heerlijk kon koken en bovendien zelf kleding kon naaien. Zij nam genoegen met de Spartaanse vakanties, kamperend aan een ijskoude beek in de wildernis van Noorwegen en andere ruige plekken, terwijl ze eigenlijk veel meer hield van een zonnetje op haar bolletje.

Mijn broer en ik hadden ook te dealen met dit soort vakanties, hoewel ik moet zeggen dat we ook weleens gingen naar een camping aan een of andere kust, waar je ’s avonds kon dansen in de disco op het strand en verliefd kon worden op een andere jonge badgast. Dat waren voor ons natuurlijk de leukere vakanties, een stuk heerlijker dan met zware bergschoenen wandelen in de Alpen. Maar al met al mogen wij blij zijn dat wij al vanaf jonge leeftijd elk jaar een maand lang naar een land ver weg gingen, wat toen nog niet gebruikelijk was voor alle gezinnen. Het waren nooit luxe vakanties, maar we leerden veel.

Ook toen ik al uit huis was gaf ik er de voorkeur aan om met weinig geld al liftend door Europa te reizen en op die manier beleefde ik de nodige avonturen met mijn vriendje. Op mijn 21e jaar ging ik in mijn eentje met de boot heen en terug naar Suriname en ook dat was een belevenis. In 1977 boekte een trip voor mezelf alleen naar Las Palmas, toen ik mijn bul behaald had. Ik zat in dat jaar voor een prikkie in een zeer luxe hotel met een grote kamer en suite, vlakbij het strand en ik werd twee maal per dag bediend door obers in het zwart. Dat soort luxe kost nu, denk ik, 900 euro per nacht, maar in die tijd wist men die prijzen nog niet te berekenen op Gran Canaria. Ik bezocht met mijn eerste man Pakistan twee keer voor lange tijd. Het was eigenlijk meer daar even wonen met schoonfamilie en mijn kinderen. En ik bezocht met mijn tweede man Syrië, Jordanië en tenslotte Medina en Mecca. Nog later Cyprus, Turkije en Tunesië. Met Ahmad heb ik veel van Spanje gezien en van Portugal. Ik ben een beetje uitgereisd. Mijn zoon zegt vaak: ‘Ma, waarom ga je niet lekker naar Thailand?’ Gewoon, omdat het kan.

Maar zowel Ahmad als ik hebben daar niet echt goesting in. We zijn gelukkig in ons miniparadijsje hier met de bloemetjes en de hondjes. Plaatsvervangend leef ik mee met mijn kinderen en voel ik een lichte reiskoorts terugkomen, maar tegelijk bedenk ik dat het voor mij niet echt hoeft. In Spanje wordt door de bevolking op veel plaatsen gedemonstreerd tegen het massatoerisme daar. De toeristen maken zichzelf wijs dat zij ‘goed werk’ doen door hun geld daar uit te geven. Maar de werkelijkheid is dat degenen die het hardste werken in de toeristenindustrie er het minste aan verdienen. De boodschappen, de huizen en alle vaste lasten worden daarentegen wel steeds onbetaalbaarder voor de doorsnee burger, omdat de prijzen worden opgeschroefd. Het is rendabeler om een huis tijdelijk te verhuren aan een toerist dan het te verhuren aan een mede-inwoner. Om maar niet te spreken over de vervuiling die de enorme massahotels uitstoten en de aanslag die gepleegd wordt op het toch al grote watertekort. Ahmad is nog drastischer dan ik. Hij wil niet meer in zo een hotel, hoewel hij moet toegeven dat hotel Barcelo in Isla Canela een geweldige ervaring was. Wij gingen daar twee keer heen. Als ik nu zou vragen of we er weer eens heen konden zou hij dat zeker voor mij over hebben, maar ik zie ervan af. Het was daar heerlijk, maar ik vind het even leuk om een nachtje in een hotel ergens in de natuur te overnachten voor een nachtje en daar lekker te wandelen in de omgeving. Of thuisblijven kan ook. Het geluk zit in jezelf en je neemt het overal mee naartoe.

Hondjes

Ik zou nooit een hond in huis nemen, maar eens per jaar één of twee hondjes te logeren krijgen vind ik wel leuk. Het geeft ons een excuus om drie of vier keer per dag te gaan wandelen en zo zien we ook andere dieren, planten en bloemen die we normaal niet zo vaak op een dag zouden zien.

De wandelingen geven mij veel rust en ik heb door middel van dit filmpje geprobeerd daarvan iets te laten zien.

Genieten van snuffelmomenten

Deze reiger landde in een boom en bleef daar een tijd staan op een tak. Het was voor mij de eerste keer dat ik een reiger in een boom zag staan. Misschien heeft de reiger daar een nest. Mooi gezicht was het.

Ik geef het hondje alle tijd om overal te snuffelen en die tijd neemt zij ook, ervan genietend dat deze pensionado alle tijd heeft om telkens stil te staan met haar verstand op nul. Vooral als het zonnetje aangenaam schijnt, zijn dat voor mij heerlijke rustmomentjes. Laatst maakte ik het nog gekker door even te gaan zitten op een bankje in de zon, uitkijkend op het water. Toen bleek dat het hondje ook bereid was op mij te wachten en bleef ze rondom mijn bankje een hele tijd rondsnuffelen. Ik had toen even een zeldzaam geluksgevoel, terwijl ik over het water staarde en eendjes en meerkoeten voorbij zag zwemmen. Toen het hondje klaar was met haar gesnuffel ging ze naast mijn bankje zitten en keek me alleen aan, wachtend tot ik klaar was om verder te lopen. Schattig om te zien was dat.

Vandaag belde mijn jongste dochter dat zij onverwacht toch vakantieplannen heeft. Ze gaat volgende week naar Italië waar ze samen met haar broertje en zijn gezin een huis heeft gehuurd voor twee weken. Heel leuk voor haar en ook voor mijn jongste zoon. Ze hadden eigenlijk geen vakantieplannen, maar dat hebben zij spontaan gewijzigd. Dat mag ook best na een jaar hard werken.

Voor mij betekent het dat er nog een hondje komt logeren. Volgende week woensdag wordt Lola gebracht. Ik ben benieuwd hoe Loulou, die een stuk ouder, is gaat reageren op de komst van de kleine druktemaker. Ze kennen elkaar goed, dus het wordt vast wel gezellig met die twee. Verschil is dat Lola gewend is snel haar behoeften te doen en dan terug te keren van een wandeling, terwijl Loulou graag haar tijd neemt. Maar ik verwacht dat Lola het niet erg vindt zich aan te passen aan haar oude kameraadje. Ze moet wel.

Een 84 jarige was me te snel af

Men zegt dat je om een schatting te maken van hoe oud een hond is vergeleken met een mens, dat je dan de leeftijd van de hond met 7 moet vermenigvuldigen, Dus een hond van 2 jaar zou 14 jaar zijn in mensenjaren, enz.

Loulou, mijn logeerhondje is 12 en zou dus vergeleken met een mens 84 jaren tellen. Je kan aan haar merken dat ze al wat ouder is. Was ze vroeger een hondje dat heel hard kon rennen en veel kon spelen, nu is ze een stuk rustiger en is haar grootste genoegen al snuffelend een wandeling te maken. Ze kan een flinke tijd blijven plakken op één plek en krijgt er dan maar geen genoeg van om blaadjes, boomstammen en andere objecten te besnuffelen. Uiteindelijk sluit ze haar onderzoek dan af met een piepklein plasje, waarbij ze een achterpoot de lucht in steekt alsof ze zich een reu waant.

Ze luistert heel goed naar mij en hoeft dan ook niet aan een lijntje te lopen. Als we een straat oversteken blijft ze netjes naast me staan en steekt ze pas over als ik het zeg. Ik houd haar de hele wandeling goed in de gaten. Ik kijk wat ze doet op elk moment, of ze niet gaat rollen in een overblijfsel van een kadaver en of ze geen rommel eet van de straat. Haar drolletjes raap ik netjes op met de daarvoor bestemde zakjes om ze vervolgens weg te gooien. Blij constateer ik dat de dagelijkse buit in de zakjes aanzienlijk is. Ze eet goed en heeft mooie stevige drollen die er makkelijk uit komen. Dat was anders toen ze hier net was. Toen zag ik haar te lang persen op te uitgedroogde keutels. Ik ben er trots op dat het zo goed met haar gaat en dat zij dagelijks met gemak haar brokjes eet en goed drinkt, meestal uit de drinkbak van de de vogels. In het begin zag ik nog ribbetjes op haar slanke kleine lijfje, maar nu ziet zij er wat steviger uit. Ze loopt ook met meer zelfvertrouwen, alsof de buurt een beetje van haar is. Af en toe komt haar jeugd even terug en zie ik haar achter een groepje duiven aan rennen.

Vandaag op de terugweg naar huis zie ik haar ineens met iets in haar bek. Het lijkt op een stuk hout, maar ik begrijp dat het dat zeker niet is. Het is een halve frikandel! Waarschijnlijk op straat achtergelaten door iemand die er geen trek meer in had. Ik wil het vette en gezouten stuk vlees onmiddellijk weghalen uit haar bek, maar zij is mij te snel af en rent langs me heen met de frikandel tussen haar kaken. Ik ren achter haar aan, maar zij is veel te snel. Met wapperende oortjes snelt ze voor me uit. Af en toe blijft ze even staan om een flink stuk van de frikandel te verorberen. Zodra ik haar bijna te pakken heb sjeest ze weer weg. Ik heb het nakijken. Ik zie de frikandel steeds kleiner worden. Als ze mijn huis bereikt rent ze er een stukje voorbij, het hoekje om. Ik weet dat ze daar stiekem het laatste restje van de frikadel zit te verorberen. Ik berust erin en laat het maar zo. Ik heb deze strijd verloren. Even later zie ik haar aan komen lopen. Haar bekje is leeg en ze likt haar lippen af. Bij binnenkomst kijkt ze me aan, wachtend op haar hondensnoepje. ‘Je krijgt geen snoepje,’ zeg ik, ‘want je bent stout geweest. Je hebt niet geluisterd naar mij’. Intussen bedenk ik me dat zij de dag van haar leven heeft gehad vandaag. Je kan het een dier niet kwalijk nemen dat het geen afstand doet van een eenmaal gevonden ‘prooi’.

Vroeger was het in veel huishoudens gewoon dat mensen geen speciaal hondeneten hadden. De hond kreeg gewoon restjes van wat was overgebleven in de pot. Gezond voor de hond was dat natuurlijk niet. Loulou heeft vandaag een topdag gehad. Een hond ziet dat anders dan ik. Maar dit moet niet te vaak gebeuren.

Hondje

Mijn oudste dochter is met vakantie en nu mag ik een maand lang op haar hondje passen. Het is een heel lief minihondje en ik doe dat oppassen met veel liefde. Het hondje kent me inmiddels goed na eerdere oppasperiodes en begint al te kwispelen als ze voor mijn voordeur staat.

Ik vind het leuk om vier keer per dag met haar een wandelingetje te maken in mijn groene buurt en ik neem dan de tijd om haar overal rustig te laten snuffelen, waarbij ze vervolgens met piepkleine plasjes haar geur achter laat. Die wandelingen zijn haar momentjes van relatieve vrijheid waarin zij rustig de tijd kan nemen om al het hondennieuws via haar neusje tot zich te nemen.

Ze is al wat ouder, 12 jaar inmiddels, en mijn dochter zei dat ze een groot deel van de dag zal liggen te slapen. Daar merk ik weinig van. Ik zie haar de hele tijd naar mij kijken en waarheen ik ga, daarheen gaat zij ook. Nu ik hier zit te typen ligt zij in haar mandje binnen. Ga ik naar buiten, dan posteert zij zich daar met een constant zicht op mij. Van Ahmad wil ze niet zoveel weten.

De afhankelijke blik waarmee zij me de hele dag zit aan te staren maakt me ongemakkelijk. Zij is zo volledig afhankelijk van mij. Ik bepaal dat er eten en water in haar bakjes zit en wanneer zij eruit mag om haar behoeften te doen. Het baas zijn over een ander is een rol die slecht bij me past. Als ik eet en ik zie haar elk hapje dat in mijn mond gaat volgen, dan vind ik dat lastig. Ik zou mijn eten best met haar willen delen, maar weet dat mijn eten voor haar niet goed is. Dat ze aandoenlijk kwispelt en blij is als ik ’s morgens de trap af kom maakt me verlegen. ‘Lief eenzaam en aanhankelijk hondje’, denk ik dan, terwijl ik haar knuffel. Ze hoort in een roedel te leven met soortgenoten.

Ik weet dat honden en katten in wezen prooidieren zijn die oorspronkelijk zelfvoorzienend waren via de jacht. De mens heeft deze dieren gedomesticeerd met wederzijds voordeel. Honden als waakdier, beschermers van kuddes en als huisvriend, ja zelfs als hulphond voor gehandicapten of blinden. De hond hoeft niet meer te jagen en heeft gegarandeerd een portie eten en een beschutte plek om te slapen. Ook de kat is gedomesticeerd en bewijst zijn nut door muizen en ratten op afstand te houden van de woningen en wordt door de mens ervaren als een gezellige en sierlijke huisgenoot.

Ik begrijp het allemaal wel, maar ik merk dat ik er toch wat moeite heb met mijn tijdelijke maar o zo belangrijke rol in het leven van dit kleine hulpeloos gemaakte wezentje. Ik zie dieren het liefst in hun natuurlijke habitat.

Zelfbenoemde coaches

Zoals waarschijnlijk meer mensen tegenwoordig, ben ik terecht gekomen in een buurtapp. In de app kunnen bewoners van buurten met elkaar berichten uitwisselen en dat kan over van alles gaan. Ik heb mezelf niet aangemeld in deze buurtapp, maar ben erin verzeild geraakt via een introductie door een buurman.

De berichten blijken niet alleen afkomstig te zijn van mensen uit mijn directe buurt, maar ook uit andere buurten in Den Haag, zodat je niet kan spreken van een echte buurtapp, maar meer van een Haagse App.

Ik stuur via die app zelf nooit berichten te ether in, zoals ik dat ook niet doe via andere media als X of Instagram, maar ik lees wel sommige berichten uit nieuwsgierigheid naar wat er leeft onder de mensen in mijn omgeving.

De berichten kunnen over van alles gaan, zoals ‘wie is er getuige van de schade die iemand heeft toegebracht aan mijn auto’ tot ‘ervaren klusjesman biedt zich aan’ of ‘wie heeft een woning voor mij beschikbaar’ of ‘wil degene die zijn hond laat poepen voor mijn deur dit voortaan opruimen’. Er worden soms overtollige spullen aangeboden en er zijn mensen die reclame maken voor iets wat zij verkopen.

Vandaag zag ik een verwijzing naar een website. Er werd een artikel uit die website gepromoot met als titel ‘waarom doet mijn moeder zo tegen mij’. Het bleek te gaan over een 100 % narcistische moeder. Mijn haren gingen direct al een beetje overeind staan, omdat ik weet dat het begrip narcisme momenteel in de mode is bij amateurpsychologen en zichzelf ‘coach’ noemende zielenknijpers, een nog altijd onbeschermd ‘beroep’.

Het is gemakkelijk om mensen die in de knoop zitten met zichzelf een slachtofferrol aan te bieden. ‘Je moeder was een narcist’ of ‘je partner was een narcist’. Alles ligt dan natuurlijk aan de ander die als een karikatuur wordt weergegeven: een extreem egocentrisch persoon.

Al tijdens mijn studie begreep ik dat het niet aangaat mensen in te delen in categorieën en van etiketten te voorzien. Het maakt het misschien gemakkelijk voor de psycholoog of psychiater, maar niemand is 100 % het één of het ander. Niemand is helemaal autistisch of helemaal depressief of helemaal borderline om maar enkele etiketten te benoemen. We kunnen alleen speken van schalen waarop iemand verschijnselen en gedragingen vertoont die verwijzen naar bepaalde karakterkenmerken. Die gedragingen zijn bovendien nog veranderlijk en afhankelijk van omgevingsinvloeden. Iedereen heeft een beetje van dit en een beetje van dat en al die kenmerken en eventueel ziektebeelden (zoals schizofrenie) zijn slechts pogingen om bepaalde gedrags- en gevoelskenmerken van mensen een naam te geven.

De psyche van de mens is veel te gecompliceerd om er zomaar een etiket op te plakken en de persoon weer te geven als: ‘dat is de definitie van het karakter van die persoon en niets anders’. Helaas zijn er veel mensen die dit wel doen en dat bovendien gebruiken om van alles wat ze zelf doen of laten een ander de schuld te geven. Een nieuw modewoord daarbij is narcisme. Natuurlijk is de persoon die daar dan over mijmert niet zelf de narcist maar is dat dan altijd de ander. Zo hoeft die persoon niet stil te staan bij de eigen tekortkomingen en verhindert het deze dus juist om tot de kern van zijn probleem te komen.

Ik vind dat heel jammer. Ik denk namelijk dat onze liberale maatschappij met de nadruk op individualisme en vrijheid om alles te nemen en te pakken wat je kan, al gaat dat ten koste van een ander, narcisme aanmoedigt bij een ieder. Daarom is het heel makkelijk om mensen in te delen als narcist, aangezien onze maatschappij deze eigenschap beloont en het een trek is die je bij veel mensen in enige mate zal aantreffen.

Het etiket narcisme gebruiken als duizend dingen doekje om alle problemen die mensen ervaren weg te poetsen en ze aldus te verhinderen om werkelijk bij hun eigen aandeel in de problematiek te komen vind ik zorgelijk.

Frisse neus

Het was vandaag wat beter weer dan de dagen hiervoor. We konden buiten ontbijten en we wandelden onze ochtendwandeling in de Uithof. We zagen weinig watervogels en andere dieren. We hoorden wel het lieflijke gefluit van een merel, een vogel die we dit jaar niet veel zien in onze tuin. Er staat nu meer in bloei. De bloei is dit jaar laat. Er waaide een lekker zacht windje. Aldus kregen wij een frisse neus.

Confrontatie met mezelf

Meestal slaap ik goed in. Maar als ik wakker wordt ergens midden in de nacht, dan kan ik soms niet goed weer inslapen. Dat gebeurde me ook weer vannacht.

Ik ben dan niet echt aan het piekeren. Mijn gedachten fladderen van hier naar daar zonder enige coherentie. Maar als ik dat laat gebeuren zonder erover te oordelen, dan kan het gebeuren dat ik plotseling tot een inzicht kom en dat inzicht is niet altijd even prettig om te ervaren. Het is alsof je ineens een diepe waarheid duidelijk wordt waaraan je eerder misschien lange tijd voorbij bent gegaan. Dat inzicht kan tot je komen als een grote dreun, een deuk in je zelfbeeld.

Ik weet van mezelf dat ik mijn hele leven al erg beïnvloedbaar ben en iemand die makkelijk meewaait met alle winden. Ik was nooit iemand die duidelijke doelen stelde, wel iemand die eenmaal begonnen taken afmaakte. In die zin dus iemand met discipline, maar een duidelijk plan heb ik nooit gehad in mijn leven. Ik liet alles op me afkomen en maakte ad hoc beslissingen, die gebaseerd waren op mijn intuïtie van het moment. Ik voelde me een vreemd figuur tussen anderen, omdat ik totaal niet van me afbeet. ‘Ik liet met me doen’; dat is de rode lijn in mijn leven. Ik kan daar niet anderen, zoals mijn stiefvader de schuld van geven. Nog voor hij in huis kwam was ik al zo. Mijn moeder vertelde mij dat er een keer werd aangebeld aan haar deur en dat iemand uit de buurt haar vertelde dat kinderen bezig waren mijn hoofd een paar keer op de stoep te laten knallen. Ik was nog klein, misschien nog jonger dan 3, want ik kan het me zelf niet herinneren. Ik speelde in Vught op die leeftijd wel al zonder toezicht buiten. Maar het gekke was volgens die buurvrouw dat ik me totaal niet verweerde en het liet gebeuren.

Dit is symbolisch voor hoe het overgrote deel van mijn leven daarna verliep.

Ik overdacht gisteren mijn leven en besefte dat ondanks veel nare ervaringen, waarbij ik me totaal niet wist te verdedigen, ik uiteindelijk ‘goed terecht ben gekomen’. Ik verkeer nu wat betreft bedreigingen van mensen die het minder goed met me voorhebben in rustiger vaarwater met lieve kinderen en een lieve echtgenoot. Ik ben gelukkig.

Maar als ik terugkijk, dan besef ik met een schok dat mijn passieve en accepterende houding bij alles wat mij overkwam weliswaar mij uiteindelijk niet geschaad heeft, maar dat ik door deze houding ook het leven van mijn kinderen heb bepaald. Ik kon ze niet beschermen. Met mij werden ook zij slachtoffer van omstandigheden die ik veroorzaakte door twee maal keuzes te maken voor verkeerde mannen. De meegaande en bijna onderdanige houding die ik had veroorzaakte dat ook mijn kinderen niet beschermd waren. Ik was niet in staat duidelijk stelling te nemen en kon door deze houding ook mijn kinderen niet beschermen. Ook al hield ik zielsveel van mijn kinderen en leefde ik voor hen, ik besef nu dat dit niet voldoende is geweest om hen een veilige jeugd te geven. Ik was daar gewoonweg niet toe in staat door mijn eigen manier van zijn, als een veertje in de wind.

Ik heb gehuild, toen ik ten diepste besefte hoe ook mijn kinderen hebben geleden. Ik dank Allah dat ze alsnog goed terecht zijn gekomen en gelukkig veel weerbaarder zijn dan ik. Dat ze veel van me houden en ik van hen. Maar mijn hart breekt als ik bepaalde gebeurtenissen weer voor me zie.

Ik weet dat gedane zaken geen keer nemen en dat je het verleden moet laten voor wat het is. Het bestaat niet meer. Er is alleen het nu. Maar alsnog ben ik dankbaar voor het inzicht dat ik vannacht kreeg. Het is goed om je eigen aandeel te beseffen in de problemen en narigheid die je in het verleden meemaakte. Het gaat niet aan om jezelf als slachtoffer te zien. Alles is een wisselwerking tussen mijzelf en de ander. Van mijn gedragingen en de gevolgen die deze hebben gehad leer ik, ook al doet dat pijn en geeft het mij verdriet. Ik heb nooit de intentie gehad om wie ook pijn te doen en ondanks dat kon dit kennelijk toch gebeuren.

Astagfirrullah 😢🙏.

Natte zomer

Zo droog als het in het zuiden van Spanje is, zo nat is het hier. In de natuur merk je dat planten enorm de hoogte inschieten, maar minder bloemen produceren dan andere minder natte jaren en dus ook minder zaden.

Voor de mensen die hun vakantie in Nederland doorbrengen is het een natte boel met weinig zon. En dan komt over een paar maanden de volgende herfst en winter er alweer aan. We moeten het ermee doen. Het gaat zoals het gaat en het weer is een gegeven waaraan je niets aan kan veranderen. (Natuurlijk wel door minder uitstoot en schadelijke stoffen de wereld in te sturen en minde roofbouw te plegen op de natuurlijke omgeving!)

We genieten van wat er wel is. Zoals de vogels die dagelijks komen knabbelen aan het voer en drinken van het water. We zien dagelijks mezen, papegaaien. de specht en duiven, eksters, kraaien en musjes, die van de grond de restjes eten en water drinken en meeuwen die ook komen drinken en als ze de kans krijgen het eten van onze borden kapen, als we buiten eten hebben klaargezet op tafel en dat vervolgens even onbeheerd achterlaten.

Dat is genieten en verder is het ook heerlijk om binnen met hobbies bezig te zijn.

De meesjes zijn niet bang voor de papegaaien en eten tegelijk van de nootjes. Op het moment hebben ze echter een voorkeur voor de bolletjes met zaden.

I Tjing

Ik verdiep me in de wijsheid die besloten ligt in Yin en Yang, het ontvangende en het scheppende, de aarde en de hemel en de combinaties daarvan in trigrammen en hexagrammen. De Hemel (sterk, scheppend), de Aarde (toegewijd, ontvangend), het Opwindende (bewegend, de donder), het Onpeilbare (gevaarlijk, het water), het Stilhouden (rustend, de berg), het Zachtmoedige (indringend, de wind), Het Zich Hechtende (lichtend, het vuur), het Blijmoedige (vrolijk, het meer).

Ik keek al in het boek vanaf dat ik een jaar of 25 was, maar met niet zoveel diepgaande interesse als dat ik dat nu ben gaan doen, sinds ik het boek opnieuw heb aangeschaft.

Al als klein kind ervoer ik dat er een ritme zat in gebeurtenissen, dat ik niet kon verklaren maar wel voelde als vanzelfsprekend. Ik kon dat niet uitleggen aan anderen, want daar was ik nog veel te klein voor. Ik beschouwde het als mijn geheim, iets tussen mij en God, een geheim dat ik met niemand deelde, temeer daar mijn ouders helemaal niet geloofden in een God.

Toen ik de Koran had gelezen en me daarna bekeerde tot de islam dacht ik dat de I Tjing, het boek dat ik tot dan toe had geraadpleegd als een soort orakelboek, in strijd was met het geloof waartoe ik me bekeerd had. Ik deed het boek weg, maar de I Tjing is geen waarzeggerij-boek, zoals Tarotkaarten en dergelijke methoden. De I Tjing is een 3000 jaar oud boek waarin op elk moment een situatie wordt geschetst die aangeeft hoe degene die het boek raadpleegt zich verhoudt tot de kosmische wetten van het moment. De 64 hexagrammen geven een beeld met daarbij een eeuwenoud oordeel daarover, een beschrijving van de situatie en hoe wel of niet te handelen. Ook de combinatie van gebroken en hele lijnen geven een beeld weer dat door degene die ernaar kijkt een steeds duidelijker woordeloos maar intuïtief wel te begrijpen verhaal oplevert. De trigrammen en de hexagrammen met daarbij de eventueel veranderende lijnen en de kerntrigrammen kunnen op één vraag een diepgaand antwoord geven dat door de vraagsteller zelf het beste verstaan wordt. Dat is te vergelijken met dromen en de interpretatie daarvan. Degene die droomt kan het beste zijn eigen dromen duiden. Boeken die zogenaamd dromen en de symbolen daarin verklaren zijn eigenlijk lang niet zo nuttig als het inzicht van de dromer zelf. Datzelfde geldt voor de I Tjing. Hoe meer je met het boek bezig bent en je verdiept in de gedachte erachter, hoe meer je eruit kan halen.

Ik kom er nu achter dat er veel meer in de I Tjing zit dan ik besefte als 25-jarige. Ik dacht toen dat deze zeer oude leer die op kosmische wetten gebaseerd is misschien in strijd was met een religie waarin een Schepper centraal staat. Maar nu merk ik dat de wetten van de I Tjing precies de wetten zijn die in de natuur gelden en die te maken hebben met alles wat voortdurende verandert, zoals de seizoenen. En dat de raad die je uit dit boek kan distilleren niets te maken heeft met waarzeggerij, maar wel met goede raad om in harmonie te zijn met de universele wetten die gelden in het universum. Kosmische wetten, die naar mijn idee niet toevallig zijn maar op elk moment een betekenis hebben die heel serieus genomen moet worden.

De profeet Mohammed (vzmh) heeft ooit gezegd dat het goed is om je hele leven te willen blijven studeren, ‘al moet je er helemaal voor naar China gaan’. Kennelijk gaat dat voor mij letterlijk op. Ieder zijn interesse. Voor de één is het een diepgaande studie van de planten- en insectenwereld, zoals voor Ahmad. Neem nog een kijkje in zijn mooie weblog. Het is een aanrader voor natuurvrienden. Voor de ander, zoals deze psycholoog, is het interesse in de onzichtbare wereld om ons heen die ons innerlijk diepgaand beïnvloedt, al hebben wij daar door het drukke leven van alledag vaak geen erg in of we hebben geen tijd om daar aandacht aan te besteden. Die tijd heb ik op dit moment wel en ook de interesse. Dus dat betekent voor mij stapje voor stapje me verder verdiepen in de I Tjing, in het Nederlands vertaald vanuit de Duitse vertaling door Richard Wilhelm, die dit boek na een jarenlange studie met zijn leermeester Lau Nan Siuan uit China in 1923 de westerse wereld instuurde. Daarnaast maak ik gebruik van het e-boek ‘de I Tjing stap voor stap’ van Harmen Mesker, die sinds 30 jaar de I Tjing heeft bestudeerd en ook de Chinese taal machtig is. Deze schrijver legt in zijn boek uit wat hoe je het beste deze studie van de I Tjing kan aanpakken door je stap voor stap daarin te begeleiden.

Misschien heb ik anderen kunnen enthousiasmeren om zich net als ik te gaan verdiepen in de I Tjing.