Inleiding voor zijn weblog die Ahmad schreef

Hij weet nog niet of hij het weblog ooit echt de ether in gaat sturen. Het staat nu in zijn local host. Maar hij liet me alvast de inleiding lezen die hij schreef aangaande zijn motivatie voor dit weblog. Ik las hem en zag er in mijn ogen alles in wat Ahmad typeert als liefhebber van de natuur en hoe hij die weet te verbinden met spiritualiteit, liefde en zijn geloof. Daarom wil ik de inleiding hier plaatsen in het origineel en in mijn mijn vertaling uit het Spaans.

Zie onderstaande:

Este es un espacio para hablar de mi jardín como símbolo de vivir y saber. Un jardín es mucho más que un conjunto de plantas más o menos ordenadas: es una pequeña representación de la dinámica vital de las personas, animales y plantas, y todo ello bendecido por la luz del sol, la luna y las estrellas, el agua y el viento que contiene el oxígeno y otras partículas vitales.

Sin embargo, teniendo en cuenta todo lo anterior, un jardín nace en la mente antes que en la realidad, una idea, o pensamiento, que germina en lo más profundo de los sentimientos, las emociones y la espiritualidad. Hablamos de jardín como expresión humana, no como un producto comercial. Cada sociedad y cultura ha ordenado este pequeño espacio según sus valores, anhelos y sentimientos, su tecnología, saberes y recursos. Pero quiero hablar de la vida contenida en un jardín, sea el que sea, pobre o rico, diverso o monótono.

¿Para que ha creado la naturaleza tanto colores y olores? No es un ofrecimiento para deleite humano, sino para sus propias necesidades biológicas: atraer a los insectos que puedan polinizarlas y, de este modo, reproducirse y evolucionar genéticamente. Y por debajo de sus flores y hojas, otro mundo infinitamente pequeño, trabaja sin descanso para hacer posible todo signo de vida. Es una armonía universal donde todos ponen su pequeña aportación en este proceso vital, pero eso no signfica una forma ideal (desde la perspectiva humana) de ser y comportarse, como podemos contemplar en la crudeza de los depredadores cuando necesitan cazar para comer, o para defenderse. Pero esa «crudeza natural» es un puro bálsamo ante las crueldades de que es capaz el ser humano.

Un jardín es una representación del gusto y refinamiento por la vida, en su sentido más profundo, pues alrededor de las flores y sus aromas, han surgido verdaderas obras poéticas, grandes obras de artes en pinturas y arquitectura en cuyo espacio es propio para el amor, la amistad, la alegría y la meditación, también ese rincón donde podemos ocultarnos para llorar las penas, los desamores y engaños.

Por tanto, un jardín es un espacio cultural, emocional y espiritual que cada ser humano necesita y anhela.

Mijn vertaling:

Dit is een ruimte om te praten over mijn tuin als symbool van leven en kennis. Een tuin is veel meer dan een verzameling min of meer geordende planten: het is een kleine representatie van de vitale dynamiek van mensen, dieren en planten, en dit alles gezegend door het licht van de zon, de maan en de sterren, het water en de wind die zuurstof en andere vitale deeltjes bevat.

Als we echter al het bovenstaande in aanmerking nemen, wordt een tuin in de ziel geboren voordat het in werkelijkheid een idee of gedachte is, die ontkiemt uit de diepten van gevoelens, emoties en spiritualiteit. Ik wil hier praten over een tuin als menselijke uitdrukking, niet als een commercieel product. Elke samenleving en cultuur heeft haar ruimte georganiseerd op basis van haar waarden, verlangens en gevoelens, haar technologie, kennis en middelen. Maar ik wil het hebben over het leven in een tuin, wat die ook mag zijn, arm of rijk, divers of eentonig.

Waarom heeft de natuur zoveel kleuren en geuren gecreëerd? Het is geen aanbod voor menselijk genot, maar voor haar eigen biologische behoeften: het aantrekken van insecten die haar kunnen bestuiven, zodat zij  zich op deze manier genetisch kan voortplanten en evolueren. En onder de bloemen en bladeren werkt een andere oneindig kleine wereld onvermoeibaar om elk teken van leven mogelijk te maken. Het is een universele harmonie waarin elke soort zijn kleine bijdrage levert aan dit vitale proces, maar dat betekent niet dat er een ideale manier is (vanuit menselijk perspectief) om te bestaan en zich te gedragen, zoals we kunnen zien in de ruwheid van roofdieren wanneer ze moeten jagen om te kunnen eten of zich verdedigen. Maar deze ‘natuurlijke wreedheid’ is een puur balsem vergeleken met de wreedheden waartoe mensen in staat zijn.

Een tuin is een weergave van de smaak en verfijning van het leven, in de diepste zin van het woord, omdat rond de bloemen en hun aroma’s echte poëtische werken zijn ontstaan, grote kunstwerken in schilderijen en architectuur waarin de ruimte geschikt is voor liefde, vriendschap , vreugde en meditatie. Daarnaast  een ruimte waar we ons kunnen verstoppen om uit te huilen over het door ons geleden (liefdes)verdriet en bedrog.

Daarom is een tuin een culturele, emotionele en spirituele ruimte die ieder mens nodig heeft en waarnaar hij verlangt.

Ahmad is bezig met een nieuw weblog

Hij maakt foto’s van alle planten en bloemen die bloeien in onze tuin. Hij zet daar bij een beschrijving van elke plant, die hij opzoekt op internet met vermelding van de bezochte link. Daarbij gaat hij heel secuur te werk. Als hij klaar is met de planten wil hij zich richten op de vliegende insecten en kruipende diertjes rondom deze planten en ook daarvan een beschrijving geven.

Hij is er al een tijdje mee bezig in volle concentratie.

Al als kleine jongen was Ahmad geïnteresseerd in alle wat groeit en bloeit. Hij kreeg geen kans zijn school af te maken, maar profiteerde wel van de leerschool die hij kreeg met zijn familie door elke dag naar hun landbouwgrond te gaan en daarop te planten en te oogsten.

Hij werd geraakt door wat hij om zich heen zag aan natuur en bleef vaak slapen op het land om naar de sterren te kijken en in de ochtend op te staan met het gezang van vogels. In zijn latere ‘carrière’ deed hij van alles om financieel te voorzien in de behoeften van zijn ouders en later zijn gezin, maar door wilskracht had hij daarnaast het geluk toch een diploma te halen als hovenier. Dat bezorgde hem een aanstelling als ambtenaar en hovenier in de pantsoenen. Hij had een grote liefde voor planten en bloemen en was bekoord door de mooi aangelegde tuinen uit de tijd van Al Andalus. Ook waar hij werkte stonden prachtige bomen en planten. Het deed hem dan ook pijn dat de baas voor wie hij werkte hem dwong planten en bomen die nog mooi en sterk waren te kappen en te verwijderen. Hij werd gezien als een te eigenwijze tuinman en werd dan ook overgeplaatst naar de functie van beheerder op sportterreinen. Een ‘lastig en eigenwijs iemand’ als hij was zijn baas liever kwijt dan rijk.

Het was een voor Ahmad vervelende tijd om het eentonige werk op de sportvelden te moeten verrichten dat in niets leek op datgene waarvoor hij had geleerd. Uit verveling ging hij de geschiedenis van Andalusië bestuderen en schreef daarover zijn boek ‘Andalucía como matria’.

En nu is hij in de gezegende omstandigheid dat hij niet meer hoeft te werken en datgene kan doen wat hij leuk vindt. En nu komt zijn liefde voor alles wat groeit en bloeit weer naar boven. Hij heeft onze tuin dit jaar voorzien van veel aromatische, eetbare en decoratieve vaste planten. Hij verzamelt de bolletjes en de zaadjes uit de planten om ze opnieuw uit te strooien, zodat we elk jaar een rijkere oogst hebben aan verrassende planten.

Geen creativiteit meer

Zowel Ahmad als ik doen niets meer aan huisvlijt. Er wordt niet aan pyrografie en tiffany gedaan en ik heb nog een canvasje dat onbeschilderd blijft.

‘Jij maakt ook niks meer, hè,’ zeg ik tegen Ahmad. ‘Ik heb geen idee wat ik zou willen maken en voor wie,’ zegt hij. Datzelfde geldt ook voor mij. Ik heb geen plan voor een schilderij dat ik nog in mijn huis of in het huis van iemand anders zou willen zien hangen. En ik maak niet graag dingen om die vervolgens in een hoekje te laten verstoffen.

Maar nu denk ik: hoezo niet? Ik heb nog veel verf. Waarom ga ik niet schilderijen van anderen die ik mooi vind of andere dingen die me aanspreken naschilderen om daarvan te leren. Of gewoon voor de lol. De schilderijen die af zijn kan ik gewoon bewaren of weggooien. Ik denk erover na.

Voorlopig houd ik bij slecht weer me bezig met fietsen op de hometrainer en intussen series kijken op mijn tablet. En lezen in de tuin als de zon schijnt. Elke dag maken we een wandeling en doen wij in de middag onze spelletjes rummikub. Alle puzzels genaamd ‘het woord’ die ik in de kranten vind los ik dagelijks op. Ik kijk en luister nieuws. De dagen zijn zo om. Ben ik misschien een beetje gemakzuchtig geworden? Wellicht, maar het bevalt me wel…..

Wat een zegen is het als je niet meer zoveel hoeft maar wel dingen mag doen waar je zin in hebt.

Opruimen en oppassen

We hebben het allebei gedaan. Het oppassen op mijn kleindochter van 8 jaar was reuze gezellig. Ik had me voorgenomen me niet te veel uit te sloven, maar kennelijk kan ik het gewoon niet nalaten om alles eruit te halen wat er in zit om dat meisje een goed tijd te bezorgen. Het was een drukke dag met veel indrukken. Toen we wandelden in de Uithof kwam ik een vrouw tegen die oorspronkelijk uit Thailand kwam, maar nu de Nederlandse nationaliteit bezat. Zij praatte honderduit met mij, alsof ze mij al jaren kende. Ik kreeg zo een beetje haar hele levensverhaal te horen, terwijl Ahmad en de kleine ongeduldig stonden te wachten tot ik eindelijk met hun verder zou lopen. Maar ik kon het niet over mijn hart verkrijgen iemand die me zozeer in vertrouwen nam bruut af te kappen.

Daarna kreeg ik weer een praatje met een man die op de fiets passeerde. Hij vond het erg goed van ons dat wij een kind lieten kennis maken met de natuur. Toevallig waren er in de verte ineens een paar konijnen te zien die daar aan het rondspringen waren. Het was voor het eerst dat we konijnen zagen in de Uithof. Het waren er een stel, dus het zou kunnen dat er in de toekomst een stuk meer zullen rondhuppelen, de voortplantingsdrift van konijnen kennende. Toen ik klein was waren konijnen het normaalste wat je tegenkwam in de omgeving waar we woonden, maar hier in het Haagse heb ik ze nog niet zo vaak gezien en in de Uithof tot nu toe helemaal niet. Dus dat was een verrassing.

Toen het logeerpartijtje voorbij was en we de lieve meid hadden thuisgebracht waren Ahmad en ik bekaf. Gek dat je zo snel went aan een rustig leventje samen. We sliepen van 22.00 uur in de avond tot vanmorgen 9.00 uur. Bijna het klokje rond.

Vandaag vulde ik in totaal 5 vuilniszakken met ouwe meuk. Het viel me eigenlijk mee wat ik in de loop der tijd heb bewaard. Kennelijk heb ik wel eens vaker opgeruimd. De meuk bestond hoofdzakelijk uit versleten beddengoed en kussens, die ik niet meer nodig heb. Kleding die we wilden afdanken was er nauwelijks. We hebben gelukkig niet zoveel kleding.

Voor donderdag heb ik alleen maar een grote AH tas vol met elektronica en (gloei)lampen. Het valt dik mee wat ik heb verzameld. Ik ben niet meer zo een verzamelaar als vroeger.

Dus dat valt allemaal wel mee. En doorrrrrrr………

Bewaren vs opruimen

Vroeger moesten wij vaak verhuizen, omdat mijn stiefvader zich vaak liet overplaatsen. Elke verhuizing bracht mee dat we dingen moesten wegdoen. Speelgoed waarvoor we te groot waren geworden en zoveel andere dingen. Mijn stiefvader hield al in die tijd van een een minimalistische inrichting. Als kinderen bij ons thuis kwamen vroegen ze weleens of we gingen verhuizen. Maar dat was dan niet zo. Ons huis was gewoon leger dan de meeste huizen in die tijd. We hadden voor die tijd moderne meubels met formica tafelbladen en gladde vloeren.

Mijn broer was iemand die graag dingen bewaarde. ‘Het kan nog wel een keer van pas komen,’ placht hij dan te zeggen. Wat nog wel van pas kon komen kon van alles zijn, van schroeven tot onderdelen van spullen of stukken hout. Noem het maar, mijn broer zag overal wel wat van waarde in. Hij was handig in het fabriceren van dingen.

Toen ik uit huis ging hechtte aan ik niet veel waarde aan spullen tot ik een gezin kreeg met steeds meer kinderen. In die tijd begon ik iemand te worden die dingen bewaarde. Dekens, oude dikke jassen, allerhande spullen die in de schuur stonden. Ik beeldde me dan in dat er een tijd kon komen dat we misschien geen kachel konden betalen en dat ik dan mezelf en mijn gezin moest warm houden met die oude dekens en jassen. Het was een onberedeneerd instinct dat mij in die tijd veel liet bewaren voor mogelijk slechtere tijden. Ook begon ik dingen te bewaren met gevoelswaarde. Dat waren dingetjes die mijn kinderen me cadeau hadden gegeven of dingen die ze hadden gemaakt. Briefjes die ze me schreven om sorry te zeggen als ze stout waren geweest en zoveel meer. Ik heb er nu een kast mee vol. De ‘herinneringenkast’. Verder heb ik wat erfstukken van mijn moeder en mijn echte vader die ik zeker bij me zal houden en ook de dingetjes en schilderijen die Ahmad en ik maakten.

Maar wat ik ook nog heb is een gigantische berg onnodige troep. Kleding, kussens, beddengoed dat niet meer glad is, maar bobbelig van het wassen of versleten. Oude gordijnen, enz enz. Multomappen van mijn kinderen. Schaatsen in kindermaten. Zelfs bewaarde ik kleren die ik droeg in Pakistan, salwar kameez en andere islamitische kleding. Ik heb een hele krat vol met hoofddoeken, kleding die ik droeg op bedevaart in Mecca. Ik bewaarde die kleding met het idee dat er misschien ooit een tijd zou aanbreken dat iedereen islamitische kleding ging dragen. Nu denk ik dat die tijd niet gaat komen.

Waar ik nu ineens enorm zin in heb is om opruimend door mijn hele huis te gaan. Alle kleding en schoenen die ik nooit meer ga dragen in zakken en ook de kussens en andere lappen en restjes wol, etc. Heerlijk, heerlijk. Ik kan niet wachten. Aanstaande donderdag is er in mijn buurt gelegenheid om lampen en apparaten die het niet meer doen of ongebruikt blijven in te leveren. Daar begin ik mee. Ik sta in de startblokken om dat alles te gaan doen. Beetje bij beetje en op dagen dat er niet valt te genieten in de tuin zal ik als een witte tornado aan de slag gaan…..inshaallah.

Zes kleine zwaantjes

Bijna waren we niet gaan wandelen, omdat het wat regenachtig weer is vandaag. We maakten toch een klein rondje en daar hebben we geen spijt van, ook al werden we een beetje nat.

We kwamen onverwacht het zwanenechtpaar tegen en zagen dat ze zes kuikens hebben dit keer. Ik maakte een foto die niet zo goed gelukt is helaas. Maar er is ook mooi filmmateriaal wat te zien zal zijn in mijn volgende Uithof-filmpje.

Pa jaagt een reiger weg

Nog meer mode

Vandaag maakten we een korte wandeling in de Uithof, waar we een ooievaar zagen om daarna direct door te lopen naar het winkelcentrumpje in onze buurt.

Bij de Action zie ik een opvallende verschijning. Het is een jonge moslima met wijde kleding en een grote hoofddoek. Op haar hoofd draagt zij een koptelefoon die zij aan beide zijden versierd heeft met witte strikjes. Het is een grappig en vrolijk makend gezicht haar zo van achteren te zien.

Even later bij de kassa van de Action staat ze voor me. Het is een lange verschijning. Haar gezicht oogt als Indonesisch. Aan haar schouder bungelt een katoenen tas met het opschrift ‘moskee An-Nur’ en de achtpuntige ster.

Ik heb mijn camera bij me en ik popel om een foto van haar te maken. Ze heeft zo een mooie ‘uitstraling’ en zij doet me een beetje denken aan het schilderij dat ik maakte van een geisha.

Even later zie ik haar buiten bij het fietsenrek staan met haar wat minder opvallende en kleinere vriendin naast zich. Ik wil bijna stiekem een foto maken van achteren, maar ik bedenk me. Ik loop naar haar toe en zeg dat ik haar zo mooi eruit vind zien en of ik een foto mag maken. Ze kijkt me lang aan zonder te antwoorden met een heel vriendelijk en zacht gezicht. Ik begin me af te vragen of ze me wel verstaan heeft en zeg dan: ‘Do you speak English?’ Dan lacht ze en zegt: ‘Ik versta gewoon Nederlands, hoor’. Ik begrijp dan dat ze gewoon lang moet nadenken hoe mij te antwoorden zonder me af te wijzen. Ik zeg: ‘Ik weet dat je moslim bent en ik begrijp het als je niet wilt dat ik een foto maak’. Dan zegt ze een beetje verlegen lachtend: ‘Nee, liever niet’. ‘Dan doe ik het ook niet,’ zeg ik.

Even later komt zij net de AH binnen als wij eruit lopen. We groeten elkaar vriendelijk.

Thuis fantaseer ik wat zij aan het luisteren was via haar mooi versierde koptelefoon. Ik gok op Koranrecitaties. Misschien is zij wel Koran hafiz (iemand die de hele Koran uit haar hoofd kent).

Komkommertijd en luieren

Net als gisteren heb ik niet veel interessants te vertellen. Het leven is te goed met mooi weer en een tuin om in te luieren.

Ahmad maakt foto’s van alle bloemen die bloeien en nog gaan bloeien in onze tuin, waarin we dit jaar niets hoefden te planten omdat er genoeg vanzelf opkomt aan vaste planten en aan wat Ahmad het vorige jaar verzamelde aan zaden uit onze planten om uit te strooien. Ook bolletjes verzamelt hij en plant hij opnieuw. Goed bezig. Van alle mooie foto’s die hij maakt van alle bloemen zal ik te zijner tijd een filmpje plakken. Zo blijven we allebei een beetje bezig.

Vanmorgen ging ik opnieuw bloed prikken, wat de vorige keer niet gelukt was. Ik had het bericht van de dokter opnieuw teruggehaald uit mijn verwijderde berichten. Het bericht is namelijk van belang om in het zorgdomein te komen via een link dit in de mail staat. Eenmaal in het zorgdomein kan je dan het bloedafnameformulier downloaden. Mooi is dat. Alles zonder papier. Zo gaat dat tegenwoordig. Dit keer werd ik geholpen door een jongere assistente. Zij had snel het benodigde formulier te pakken door in mijn telefoon dingen aan te klikken. Ze legde me heel kort uit wat precies het verschil is tussen ‘mijn gezondheidsnet’ en ‘het zorgdomein’, zodat ik het voortaan helemaal snap. We maakten al prikkende een praatje en leuk was dat zij Alhaurin de la Torre bleek te kennen, omdat familie van haar daar een B&B runt. Het is leuk om iemand hier te ontmoeten die Spaans spreekt, Alhaurin de la Torre kent en de Place Mayor. Dat geeft even een moment van herkenning.

Ik was dit keer op de fiets gegaan. Ik neem nu de veiligste route en steek consequent lopend naast mijn fiets de weg over. Na het prikken deed ik wat boodschappen. Ik gaf een eurootje aan iemand met de daklozenkrant zonder de krant (Ik wist niet dat die nog bestond) te kopen. Bijna wilde ik een foto maken van een heel apart geklede zwarte man. Maar ik deed het niet uit respect. Ik zag hem van achter. Hij droeg een joggingbroek die zo laag zat dat hij echt tot onder zijn kont was afgezakt. Het was best wonderlijk dat de broek niet helemaal afzakte. Eronder droeg hij hoge sokken. Boven zijn onderbroek droeg hij een witte gewatteerde bodywarmer met een grote capuchon (dit ondanks de warmte). Bij het oversteken, toen een windvlaag zijn capuchon even deed afwaaien, zag ik dat hij eronder ook nog een pet droeg. Hij zette de capuchon snel weer op. Aan één hand droeg hij een katoenen handschoen en aan de andere hand niet. Hier was over nagedacht, begreep ik. Deze lange verschijning viel op in de menigte. Ik houdt daar wel van. Mensen die iets eigenzinnigs doen met kleding doorbreken de saaiheid van het vrij uniforme modebeeld.

Even kijken

Wat er gebeurt als ik hier gewoon ga zitten zonder te weten wat te schrijven. Ik vrees niets.

Toch lees en hoor ik vaak dat echte schrijvers gewoon elke dag aan hun pc of typmachine gaan zitten en en dan zien ze wel wat er komt.

Er is nu niets speciaals wat in me opkomt om te schrijven. Uh…..uh…….

Er komt niets. Ik hoor Ahmad in de keuken uitjes en andere groenten hakken voor de harira. Ik zit in de woonkamer achter mijn laptop. Het ruikt al heerlijk, waarschijnlijk zijn het de kikkererwten, de botjes van het lamsvlees en de kruiden die ik ruik. Lekker.

Aangezien ik verder niets te vertellen heb vandaag ga ik nu naar boven. Op de stilstaande fiets kijken naar de serie Snowfall. Een beetje lichaamsbeweging kan nooit kwaad. Tot de volgende keer.