Hondje

Mijn oudste dochter is met vakantie en nu mag ik een maand lang op haar hondje passen. Het is een heel lief minihondje en ik doe dat oppassen met veel liefde. Het hondje kent me inmiddels goed na eerdere oppasperiodes en begint al te kwispelen als ze voor mijn voordeur staat.

Ik vind het leuk om vier keer per dag met haar een wandelingetje te maken in mijn groene buurt en ik neem dan de tijd om haar overal rustig te laten snuffelen, waarbij ze vervolgens met piepkleine plasjes haar geur achter laat. Die wandelingen zijn haar momentjes van relatieve vrijheid waarin zij rustig de tijd kan nemen om al het hondennieuws via haar neusje tot zich te nemen.

Ze is al wat ouder, 12 jaar inmiddels, en mijn dochter zei dat ze een groot deel van de dag zal liggen te slapen. Daar merk ik weinig van. Ik zie haar de hele tijd naar mij kijken en waarheen ik ga, daarheen gaat zij ook. Nu ik hier zit te typen ligt zij in haar mandje binnen. Ga ik naar buiten, dan posteert zij zich daar met een constant zicht op mij. Van Ahmad wil ze niet zoveel weten.

De afhankelijke blik waarmee zij me de hele dag zit aan te staren maakt me ongemakkelijk. Zij is zo volledig afhankelijk van mij. Ik bepaal dat er eten en water in haar bakjes zit en wanneer zij eruit mag om haar behoeften te doen. Het baas zijn over een ander is een rol die slecht bij me past. Als ik eet en ik zie haar elk hapje dat in mijn mond gaat volgen, dan vind ik dat lastig. Ik zou mijn eten best met haar willen delen, maar weet dat mijn eten voor haar niet goed is. Dat ze aandoenlijk kwispelt en blij is als ik ’s morgens de trap af kom maakt me verlegen. ‘Lief eenzaam en aanhankelijk hondje’, denk ik dan, terwijl ik haar knuffel. Ze hoort in een roedel te leven met soortgenoten.

Ik weet dat honden en katten in wezen prooidieren zijn die oorspronkelijk zelfvoorzienend waren via de jacht. De mens heeft deze dieren gedomesticeerd met wederzijds voordeel. Honden als waakdier, beschermers van kuddes en als huisvriend, ja zelfs als hulphond voor gehandicapten of blinden. De hond hoeft niet meer te jagen en heeft gegarandeerd een portie eten en een beschutte plek om te slapen. Ook de kat is gedomesticeerd en bewijst zijn nut door muizen en ratten op afstand te houden van de woningen en wordt door de mens ervaren als een gezellige en sierlijke huisgenoot.

Ik begrijp het allemaal wel, maar ik merk dat ik er toch wat moeite heb met mijn tijdelijke maar o zo belangrijke rol in het leven van dit kleine hulpeloos gemaakte wezentje. Ik zie dieren het liefst in hun natuurlijke habitat.