Weer in Alhaurin de la Torre

Laten we het maar niet meer hebben over de reis ernaartoe. Of toch maar wel, ter waarschuwing van eventuele toekomstige reizigers die vertrekken vanaf Rotterdam Airport. We moesten drie uur voor vertrek op het vliegveld zijn. Tot onze verbazing stond er voor de ingang een viertal lange rijen met mensen die aan het wachten waren voor een reis naar verschillende bestemmingen. Er waren een aantal jongelui met hesjes op de been, die de reizigers informeerden over het hoe en wat van al die rijen. Wij kregen te horen dat de rij voor Malaga pas over drie kwartier zou starten. Dus we hadden even tijd om een kop koffie te drinken in het restaurant. Ahmad had daar niet zo een trek in, maar ik wel. Tja en daarna was het echt een dikke twee uur wachten in de rij buiten, naast drie andere rijen die maar mondjesmaat opschoven, omdat er telkens een groepje mensen uit elke rij naar binnen werd toegelaten om in te checken. Gelukkig was het lekker weer en al pratende met andere reizigers kwamen we de tijd wel door.

Het hele oponthoud had maar één oorzaak. Er was niet genoeg grondpersoneel. We kregen excuses van de beveiligers hiervoor. Eenmaal binnen verliep alles wel heel vlot. Wij bleken het moeilijk verkregen maar juiste formulier te hebben om snel door te kunnen naar de handbagagecheck. En dat was ook in Spanje zo. De QR code is echt iets dat grenzen voor je opent. Ik zag andere mensen klooien met stapels papieren.

Onze chauffeur stond al op ons te wachten. Nog steeds is er geen snelle weg naar het vliegveld vanaf Alhaurin de la Torre. Die weg schijnt in de planning te zijn. Telkens als er nieuwe lokale verkiezingen zijn wordt dat vermeld, maar dat is nu al jaren zo.

Wat wel bijna af is, dat is het lelijke betonnen monster met trappen en lift aan het einde van onze voorheen doodlopende weg. We hoorden vandaag van buurtbewoners dat deze ontsierende kolos begin september zal worden ingewijd door de burgemeester en wat andere notabelen.

Ingang van het betonnen bouwwerk vanaf onze straat

Eenmaal thuis aangekomen kon Ahmad nog net wat boodschappen halen. Intussen pakte ik de koffers uit in een verzengende hitte. Ons optrekje was flink opgewarmd dankzij hete zomermaanden met de ramen dicht. Daarna was het goed vertoeven op het terras dat Ahmad had laten afkoelen door middel van de tuinslang. We waren allebei een beetje suffig en gedesoriënteerd. Het is altijd even wennen waar alles in huis ook alweer ligt enzo.

Maar vandaag zijn we al helemaal gewend aan het leven hier. Ik heb zelfs al gefietst op de hometrainer, kijkend naar expeditie Robinson op de tablet via NLZiet. De ergste hitte lijkt wel voorbij en we hopen nog te genieten van een mooie nazomer met iets minder tropische temperaturen dan de maand hiervoor. 30 Graden is wel warm genoeg.

Vandaag riep Ahmad me even van mijn fiets, omdat hij de bellen hoorde van de geiten van de herder. Ze waren nu niet zo dichtbij als voorheen, maar in de verte kon je ze wel zien grazen in de kurkdroge natuur. Met die lieve trouwe honden erbij. Ik word daar altijd blij van.

Voorbereiding van reis naar Spanje

Dat gaat hier zoals gewoonlijk, omdat we daarin steeds meer routine krijgen door al dat heen en weer gereis. De voorbereiding bestaat uit een lijstje maken om niks te vergeten, het huis grondig te poetsen zodat het voor ongedierte niet aantrekkelijk is om het huis te kraken en afscheid nemen van dierbaren. En dat is in mijn geval een klein maar heel trouw clubje.

Het meest zenuwslopende was voor mij het invullen van een formulier in verband met COVID maatregelen. We hadden al de QR code, maar kennelijk is het niet voldoende om deze op je smartphone te tonen aan eventuele controleurs op het vliegveld. Nee, we kregen van Transavia een mail met de opdracht een formulier in te vullen en dat formulier kon je op je scherm krijgen door op een link te drukken. Het formulier bleek te zijn in vier talen (Engels, Duits, Frans en Spaans). Voor mij niet zo een probleem, maar ik weet niet of dat wel zo is voor elke reizende Nederlander. Je moest je naam, emailadres en geboortegegevens invullen en ook je paspoortnummer, het vluchtnummer en je stoelnummer. Dat betekende dus dat we eerst een stoel moesten reserveren. Als je die gegevens had ingevuld kon je drukken op ‘continue’, maar je werd daarbij wel gewaarschuwd dat je de eenmaal ingevulde gegevens niet meer kon wijzigen. Daar word ik dan al een beetje nerveus van.

Na het invullen van je gegevens kreeg je een mail met daarop een ‘form identifier’ en een ‘FCS form code’. Daar werd ik nog nerveuzer van.

Maar goed, met die codes kon je dan verder gaan met het invullen van je formulier en vervolgens werden je huisadres en het adres waar je gaat verblijven in het land van bestemming gevraagd. Ik vulde dat netjes in, maar in het adres waar wij verblijven zit de letter n met een sliertje erboven. Toen ik deze letter wilde typen met behulp van de alt en cijfer toets verdween het hele formulier van mijn scherm. En daarna kon ik er met geen mogelijkheid meer inkomen.

Toen kreeg ik een hysterische aanval. Ik dacht dat nu alles verloren was en dat ik vanwege dit rotformulier niet meer mee kon. Ik was al bang gemaakt door de waarschuwing dat je eenmaal ingevulde zaken niet meer kon wijzigen en nu dit weer. Ahmad moest eraan te pas komen om me te kalmeren. Het bleek dat je opnieuw het formulier op je scherm kon krijgen door weer die ‘form identifier’ en die ‘FCS form code’ in te vullen.

Daarna moesten we nog wachten tot 48 uur voor vertrek om het formulier verder in te vullen, maar ik wist nu hoe ik opnieuw in het formulier kon komen. Gisteravond rondden we het proces af en ik moet zeggen dat ik onder de indruk was van het document dat daarna tevoorschijn kwam en dat we moesten uitprinten. (Je moet dus kennelijk nu een pc en een printer hebben om te kunnen reizen! ?).

Op het document staat je CR code, je naam, je geboortedatum, je paspoortnummer, je vluchtnummer en de datum van de vlucht en je stoelnummer! De wonderen der techniek.

Collecteweken

Het lijkt erop dat met het einde van de schoolvakanties nu ook de collecteweken zijn begonnen. Eergisteren trof ik een jonge vrouw aan op de stoep voor een aantal supermarkten met een collectebus. Of ik iets over had voor de voedselbank. Natuurlijk had ik dat. Ik vind het al erg genoeg dat de voedselbank nodig is in een welvaartsland als het onze.

Ik heb voor mezelf de regel dat als iemand voor mijn neus staat en om geld vraagt, dat ik dan eigenlijk nooit wil weigeren. Dit komt door een ‘bijgeloof’ dat deze persoon niet zomaar op mijn levenspad komt. Iemand bedelt ook in de regel niet voor de lol om geld. Dus ik geef dan altijd wat. Een uitzondering vormen voor mij de mensen met een daklozenkrant. Zij staan vaak permanent voor dezelfde winkel te posten. En dan wil ik niet aan de gang blijven met geld geven. Het geeft me dan wel een ongemakkelijk gevoel om zo een persoon na één keer wel geld gegeven te hebben alleen maar te groeten in het voorbijgaan en niets te geven.

Bovendien heb ik in de regel geen contant geld meer bij me, net als de meeste mensen. Maar dat is tegenwoordig bij de ‘echte’ collectanten met een registratiekaartje op hun borst geen probleem meer. Je kan bij hen pinnen. En het voordeel voor de organisatie waarvoor zij collecteren is dan dat je in de regel niet een heel klein bedrag gaat pinnen. Dus dat werkt in hun voordeel.

Gisteren stond er een dit keer wat oudere dame met een collectebus. Of ik wat over had voor de ‘oudere mens’. ‘Wat doen jullie dan voor deze mensen?’ vraag ik. ‘Nou, we nemen ze mee een dagje uit of er wordt een bingo georganiseerd.’ ‘En hoe sporen jullie de ouderen die dat nodig hebben op?’ ‘Via verzorgingstehuizen en buurtcentra en dergelijke.’ Er gaat direct de gedachte door mijn hoofd dat er in de regel juist in dat soort instellingen al enige aandacht voor oudere mensen is. Ik maak me eerder zorgen om de ouderen die alleen zitten en waar niemand naar omkijkt. De ‘vergeten ouderen’ zogezegd. Ik pin vijf piek, maar ik zeg haar wel dat niet elke oudere zin heeft in groepsactiviteiten zoals een bingo of een uitje en dat sommigen misschien eerder behoefte hebben aan wat individuele aandacht. Hoe spoor je die mensen op? Jaja, dat weet de vrouw ook niet. Zij staat daar gewoon om geld op te halen.

Als ik de boodschappen daarna aflever bij mijn buurvrouw, tref ik haar huilend aan. ‘Wat is dat nou? Wat is er?’ Ze was vandaag, zoals gewoonlijk, aan het wachten op de zuster die de wond aan haar voet komt verzorgen. Maar die kwam maar niet. Toen ze belde naar het hoofdkantoor van de wijkverpleging kreeg ze te horen dat zij ‘niet was ingepland vandaag’. Dat was een foutje.

‘Hoe kunnen ze dat nu doen,’ huilt zij. ‘Ze weten dat ik al twee jaar vier keer per week opnieuw verbonden moet worden. En dan laten ze me zo vallen door een verkeerde planning. Ik ben zelf altijd zo punctueel geweest en nu moet ik ervaren dat ik voor hun gewoon maar een nummer ben. Ik denk weleens: wat doe ik nog op deze wereld.’

Zoiets breekt mijn hart. Alles is hier wegbezuinigd of ‘overgeorganiseerd’. Wat zo een fout als men vandaag maakte betekent voor een hulpeloze oudere met helse pijn aan haar voet beseft men niet. Wie kan zich in deze gejaagde wereld inleven in een oudere die al twee jaar noodgedwongen binnen zit en voor wie elke afspraak meer betekenis heeft dan voor iemand die wel mobiel is.

Uiteindelijk belde een zuster haar dat ze om 15 uur zou komen voor de wond, maar om 16.30 was zij er nog niet. In ieder geval is men opmerkzaam gemaakt dat er iemand moest komen voor die wond doordat mijn buurvouw zelf er over gebeld heeft. Wat ook herhaaldelijk gebeurt is dat de apotheek de verkeerde gaasjes en zalfjes aflevert en dat de diverse verpleegkundigen de wond op een verschillende manier verzorgen. Er is kennelijk geen duidelijk protocol. En de wond wordt nu eens kleiner en dan weer groter. Om gek van te worden! Ze gebruikt morfine voor de pijn.

Ik ga op reis in ik laat achter……

Mijn lieve kinderen en kleinkinderen. Maar ook….mijn lieve buurvrouw, voor wie ik al een paar jaar, als ik hier ben, de boodschappen haal en kleine klussen verricht

Het kost me moeite om haar achter te laten. Een dappere, hardwerkende vrouw op hoge leeftijd, die al twee jaar kampt met een een doorligwond aan een voet (na in het ziekenhuis te hebben gelegen met een gebroken heup). De wond wil maar niet dicht gaan en daarnaast heeft ze nu ook last van een zeer pijnlijke jicht in dat been.

Zij zit al twee jaar binnen en is alleen maar een paar keer naar buiten geweest met haar rollator, aanvankelijk met een fysiotherapeut en daarna een paar keer met mij. Maar nu komt dat er niet meer van, omdat zij zo een last heeft van die jicht en vanwege de wond aan haar hiel geen schoen aan kan.

Ondanks al deze ellende doet zij tot op heden nog steeds haar eigen huishouden, zo goed en kwaad als dat gaat, schuifelend door haar propere huis met haar rollator. Ook kookt zij nog voor zichzelf, maar dat gaat steeds minder goed.

Het doet me pijn om haar zo te zien. Dat ik de boodschappen zorgvuldig voor haar uitzoek en kom brengen, geeft ook gezelligheid voor haar. Ze kan steeds bijpraten met mij over haar wel en wee en omdat ik er dan toch ben, kan ik bijvoorbeeld haar balkons vegen, de plantjes water geven of we kijken even samen naar de tv.

Gelukkig krijgt ze juist vanaf deze week donderdag huishoudelijke hulp, zodat zij niet alles meer zelf hoeft te doen met gevaar voor vallen. Ook heeft ze nog contact met één zoon en zijn vrouw zal in mijn afwezigheid de boodschappen voor haar bestellen bij de bezorgservice picnic. En verder is zij gelukkig niet geheel zonder sociale contacten. Want deze Haagse kende altijd een rijk sociaal leven. Maar als je ouder wordt en dag na dag aan huis gekluisterd zit, dan neigen mensen je toch helaas te vergeten en minder tijd voor je vrij te maken.

Deze week zal ik de laatste boodschappen voor haar halen. En dan moet ik de zorg voor haar een tijd loslaten. Maar ik ga haar vanuit Spanje zeker af en toe bellen om te vragen hoe het gaat. Daarin ben ik dan weer trouwer dan in contacten met ‘vrienden uit het verleden, die mij niet nodig hebben’.

Baby’tje geboren

Gisteren is er een baby geboren in Sevilla. Het is het dochtertje van de jongste dochter van Ahmad. En daarmee is Ahmad opa geworden. Het zal leuk zijn om binnenkort op kraambezoek te gaan daar in de campo van Sevilla.

En vanmorgen vertrok mijn oudste kleinzoon met zijn tas, na een dikke week bij mij gelogeerd te hebben. Het was erg gezellig om hem weer te zien en met hem te kunnen praten over van alles en nog wat. Ook hij was ooit een schattige baby met kleine krulletjes. En nu is hij een volwassen man, waarop zijn oma heel trots is.

Het hondje is nog hier, maar dat zal niet lang meer duren, want mijn jongste dochter is al onderweg naar huis na een vakantie in Italië.

En dan gaan we ons voorbereiden op vertrek naar Andalus.

Tijd vliegt

En ikzelf blijf wie ik was, ben en zal zijn. Hoewel mijn gezicht en vel mijn leeftijd verraden, voel ik me in mijn gedachten en gevoelens nog even fris als toen ik een jaar of vier was. Dat voelt gek. Ik denk dat ik niet de enige ben die dat zo ervaart.

Door vele verhuizingen en omdat ik niet erg actief ben geweest in het onderhouden van vriendschappen, heb ik niet veel vrienden en vriendinnen die ik al lange tijd ken. Ze zijn er wel, maar ik ben niet iemand die veel moeite doet om te bellen of te schrijven om te vragen hoe het er nu mee gaat. Ik leef mijn leven en loop enige tijd een stukje met een een ander op, waarna de wegen zich weer scheiden door een verandering van omstandigheden, een verhuizing of wat dan ook. Mensen komen en gaan in je leven, althans zo is dat voor mij. Het is niet dat ik niet geïnteresseerd ben in het wel en wee van een vroegere vriend, vriendin of kennis, maar in de regel komt het er niet van om te gaan informeren. De dagen zijn zo om en dan heb ik er alweer niet gedacht om die ene nicht, die vriendin van weleer, die verre tante of die goede vriend te bellen of te schrijven. Daarin ben ik heel ontrouw.

Maar gisteren kwam het er dan toch eindelijk van. Ik reed helemaal naar Amsterdam om die vriend, die ik nu al 50 jaar ken, op te zoeken. Als ik daar dan geweest ben en ik terugkijk op een dag van koffie drinken en daarna een wandeling rond de Sloterplas, dan stemt me dat een beetje weemoedig. Waarom doe ik dat niet vaker? Ik denk terug aan de tijd dat deze vriend en ik elkaar leerden kenden als jonge mensen van 20 jaar, op de boot naar Suriname en daarna toevallig ook weer op de boot terug. En hoe leuk het was om daarna aan elkaar brieven te schrijven, een nu sinds lang in de vergetelheid geraakte gewoonte. Leuk was het steeds om zijn brieven te ontvangen en te lezen en me te verbazen hoe goed hij mij door had, zelfs op afstand. Daarna was het een tijd stil tussen ons, maar het contact werd weer opgepakt, nadat hij toevallig mijn weblog las. Misschien moet ik me meer interesseren voor meer mensen uit het verleden. Het is eigenlijk zo leuk om elkaar te zien na lange tijd.

Weer was ik in Nederland gedurende nota bene 10 maanden en weer heb ik niet de tijd genomen voor ontmoetingen met oude bekenden en de paar familieleden die ik nog heb. Trouweloos van mij ?.

Knuffelbaby op schoot

Mijn jongste zoon werkt al sinds het begin van de corona-epidemie thuis, evenals zijn partner. Dat was in het begin in het gezelschap van hun dochtertje in de kleuterleeftijd, die lange tijd ook niet naar school ging maar zich thuis moest zien te vermaken. Gelukkig is het een kind met veel fantasie, die heel goed zelf kan spelen. Daarna kwam er nog een baby bij. En nog altijd hebben beide ouders hun ‘kantoor aan huis’.

Af en toe breng ik ze een bezoek en dan sta ik iedere keer verbaasd hoe goed zij met elkaar de boel runnen. Ik heb te doen met al die ouders die beiden werken, geen opvang hebben of hadden voor hun kinderen en het maar moesten zien te redden thuis. Maar men speelt het klaar.

Sinds de oudste vakantie heeft, gaat zij een dag met haar kleine zusje naar de andere opa en oma. Dat is één van de dagen dat beide ouders een hele dag werken. De andere dag dat beiden de hele dag werken, ga ik naar hen toe en kom ik spelen met de oudste. Als het even kan ga ik dan graag met haar naar buiten, zodat zij op haar fiets de speeltuintjes in de buurt kan opzoeken en daar kan gaan schommelen.

Maar gisteren regende het de hele tijd dat ik daar was en moesten we ons binnen vermaken. We deden o.a. een spelletjes uno en legden een puzzel. Het voelde zo knus om dat te doen. Eigenlijk heb ik nooit veel gespeeld met mijn vier kinderen. Nog wel wat met de oudste, toen zij alleen was. Maar later liet ik de kinderen met elkaar spelen en hoefde ik alleen af en toe als scheidsrechter op te treden bij ruzies. Het is erg leuk om nu alsnog te spelen met een kind en mee te gaan in haar fantasie.

Ook heb ik een flinke tijd op de bank gezeten met haar kleine zusje op schoot. Toevallig was deze een beetje hangerig en voelde zij zich lekker om op schootje te zitten met een speen. Dat was geen straf. Het is een heerlijk gevoel om met zo een lieve warme bolle baby op schoot te zitten.

Toen het tijd was om naar huis te gaan, nam ik met weemoed afscheid. Volgende week is het de laatste week van de schoolvakantie en hebben beide ouders vakantie opgenomen. Ik hoef dan niet te komen spelen. En de week daarop gaan wij alweer naar Spanje.

Ik ga die kleintjes missen en ook mijn lieve kinderen. Maar Ahmad heeft ook kinderen en hij wordt binnenkort opa. Ik gun hem ook dat contact en ik zal daar zeker van meegenieten.

Ishaallah.

Logeeradres

Soms vraag ik me af waarom ik een logeerkamer heb met een tweepersoonsbed, terwijl daar zo weinig gebruik van wordt gemaakt. Mijn kinderen wonen niet meer in Den Haag, maar ook weer niet zo ver dat ze bij mij zouden moeten blijven slapen. Gasten van verre mogen wij zelden verwelkomen hier. Een enkele keer komt er een kleinkind logeren.

Maar nu doet zich toch weer een gelegenheid voor, die mij blij maakt dat ik die logeerkamer nog in de oude staat heb gelaten. (NB Ik had eerst drie logeerkamers, waarvan ik in twee daarvan de bedden al heb verwijderd). Mijn oudste kleinzoon van 23 jaar komt hier een week logeren. Niet dat ik hem veel zal zien, denk ik, want hij is gewend veel uit huis te zijn en hij heeft ook zijn werk. Maar gezellig vind ik het toch om hem weer eens te zien. Ik zal eraan moeten wennen om weer wat meer eten te koken, maar dat is iets wat ik in het verleden vaak genoeg heb gedaan. Ik woonde een aantal jaren in dit huis met zeven man.

Bovenstaande schreef ik eergisteren en nu zijn er alweer twee dagen voorbij dat deze jongeman in ons huis logeert. Ik zie hem weinig, zoals ik al verwacht had. Alleen de eerste dag hebben we even bijgepraat. Ik was heel blij te horen hoe goed het nu met hem gaat. Hij heeft nu werk wat hij erg leuk vindt en waarin hij ook kan groeien en hij heeft een vriendin. Dat zijn zaken die stabiliteit brengen in het leven van een jongmens.

Maar na eergisteren heb ik hem niet meer gezien, behalve even in de ochtend voor hij vertrekt. Hij komt in de regel pas thuis als wij al slapen.

Wat ik wel gemerkt heb is dat ik me verkeken heb op de hoeveelheid eten die hij behoeft. Ik ben gewend aan het vullen van de maag van een adolescent, maar deze jongen is inmiddels een man en eet niet meer zulke enorme porties ?.

Ontmoetingen

Mensen nemen een huisdier in huis voor de gezelligheid. Maar ook geeft het uitlaten van een hond mensen de kans om met elkaar in gesprek te raken. Dat ervaar ik nu ook, vooral als ik in mijn eentje op stap ga met het hondje.

Dat is leuk en zo leer je meer mensen en dieren kennen en kom je erachter wat er leeft in de buurt. Maar het allerleukste is voor mij het verrassingselement. De ene dag is de andere niet. Twee dagen achtereen zag ik de aalscholver en daarna enkele dagen niet. En bijna een week zag ik geen Canadese ganzen die ons buurt plegen te plagen met overal drollen op de paden. Ze houden zich op in grote groepen en er valt met hen niet te sollen. De kleinere vogelsoorten met zwemvliezen mogen blij zijn dat aan hen ook nog een plek wordt gegund rond en op het water.

Vandaag werd ik verrast door opnieuw de aalscholver. Ik vind het een mooie majesteitelijke vogel. Als een groupie bleef ik hem volgen en ik schoot enkele foto’s en een filmpje van het mooie dier.

Ook zag ik twee mannen met een spade en een metaaldetector. De ene was aan het wroeten in de aarde rond een treurwilg en ook de andere was druk bezig met de detector die herhaaldelijk aansloeg. ‘Mag ik vragen waar naar jullie op zoek zijn?’ vraag ik vrijpostig doch vriendelijk. ‘We zoeken naar munten,’ is het antwoord. ‘Wat voor munten? Zeldzame munten?’ ‘Ja, ook wel, maar we vinden soms ook gewoon euro’s.’

‘Typisch, apart wel,’ denk ik, terwijl ik verder loop. ‘Hoeveel munten kunnen er verstopt zitten onder de aarde in een wandelzone langs het water?’ Kennelijk voldoende om deze mannen druk te laten zoeken. Zij doen in ieder geval wel wat voor hun geld. Dat is in mijn ogen beter dan bedelen.