Kinderen

Het is een geschenk voor velen en het is een natuurlijk iets, het krijgen en grootbrengen van kinderen. Ik zou mijn vier kinderen die ik nog in leven zijn niet willen missen, ben blij dat ze er zijn. Maar is het gemakkelijk om kinderen te krijgen en groot te brengen? Nee! Kinderen heb je niet voor even, maar voor het leven. Iedereen kent wel de uitdrukking kleine kinderen kleine zorgen (niet helemaal waar!) en grote kinderen grote zorgen (ook niet helemaal waar). Vrijwel elke ouder wil het beste voor zijn/ haar kinderen. Vooral als ze klein zijn en nog heel argeloos en onbezonnen het leven in kijken, zou je ze als ouders het liefst in een doosje stoppen en ze beschermen tegen alles wat naar, lelijk, pijnlijk en moeilijk is. Je wilt niet dat ze lijden. Het lijden van een kind snijdt dieper in je ziel dan je eigen lijden.
Veel jongeren weten dat het moeilijk is en lastig om het leven te gaan delen met een kind dat 24/7 zorg nodig heeft, je beperkt in je pleziertjes en nog veel geld kost ook. Daarom beginnen ze er niet aan of ze denken er pas aan in een latere fase van hun leven. Eerst nog even die nieuwe baan, dat mooiere huis, die heerlijke vakantie. Heel begrijpelijk.
Mijn kinderen zijn ook echte levensgenieters. Ik had eigenlijk niet gedacht dat drie van hen zo snel kinderen zouden krijgen. Maar het is wel gebeurd. Eén van mijn oogappels heeft me echter verteld dat hij nog even wacht met ‘huisje-boompje-beestje. Deze vrije vogel wil eerst zijn carrière goed op poten hebben. Het is goed om doelen te stellen in je leven en ik ben trots op hoe hij met alleen het werk van zijn handen een wereld van geluk voor hemzelf weet te creëren.
Mijn andere drie koters hebben dus wel kinderen. Ik heb gemerkt dat dit hun karakter alleen maar positief heeft beïnvloed. Het zijn alle drie betere mensen geworden met meer verantwoordelijkheidsgevoel. Want dat is wat het zorgen voor kinderen met je doet. Het maakt een ander mens van je. Niet langer is de zorg voor je eigen hachje het belangrijkst, maar nu is er voorgoed de zorg voor een ander wezen, dat geheel van jou afhankelijk is, vooral in de tijd dat dit wezentje nog heel klein is. Of je nu wilt of niet, je zet vanzelf je egocentrische wensen opzij, als een kind midden in de nacht en vroeg in de ochtend jouw aandacht vraagt. Geen tijd meer voor het kijken naar die mooie serie (alhoewel, gelukkig heb je nu een pauzeknop en de mogelijkheid om programma’s op te nemen en terug te zien), geen tijd meer voor het rustig lezen van je krantje bij een kopje koffie. Je hele leven verandert van de ene dag op de andere. Dat heb ik vroeger ook gemerkt. Ik veranderde in één klap van een solitaire studente, die graag haar eigen gangetje ging in een zorgmoedertje. Je hebt eigenlijk niet eens de tijd om terug te verlangen naar je oude leventje. Zo slokt het nieuwe leven je op.
Ik heb het niet gemakkelijk gehad tijdens het opvoeden van mijn kinderen. Ik deed het overwegend alleen. Ik kreeg daarbij eerder tegenwerking dan medewerking van mijn ex. Het was als hardlopen door hoog water voor mij. Maar ik had mijn momenten van troost. Zo kwam ik in die tijd een oudere man tegen met een bijzonder prettig gezicht vol lachrimpeltjes. Hij zei me dat hij negen kinderen had en dat die kinderen van hem een beter mens hadden gemaakt. Van kinderen leer je veel. Ze houden je dagelijks een spiegel voor. Aan die man dacht ik vaak als ik het moeilijk had. Hij was jaren lang een voorbeeld en een troost voor mij, hoe vluchtig ook mijn korte gesprekje met hem was. Het was een betekenisvolle ontmoeting die onder meer mijn leven bepaalde. ‘Ships that pass in the night’: ontmoetingen die je hebt met mensen en die je een stapje wijzer maken op je levensweg.
Gisteren was mijn schoondochter bij me met lieve Noëlle, Een heel lief en vrolijk kindje maar een handenbindertje. Met haar schattige kontje kroop ze overal heen en ging ze overal tegenaan staan. We moesten haar constant in de gaten houden. Het gesprek komt dan ook dikwijls niet verder dan de prietpraat die je vaak hebt met kleine kinderen. ‘Vind je het soms niet moeilijk?’ vraag ik haar. Hele dagen alleen zijn met je kindje en toch betrekkelijk zijdelings in het leven staan. Ik kan het me zelf nog herinneren van vroeger, omdat mijn kinderen geen van allen naar een crèche zijn gegaan. Ja, zij vindt het soms best lastig, bekent ze. Heel leuk maar ook soms moeilijk. Daarom is ze blij als ze er af en toe op uit gaat, zoals vandaag naar mij. En morgen met wat vriendinnen die ook kleine kindertjes hebben.
Later komt mijn jongste zoon van zijn werk en dan eten ze lekker een bordje boerenkool, voordat ze weer naar huis moeten. Dat kan niet te laat, want anders is Noëlle over haar slaap heen en kan ze moeilijk in slaap komen. Dus zeg ik: ‘Ga maar gauw.’ Eerst doen zij haar alvast haar pyjama aan en haar slaapzak met daaroverheen een jasje. Met ook nog een mutsje op en een speen in haar inmiddels slaperige hoofd is ze zo vertederend lief dat ik nog gauw met mijn telefoon een foto maak. Bij opa op schoot.

Opa stuurt even later de foto naar zijn kinderen (allen nog kinderloos), waarop zijn oudste dochter reageert met: ‘Wat een schattig kindje. Je lijkt je heel goed te voelen als opa. Maar met ons zal dat nog even ‘gecompliceerd’ blijven.’ 🙂

Hippiehuisje

Gisteren was het wat beter weer dan in het weekend en inmiddels is Ahmad voor een groot deel hersteld van zijn verkoudheid. Dus hij maakte het vogelhuisje af, waaraan hij een paar dagen eerder begonnen was.
‘Hoe vind je het?’ vraagt hij. Mooi, met dat rustieke dakje, maar ik zie naast het gebeitste hout ook wat ongeverfd hout. ‘Dat kon niet anders, want ik moest sommige plankjes en balkjes wel doorzagen.’ Dat begrijp ik. De beits is helaas op. ‘Ik ga het huisje wat oppimpen,’ kondig ik aan en dan ga ik op zoek naar olieverf, die ik nog ergens moet hebben liggen. De tubes zijn zo lang niet gebruikt, dat ik ze niet kan openen. Ik leg ze op goed geluk in heet water en dat helpt. Ik krijg ze open en ik doe een klodder van elke kleur op een bordje. Nu nog op zoek naar penselen. Heb ik die nog wel? Ik kan me herinneren dat ik ze ergens moet hebben staan in één van mijn bakjes met potloden en pennen, maar waar? ‘Hebben we nog ergens penselen?’ vraag ik aan Ahmad. Jawel. in onze ‘moskee (kamer die we hebben ingericht als bidruimte’). Ja hoor, achter een kinderfoto van Ahmad is een mandje verstopt met pennen en daarin zitten drie penselen in verschillende diktes. Ik gris ze er blij uit en begin snel aan het schilderen van het ongeverfde hout. Ik heb weinig tijd, want ik moet zo gaan koken. De man heeft zijn eten graag op tijd en dat is in Spanje helaas midden op de dag (tussen 15 en 16 uur), als de Hollander volop bezig is met zijn ding te doen.
Dus ik klodder snel en nogal ongericht. Zeggen sommige schilders niet dat je nooit moet nadenken als je de verf op het doek gooit? Nou, dat doe ik inderdaad niet. Ik smeer maar wat. Als ik een spijkertje aanzie voor een oogje, maak ik daar maar een vogelkopje van. Het wordt een raar allegaartje van kleuren, waar ik niet trots op ben. ‘Vergeet je het eten niet/’ herinnert Ahmad mij. Nee, dat vergeet ik niet. Nog even, dan heb ik al het ongeverfde hout bedekt met een laagje.
Dan ren ik naar de keuken. ‘Een hippiehuisje,’ grijnst Ahmad. maar de ‘classic man’ is er toch wel blij mee. ‘Wat een mooi huisje is het geworden.’ Hij stuurt een foto naar al zijn kinderen.

Onzichtbaar vriend(innet)je

Toen ik nog heel klein was had ik een onzichtbaar vriendinnetje. Ik woonde eerst in Vught, waar ik de kleuterschool bezocht bij enge nonnen. Maar voor mij nogal onverwachts verhuisden we ineens naar Duitsland (Laarbruch), naar een vliegbasis, waar voor mij geen school was. Mijn broer ging wel al naar de lagere school in Well (Limburg) waarheen hij met een militaire bus gebracht werd. Ik had in die tijd dus even geen school en ik had maar één vriendinnetje, het dochtertje van een vriendin van mijn moeder. Het was een neet van een kind. Zij gunde mij niets en stak bijvoorbeeld direct op mijn verjaardag een gat in de kap van mijn pas gekregen poppenwagen met een plastic kinderschaartje. Dat deed ze uit pure nijd, terwijl ze zelf al een veel mooiere poppenwagen had met vering. Behalve mijn lieve broer, naar wie ik enorm opkeek, waren er in die periode geen andere Nederlandse kinderen voor mij om mee te spelen.
Maar ik was een vindingrijk en nogal solitair kind. Ik kon uren alleen spelen. Kennelijk zocht ik toch aanspraak, want ik creëerde voor mezelf een niet bestaand voor anderen onzichtbaar vriendinnetje. Als ik op mijn fietsje rondreed, dan zat zij bij me achterop en praatte ik met haar. Ik deelde met haar mijn ervaringen en zelfs mijn moeder wist van het bestaan van dit denkbeeldige kameraadje.
Tegenwoordig betrap ik mezelf erop dat ik, net als toen, wederom in mezelf praat. Dat doe ik bijvoorbeeld als ik op de fiets zit. Ik praat echter nu niet met een onzichtbare ander, maar met mezelf. Alsof ik mijn eigen makker ben, die mij bemoedigend toespreekt. Het zijn vaak praktische huis tuin en keuken-dingen die uit mijn mond rollen. In de trant van: ‘nu eerst daarheen’, ‘even een lijstje maken’, ‘kijken of ik dat kan repareren’ e.d. Meestal doe ik het als ik alleen ben, zodat niemand het in de gaten heeft. Ook op de fiets hoort niemand het, maar soms vraag ik me wel eens af of mensen het misschien raar vinden mijn mond te zien bewegen. Het is me ook weleens gebeurd op mijn werk.
Op zo een moment zie ik mezelf bezig en denk ik: ‘Shabnam, je bent een vreemde snoeshaan. Waar dient dit in jezelf praten nou toe?’
Geen idee. Maar het werkt op de één of andere manier kalmerend en rustgevend, alsof ik mezelf ergens doorheen coach. Ach ja.

Energieproviders

Al vele jaren ontvang ik mijn gas en naar zeggen groene stroom via Eneco, de grote en bekende energieprovider. Vaak genoeg komen er ijverige jongelingen aan mijn deur die me proberen over te halen over te stappen naar een andere energieleverancier. Ik weet dat ze vanuit busjes in wijken worden gedropt om dit ondankbare werk te doen. Voordat ze hun verhaal kunnen beginnen kap ik ze al vriendelijk doch beslist af. ‘Bespaar je de moeite. Ik ga het niet doen. Een enkeling vraagt me of ze dan even van het toilet gebruik mogen maken, wat ik uiteraard toesta en vervolgens wens ik ze succes ten afscheid.
Maar laatst vertelde één van mijn kinderen dat ze bij de Media Markt waren overgehaald tot het nemen van een energieabonnement op Essent. Ze kregen een welkomstcadeau, een waardebon van 265 euro om bij Media Markt te besteden. Een jongen had de energieprijzen voorgerekend en ze waren ervan overtuigd dat deze ook niet nadelig waren ten opzichte van de leverancier waar ze vandaan kwamen.
Nu heb ik al enige tijd een nieuwe ijskast nodig en ik kan ook wel een nieuwere I-phone gebruiken, dus ik ging ook even kijken op internet of Essent misschien iets voor mij kon zijn. Ik zag een schreeuwerig rode website en inderdaad was daar de Media tegoedbon te verdienen. Maar toen ik de prijzen van gas per kubieke meter en elektra per kilowatt ging vergelijken zag ik dat ik bij Essent echt duur uit kwam.
Ik zette mijn onderzoek voort en bekeek diverse vergelijkende sites. Bij alle sites kwam Nuon uit de bus als de beste keus. Een jaarcontract met aan het einde van het jaar ook een teruggave van 260 piek. De prijs van gas en elektra bleek ook niet duurder dan die van Eneco.
Spontaan gaf ik me op als overstapper naar Nuon. Via internet gaat dat allemaal zo eenvoudig.
Wat later ging ik toch twijfelen. Had ik echt wel goed gekeken? Zat er geen addertje onder het gras? Ik wist dat ik sowieso nog 14 dagen bedenktijd had om alles te annuleren. Ik bekeek weer een andere vergelijkende site. N.B. ik vraag me altijd af waar die ‘onafhankelijke’ vergelijkers van leven. Die doen het ook niet voor niets uiteraard. Ik kwam terecht bij een andere site en voor ik het wist had ik aangeklikt dat ik wel wilde gebeld worden door één van hun mensen om alles rustig op een rijtje te zetten.
En ja hoor, al snel werd ik gebeld door een medewerkster van Energie Direct, een kordate naam voor een bedrijf waarvan ik nog nooit gehoord had. Zij wist heel stellig dat ik bij hun het beste af was voor energie. Maar ik ben eigenlijk al overgestapt naar Nuon, wist ik er nog net  uit te brengen te midden van haar woordenstroom. O nee, dat was helemaal fout. De 260 was iets dat zij me zouden laten terugbetalen in de termijnbedragen. Alsof ik een bejaarde was nam het meisje me bij de hand. Ik moest even een mail openen die zij me zojuist gestuurd had. Daarin stond een contractvoorstel van Energie Direct. O ja, ik zag het en ik wilde juiste even het contract op mijn gemak doorlezen. ‘En nu moet u de knop aanklikken waarop staat ‘contract bevestigen’, zei het meisje vervolgens. Kennelijk dacht ze te maken te hebben met een randdebiel. ‘Ik zal dat pas doen als ik het contract gelezen heb en me erin kan vinden’, antwoordde ik. O nee, maar dat kon niet. Die knop moest ingedrukt worden voor haar administratie. Anders kon ze er niet mee verder, beweerde het wicht. Ik ‘zag’ draadloos haar hongerige verlangen naar het ontvangen van de contractbonus.
Ik bleef herhalen dat ik echt eerst rustig wilde kijken en vergelijken en dat ze eventueel later een reactie van mij tegemoet kon zien. Maar wanneer dan? Ze werkte vandaag maar tot drie uur. ‘Ze zou het wel merken’ antwoordde ik om een einde te maken aan haar gezeur.
Intussen was er ook net een welkomstbrief binnen gekomen van Nuon, met daarin alle ins en out van het contract. Ik werd er niet veel wijzer van. Inmiddels had ik mijn buik ook vol van het gedoe.Ik besloot Nuon te bellen en dit contract te annuleren. Het leek me ineens beter om maar gewoon bij Eneco te blijven. Lekker rustig en geen gezeik.
Ik belde dus naar Nuon en kreeg een prettige jongeman aan de lijn. ‘Ik zie er eigenlijk toch maar vanaf,’ opende ik het gesprek. De jongen bleef heel rustig en zei dat dit zo geregeld kon worden. Maar was het niet verstandig om eerst goed de prijzen te vergelijken? ‘Eerlijk gezegd begrijp ik niet zoveel van de tabel in het contract,’ bekende ik. Hij rekende me alles voor, uitgaande van mijn normale verbruik. Ik schijn meer gas dan elktra te gebruiken en juist de gasprijs is bij Nuon een paar cent goedkoper. De prijs voor electra is dan weer een paar tienden van een cent duurder, maar in verhouding ben ik uiteindelijk bij Nuon goedkoper uit. Daarbij komt het welkomstcadeau van 260 euro dat ik aan het einde van het jaar op mijn rekening krijg gestort. Dan loopt mijn contract bij hun in principe af, maar zullen zij weer komen met een nieuw contractvoorstel. Ik kan dan ook zonder boete opnieuw overstappen. Ik zag geen ongedierte meer onder het gras.
Ik vond deze jongeman met zijn rustige uitleg een verademing na de opdringerige meid ervoor. Ik vertelde het hem ook. Zei hem dat hij een goede verkoper was. Uiteindelijk is er bij dit soort onderhandelingen ook een ‘gunfactor’ die meespeelt. ik behoud dus nu het contract dat ik sloot met Nuon.
Wat ik geleerd heb uit dit hele verhaal en wat ook bekend schijnt te zijn bij schuldhulpverleners die mensen helpen om na te denken over hun financiën en op dingen te besparen is het volgende: Het is tegenwoordig verstandig om jaarlijks te kijken naar welke providers het handigst zijn voor het afsluiten van verzekeringen, gas en stroom, tv en internet, etc. Mensen zijn veelal bang om te veranderen en denken dat het niet uitmaakt, maar door goed te kijken naar de diverse providers en hun aanbiedingen kun je honderden euro’s besparen.
Nu had ik tot op heden absoluut niet die kruideniersmentaliteit en die drive om dingen op die manier uit te zoeken, maar het schijnt dus enorm te lonen.  Zo zou ik bijvoorbeeld ook eens moeten kijken naar mijn verzekeringen die ik alle heb ondergebracht bij de Ohra, niet de goedkoopste verzekeraar! Maar ik ben in die dingen heel laks. Ik heb nu de energie geregeld voor een jaar.
Wellicht is de volgende stap het bekijken van de verzekeringen. Je moet er maar zin in hebben. net als geld terugvragen van de belasting waar je mogelijk recht op hebt. Dat stel ik ook nogal uit.
Genoeg over geld! Ik ga nu tekenen.

Huizenjacht

Mijn kinderen zitten in een fase van huizenjacht, huizen zoeken, huizen inrichten, etc. Naast de programma’s op tv, zoals huizenjacht, vt wonen, eigen huis & tuin (overigens allemaal programma’s die mijn kinderen graag volgen), die ik voorbij zie komen, word ik nu ook verrast met foto’s en voorbeelden van huizen en inrichtingen, die mijn kinderen me sturen via de whats app.
Ik leef erg met ze mee en kan me herkennen in de de opwinding die het zoeken en inrichten van een woonstekkie met zich mee kan brengen. Wat ik niet meer kan bijbenen zijn de eisen van de tegenwoordige tijd. Een keuken die voor mij super de lux oogt naast mijn ‘sociale woningbouwkeukentje’ is voor mijn kinderen bijvoorbeeld al gauw ‘gedateerd’ en ‘niet industrieel genoeg’. De kastjes mogen beslist niet glimmen en keukenkastjes die tot in de hoogte reiken voldoen niet aan hun eisenpakket. Een kookeiland behoort zeker wel tot de wensen. Veel tegelwerk wordt afgekeurd als oubollig. Grijstinten doen het goed. Een betonnen aanrecht is helemaal het einde bij gebrek aan graniet. Meubels moeten stoer zijn en lampen idem dito.
Als ik in mijn eigen huis rondkijk, dan realiseer ik me dat dit vooral een samenraapsel is van herinneringen. Een schilderij van een Palestijnse vluchtelinge met kind, waarin ik mezelf herken, een schilderij van een vriendin van mijn moeder, een schilderijtje van een vriendin van mij, een vitrinekastje met schildpadjes van wijlen mijn lieve broer. Meubels die ik via marktplaats kocht voor een habbekrats, maar die nieuw 6000 piek hebben gekost. Ik heb de aankoopbonnen erbij gekregen. Fluwelen gordijnen die ik voor een prikkie overnam van de kinderen van een pas overleden vrouw. Ze zaten nog in de verpakking en waren nog niet eens opgehangen. Ik heb ze nu al zo een jaar of twintig voor drie ramen hangen. Alles is herinnering, tweedehands of uit het huis van mijn overleden moeder. Mijn keuken is eenvoudig, doch voor mij heel efficiënt. Ik ben gelukkig in mijn huis en voel me er knus als een hond in zijn mandje, maar de mensen van VT wonen zouden mijn huis ongetwijfeld afkeuren als ‘gedateerd’.
Het zal mij een worst zijn. Ik richt mijn huis al vanaf mijn studententijd in naar mijn eigen smaak. Ik zou met niemand willen ruilen en ik ben altijd weer blij als ik mijn eigen huisje binnen stap. Dat geldt iets minder voor ons huis in Spanje, omdat we dat gemeubileerd hebben gekocht. Ik moet zeggen dat de vrouw die het heeft ingericht een goede smaak had en met eenvoudige middelen toch iets leuks wist te creëren. Maar het heeft me tijd gekost om in dat huis te wennen. Ik had telkens het idee dat ik op visite was bij iemand anders. Langzaamaan hebben we het huis tot het onze gemaakt door er in te wonen en het uit te breiden met dingetjes van onszelf.
Wonen is belangrijk en hoe je woont bepaalt voor een deel je levensgeluk. Maar wat betreft je woonstijl moeten beantwoorden aan een eis die de omgeving stelt aan de inrichting van een huis? Dat is niets voor mij. Bij mij gaan dingen niet uit de mode. Ze blijven me dienen tot ze werkelijk ‘op’ zijn en niet langer bruikbaar. Ik raak niet uitgekeken op de spullen om me heen, maar hecht me eraan als aan een lekker zittend jasje.

Liefe oma

Kleinzoon Cris, 9 jaar oud was drie dagen bij mij. Zijn moeder moest werken (evenals zijn vader) en er was niemand anders die bij hem kon zijn. Kon ik op hem passen? Jawel. Mijn kinderen weten dat ik geen oppas-oma ben en zij vinden dat niet erg (‘jij hebt lang genoeg voor kinderen gezorgd , mam’), maar als het echt niet anders kan, dan sta ik klaar. Dus woensdag, donderdag en vrijdag was Cris bij mij.
Dinsdagavond werd hij gebracht door zijn moeder die de volgende dag al vroeg op haar werk moest zijn. Het is vakantie, dus hij mocht wat later naar bed dan normaal. Kort voor ons ging hij slapen. Hij mocht nog even lezen in bed.
Ik slaap al als ik ineens een zacht handje op mijn rug voel. Ik schrik wakker. Daar staat Cris en hij fluistert iets. ‘Wat zeg je Cris? Ik kan je niet verstaan. je mag het wel iets harder zeggen.’ Opnieuw gefluister. Hij wil kennelijk opa niet wakker maken. Ik besluit mijn bed uit te gaan en loop in mijn onderbroek en shirt met hem mee naar het grote bed in de logeerkamer. ‘Misschien moet toch je lampje uit,’ opper ik en om toch wat licht naar binnen te laten schijnen open ik het rolluik een beetje. Daarna hoor ik niks meer en is Crisje vertrokken in dromenland.
De volgende dag staat hij later op dan wij. Dat mag best. Het is vakantie en sinds de kerst is hij al helemaal uit zijn normale ritme. Hij bakt zelf twee eitjes met een gebakken uitje onder mijn toezicht en eet die met smaak op. Dan mag hij wel even aan mijn pc voor een spelletje en het bekijken van de vlog van Enzo Knol, een rage bij jongetjes van zijn leeftijd. Maar ik weet dat zijn moeder niet wil dat hij te veel met elektronica bezig is en dus laat ik hem ook andere dingen doen, zoals tekenen samen met mij. Helaas weet hij niet wat te tekenen. Dan maar een ‘creatie’ maken met strijkkralen.
Ik ben altijd bang dat kinderen zich bij mij vervelen. Daar had ik nooit last van met mijn eigen kinderen. Maar als een kind komt logeren, wil ik dat hij een toptijd heeft. Ik ben helemaal niet zo een lollige oma en zeker niet speels. Praat wel veel met kinderen. Ik vind het ontzettend leuk als kinderen de leeftijd hebben dat je echt een gesprek met ze kan voeren en dat doe ik dan ook. Ik stuur arme Ahmad, die net herstellende is van een aanval van bronchitis naar buiten om samen met Cris een vogelhuisje te timmeren, Van binnenuit lijkt het heel lekker weer met een zonnetje, maar er staat een gure wind en even later komt eerst Cris bibberend binnen en dan ook Ahmad die moest vluchten voor een gure regenbui in zijn pas gebouwde tuinhuisje. Verkeerd idee van mij, geef ik toe.
In de middag gaan we even naar buiten voor een wandelingetje. Kijken in de Uithof bij ons achter of daar nog die berg zand ligt die we een paar maanden geleden hebben zien liggen. Als dat zo zou zijn, dan zouden we daarvan wat nemen voor het ophogen van ons terras. Maar we vinden het zand niet meer. Op de plaats waar het lag staat nu een lelijk ijzeren, enorm ornament. Lelijke stalen driehoeken, die het mooie landschap ontsieren. Cris klimt in een paar bomen en ik bedenk me dat zijn moeder dat misschien niet zo leuk vind met zijn mooie jas. Gelukkig heeft de jas schutkleuren.
We doen een spelletje rummikub en dan mag hij weer even aan mijn pc. En zo rommel ik verder, een paar dagen lang. Ik kook zijn lievelingseten. Pakistaanse roti met een lekker gerecht.  Net op een moment dat ik me weer bezorgd maak dat hij het saai vindt bij mij, hoor ik hem zeggen: ‘Gelukkig, het is pas 4 uur. Dan kan ik nog heel veel creaties maken.’ De tweede nacht geef ik hem mijn warmwaterkruik mee in zijn bed en dat vind hij heerlijk. Die nacht slaapt hij gelukkig wel snel in.
Het hoogtepunt voor mij vindt plaats als we naar een kinderfilm zitten te kijken. Het gaat over een grote jongen (jaar of 16) en het speelt zich af in de riddertijd. De jongen moet voor een of andere missie een berg over te voet in een sneeuwstorm. Hij overnacht ergens en even later zie je hem weer lopen met een metgezel. ik ben helemaal verdiept in de film en vraag me net af of deze metgezel wel te vertrouwen is (de andere wilde hem bijna vermoorden), als ik Cris hoor zeggen: ‘Oma, heb je die bandensporen gezien in de sneeuw? Van die sporen van auto’s die heel snel door de sneeuw kunnen rijden?’ “Nee,’ zeg ik verbaasd. Ik heb daar helemaal niet op gelet, verdiept als ik was in het verhaal, maar mijn wijze Crisje wel. ‘Die jongens zijn daar gewoon heen gebracht,’ merkt hij pienter op. Ik sta versteld. Krijg nou wat. Zo een opmerkzaam manneke, klein koppie met veel hersentjes. Glimlachend ga ik een boodschap doen op de fiets.
Op donderdagavond komt zijn moeder direct van haar werk naar mij. Ze blijft lekker een nachtje slapen, samen met Cris in het grote bed. Dit keer hoef ik mijn warmwaterkruik niet af te staan. Vrijdag brengen we gezellig samen door en in de middag komt ook mijn schoondochter erbij met kleine Noëlle. En dan ’s avonds nog mijn jongste zoon. Dan eten we samen. opnieuw roti, het lievelingseten van ons allemaal.
Na het eten zegt Crisje: ‘Ik ga even naar boven. Wat later komt hij naar beneden met een afscheidsbriefje dat hij helemaal zelf geschreven heeft voor mij:
Liefe oma je kookt alltijd heel lekker en bent altijd lief
vandaar  deze brief (hartje)
en staat alltijd voor ons klaar
(vijf hartjes)
Love jou
Een nobelprijs voor de vrede had mij niet gelukkiger en trotser kunnen maken dat dit lieve kleine briefje.

Proefabonnementje

Nog in Spanje maar kort voor mijn vertrek naar Nederland kreeg ik in mijn mailbox een berichtje dat ik me 4 weken gratis kon abonneren op een krant naar keuze. Ik koos voor een abonnement op de Volkskrant, met een papieren editie met bijlagen in het weekend en door de week een uitsluitend digitale versie. Ik kon me namelijk nog herinneren dat ik in het verleden altijd een beetje nerveus werd van elke dag een papieren krant. Alsof ik dan ook verplicht was die krant helemaal uit te lezen dagelijks. Een weekend editie zou ik wel aankunnen, dacht ik.
In mijn nederige woonvertrek ligt op de vensterbank naast mijn favoriete stoel nog de hele stapel papier van het afgelopen weekend. Ik heb er nog geen letter uit gelezen. Maar de berg papier ligt er als een stapeltje ‘nog te verrichten huiswerk’, zoals ook reclamefolders daar vaak liggen. Maar de folders lees ik meestal wel heel snel, belust als ik ben op koopjes. Zo spaarde ik laatst bij kruidvat 33 euro uit bij het kopen van scheermesjes voor de man en lippenstiften en mousse voor de haren van de vrouw. Daar houd ik van.
Maar goed, die krant van afgelopen zaterdag met bijlagen ligt daar dus nog onaangeroerd. Intussen werd ik door de Volkskrant gebombardeerd met mailtjes die me met klem aanrieden om gebruik te maken van een tijdelijke korting als ik mijn proefabonnement zou verlengen. Ik gooide ze in de digitale prullenbak. Een telefoontje kon niet uitblijven en ik werd dan ook gebeld door een callcentermedewerker, terwijl ik net lekker zat te tekenen. Wat vond ik van de Volkskrant, die ik vier weken had mogen lezen? Nou, eerlijk gezegd viel het me een beetje tegen, antwoordde ik naar waarheid. Het was me vooral te doen om de columns, waar ik normaal niet bij kan in het gratis dag-overzicht dat ik eerder kreeg via mijn mail. Maar de informatie en verhalen vielen me tegen. ‘Ja, maar dat komt omdat het net kerst en nieuw was en dan is er niet zoveel nieuws,’ (huh?) was het argument van de callagent. Ok, ik begreep dat wel (vakantie enzo), maar gezien mijn omstandigheden (veel ‘niet thuis’) had ik toch besloten geen abonnement te nemen. Het speet me wel een beetje voor de medewerkster aan de telefoon. Ik weet hoe ondankbaar dit werk moet zijn voor deze mensen met zoveel ‘nee’-antwoorden. Ik heb gewoon heel sneaky geprofiteerd van het gratis aanbod, nadat ik was nagegaan dat dit mij tot niets verplichtte.
Ga ik de krant missen? Nee. Het zal een opluchting voor me zijn. Weer een dingetje minder te doen……
Wil ik toch op de hoogte blijven van het dagelijkse nieuws zoals dat gepresenteerd wordt in Nederland, dan zijn er nog heel veel andere bronnen die ik kan raadplegen en de makkelijkste is radio 1 waar ik, al bezig zijnde met wat anders, naar kan luisteren. Daar wordt al het nieuws voor me uitgekauwd. En dan heb je nog de gratis overzichten van NRC, AD en Volkskrant die ik kan scannen. You Tube biedt ook veel.
De overvloed aan het gesproken woord op papier en internet heeft me even stil gemaakt. Wordt er niet al genoeg gezegd? Moet ik daar ook nog wat aan toevoegen? Kan ik niet beter blijven tekenen? Nee, ik blijf ook gewoon mijn gedachten spuien. Beetje van dit en beetje van dat……..

Een nieuw jaar

Gisteren waren ze alweer voorbij, de feestdagen die noden tot reflectie, samenzijn met familie en in sommige gevallen helaas ook tot destructie. Ik ben altijd blij als alles weer zijn normale gang gaat, dat er weer gewerkt wordt en gebouwd, na de stille dagen van ledigheid en impasse.
Vooral constructieve werkzaamheden werken geruststellend op mijn gemoed. Die geven mij het gevoel dat de wereld blijft draaien en dat gezorgd wordt dat de schappen in de winkels vol blijven. Elk artikel dat ik koop heeft een lange weg afgelegd om bij mij terecht te komen en het is door vele werkzame handen gegaan. Hoewel ik de ongerepte natuur meer bewonder dan wat de mens kan vervaardigen, ben ik heel blij met wat mensenhanden en -hoofden hebben geproduceerd in deze wereld. Het is bovendien een zegen om in een land te wonen waar geen oorlog heerst.
Niet dat alles pais en vree is in dit land. De spanningen zijn voelbaar en hebben nog veelal een onderhuids karakter. In de (a)sociale media is er al een openlijke oorlog, zij het dat deze meestal nogal laf en overwegend anoniem gevoerd wordt. ‘Vrijheid van meningsuiting’ vanachter een verdekte opstelling.
Als ik in mijn buurtje fiets, waar ik als blanke Nederlander al lang tot de minderheid behoor, voel ik het wantrouwen over en weer dat ontstaan is. Mensen lijken meer op hun hoede en minder ontspannen. Ik vind dat jammer. Ik wil terug naar de open mentaliteit die er was in Nederland in de 70-er jaren. Toen er nog geen sprake was geweest van terroristische aanslagen onder het mom van ‘geloof” en mensen met een open en onbevangen blik keken naar ‘vreemdelingen’. Andere culturen waren boeiend en wij waren geïnteresseerd in het verhaal van de ander. We hadden nog niet zoveel vooroordelen als nu. Daar moeten we naar terug. Haal die lelijke bril weg die de ander bij voorbaat in een negatief daglicht zet en bekijk de ander als persoon. Dan gaan we zien dat we niet veel van elkaar verschillen en kunnen we leren van elkaars gewoonten en gedachten.
We zijn te bang en wantrouwend geworden. We voelen ons te superieur met onze ‘democratische waarden’. Er zijn andere culturen, even wijs, veelal wijzer en ouder dan de onze. Laten we naar elkaar luisteren met echte interesse. Dan is een multiculturele samenleving niet langer een verarming maar een verrijking: lang leve de Nieuwe Nederlandse Multi-cultuur!
We zijn daar nog een stukje vanaf helaas. Wat we nu nodig hebben zijn mensen die willen verbinden en niet polariseren, zoals dat nu veelal gebeurt. Mensen met humor en een brede blik, die verder kijken dan hun democratische neus lang is.
Hiha, mevrouw wijsneus heeft gesproken 😉