Toen ik nog heel klein was had ik een onzichtbaar vriendinnetje. Ik woonde eerst in Vught, waar ik de kleuterschool bezocht bij enge nonnen. Maar voor mij nogal onverwachts verhuisden we ineens naar Duitsland (Laarbruch), naar een vliegbasis, waar voor mij geen school was. Mijn broer ging wel al naar de lagere school in Well (Limburg) waarheen hij met een militaire bus gebracht werd. Ik had in die tijd dus even geen school en ik had maar één vriendinnetje, het dochtertje van een vriendin van mijn moeder. Het was een neet van een kind. Zij gunde mij niets en stak bijvoorbeeld direct op mijn verjaardag een gat in de kap van mijn pas gekregen poppenwagen met een plastic kinderschaartje. Dat deed ze uit pure nijd, terwijl ze zelf al een veel mooiere poppenwagen had met vering. Behalve mijn lieve broer, naar wie ik enorm opkeek, waren er in die periode geen andere Nederlandse kinderen voor mij om mee te spelen.
Maar ik was een vindingrijk en nogal solitair kind. Ik kon uren alleen spelen. Kennelijk zocht ik toch aanspraak, want ik creëerde voor mezelf een niet bestaand voor anderen onzichtbaar vriendinnetje. Als ik op mijn fietsje rondreed, dan zat zij bij me achterop en praatte ik met haar. Ik deelde met haar mijn ervaringen en zelfs mijn moeder wist van het bestaan van dit denkbeeldige kameraadje.
Tegenwoordig betrap ik mezelf erop dat ik, net als toen, wederom in mezelf praat. Dat doe ik bijvoorbeeld als ik op de fiets zit. Ik praat echter nu niet met een onzichtbare ander, maar met mezelf. Alsof ik mijn eigen makker ben, die mij bemoedigend toespreekt. Het zijn vaak praktische huis tuin en keuken-dingen die uit mijn mond rollen. In de trant van: ‘nu eerst daarheen’, ‘even een lijstje maken’, ‘kijken of ik dat kan repareren’ e.d. Meestal doe ik het als ik alleen ben, zodat niemand het in de gaten heeft. Ook op de fiets hoort niemand het, maar soms vraag ik me wel eens af of mensen het misschien raar vinden mijn mond te zien bewegen. Het is me ook weleens gebeurd op mijn werk.
Op zo een moment zie ik mezelf bezig en denk ik: ‘Shabnam, je bent een vreemde snoeshaan. Waar dient dit in jezelf praten nou toe?’
Geen idee. Maar het werkt op de één of andere manier kalmerend en rustgevend, alsof ik mezelf ergens doorheen coach. Ach ja.
https://www.psychologiemagazine.nl/advies/is-tegen-jezelf-praten-normaal/#
https://www.reptoir.nl/geniale-freelancers-praten-tegen-zichzelf/
Oftewel volgens goodoldgoogle is het goed.
Dat stelt me gerust. Het voelt ook wel lekker, als ik het doe. Geniaal ben ik echter zeker niet. Ben al blij als het dementiespook hier niet gaat rondwaren….