Meeuw in mijn huis

Ik ben vandaag vrij vroeg beneden en zie direct een meeuw op de tuintafel staan. Het is een mooi gezicht. Meeuwen zijn heel wit en zien er fris en schoon uit. Maar dat geldt niet voor wat er uit hun meeuwenkontjes valt! Zij poepen grote klodders en laten daarbij vlekken achter die moeilijk te verwijderen zijn, vooral als ze al wat ingedroogd zijn.

Ik jaag de mooie maar overlast gevende vogel weg, maar tot mijn verbazing vliegt hij niet weg maar wandelt hij door mijn tuin en neemt dan plaats op de rand van een grote pot met koriander.

Ik bekijk de tafel en de stoelen en zie dat deze vol zitten met klodders…..Ik zeg het woord niet, want anders krijg ik reacties dat dit wéér een poepverhaal is.

Ik denk niet langer na, maar pak snel een natte poetslap om de uitwerpselen op de weerbestendige stoelkussentjes en tafel weg te poetsen voordat het helemaal is ingedroogd. Ik besef dat ik daar sta in mijn onderbroek en een t-shirt en hoop maar dat ik geen toeschouwers heb. Ik verwacht het niet vanwege het vroege uur op zondag. Het lukt me niet erg goed om de verschrikkelijke vlekken weg te werken.

Dan ga ik toch maar naar boven om even een broek aan te trekken. Ahmad is ook inmiddels wakker en ik vertel hem over de meeuw. ‘Die jaagde ik eerder in de ochtend ook al van de tuintafel,’ zegt hij. (O, vandaar die al ingedroogde vlekken op de tafel en stoelen, denk ik dan)

Als ik beneden kom zie ik de meeuw nog steeds door de tuin lopen. Ik wil hem wegjagen, maar hij vliegt niet op. In plaats daarvan lopen we rondjes om de schuur en probeer ik hem te foppen door ineens van de andere kant te naderen. Ik bedenk me dat het dier misschien niet kán wegvliegen en besluit de poort van de tuin open te doen, zodat hij daardoor kan verdwijnen. Maar in plaats daarvan loopt de meeuw mijn huis in!

Potverdikkeme, niet op mijn Perziche tapijt, denk ik dan en ik jaag hem naar de betegelde keuken en dan de bijkeuken in. Nu is het zaak om hem via de deur van de bijkeuken naar buiten te krijgen. Dat lukt gelukkig als Ahmad me komt helpen en we de deur naar de gang vanuit de keuken hebben gesloten.

Even later zie ik de meeuw lopen op het grasveld voor mijn huis. Hij vliegt nog steeds niet op. ‘Misschien kan hij niet vliegen,’ zeg ik tegen Ahmad, ‘en moet ik de dierenambulance bellen.’ ‘Ik ga wel even kijken of hij kan vliegen,’ zegt Ahmad. Hij loopt naar de meeuw en maakt een dreigende beweging. Dan vliegt de meeuw weg. Ik zie dat deze meeuw, net als een vliegtuig, een vrij lange periode nodig heeft om op te stijgen. Mijn omheinde tuin was kennelijk te klein om weg te kunnen vliegen. Hij had een langere startbaan nodig.

Oppervlakkig

De laatste tijd houd ik me nogal op de vlakte bij alles wat ik hier schrijf. Maar het is ook niet gemakkelijk om heel open te praten over alles wat me bezig houdt. Bovendien hoeft dat ook niet, omdat niet alles gezegd hoeft te worden.

Als ik om me heen kijk naar wat er nu gebeurt om me heen en verder weg of kijk naar het weerbericht om me heen en dat van verder weg, dan word ik daar niet per se vrolijk van. Wat ik echter om me heen zie aan plantjes en diertjes maakt me wel blij en daarom schrijf ik daarover en maak ik daar foto’s en filmpjes van. Dat komt vast heel ‘eutebeuterig’ over.

Ik wil me graag uiten maar vind meestal niet de woorden die alles dekken wat ik denk en voel. Ik ben geen dichter en ook geen echte schrijver. Ik ben een hobbyist die van alles een beetje kan. Gelukkig heb ik weer een idee voor een schilderijtje. Dan kan ik me daarin uitleven. Ik denk dat we allemaal de behoefte hebben om ons te uiten en dat kan op allerlei manieren. Ik wens de lezer succes in het uiten van wat hem/haar bezig houdt, boeit of bezorgd maakt. We zijn mensen en mensen kunnen gevoelens en gedachten delen door woorden, beelden, dans, zang, muziek enzovoort. Dat is mooi. Een goed gesprek of een uitwisseling van genegenheid met een vriend(in), familielid, kind, collega, onbekende is ook nooit weg en geeft warmte over en weer.

Zullen we ons daaraan vasthouden?

Filmpjes van de Uithof in Den Haag

Wat Ahmad wil uitdrukken met zijn weblog over zijn tuin is ongeveer wat ik probeer te doen met mijn filmpjes over de Uithof en ook wel die van onze wandelingen in Spanje. Ook ik groeide in mijn jongste jaren op in een groene en bosrijke omgeving. Dat is te danken aan het feit dat mijn stiefvader vlieger was in het leger. Militairen wonen op de mooiste plekjes (min of meer verborgen voor ‘ de vijand’). Tussen bomen en dieren groeide ik op tot we naar Eindhoven verhuisden.

Verschil tussen mij en Ahmad is dat hij veel leergieriger is dan ik. Hij wil alles weten over wat hij ziet, deelt zijn kennis en maakt daar een mooi weblog van. Ik ben meer van de indrukken zonder me veel af te vragen.

Zonder woorden wil ik de schoonheid laten zien van onze leefomgeving en met name de natuur voor zover niet gestoord door de mens. Hier is er weer eentje.

Inleiding voor zijn weblog die Ahmad schreef

Hij weet nog niet of hij het weblog ooit echt de ether in gaat sturen. Het staat nu in zijn local host. Maar hij liet me alvast de inleiding lezen die hij schreef aangaande zijn motivatie voor dit weblog. Ik las hem en zag er in mijn ogen alles in wat Ahmad typeert als liefhebber van de natuur en hoe hij die weet te verbinden met spiritualiteit, liefde en zijn geloof. Daarom wil ik de inleiding hier plaatsen in het origineel en in mijn mijn vertaling uit het Spaans.

Zie onderstaande:

Este es un espacio para hablar de mi jardín como símbolo de vivir y saber. Un jardín es mucho más que un conjunto de plantas más o menos ordenadas: es una pequeña representación de la dinámica vital de las personas, animales y plantas, y todo ello bendecido por la luz del sol, la luna y las estrellas, el agua y el viento que contiene el oxígeno y otras partículas vitales.

Sin embargo, teniendo en cuenta todo lo anterior, un jardín nace en la mente antes que en la realidad, una idea, o pensamiento, que germina en lo más profundo de los sentimientos, las emociones y la espiritualidad. Hablamos de jardín como expresión humana, no como un producto comercial. Cada sociedad y cultura ha ordenado este pequeño espacio según sus valores, anhelos y sentimientos, su tecnología, saberes y recursos. Pero quiero hablar de la vida contenida en un jardín, sea el que sea, pobre o rico, diverso o monótono.

¿Para que ha creado la naturaleza tanto colores y olores? No es un ofrecimiento para deleite humano, sino para sus propias necesidades biológicas: atraer a los insectos que puedan polinizarlas y, de este modo, reproducirse y evolucionar genéticamente. Y por debajo de sus flores y hojas, otro mundo infinitamente pequeño, trabaja sin descanso para hacer posible todo signo de vida. Es una armonía universal donde todos ponen su pequeña aportación en este proceso vital, pero eso no signfica una forma ideal (desde la perspectiva humana) de ser y comportarse, como podemos contemplar en la crudeza de los depredadores cuando necesitan cazar para comer, o para defenderse. Pero esa «crudeza natural» es un puro bálsamo ante las crueldades de que es capaz el ser humano.

Un jardín es una representación del gusto y refinamiento por la vida, en su sentido más profundo, pues alrededor de las flores y sus aromas, han surgido verdaderas obras poéticas, grandes obras de artes en pinturas y arquitectura en cuyo espacio es propio para el amor, la amistad, la alegría y la meditación, también ese rincón donde podemos ocultarnos para llorar las penas, los desamores y engaños.

Por tanto, un jardín es un espacio cultural, emocional y espiritual que cada ser humano necesita y anhela.

Mijn vertaling:

Dit is een ruimte om te praten over mijn tuin als symbool van leven en kennis. Een tuin is veel meer dan een verzameling min of meer geordende planten: het is een kleine representatie van de vitale dynamiek van mensen, dieren en planten, en dit alles gezegend door het licht van de zon, de maan en de sterren, het water en de wind die zuurstof en andere vitale deeltjes bevat.

Als we echter al het bovenstaande in aanmerking nemen, wordt een tuin in de ziel geboren voordat het in werkelijkheid een idee of gedachte is, die ontkiemt uit de diepten van gevoelens, emoties en spiritualiteit. Ik wil hier praten over een tuin als menselijke uitdrukking, niet als een commercieel product. Elke samenleving en cultuur heeft haar ruimte georganiseerd op basis van haar waarden, verlangens en gevoelens, haar technologie, kennis en middelen. Maar ik wil het hebben over het leven in een tuin, wat die ook mag zijn, arm of rijk, divers of eentonig.

Waarom heeft de natuur zoveel kleuren en geuren gecreëerd? Het is geen aanbod voor menselijk genot, maar voor haar eigen biologische behoeften: het aantrekken van insecten die haar kunnen bestuiven, zodat zij  zich op deze manier genetisch kan voortplanten en evolueren. En onder de bloemen en bladeren werkt een andere oneindig kleine wereld onvermoeibaar om elk teken van leven mogelijk te maken. Het is een universele harmonie waarin elke soort zijn kleine bijdrage levert aan dit vitale proces, maar dat betekent niet dat er een ideale manier is (vanuit menselijk perspectief) om te bestaan en zich te gedragen, zoals we kunnen zien in de ruwheid van roofdieren wanneer ze moeten jagen om te kunnen eten of zich verdedigen. Maar deze ‘natuurlijke wreedheid’ is een puur balsem vergeleken met de wreedheden waartoe mensen in staat zijn.

Een tuin is een weergave van de smaak en verfijning van het leven, in de diepste zin van het woord, omdat rond de bloemen en hun aroma’s echte poëtische werken zijn ontstaan, grote kunstwerken in schilderijen en architectuur waarin de ruimte geschikt is voor liefde, vriendschap , vreugde en meditatie. Daarnaast  een ruimte waar we ons kunnen verstoppen om uit te huilen over het door ons geleden (liefdes)verdriet en bedrog.

Daarom is een tuin een culturele, emotionele en spirituele ruimte die ieder mens nodig heeft en waarnaar hij verlangt.

Ahmad is bezig met een nieuw weblog

Hij maakt foto’s van alle planten en bloemen die bloeien in onze tuin. Hij zet daar bij een beschrijving van elke plant, die hij opzoekt op internet met vermelding van de bezochte link. Daarbij gaat hij heel secuur te werk. Als hij klaar is met de planten wil hij zich richten op de vliegende insecten en kruipende diertjes rondom deze planten en ook daarvan een beschrijving geven.

Hij is er al een tijdje mee bezig in volle concentratie.

Al als kleine jongen was Ahmad geïnteresseerd in alle wat groeit en bloeit. Hij kreeg geen kans zijn school af te maken, maar profiteerde wel van de leerschool die hij kreeg met zijn familie door elke dag naar hun landbouwgrond te gaan en daarop te planten en te oogsten.

Hij werd geraakt door wat hij om zich heen zag aan natuur en bleef vaak slapen op het land om naar de sterren te kijken en in de ochtend op te staan met het gezang van vogels. In zijn latere ‘carrière’ deed hij van alles om financieel te voorzien in de behoeften van zijn ouders en later zijn gezin, maar door wilskracht had hij daarnaast het geluk toch een diploma te halen als hovenier. Dat bezorgde hem een aanstelling als ambtenaar en hovenier in de pantsoenen. Hij had een grote liefde voor planten en bloemen en was bekoord door de mooi aangelegde tuinen uit de tijd van Al Andalus. Ook waar hij werkte stonden prachtige bomen en planten. Het deed hem dan ook pijn dat de baas voor wie hij werkte hem dwong planten en bomen die nog mooi en sterk waren te kappen en te verwijderen. Hij werd gezien als een te eigenwijze tuinman en werd dan ook overgeplaatst naar de functie van beheerder op sportterreinen. Een ‘lastig en eigenwijs iemand’ als hij was zijn baas liever kwijt dan rijk.

Het was een voor Ahmad vervelende tijd om het eentonige werk op de sportvelden te moeten verrichten dat in niets leek op datgene waarvoor hij had geleerd. Uit verveling ging hij de geschiedenis van Andalusië bestuderen en schreef daarover zijn boek ‘Andalucía como matria’.

En nu is hij in de gezegende omstandigheid dat hij niet meer hoeft te werken en datgene kan doen wat hij leuk vindt. En nu komt zijn liefde voor alles wat groeit en bloeit weer naar boven. Hij heeft onze tuin dit jaar voorzien van veel aromatische, eetbare en decoratieve vaste planten. Hij verzamelt de bolletjes en de zaadjes uit de planten om ze opnieuw uit te strooien, zodat we elk jaar een rijkere oogst hebben aan verrassende planten.

Geen creativiteit meer

Zowel Ahmad als ik doen niets meer aan huisvlijt. Er wordt niet aan pyrografie en tiffany gedaan en ik heb nog een canvasje dat onbeschilderd blijft.

‘Jij maakt ook niks meer, hè,’ zeg ik tegen Ahmad. ‘Ik heb geen idee wat ik zou willen maken en voor wie,’ zegt hij. Datzelfde geldt ook voor mij. Ik heb geen plan voor een schilderij dat ik nog in mijn huis of in het huis van iemand anders zou willen zien hangen. En ik maak niet graag dingen om die vervolgens in een hoekje te laten verstoffen.

Maar nu denk ik: hoezo niet? Ik heb nog veel verf. Waarom ga ik niet schilderijen van anderen die ik mooi vind of andere dingen die me aanspreken naschilderen om daarvan te leren. Of gewoon voor de lol. De schilderijen die af zijn kan ik gewoon bewaren of weggooien. Ik denk erover na.

Voorlopig houd ik bij slecht weer me bezig met fietsen op de hometrainer en intussen series kijken op mijn tablet. En lezen in de tuin als de zon schijnt. Elke dag maken we een wandeling en doen wij in de middag onze spelletjes rummikub. Alle puzzels genaamd ‘het woord’ die ik in de kranten vind los ik dagelijks op. Ik kijk en luister nieuws. De dagen zijn zo om. Ben ik misschien een beetje gemakzuchtig geworden? Wellicht, maar het bevalt me wel…..

Wat een zegen is het als je niet meer zoveel hoeft maar wel dingen mag doen waar je zin in hebt.

Opruimen en oppassen

We hebben het allebei gedaan. Het oppassen op mijn kleindochter van 8 jaar was reuze gezellig. Ik had me voorgenomen me niet te veel uit te sloven, maar kennelijk kan ik het gewoon niet nalaten om alles eruit te halen wat er in zit om dat meisje een goed tijd te bezorgen. Het was een drukke dag met veel indrukken. Toen we wandelden in de Uithof kwam ik een vrouw tegen die oorspronkelijk uit Thailand kwam, maar nu de Nederlandse nationaliteit bezat. Zij praatte honderduit met mij, alsof ze mij al jaren kende. Ik kreeg zo een beetje haar hele levensverhaal te horen, terwijl Ahmad en de kleine ongeduldig stonden te wachten tot ik eindelijk met hun verder zou lopen. Maar ik kon het niet over mijn hart verkrijgen iemand die me zozeer in vertrouwen nam bruut af te kappen.

Daarna kreeg ik weer een praatje met een man die op de fiets passeerde. Hij vond het erg goed van ons dat wij een kind lieten kennis maken met de natuur. Toevallig waren er in de verte ineens een paar konijnen te zien die daar aan het rondspringen waren. Het was voor het eerst dat we konijnen zagen in de Uithof. Het waren er een stel, dus het zou kunnen dat er in de toekomst een stuk meer zullen rondhuppelen, de voortplantingsdrift van konijnen kennende. Toen ik klein was waren konijnen het normaalste wat je tegenkwam in de omgeving waar we woonden, maar hier in het Haagse heb ik ze nog niet zo vaak gezien en in de Uithof tot nu toe helemaal niet. Dus dat was een verrassing.

Toen het logeerpartijtje voorbij was en we de lieve meid hadden thuisgebracht waren Ahmad en ik bekaf. Gek dat je zo snel went aan een rustig leventje samen. We sliepen van 22.00 uur in de avond tot vanmorgen 9.00 uur. Bijna het klokje rond.

Vandaag vulde ik in totaal 5 vuilniszakken met ouwe meuk. Het viel me eigenlijk mee wat ik in de loop der tijd heb bewaard. Kennelijk heb ik wel eens vaker opgeruimd. De meuk bestond hoofdzakelijk uit versleten beddengoed en kussens, die ik niet meer nodig heb. Kleding die we wilden afdanken was er nauwelijks. We hebben gelukkig niet zoveel kleding.

Voor donderdag heb ik alleen maar een grote AH tas vol met elektronica en (gloei)lampen. Het valt dik mee wat ik heb verzameld. Ik ben niet meer zo een verzamelaar als vroeger.

Dus dat valt allemaal wel mee. En doorrrrrrr………

Bewaren vs opruimen

Vroeger moesten wij vaak verhuizen, omdat mijn stiefvader zich vaak liet overplaatsen. Elke verhuizing bracht mee dat we dingen moesten wegdoen. Speelgoed waarvoor we te groot waren geworden en zoveel andere dingen. Mijn stiefvader hield al in die tijd van een een minimalistische inrichting. Als kinderen bij ons thuis kwamen vroegen ze weleens of we gingen verhuizen. Maar dat was dan niet zo. Ons huis was gewoon leger dan de meeste huizen in die tijd. We hadden voor die tijd moderne meubels met formica tafelbladen en gladde vloeren.

Mijn broer was iemand die graag dingen bewaarde. ‘Het kan nog wel een keer van pas komen,’ placht hij dan te zeggen. Wat nog wel van pas kon komen kon van alles zijn, van schroeven tot onderdelen van spullen of stukken hout. Noem het maar, mijn broer zag overal wel wat van waarde in. Hij was handig in het fabriceren van dingen.

Toen ik uit huis ging hechtte aan ik niet veel waarde aan spullen tot ik een gezin kreeg met steeds meer kinderen. In die tijd begon ik iemand te worden die dingen bewaarde. Dekens, oude dikke jassen, allerhande spullen die in de schuur stonden. Ik beeldde me dan in dat er een tijd kon komen dat we misschien geen kachel konden betalen en dat ik dan mezelf en mijn gezin moest warm houden met die oude dekens en jassen. Het was een onberedeneerd instinct dat mij in die tijd veel liet bewaren voor mogelijk slechtere tijden. Ook begon ik dingen te bewaren met gevoelswaarde. Dat waren dingetjes die mijn kinderen me cadeau hadden gegeven of dingen die ze hadden gemaakt. Briefjes die ze me schreven om sorry te zeggen als ze stout waren geweest en zoveel meer. Ik heb er nu een kast mee vol. De ‘herinneringenkast’. Verder heb ik wat erfstukken van mijn moeder en mijn echte vader die ik zeker bij me zal houden en ook de dingetjes en schilderijen die Ahmad en ik maakten.

Maar wat ik ook nog heb is een gigantische berg onnodige troep. Kleding, kussens, beddengoed dat niet meer glad is, maar bobbelig van het wassen of versleten. Oude gordijnen, enz enz. Multomappen van mijn kinderen. Schaatsen in kindermaten. Zelfs bewaarde ik kleren die ik droeg in Pakistan, salwar kameez en andere islamitische kleding. Ik heb een hele krat vol met hoofddoeken, kleding die ik droeg op bedevaart in Mecca. Ik bewaarde die kleding met het idee dat er misschien ooit een tijd zou aanbreken dat iedereen islamitische kleding ging dragen. Nu denk ik dat die tijd niet gaat komen.

Waar ik nu ineens enorm zin in heb is om opruimend door mijn hele huis te gaan. Alle kleding en schoenen die ik nooit meer ga dragen in zakken en ook de kussens en andere lappen en restjes wol, etc. Heerlijk, heerlijk. Ik kan niet wachten. Aanstaande donderdag is er in mijn buurt gelegenheid om lampen en apparaten die het niet meer doen of ongebruikt blijven in te leveren. Daar begin ik mee. Ik sta in de startblokken om dat alles te gaan doen. Beetje bij beetje en op dagen dat er niet valt te genieten in de tuin zal ik als een witte tornado aan de slag gaan…..inshaallah.