Portret buurvrouw kan afgeleverd worden

De volgende keer dat ik boodschappen voor haar doe zal ik het haar brengen, ingelijst en wel. Ik ben er zelf best tevreden over. Vind het mijn beste schilderij tot nu toe. Ik hoop dat zij het een mooie plek zal geven.

olieverf 30 x 40

En opnieuw heb ik een plan voor een schilderij. Ik wil mijn vriend P. schilderen zoals ik hem zag vanuit mijn positie al bijrijder op zijn motor. Helemaal in zijn element en met een heel tevreden uitdrukking op zijn gezicht. Ik maakte een momentopname uit het filmpje dat ik maakte van mijn bezoek aan hem een dikke week geleden. Ik zal het met dit minifotootje moeten doen.

deze
of deze

Gelukkig zijn

Mijn vriend P. (de P. die niet ernstig ziek is) was er verbaasd over dat ik zei dat dit de gelukkigste fase in mijn leven tot nu toe is. Hij zei dit totaal niet te herkennen, omdat hij het helemaal niet prettig vindt om oud te zijn. Ook ik vind het jammer dat ik nu door een wat zwakker lichaam dan voorheen minder kan dan in mijn jongere jaren. Maar daar weegt tegenop dat er nu ook minder gedaan hoeft te worden en het leven een stuk gemakkelijker is als gepensioneerde met kinderen die allen hun eigen leven hebben.

Ik ben gaan nadenken. Hoe kan het toch dat zo weinigen van mijn leeftijd zich herkennen in mijn gelukbeleving als oudere?

Ik zie het antwoord daarop als volgt. Als je veel hebt moeten afzien gedurende een aanzienlijk deel van je leven, dan voelt al het geluk en gemak van leven wat je daarna ten deel valt als een hemel op aarde. Heb je in je jongere jaren veel plezier gekend en veel moois mogen meemaken, dan kan op je oude dag het leven tegenvallen als bepaalde goede omstandigheden die je hebt gehad in je leven wegvallen.

Ik behoor, denk ik, tot de kleine groep mensen die in haar jongere jaren veel heeft moeten missen en dat komt (besef ik heel goed) voor een groot deel door domme keuzes die ik zelf maakte. En die keuzes werden weer bepaald door een totaal gebrek aan zelfvertrouwen, wat weer veroorzaakt werd door ervaringen in mijn jeugd. Telkens merkte ik wel dat een onzichtbare welwillende ‘hand’ mij wegtrok uit uiterst penibele en vervelende situaties. En uiteindelijk mag ik nu ervaren dat alles alsnog is goed gekomen. Alhamdullillah! Dank u, o God.

Ik ben samen met de liefde van mijn leven. Als ik met hem ben maakt het mij niet uit waar ik me bevind. Ik ben gelukkig naast hem. Met mijn kinderen, die allemaal ook door pieken en dalen zijn gegaan en om wie ik me veel bekommerd heb, gaat het nu alle vier goed. Ze zijn gelukkig met hun partners, werk en hun kinderen. Ik heb met hen allemaal een mooi en goed contact. Ze redden zich nu wel, ook al zou ik er niet meer zijn en dat geeft mij veel rust.

De gelukkige jaren die ik nu mag meemaken zijn een cadeautje. Voor mij is het altijd belangrijk geweest nuttig te zijn voor een ander. Ik heb lange tijd gedacht nog niet te mogen sterven, omdat ik hier nog nodig was. Dat idee heb ik nu niet meer. Ik kan nu wel gaan ?, maar zal daar zelf nu zeker niet voor kiezen. Want ik ben veel te gelukkig met mijn vredige en kalme leven nu. Als de tijd echter komt, dan ga ik met een gerust hart.

Soebhan Allah. Alles is te danken aan Allah. Zonder Allah ben ik niets. Ik moet nu denken aan het volgende gedicht:

Voetstappen in het zand

ik droomde eens en zie
ik liep aan ’t strand bij lage tij.
Ik was daar niet alleen,
want ook de Heer liep aan mijn zij.

We liepen samen het leven door,
en lieten in het zand,
een spoor van stappen; twee aan twee,
de Heer liep aan mijn hand.

Ik stopte en keek achter mij,
en zag mijn levensloop,
in tijden van geluk en vreugde,
van diepe smart en hoop.

Maar als ik het spoor goed bekeek,
zag ik langs heel de baan,
daar waar het juist het moeilijkst was,
maar één paar stappen staan.

Ik zei toen “Heer waarom dan toch?
Juist toen ik U nodig had,
juist toen ik zelf geen uitkomst zag,
op het zwaarste deel van mijn pad..”

De Heer keek toen vol liefde mij aan,
en antwoordde op mijn vragen;
“Mijn lieve kind, toen het moeilijk was,
toen heb ik jou gedragen…”

– Mary Stevenson

Werkelijk voelt het zo voor mij als ik terugkijk op mijn leven.

Mijn eerstgeborene heeft haar liefdesgeluk gevonden

Vandaag mocht ik de film die gemaakt is van de heerlijke dag van haar huwelijk bij haar thuis komen bekijken in hun gerieflijke woning.

Het hardwerkende paar was thuis en ook drie van hun kinderen, alsmede hun prachtige kat en lieve hondje. Op hun tv gestreamd zag ik de film van hun huwelijksdag, gemaakt door een professionele videomaker. We zaten er samen met natte oogjes van ontroering naar te kijken.

Ik ben zielsgelukkig dat mijn dochter zo gek is op haar echtgenoot met wie zij al ruim 6 jaar samen is. Ik zie hun geluk en hun liefde en dat maakt mij een gelukkige moeder. Ik laat in alle rust mijn kinderen achter als ik weer naar Spanje ga (net als Sinterklaas).

De twee gelukkige zielsverwanten hebben mij toestemming gegeven hun huwelijksfilm in dit weblog te publiceren en ik doe dit dan ook met alle trots.

Paintcoach

De laatste tijd is dit mijn favoriete paintcoach. Tot op heden dacht ik geen schilderles te willen volgen in vivo bij een echte schilder. Ten eerste omdat ik het leuk vind zelf dingen te ontdekken en in mijn eentje te experimenteren zonder dat er iemand op mijn vingers kijkt. Ik kies ook graag mijn eigen onderwerpen uit en kan tot op heden alleen schilderen als een onderwerp mij wat doet.

Maar nu heb ik eigenlijk al heel veel schilderijen gemaakt met door mij gekozen onderwerpen en op dit moment is er niets wat ik supergraag wil schilderen na het portret van de buurvrouw, waar ikzelf redelijk tevreden over ben.

In Spanje kan ik les nemen op loopafstand van mijn huis achterin een winkel die ook schilderbenodigdheden verkoopt. Tot nu toe had ik daar geen zin in en dat was misschien wel een beetje uit gebrek aan zelfvertrouwen. Nu denk ik er toch over om het wel te gaan doen, ook omdat we nu langere tijd in Spanje hopen te verblijven.

Eerst wilde ik ook niet zomaar wat schilderen, maar nu heb ik echt behoefte aan lessen in schildertechniek. Voor mijn part moet ik daar alleen maar appels en peren schilderen. Ik wil leren!

En in mijn dagdromen denk ik erover met de opgedane kennis een portret van mijn vriend P. te gaan schilderen.

De 3 musketiers

We kwamen weer bijeen, mijn twee oude schoolvrienden (P. en P.) en ik. Dit keer niet in een uitspanning maar in het huis van één van hen, helemaal in het centrum van Harlingen gelegen. Dit spraken we af omdat we gehoord hadden dat de gastheer, die al een tijd lijdt aan die nare sluipende ziekte, nu wel meer last begon te krijgen.

Ik reed er gisteren heen met een bos bloemen en verwachtte een totaal verzwakte vriend aan te treffen, maar daar leek het helemaal niet op toen ik, gastvrij opengedaan door zijn vrouw, eenmaal binnen was in hun supergezellige en van alle gemakken voorziene monumentale pandje. Ik trof daar op het zonnige dakterras een vrolijk gezelschap aan, bestaande uit de zich totaal niet ziek gedragende gastheer, mijn ander klasgenoot en diens zoon en de vrouw met haar vriendin. Er werd een gezellig, maar ook heel openhartig gesprek gevoerd. Na een uurtje of anderhalf moest de zoon, een weduwnaar met drie kinderen, naar huis. Ook de vriendin was vertrokken en wij bleven nog verder kletsen met een kopje thee. Ik had verwacht dat het koud zou zijn, maar er scheen een heerlijk zonnetje op onze bolletjes.

Ineens stelde de gastheer, een enthousiaste motorrijder, voor om een 20 tal kilometer verderop zijn motor met zijspan op te halen. De motor was gerepareerd aan een aantal dingetjes en moest opgehaald worden. We zouden gedrieën gaan in de auto van de andere vriend en op de terugweg zou ik dan plaatsnemen in het zijspan. Leek me dat wat? Ja, dat leek me zeker wel wat. Normaal gesproken ben ik een schijterd als ik jongens in t-shirtjes en zonder enige beenbescherming zie racen langs de hoofdweg op motoren. Ik ben dan zielsblij dat het mijn zoons niet zijn, maar maak me dan alsnog bezorgd. Maar in een ervaren motorrijder als mijn schoolvriend had ik zeker wel vertrouwen.

En zo geschiedde. Als een vliegende motorduivel schoot hij over de Friese wegen, terwijl ik in mijn cabine naast hem mee hobbelde en alsnog probeerde deze spannende rit gedeeltelijk op film vast te leggen (filmpje volgt later). De andere vriend reed in zijn auto achter ons aan. De motorrijder maakte er een toeristische excursie van door ons op de terugweg enkele bijzonderheden te laten zien: het oudste huis van Friesland dat ongeveer uit 300 na Christus dateert en de grote woning in Wijnaldum waar hij met zijn gezin heeft gewoond. In Harlingen teruggekeerd hield hij halt bij zijn stamcafé, waar we op een bank tegen de muur genoten van de laagstaande zon en het uitzicht op een haventje in Harlingen. Dat was goed toeven en we bleven er op los kletsen. Even later voegde zijn vrouw zich ook bij ons en daarna ging de gastheer naar huis voor zijn medicijnen en een dutje.

Wij gingen wat later ook naar zijn huis, waarbij zijn vrouw ons op de fiets de weg wees. Daar wachtte ons een enigszins uitgeruste gastheer en er werden heerlijke sushi’s besteld. Opnieuw werd er gepraat en weer bleek dat de tijd te kort is om 50 jaar levensgeschiedenis te overbruggen.

Pas om 21 uur namen we afscheid. Mijn lieve gastheer verzekerde me dat ik hem terug ga zien, ook al kom ik pas in april weer terug uit Spanje. Ik hoop zo dat dat waar is. Verder hebben we het drieste plan om de levensloop van de gastheer te gaan beschrijven. Ik heb me overmoedig aangemeld als degene die zijn verhaal wel wil optekenen als hij het bijvoorbeeld inspreekt. Hij had daar bij ons afscheid serieuze plannen voor.

Blijf zo, lieve P.

P. en P.

Waarom dit weblog?

Het is voor mij vooral een uitlaatklep. Hier kan ik mijn gedachten de vrije loop laten en dat doe ik liever in mijn eigen domeintje op internet dan op openbare sites als twitter en instagram. Maar het punt is dat ik steeds minder te delen heb en steeds meer vraagtekens zet bij hoe belangrijk het nog voor me is om mijn gedachten of de gebeurtenissen in mijn leven op te schrijven. Ik vind wat ik denk en meemaak steeds minder de moeite waard om te delen met anderen, want in mijn achterhoofd heb ik altijd wel een een vorm van censuur zitten. Wat ik deel moet op zijn minst een beetje leuk of onderhoudend zijn om te lezen of informatief. De lezer moet er wel iets aan hebben, al is het alleen even vermaakt of afgeleid te worden van zijn of haar eigen zorgen of zichzelf erin te herkennen.

Het punt is dat ik niet veel bijzonders meemaak en dat ik mijn gedachten ook niet bijzonder interessant vind. Maar toch zal ik dit weblog aanhouden, omdat ik af en toen de kriebelende behoefte heb om er toch weer iets in te schrijven. Die mogelijkheid moet er zijn en blijven voor mij.

Mochten er trouwe lezers zijn die zich afvragen waarom er zo weinig nieuws verschijnt in dit weblog, dan is het antwoord hierop: geen nieuws is goed nieuws. Het gaat goed met mij. Ik hoop dat het voor de lezer ook geldt. Ellende zit in zulke kleine hoekjes. We mogen blij zijn als we er langsheen kunnen laveren.

Geen herdershond

Terwijl de piepkleine kleindochter (net 1 jaar oud geworden en zij loopt al en wil haar pappa niet eens een handje geven omdat ze het helemaal zelf kan!) schattig aan het wezen was op het strand van Cadiz, waar haar ouders een korte vakantie hielden, gebeurde er in Guadalcanal iets verschrikkelijks.

Zoals ik eerder schreef scharrelen er op het land van hun nu een flink aantal kippen, twee katten en een hond.

De buren van daar vertelden hun telefonisch dat de hond een flink aantal kippen had gedood, waarschijnlijk omdat hun verzorgers langer afwezig waren dan normaal. Wat een schrik!

Van de kippen zijn er nog maar drie in leven en die arme stakkers zullen wel de schrik van hun leven hebben gehad. De hond heeft mogelijk geen kwaad in de zin gehad. Het is ook een vorm van spelen, het jagen op die kakelende kippetjes, maar het is duidelijk dat dit nooit meer moet gebeuren. Het is een instinct om te jagen. De hond heeft niet van de kippen gegeten.

Er zijn verschillende opties. De hond weggeven aan een ander, die geen kippen heeft en de hond leuk vindt en vervangen door een ander type hond. Of de hond houden, maar aanlijnen aan een lange lijn tijdens afwezigheid van de baasjes, zodat zij (het is een perrita genaamd Rita) er nooit meer bij kan. Het is wel de bedoeling dat de kippen veilig kunnen blijven scharrelen en alleen gedurende de nacht worden ingesloten in de kippenren.

Zo zielig voor de kippen vind ik het. De gedachte hoe ze zullen zijn geschrokken toen ineens een monster hen wilde verslinden, al was het misschien spelenderwijs bedoeld ?.

Je kan honden nog zoveel leren, maar op het moment dat je er niet bij bent zullen dieren toch vaak doen wat ze willen, omdat ze zich onbespied weten. Vroeger hadden wij een dobberman, een heel nobel dier. Zij luisterde ontzettend goed, liep ongelijnd naast mijn fiets en als zij een kluif had kon ik die van haar afnemen zonder dat ze zelfs maar gromde. Een keer waren wij ’s morgens na het ontbijt een flinke tijd van huis om mijn oudste dochter naar een kinderopvang te brengen, op de fiets en helemaal aan het andere einde van de stad. We hadden de ontbijtboel in haast op tafel laten staan. Toen we terug kwamen had Billoe een groot stuk kaas van de tafel gehaald en helemaal opgegeten. Dat zou ze nooit gedaan hebben als we thuis waren geweest.

Kinderverdriet

Ik heb mijn fiets geparkeerd bij de Lidl. Voor de uitgang staat moederziel alleen een klein jongetje onbedaarlijk te huilen. Hij heeft in zijn twee knuistjes een minikarretje van de LIdl vast, dat in de winkel gebruikt kan worden om het boodschappen doen voor de allerkleinsten op te leuken. Zijn gezichtje ziet er eruit zoals huilende kindertjes op schilderijen worden afgebeeld, met tranen die over zijn wangetjes biggelen. Ik vraag hem waar zijn mamma is. Is zij in de winkel? Nee, hij wijst naar een stuk verder op het plein waarop we staan. ‘Waarom sta je hier met dit karretje? Moet het niet terug naar de winkel?’ vraag ik. ‘Is van mij,’ huilt het ventje. Ik zie in de verte een vrouw met hoofddoek aan komen lopen die zijn moeder zou kunnen zijn qua kleur. Al van veraf zie ik haar mopperen. ‘Ah, daar komt je mamma al,’ zeg ik. ‘Nee, ik ben zijn moeder niet ,’ zegt een andere vrouw die ook aan komt lopen op enigszins beledigde toon. Zij is wel getint, maar een stuk lichter van huidskleur.

De echte moeder komt, nog steeds mopperend en boos kijkend, dichterbij. Ze praat in haar taal boos tegen het ventje dat opnieuw begint te brullen. ‘Hij wil het karretje hebben,’ legt ze me uit. Ik had dat al begrepen. Ik aai het jongetje over zijn krullenbol en leg hem ook uit dat het karretje echt terug moet, maar dat hij er vast wel weer mee mag lopen als zijn moeder weer boodschappen doet. De moeder is nu ineens ook liever voor hem en neemt hem in haar armen. ‘Zal ik het karretje terugbrengen?’ vraag ik haar. ‘Heel graag,’ zegt ze. Als ik wegloop met het karretje hoor ik de jongen protesterend krijsen. Een oude Nederlandse vrouw kijkt me hoofdschuddend en samenzweerderig aan, alsof hier sprake zou zijn van iets heel vreemds, dat in onze cultuur niet voorkomt.

Kleine kinderen hebben nog niet zoveel besef van mijn en dijn en dat is in alle culturen zo.