Categorie archieven: Ons leven in Andalusië
Het regent het zegent
En de pannen worden nat….Het is werkelijk een zegen dat hier eindelijk en onafgebroken regen valt sinds vannacht. Het zal volgens het weerbericht blijven regenen tot morgenavond. Dat is goed nieuws voor het droge Andalusië.
Wij hebben nu meer tijd voor de pc en huiselijke karweitjes, omdat we niet gaan wandelen vandaag en ook niet in de zon zullen zitten met een boekje.
Sinds ik dagelijks met Ahmad meeloop op zijn ochtendwandelingen maken we steeds grotere tochten in en rond het dorp. Nu ik geopereerd ben aan de hallux valgus aan beide voeten en ik bovendien volledig hersteld ben na de heupbreuk loop ik als een kievit. Ik kan uren wandelen zonder pijn te krijgen in mijn voeten. Dat is voor mij zalig en ongekend. Nu besef ik pas hoe erg het was dat ik een groot deel van mijn leven zo veel pijn had bij het lopen en geen enkele schoen aan kon die enigszins lekker zat. Ik ben enorm blij met mijn geopereerde voeten.
Ik heb Ahmad aangemoedigd om onze wandelingen steeds meer uit te breiden. We hebben op verschillende wandelpaden langs het dorp paden gevonden die de natuur in gaan, de meeste daarvan zijn helling op. Aan één kant van het dorp waren dat paden door een verwaarloosd stuk braakliggend terrein, waar vroeger avocado´s zijn geteeld. Het is nu omheind door hekken maar verlaten en verwaarloosd en het landschap daar is niet aantrekkelijk. Aan de andere kant van het dorp ontdekten we enkele wandelroutes.
We zijn van plan die routes te gaan lopen, maar wel voorzichtig. Arm in arm en allebei met onze bamboestok.
Van de wandelingen die we tot nu toe maakten heb ik wat foto´s in een filmpje verzameld. Voor de liefhebben om te bekijken. Als ik elke foto afzonderlijk in mijn weblog zou plaatsen, dan zou dat veel plaats innemen. Daarom maakte ik er een filmpje van.
Ergens bij horen
Dat gevoel heb ik nooit gehad. Logisch wel, gezien het aantal verhuizingen in mijn kindertijd. Als ik net weer vriendinnetjes had en gewend was op een school vertrokken we weer.
Maar in de straat waarin we nu verblijven wonen de mensen al generaties bij elkaar. Dat is mooi om te zien. Zodra het een beetje lekker weer is hoor je de mensen in onze straat uit hun huizen komen en op straat met elkaar keuvelen. De vrouwen lijken echt bevriend te zijn met elkaar en ook de mannen praten met elkaar op gemoedelijke en vriendschappelijke toon. Ik heb hier nog geen geschreeuw en geruzie gehoord. Wij wonen in een gebouw met 10 appartementen, gescheiden door twee voordeuren maar met een gemeenschappelijke ondergrondse garage. De appartementen dateren uit 2005. Daarvoor waren het twee woningen. Die woningen hebben plaats gemaakt voor appartementen. De oorspronkelijke eigenaars van de twee woningen kregen eerste keus bij een appartement in het gebouw. Eén daarvan is de eigenaar die zijn appartement aan Ahmad verkocht en de andere is onze benedenbuurman. Je merkt dat iedereen in de straat hier elkaar door en door kent, met uitzondering van de nieuwkomers in de appartementen.
De bewoners van de huizen in deze straat zijn hier opgegroeid, hebben nog met elkaar gespeeld in deze straat als kind. Sommigen wonen zelfs tegenover hun ouders, omdat er kennelijk een woning vrijkwam. Anderen wonen in bij hun ouders, omdat de huizen van enkele bewoners enorm groot zijn.
Ik vind het leuk om de saamhorigheid van de bewoners van deze straat zien en ik kan me voorstellen wat een gevoel van geborgenheid dat kan geven.
Tegenover ons woont een vader die één van zijn zoons aan het werk heeft gezet om het hele huis en de raamkozijnen te schilderen. Ook het dak had wat reparatie nodig. De zoon is er al een week mee bezig. Maar mooi vind ik het dat onze benedenbuurman hem is gaan helpen. Als twee broers zijn ze aan het werk onder begeleiding van muziek, waar onze benedenbuurman gek op is. Ik mag dat graag zien!
Herfst van het leven
´Ben je de laatste tijd triest?´ vroeg Ahmad mij gisteren. ´Nee, eigenlijk juist helemaal niet. Ik voel me juist de laatste tijd heel rustig en tevreden met de situatie waarin wij nu mogen zitten. Kijk ik triest of gedraag ik me dan triest?´ vraag ik. Nee, het is gewoon een gevoel dat hij heeft. Maar toevallig is hij ook een heel zielig boek aan het lezen. Zo zielig en triest, dat hij er eigenlijk niet in verder wil gaan. De roman gaat over hoe slecht zwarte mensen in Amerika nog steeds behandeld worden.
Ik zeg hem dat ik misschien wel wat rustiger ben dan voorheen. Ik praat minder en denk meer na voor ik wat zeg (dat kan bij mij nooit kwaad). Ik maak minder grapjes. Let meer op wat ik wel en niet doe. Ik zeg hem dat. Dat ik voel dat wij in de laatste fase van ons leven zitten en dat niets er meer toe doet dan alleen je best doen om zo goed voor een ander en de wereld te zijn als je kan. Verder is eigenlijk voor mij niets belangrijk. Ik heb geen wensen van dat ik dit of dat nog wil. Ik wil leven met de dag en steeds het beste doen wat ik kan. Verder wil ik niks. En ik ben heel gelukkig en dankbaar voor de rustige fase waarin ik nu zit in mijn leven en geniet daarvan.
Hij knikt met herkenning. Hij voelt dat ook zo. En hij is gerustgesteld. ´Misschien zie je me zo door het boek dat je nu aan het lezen bent?´ zeg ik. Ja, dat kan best zijn. Hij wil niet verder lezen in het boek. Ahmad zegt dat het mooiste moment voor hem elke dag onze ochtendwandeling is. Ik beaam dat. Het is voor mij precies zo. Het voelt zo fijn om gearmd te wandelen, of de zon nu schijnt of niet. Ik geniet daar ook van. En van zoveel meer. Onze momentjes van eten en drinken en daarvan genieten. Mijn ritjes op de hometrainer, kijkend naar series of films. Lezen.
Ik zeg dat er maar één ding is waarover ik me nu een beetje druk maak. Wat moet ik met alle schilderijen die ik nog ga maken? Het huis hier en in Nederland hangt al vol ermee. ´Dat is voor elke schilder zo,´ zegt Ahmad. Ja, dat is waar. In gedachten bedenk ik me waar ik vanaf nu eventueel de wat mindere schilderijen of die waar ik een tijd niet naar wil kijken kan opbergen, met hun ´gezicht´ tegen de muur. Als dit je grootste probleem is, dan ben je een gezegend mens, bedenk ik me. Met al mijn kinderen en kleinkinderen gaat het goed en dat geeft mij rust. Ik hoef verder niets.
´s Morgens in je winterjas wandelen en vanaf 11 uur in hemd en korte broek in de zon op je terras
Wie wil dat niet? Ik zeg er ´ja´ tegen.?
Het leven gaat door
Koud maar helder!
´Elk nadeel heb zijn voordeel´ (Cruijff)
Honden en hun baasjes
Gisteren liepen we onze gebruikelijke ochtendwandeling. Op de weg vanaf beneden langs ons huis liep een grote hond heen en weer. Hij stak de weg over en liep dan weer terug, waar hij zigzaggend heen en weer bleef rennen, om zich heen kijkend met een verdwaasde uitdrukking. ´Die hond hebben ze in de steek gelaten,´ zegt Ahmad heel beslist (´abandonado´). ´Weet je dat zeker?´ vraag ik. De hond ziet er goed doorvoed uit en heeft nog een halsband om. Maar de manier waarop hij ongecoördineerd heen en weer rent op een plek waar weinig mensen lopen komt inderdaad heel raar over. Ik vind het zielig voor het dier. ´We hadden toch ooit een nummer van een organisatie die verwaarloosde honden van de straat haalt?´ vraag ik. Ik herinner me dat een keer mensen met een grote kooi met vlees erin zaten te wachten op de komst van een achtergelaten jachthond, waarvan ze wisten dat die in de buurt rondzwierf. Die hond hadden wij ook gezien enkele dagen ervoor. Die vrouw gaf ons toen een kaartje met een telefoonnummer dat we konden bellen als we de hond weer zouden tegenkomen. Ahmad heeft dat nummer niet meer. Het is ook alweer bijna drie jaar geleden. Ik maak een foto van de arme lobbes.
Even later lopen we over de grote laan die Alhaurin de la Torre doorkruist. De laan is mooi beplant en goed onderhouden en er is een breed voetpad. Het is dan ook een favoriete wandelroute van mensen die beweging zoeken of hun hond uitlaten. Laatst maakte ik daar een foto van een oude man met een klein wit hondje op een bankje. We hadden hem al vaker zien zitten en altijd zat het hondje met zijn voorpootjes op zijn schoot. Ik vond dat zo een schattig gezicht dat ik de man vroeg of ik een foto mocht maken van hem en zijn hondje.
Gisteren zagen we hem weer zitten, maar nu op een ander bankje. Hij had zijn arm liefdevol om het hondje heen geslagen. ´Kijk, daar heb je onze vriend met het hondje,´ zeg ik tegen Ahmad. Als we dichterbij komen groet ik de man enthousiast. (buenas dias). De man kijkt me stomverbaasd aan. Het is hier wel gebruikelijk om te groeten als je iemand tegenkomt, maar niet zo ver uit je buurt. Bovendien lijkt hij me niet te herkennen. Ahmad breekt het ijs door ook te groeten en er dan aan toe te voegen: ´Buena companía´ (goed gezelschap), doelend op zijn hondje. De man bevestigt dit nu glimlachend.
Even later komen we nog een man tegen met een wit hondje. Dit is de man die ik eerder fotografeerde. Deze men herkent ons wel en groet ons als eerste.
Ik lach mezelf uit ?. De hondjes van beide mannen leken op elkaar en de mannen hadden allebei eenzelfde petje op.
Weerbericht
De kou slaat hier ook toe. Niet zo erg als in de rest van Spanje, maar toch aanzienlijk. Ik besef dat het niets is vergeleken bij de kou in andere delen van de wereld, zoals op dit moment in Afghanistan, waar mensen met veel te dunne kleding omkomen van kou, honger en ziekte bij temperaturen van 16 graden onder nul en erger.
Er schijnt een goede reportage over Afghanistan te zijn verschenen op de tv in Nederland. Ik heb er tot nu toe niet naar kunnen kijken. Ik ben bang dat het te veel nare herinneringen gaat oproepen aan mijn tijd in die omgeving met mijn eerste man en onze kinderen. Al was het er toen snikheet en niet koud. Maar dat ter zijde. Ik denk er liever niet te veel aan terug. Ik heb te doen met alle mensen die lijden op wat voor manier dan ook.
Hier is het uit te houden, zij het dat de temperatuur drastisch gedaald is. De lucht en de wind voorspelden al een tijd regen, die echter niet wilde doorzetten.
Maar toen ik gister op mijn stilstaande fiets naar Netflix zat te kijken werd ik ineens getrakteerd op schitterende bliksemschichten achter de glazen terrasdeuren en indrukwekkende donderklappen. Even daarna zowaar gevolgd door een verfrissende regenbui. In de ochtend zagen we dat het boven de Sierra van Mijas een beetje gesneeuwd had, de Sierra die in 2022 afbrandde had nu een klein sneeuwlaagje op zijn kale bergtoppen.
Maar al met al valt het hier nog mee met de kou. Het is nog steeds niet zo koud als in Guadalcanal. De dochter Ahmad zei dat de kou daar ´pijn deed´. Zoals men in Brabant placht te zeggen: ´Tis kou dah het bait´ (het is zo koud dat het bijt).
Toch blij dat we hier wonen en niet in Guadalcanal
Het is hier frisser dan normaal, maar lang niet zo fris als in Guadalcanal, dat bekend staat om de harde wind die er waait en de veel lagere wintertemperatuur dan wij hier hebben. We horen nu ook van Z dat het daar op dit moment erg koud is. Te koud om met de kleine naar de campo te gaan.
Verder realiseer ik me nu weer dat de lucht hier net zo helder kan zijn als in Guadalcanal. Het ligt eraan uit welke richting de wind waait. Als de wind noordwest staat of west, dan is het hier heel helder. Dat was ik even vergeten, omdat we tijden lang te maken hadden met een wind uit het zuiden die saharastof meebrengt. Dan is het zicht hier lang niet zo helder als de laatste tijd. De westenwind nu maakt dat het niet zo lekker toeven is op ons vrij hoog gelegen terras, maar het uitzicht is verbluffend mooi.
Kortom, ik prijs me gelukkig dat Ahmad zijn atico niet heeft verruild voor een huis in de nu koude campo in de omgeving van Guadalcanal. De temperatuur is hier in de winter een paar graden hoger dan meer landinwaarts en in de zomer juist een paar graden lager. Ahmad is het gelukkig helemaal met me eens. Wij zitten hier fantastisch mooi, vindt hij ook. En hij voegt eraan toe: ´Allah heeft ons hier gebracht´.
Vanmorgen hebben we weer lekker gewandeld in de frisse ochtendzon.